NL1005788C2 - Meenemers voor een verticale transporteur voor stortgoed. - Google Patents

Description

« VO 9396

Titel: Meenemers voor een verticale transporteur voor stortgoed.

De uitvinding heeft betrekking op de uitvoering van meenemers en hun bevestiging aan een eindloze rondlopende transportband van een verticale transporteur overeenkomstig de aanhef van conclusie 1.

5 Transportemmers, meenemers of meeneemkleppen voor verticale transporteurs zijn onderdelen die aan slijtage zijn onderworpen. Zij worden door losmaakbare verbindingen aan de eindloze rondlopende trekmiddelen bevestigd. Hoewel bij het verticaal transport er in het algemeen geen 10 problemen optreden, treedt een verhoogde slijtage op bij de beweging van een flexibel trek- en draagorgaan (transportband) over de aandrijf- en omkeertrommels en de omkeer-en spantrommels, waarbij het zelfs tot beschadiging van de verticale transporteur kan komen. De oorzaak daarvan is 15 gelegen in het feit dat de transportband flexibel is doch de meenemers of transportemmers en de omkeerrollen echter niet vervormbaar zijn.

Uit DE 295 13 253 is een oplossing bekend voor de bevestiging van transportemmers aan de rondlopende ketting 20 van een transportemmerketting, waarbij de elastische schroefverbindingen de bevestigingsmiddelen vormen. In de verticale transportrichting is steeds een bovenste en een onderste schroevenpaar met hetzelfde kettinglid verbonden. Het leiden van de transportemmerketen over de omkeerrollen 25 is zonder problemen te realiseren aangezien het kettinglid en de achterzijde van de bekers ten opzichte van elkaar steeds parallel zijn gelegen.

Een dergelijke oplossing is voor de bevestiging van transportemmers, meenemers of meeneemkleppen aan verticale 30 transporteurs met een transportband die als draagorgaan fungeert minder geëigend, aangezien bij de geleiding over de omkeerrollen ongunstige bewegingsverhoudingen ontstaan, die een verhoogde slijtage tot gevolg hebben en bij hoge belastingen zelfs tot scheuren van de schroefverbindingen 1005788 2 en daarmede tot beschadiging van de transporteur kunnen leiden. Om deze reden worden bij verticale transporteurs met een transportband de transportemmers, meenemers of meeneemkleppen met ten opzichte van elkaar in een 5 horizontale rij aangebrachte schroefverbindingen vastgezet. Dergelijke oplossingen zijn bijvoorbeeld bekend uit DE 33 15 078 en DE 40 40 438. Daardoor worden de lastmomenten slechts op een tot een lijn begrensd bereik van de transportband overgedragen, hetgeen tot een hoge 10 belasting van dit bereik leidt. Deze belasting wordt nog verhoogd door de plotselinge versnelling die in het zwaartepunt van de transportemmers, meenemers of meeneemkleppen ontstaan wanneer deze over de omkeertrommels lopen.

Door de uitvinding zal bij een grotere belastbaar-15 heid een gunstiger bewegingsverloop tussen de draagband voor de meenemers van een verticale transporteur, vooral in het kritische bereik van de bandomkering, bereikt worden. Het doel wordt volgens de uitvinding bereikt door .een vergroting van de bevestigingsvlakken tussen de meenemers 20 en de, de meenemers dragende transportband, dus de meeneem-band, evenals door een scharnierbare uitvoering van bevestigingspunten volgens het kenmerkende gedeelte van conclusie 1. De beide in de opwaartse transportrichting bovenste zijdelingse bevestigingen vormen samen met de 25 onderste in het midden aangebrachte bevestiging de hoekpunten van een voldoende groot driehoeksvlak op de meeneemband. De lastmomenten worden zo over een langer transportbereik verdeeld. Bij het lopen van de meeneemkleppen over de handtrommels treden geringe versnellings-30 krachten op aangezien het zwaartepunt van de meenemers gedurende een langere tijd grotere snelheid bij het lopen over de trommels wordt gebracht. Dat leidt tot een rustiger loop en tot een geringere slijtage van de verticale transporteur.

35 De bevestiging van de meenemers is zodanig dat een gemakkelijke uitwisselbaarheid wordt bereikt. Gunstige 1005788 3 uitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding zijn in de onderconclusies aangegeven.

De uitvinding wordt in het hiernavolgende aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en met verwijzing naar de 5 bijgevoegde tekeningen nader toegelicht.

Fig. 1 toont een continue scheepslosinrichting met een meeneemband voor een verticale transporteur; fig. 2 toont de transportschacht van de scheepslosinrichting met de meeneemband in perspectief; 10 fig. 3 toont een zijaanzicht van een meenemer van een verticale transporteur voor stortgoed en zijn bevestiging aan de meeneemband; fig. 4 toont een bovenaanzicht op het meeneemvlak voor de meenemer voor het stortgoed, terwijl in 15 fig. 5 een onderaanzicht is gegeven van de meenemer in fig. 4 waarbij de meenemer als goot is uitgevoerd.

De continue scheepslosinrichting in fig. 1 bestaat uit een omhoog en omlaag beweegbare hefbrug 1 die over een draaiverbinding 2 op een verplaatsbaar portaal 3 afsteunt. 20 Aan de hefbrug 1 hangt scharnierbaar aangesloten de losschacht 4 met de meeneemtransporteur 5 voor verticaal transport. Door middel van de hydraulische cilinder 6 kan de losschacht 4 over ca. ± 10° uit de verticale stand gezwenkt worden ter vergroting van het werkbereik.

25 Afhankelijk van de gestelde eisen wordt het gewicht van de losschacht 4 via een balansconstructie 7 direct op de hefbrug 1 overgebracht of zoals in de tekening is aangegeven door een tegenhefsysteem 8 met contragewicht 9 gecompenseerd.

30 Het te transporteren goed wordt door twee graafkoppen 10 die aan de onderzijde van twee verticaal verlopende transportschroeven 11 zijn aangebracht opgenomen en in het binnenste van de, de transportschroeven 11 omsluitende buizen 12 gebracht. De beide aldus uitgevoerde 35 transportschroefhouders 12 zijn van elkaar gescheiden, over een hoek van ca. ±30° scharnierbaar en zijdelings aan de 1005788 4 losschacht 4 aangebracht. De tekening toont een transport-schroefhouder 12 in de loodrechte middenpositie en in de buitenste naar links en rechts verdraaide eindposities.

De losschacht 4 is weergegeven in fig. 2. Hij 5 bestaat in hoofdzaak uit vier verticaal gerichte transportbanden: een meeneemband 13, een afdekband 14 en de beide zijdelings aangebrachte afsluitbanden 15, die tezamen een naar buiten gesloten schacht vormen.

Aan de meeneemband 13 zijn de meenemers 16 aan-10 gebracht, op welke meenemers het te transporteren goed bij verticaal transport afsteunt. De transportgoedzuil is door de meenemers 16 in segmenten onderverdeeld en aan alle zijden door de afdekband 14 en de beide zijdelingse afsluitbanden 15 omsloten.

15 De meeneemband 13 met de meenemer 16 en de daartegenover gelegen afdekband 14 worden afzonderlijk met gelijke snelheid aangedreven. De aandrijftrommel 17 voor de meeneemband 13 is aan het bovenste einde van het gestel 18 van de transportschacht aangebracht. De aandrijf- en 20 afwerptrommel 19 bevindt zich daaronder in het bereik van de overdracht op de band van de hefbrug. Omkeer- en spantrommels 20 voor de meeneemband 13 en omkeer- en spantrommels 21 voor de afdekband 14 bevinden zich aan het onderuiteinde van het gestel 18 van de transportband-25 schacht. De beide zijdelingse afsluitbanden lopen door een wrijvingscontact mee rond.

De bijzondere uitvoering van de meenemers 16 en hun speciale bevestiging aan de meeneemband 13 is afgebeeld in de tekeningen volgens de figuren 3 tot 5. De hierna 30 volgende verdere beschrijving heeft met betrekking tot de op de hoogte-onderscheidingen betrekking hebbende aanduidingen "boven" en "beneden" betrekking op het naar boven gerichte transportbereik.

Elk van de meenemers 16 bestaat uit een vlakke plaat 35 22 als basiselement dat aan beide zijden is voorzien van onder een hoek van ca. 30° naar boven verlopende zijkanten.

1005788 5

Zo ontstaat een schepvormige goot. De meenemers 16 worden op gelijkmatige afstanden aan de meeneemband 13 bevestigd en wel zodanig dat zij in het verticale transportbereik onder een hoek van ca. 45° ten opzichte van de meeneemband 5 13 in de richting van de afdekband 14 schuin naar onderen verlopen. Vandaar dat de voor- en achterkant van elke meenemer 16 op overeenkomstige wijze is afgescheund, zodat deze kanten bij het transport parallel aan de meeneemband 13 en de afdekband 14 verlopen waardoor geen te 10 transporteren goed van de meenemers kan vallen.

De bijzondere bevestiging van elk van de meenemers 16 met meeneemband 13 wordt gevormd door een scharnierbare driepuntsafsteuning. Deze bestaat uit twee bovenste naar buiten gelegen scharnierpunten en één onderste in het 15 midden gelegen dubbelscharnier. De twee bovenste naar buiten gelegen scharnierpunten kunnen ook door een enkel doorlopend scharnier worden vervangen. Bij de scharnierbare driepuntsafsteuning volgens het uitvoeringsvoorbeeld zijn aan de van het stortgoed afgekeerde zijde van de plaat 22 20 lipvormige elementen 23, 24 en 25 aangebracht waarin de lagerbouten 26, 27 en 28 kunnen worden aangebracht. De beide bovenste lagerbouten 26 en 27 bezitten een gemeenschappelijke zwenkas. Anderzijds zijn aan de meeneemband 13 bevestigingselementen 29 en 30 geschroefd, welke 25 bevestigingselementen zijn voorzien van lagerboringen voor de genoemde scharnieren. Ter verhoging van de stabiliteit is op het loopvlak van de meeneemband 13 een vlakke lijst 31 aangebracht. Door deze lijst 31 wordt de ondersteunings-kracht over de breedte van de transporteur verdeeld. Zoals 30 in fig. 3 is aangegeven ligt in de vormgeving van de meeneemband 13 opgesloten dat bij het lopen over de aandrijftrommel 17 en de omkeer- en spantrommel 20 een rustig verloop wordt gegarandeerd.

Met de lagerbout 28 van het onderste in het midden 35 aangebrachte scharnier is een steunelement 32 verbonden.

Het vrije uiteinde van de steun 32 is door een bout 33 via 1005788 6 een aan de meeneemband 13 aangebracht bevestigingselement 34 met een vlakke lijst 35 verbonden. De lengte van de lijst 35 en het bevestigingselement 34 is zodanig gekozen dat de afsteunkracht voor de meenemers over de totale 5 breedte van de transportband wordt verdeeld.

Ter vergroting van de stabiliteit van de meenemers 16 zijn aan de onderzijde van de meenemers versterkings-elementen 36 aangebracht.

Met deze scharnierbare driepuntsondersteuning van de 10 meeneemers 16 worden verrassend goede kinematische omstandigheden bereikt zowel bij het verticale transport als in de omkeerbereiken van de transportband. Hoe groter de afstand tussen de bovenste en de onderste bevestiging, des te groter wordt het bevestigingsvlak aan de meeneemband 15 13 en het versnellingsbereik bij het lopen over de bovenste en onderste trommel.

1005788

Claims (3)

1. Meenemers (16) met een gootvormige of rechte basisstructuur voor een verticale transporteur voor stortgoed, welke meenemers op gelijkmatige afstanden met een transportband zijn verbonden en daarmee een meeneemband (13) vormen en die in de opwaartse transportrichting van de 5 meeneemband (13) schuin omlaag van de transportband af verlopen en aan de drie vrije zijden, om te voorkomen dat het stortgoed eraf valt, worden omsloten door een voorste, synchroon met de meeneemband (13) aangedreven afdekband (14) en twee aan de zijkanten meelopende afsluitbanden (15), waarbij de vier banden, te weten de meeneemband (13), de afdekband (14) en de twee 10 afsluitbanden (15) een naar buiten gesloten loodrechte schacht vormen , waarbij verder de meenemers (16) via een driepunts-ondersteuning scharnierbaar met de meeneemband (13) zijn verbonden en elk van deze driepunts-ondersteuningen aan de meeneemband (13) in een verticaal transportbanddeel uit twee of meer bovenste, mogelijk over de totale breedte 15 van de meeneemband (13) verdeelde bevestigingen en een onderste in het midden aangebrachte bevestiging bestaan, waarbij de bovenste bevestigingen als ten minste twee enkelvoudige scharnieren met één gemeenschappelijke draaiingsas of een doorgaande scharnier zijn uitgevoerd en de onderste bevestiging als een dubbelscharnier is uitgevoerd met scharnierpunten die 20 enerzijds met de meeneemband (13) en anderzijds met de meenemer (16) zijn verbonden, tussen welke scharnierpunten een steunelement (36) is aangebracht, waarbij de draaiingsassen van het dubbelscharnier parallel verlopen met de draaiingsas van het bovenste scharnier of de bovenste scharnieren, met het kenmerk, dat het onderste scharnier ten opzichte van de 25 breedte van de meeneemband is aangebracht in het midden van de meeneemband (13) en zowel het onderste bevestigingselement (34) als de 1005788 * '0 Nieuwe pagina 8 bovenste, een gemeenschappelijke eenheid vormende bevestigingselement (29 en 30) met hun naar de meeneemband (13) toe gerichte grondvlakken zich uitstrekken over de totale bandbreedte en zijn verbonden met op de loopzijde van de meeneemband (13) parallel daaraan aangebrachte lijsten (31 en 35), 5 waarbij de lijsten (31 en 35) over hun totale dikte in het elastische materiaal van de meeneemband (13) zijn gelegen of worden getrokken en zo met de binnenzijde van de meeneemband (13) een glad loopvlak vormen.

2. Meenemers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scheefstand van het vlak van een meenemer ten opzichte van de verticale transportrichting 10 45° tot 60° bedraagt.

3. Meenemers volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijkanten van de gootvormige meenemers recht zijn en ten opzichte van een loodlijn een scheefstand met een hoek van ca. 30° hebben. 1 0 0 5 788