NL1005772C2 - Elektrisch installatieapparaat. - Google Patents

Elektrisch installatieapparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL1005772C2
NL1005772C2 NL1005772A NL1005772A NL1005772C2 NL 1005772 C2 NL1005772 C2 NL 1005772C2 NL 1005772 A NL1005772 A NL 1005772A NL 1005772 A NL1005772 A NL 1005772A NL 1005772 C2 NL1005772 C2 NL 1005772C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
insert
housing
installation device
locking
base
Prior art date
Application number
NL1005772A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1005772A1 (nl
Inventor
Karl-Heinz Broig
Original Assignee
Giersiepen Gira Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Giersiepen Gira Gmbh filed Critical Giersiepen Gira Gmbh
Publication of NL1005772A1 publication Critical patent/NL1005772A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1005772C2 publication Critical patent/NL1005772C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/18Distribution boxes; Connection or junction boxes providing line outlets
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/10Distribution boxes; Connection or junction boxes for surface mounting on a wall
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H9/00Details of switching devices, not covered by groups H01H1/00 - H01H7/00
    • H01H9/02Bases, casings, or covers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)

Description

Korte aanduiding: Elektrisch installatieapparaat
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een elektrisch installatieapparaat voor montage op pleisterwerk, zoals 5 schakelaar, taster of dergelijke, met een voetstuk voor het onderbrengen en/of legeren van contacten, vri jmaakhefbomen, schakelwippen of dergel i jke met een over het voetstuk grijpend en aan deze via grendelmiddelen vastzetbaar huis.
Een dergelijk installatieapparaat is bekend uit het 10 Duitse octrooi 42 38 556. Hierbij bestaande de grendelmiddelen van het huis uit grendeluitsteeksels, die zich op een op tegenoverliggende binnenliggende zijwanden van het huis uitstekende flens bevinden. Deze bezit aan de tegenoverliggende zijde een spleet, welke naar voren toe door een verende eigenschappen bezittende begrenzingsrug afgesloten is. De 15 grendeluitsteeksels bevinden zich op deze begrenzingsrug. De grendelmiddelen van het voetstuk zijn grendeluitsparingen, waarin de grendeluitsteeksels ingrijpen indien het voetstuk met het huis verbonden is.
Dit zodanig uitgevoerde installatieapparaat is tevredenstellend gebleken in de praktijk bij inzet van thermomeren als 20 materiaal voor het huis. Door de beschreven vormgeving wordt in het gebied van de uitstekende flens een zekere elasticiteit verkregen, hetgeen bij het samenvoegen van grendel en tegengrendel gunstig blijkt uit te werken. De gedeelten van de rug kunnen bij het samenvoegen van huis en voetstuk terugwijken om daarna weer terug te keren in hun oorspronkelijke stand 25 waarin de vergrendeling van voetstuk en huis plaatsvindt. Oneffenheden van de montage-onderlaag, bijvoorbeeld een van pleisterwerk voorziene wand of dergelijke, kunnen bij de montage van het huis worden vereffend, aangezien binnen zekere grenzen de relatieve hoogtestand van voetstuk en huis kan worden veranderd. Bij de voor dergelijke doeleinden verder tot 30 toepassing komende duromeren als materialen voor het huis, welke een elasticiteitsmodulus bezitten, die bij voorkeur in het gebied van boven 350 kN/cm2 ligt, treden de gewenste meegevendheid in het gebied van de grendelmiddelen en de daarmede verbonden positieve effecten echter slechts in zeer geringe mate of in het geheel niet op.
35 De onderhavige uitvinding ligt de opgave ten gronde een installatieapparaat voor montage op pleisterwerk van de bekende soort 1005772 2 zodanig te verbeteren, dat bij waarborgen van een veilige verbinding van voetstuk en huis en in het bijzonder bij toepassing van duromeren als materialen voor het huis ter vergemakkelijking van de montage en voor het mogel ijk maken van het vereffenen van oneffenheden van de montage-onderlaag 5 in het gebied van de grendelmiddelen een grote elasticiteit respectievel i jk meegevendheid/flexibiliteit wordt bereikt.
Volgens de uitvinding wordt dit door een met het huis te verbinden en in het huis in te zetten inzetdeel, dat de grendelmiddelen voor het vergrendelen met het voetstuk bezit, bereikt.
10 Het inzetdeel volgens de uitvinding waarborgt, dat het huis uit een verhoudingsgewijs star, bijvoorbeeld een duromeer materiaal kan bestaan, echter de voor het samenvoegen van grendel en tegengrendel gunstige elasticiteit in het maatgevende gebied behouden blijft. Het inzetdeel kan bijvoorbeeld uit een bijzonder geschikt thermomeer materiaal, 15 zoals polyamide, polypropyleen, slagtaai (met butadieen gemodificeerd) polystyreen, HDPE of een polyetheencopolymeer, polyoxymethyleen enz., bestaan, waarbij het materiaal bij hoge slag- respectievelijk kerfslag-taaiheid en sterkte een elasticiteitsmodulus zal bezitten, die lager dan bijvoorbeeld 320 kN/cm2 ligt. Door de uitvoering volgens de uitvinding is 20 bij de montage van het apparaat ook binnen bepaalde grenzen een hoogtevereffening uit te voeren, waardoor oneffenheden van de montage-onderlaag kunnen worden vereffend.
Verdere gunstige uitvoeringen van de uitvinding zijn in de onderconclusies en in de hierna volgende beschrijving opgenomen. 25 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren waarin een mogelijke uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de uitvinding is weergegeven.
Figuur 1 toont een perspectivische explosieweergave van een installatieapparaat voor montage op pleisterwerk volgens de 30 uitvinding.
Figuur 2 toont een perspectivische doorsnedeweergave van het apparaat volgens figuur 1 echter in een ten opzichte van figuur 1 vergrote weergave waarbij het huis met het inzetdeel vergrendeld is.
In de beide figuren van de tekening zijn dezelfde delen 35 steeds met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid, zodat deze delen dan ook in het algemeen slechts eenmaal worden beschreven.
1005772 3
De beide figuren tonen een elektrisch installatieappa-raat voor montage op pleisterwerk of dergelijke volgens de uitvinding met een voetstuk 1 voor het onderbrengen en/of legeren van contacten, vrijmaakhefbomen, schakelwippen of dergelijke en met een over het 5 voetstuk 1 grijpende en met deze via grendel verbindingen te verbinden huis 2, bovendien met een inzetdeel 3, dat enerzijds met het huis 2 verbonden en anderzijds met het voetstuk 1 vergrendeld kan worden.
Daar het huis 2 in de montagestand over het voetstuk 1 grijpt, dat wil zeggen over het voetstuk 1 is aangebracht, zijn daardoor 10 de hierna toegepaste begrippen "boven" en "onder" evenals "loodrecht", "zijdelings" enz. vastgelegd. Het zal daarbij duidelijk zijn, dat het elektrische installatieapparaat voor montage op pleisterwerk in de meeste gevallen in een ten opzichte van de figuren over 90° gedraaide stand, bijvoorbeeld op een wand gemonteerd wordt.
15 In de tekening zijn slechts de voor de uitvinding van betekenis zijnde delen weergegeven respectievel ijk met verwijzingscijfers aangeduid. Zo ontbreken bijvoorbeeld in de weergave van de tekening delen, die door het voetstuk 1 kunnen worden opgenomen, zoals schakelwippen, contacten enz. Al deze delen kunnen een bekende uitvoering bezitten. Al 20 naar gelang welke van deze delen in het installatieapparaat volgens de uitvinding worden ingezet kan deze op verschillende manieren als schakelaar, taster of dergelijke zijn uitgevoerd.
Het huis 2 heeft een kapvormige vorm en in bovenaanzicht gezien een ongeveer vierkante doorsnede. Daarbij zijn de hoeken van de 25 met 4 aangeduide zijwanden via gekromde gedeelten met elkaar verbonden. Het huis 2 bezit aan tegenover elkaar liggende binnen liggende zijwanden 4 een uitstekende flens 5. Door deze flens is de inwendige ruimte van het huis 2 in twee onderbrengruimtes 6, 7 onderverdeeld en wel in een kleinere bovenste onderbrengruimte 6 en een grotere onderste onderbrengruimte 7. 30 De onderste onderbrengruimte 6 is voor de opname van het voetstuk 1 bestemd, terwijl in de bovenste onderbrengruimte 7 bijvoorbeeld een bedieningselement, zoals een schakelwip kan zijn gelegerd. De uitstekende flens 5 kan zodanig zijn uitgevoerd, dat hij geheel rondom de binnen liggende zijwanden 4 van het huis 2 verloopt.
35 Het inzetdeel 3 is bij voorkeur een uit een rondlopende rug gevormd raam, wiens buitencontour in hoofdzaak overeenkomt met de door Λ - < ..
' ' r— 4 de zijwanden 4 gevormde binnencontour in het bovenste gedeelte van het huis 2.
Het inzetdeel 3 is enerzijds met het huis 2 te verbinden, in het bijzonder via grendelmiddelen 8 met de flens 5 van het 5 huis 2 te vergrendelen, en bezit anderzijds grendelmiddelen 9 voor de vergrendeling met het voetstuk 1. In het gebied van de grendelmiddelen 9 voor het vergrendelen van het inzetdeel 3 met het voetstuk 1 zijn aan de zijde van het huis uitsparingen 10 aangebracht. Bovendien bestaat een gering speling tussen de inwendige contour van het huis 2 en de uitwendige 10 contour van het inzetdeel 3, zodat laatstgenoemde gemakkelijk in het huis 2 kan worden geplaatst.
In het bijzonder in de hoekgebieden van het inzetdeel 3 bezitten zijn ruggedeelten een ten opzichte van de ruggedeelten met de aan de zijde van het huis gelegen uitsparingen 10 versterkte doorsnede 15 en daarmede een voldoende stabiliteit van het het inzetdeel 3 vormende raam.
Zoals reeds vermeld kan het inzetdeel 3 bij voorkeur bestaan uit een materiaal met een elasticiteitsmodulus, die lager dan bijvoorbeeld 320 kN/cm2 ligt, bij voorkeur in het gebied van ongeveer 150 20 tot 250 kN/cm2. Deze waarden van de elasticiteitsmodulus worden in een bijzonder door thermomere materialen bereikt, terwijl het huis 2 bij voorkeur uit een duromeer als een in de elektro-industrie gebruikelijk isolerend materiaal kan bestaan. Zowel huis 2 als ook inzetdeel 3 laten zich met verhoudingsgewijs geringe vervaardigingstechnische kosten als 25 vorm-respectievel ijk spuitgietdeel vervaardigen, daar geen gecompl iceerde vormen moeten worden toegepast.
De grendelmiddelen 9 van het inzetdeel 3 voor de vergrendeling met het voetstuk 1 zijn grendeluitsteeksels, terwijl overeenkomstige grendelmiddelen 11 van het voetstuk 1 grendeluitsparingen 30 zijn waarin de grendel uitsteeksels van het inzetdeel 3 ingrijpen indien het inzetdeel 3 met het voetstuk 1 is verbonden.
In het bijzonder bezit het inzetdeel 3 als grendelmiddelen 9 voor de vergrendeling met het voetstuk 1 op tegenover elkaar liggende zijden telkens twee aan weerszijden van het midden liggende grendeluit-35 steeksels, tussen welke een langer en hoger dan de grendel uitsteeksels bemeten uitstekend aanzetstuk 12 is aangebracht. Dit is niet slechts een 10057 7 2 5 vervaardigingstechnisch gunstige uitvoering maar waarborgt ook een grote stabiliteit van de grendel verbinding tussen inzetdeel 3 en voetstuk 1. Een breukgevaar is nagenoeg uitgesloten.
Het voetstuk 1 bezit een uitsparing 13 tegen de 5 zijwanden 14 waarvan het aanzetstuk 12 van het inzetdeel 3 aanligt indien het inzetdeel 3 met het voetstuk 1 is verbonden. Door deze vormsluiting verkrijgt het inzetdeel 3 in zijn verbinding met het voetstuk 1 een aanvullende tegen zijdelingse verschuiving borgende vasthouding.
Bovendien bezit het aanzetstuk 12 aan de bovenzijde 10 een groef 15, die, zoals nog zal worden weergegeven, een montagetechnische betekenis bezit.
De grendel uitsparingen van het voetstuk 1 bevinden zich aan het einde van een naar onderen naar een zijwand 4 van het huis 2 toelopende schuinte 16. Deze schuinte 16 wordt gevormd door de kopvlakken 15 van de zijwanden 14 van de uitsparing 13 welke het aanzetstuk 12 van het inzetdeel 3 opneemt indien deze met het voetstuk 1 is verbonden.
De grendelmiddelen 8 van het inzetdeel 3 voor de vergrendeling met het huis 2 zijn grendelhaken, terwijl corresponderende grendelmiddelen 17 van het huis 2 gedeelten van de uitstekende flens 5 20 zijn, waarachter de grendelhaken van het inzetdeel 3 grijpen indien het inzetdeel 3 met het huis 2 is verbonden.
De uitstekende flens 5 van het huis 2 bezit aan tegenover elkaar liggende zijden telkens twee aan weerszijden van het midden liggende, bij voorkeur symmetrisch aangebrachte doorbrekingen 18 25 voor de doorgrijping van de grendelhaken van het inzetdeel 3.
Figuur 1 teont voetstuk 1, huis 2 en inzetdeel 3 van een installatieapparaat voor montage op pleisterwerk volgens de uitvinding in weergave op afstand van elkaar, terwijl in de doorsnedeweergave volgens figuur 2 het inzetdeel 3 met het huis 2 van het installatieapparaat volgens 30 de uitvinding verbonden, dat wil zeggen voorgemonteerd is. Een dergelijke verbinding is de de voorkeur gegeven aflevervorm.
De doorsnede in figuur 2 verloopt evenwijdig aan twee tegenover elkaar liggende zijwanden 4 van het installatieapparaat volgens de uitvinding door de aan de telkens andere tegenover elkaar liggende 35 zijwanden 4 in een vlak door de grendelmiddelen 8 van het inzetdeel 3 ter vergrendeling met het huis 2.
:0057 72 6
Voor de voormontage wordt het inzetdeel 3 eerst verbonden met het huis 2, in het bijzonder vergrendeld. Daartoe wordt het inzetdeel 3 eerst van onderen af in het huis 2 ingelegd. Als positioneer-hulp en voor de veilige fixering in de montagestand kunnen, zoals figuur 1 5 toont, het inzetdeel 3 aan de zijde van het huis en het huis 2 aan de binnen liggende zijwanden 4 in hun stand op elkaar afgestemde positioneer-aanzetstukken 19, 20 bezitten.
Na de vergrendeling ligt het inzetdeel 3, zoals figuur 2 veraanschouwelijkt, in de onderste onderbrengruimte 7 van het huis 2 aan 10 de onderzijde tegen de uitstekende flens 5 aan. De grendel haken van het inzetdeel 3 grijpen door de om de tegenover elkaar liggende zijden van de flens 5 aangebrachte doorbrekingen 18 en zijn met de flens 5 vergrendeld.
De uitstekende flens 5 kan, zoals figuur 1 toont, in 15 de gebieden waarin zich de grendel middel en 9 van het inzetdeel 3 voor de vergrendeling met het voetstuk 1 en het aanzetstuk 12 bevinden, onderbrekingen 21 bezitten, zodat het aanzetstuk 12, indien het inzetdeel 3 met het voetstuk 1 is verbonden, in de bovenste onderbrengruimte 6 insteekt en daar gemakkelijk toegankelijk is.
20 Om in de montagestand de speling tussen de buitencontour van het inzetdeel 3 en de door de zijwanden 4 gevormde inwendige contour in het bovenste gedeelte van het huis 2 minimaal te maken kan, zoals de doorsnedeweergave in het bovenste deel van de figuur 2 toont, het bovenste deel van het huis 2 zodanig in doorsnede verdikt uitgevoerd zijn, dat onder 25 de flens 5 aan de binnenzijde van de zijwanden 4 een in de onderste onderbrengruimte 7 stekende borst 22 ontstaat, welke in zijn hoogte ongeveer overeenkomt met de dikte van het inzetdeel 3.
De montage van het installatieapparaat volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en verloopt op de volgende wijze: nadat het 30 voetstuk 1 op een montage-onderlaag bevestigd is wordt het met het inzetdeel 3 verbonden huis 2 loodrecht van boven op het voetstuk 1 geplaatst en aangedrukt.
Daar de grendeluitsparingen van het voetstuk 1 zich telkens aan het einde van de naar onderen naar een zijwand 4 van het huis 2 35 toelopende schuinte 16 bevinden, welke door het kopvlak van de zijwanden 14 van de uitsparing 13 wordt gevormd, welke het aanzetstuk 12 van het I- I i
Ij V s' 7 inzetdeel 3 opneemt, kan het huis 2 bij het opzetten eenvoudig gecentreerd worden.
Bij het aandrukken glijdt het inzetdeel 3 over de schuinte 16 en wordt zijdelings elastisch verend uit elkaar gedrukt. Door 5 de in het gebied van de grendel middel en 9 van het inzetdeel 3 aanwezige aan de zijde van het huis gelegen uitsparingen 10 staat een voldoende ruimte ter beschikking waarin deze elastische vervorming kan plaatsvinden. Voor het nauwkeuriger aandrukken kan ook een werktuig, zoals een schroevendraaier worden toegepast, welke in het bijzonder in de groef 15 10 van het aanzetstuk 12 kan aangrijpen. Daarbij kan, daar het inzetdeel 3 ook in loodrechte richting verend is uitgevoerd, op gunstige wijze ook een diepte-instel1ing plaatsvinden indien de montage-onderlaag oneffen is.
Op de uitstekende flens van het huis 2 kunnen daarbij 15 voor het aanduiding gevende ondersteunen van de montagehandeling aan de bovenzijde montage- respectievel i jk ook demontagesymbolen zijn opgebracht.
Tenslotte grijpen de grendeluitsteeksels van het inzetdeel 3 in de grendeluitsparingen van het voetstuk 1 in. De zijdelings vervormde ruggedeelten veren daarbij elastisch terug. Indien de montage-20 onderlaag oneffen zou zijn wordt het huis 2 in dat geval onder een zekere spanning op het voetstuk 1 gedrukt. Daar de keuze van materiaal van het inzetdeel 3 binnen ruime grenzen kan variëren kan op gunstige wijze een materiaal worden ingezet, dat, zoals hierboven beschreven, flexibel is, echter ook de noodzakelijke buigsterkte respectievelijk een voldoende 25 slagtaaiheid bezit, hetgeen onder het rekening houden met de belasting van de grendel verbinding bij het insnappen van betekenis is.
Voor de demontage wordt het inzetdeel 3 met een werktuig, dat weer in de groef 15 van het aanzetstuk 12 kan aangrijpen, zijdelings elastisch verend uit elkaar gedrukt, indien noodzakelijk onder 30 het uitoefenen van een lichte loodrecht naar boven gerichte trek op het huis 2. Daardoor glijden de grendeluitsteeksels van het inzetdeel 3 uit de grendeluitsparingen van het voetstuk 1. De uit elkaar gedrukte ruggedeelten van het inzetdeel 3 veren daarop terug, huis 2 met inzetdeel 3 worden daardoor over de op het voetstuk 1 aanwezige schuinte 16 naar boven 35 geschoven en kunnen van het voetstuk 1 worden afgetild.
1005772 8
De uitvinding is niet op het beschreven uitvoeringsvoor-beeld beperkt, maar omvat ook alle in de zin van de uitvinding op gelijke wijze werkende uitvoeringen. Zo kan het inzetdeel 3 ook op een andere wijze dan door een grendel verbinding met het huis 2 zijn verbonden, bijvoorbeeld 5 door een niet losmaakbare verbinding. Het huis 2 kan ook rond, ovaal of rechthoekig zijn uitgevoerd, zodat door een huis 2 gelijktijdig meerdere elektrische installatieapparaten voor montage op pleisterwerk kunnen worden afgedekt. Op soortgelijke wijze kan worden afgezien van de uitstekende flens 5 op de zijwanden 4 van het huis door welke de inwendige ruimte van 10 het huis 2 in twee onderbrengruimtes 6, 7 is onderverdeeld. De grendelmid-delen 17 voor het vergrendelen van het huis 2 met het inzetdeel 3 kunnen dan bijvoorbeeld bij overeenkomstige wanddikte ook als verdiepingen in de zijwand 4 van het huis 2 en de overeenkomstige grendelmiddelen 8 van het inzetdeel 3 als uitsteeksels zijn uitgevoerd. Algemeen kunnen aantal 15 en vorm van de verschillende grendelmiddelen 8, 9, 11, 17 van het beschreven voorbeeld afwijken.
Verder kan de vakman het installatieapparaat volgens de uitvinding door aanvullende doelmatige technische maatregelen aanvullen, zonder dat men buiten de geest en beschermingsomvang van de uitvinding 20 gaat. Het inzetdeel 3 kan aan de zijde van het voetstuk aanvullend van boringen 23 voorziene schroef-aanzetstukken 24 bezitten, zodat bij behoefte ook een vastschroeven met het voetstuk 1 kan worden uitgevoerd (fig. 1, 2). De uitstekende flens 5 kan in de gebieden waarin de schroef-aanzetstukken 24 zich bevinden indien het inzetdeel 3 met het voetstuk 1 25 verbonden is, onderbrekingen 25 bezitten, zodat de schroef-aanzetstukken 24 in de bovenste onderbrengruimte 6 goed toegankelijk zijn.
In het gebied van de schroef-aanzetstukken 24 kunnen in het inzetdeel 3 op doelmatige wijze voor het verminderen van de stijfheid aan de zijde van het huis op soortgelijke wijze als in het gebied 30 van de grendelmiddelen 9 voor het vergrendelen van het inzetdeel 3 met het voetstuk 1 eveneens uitsparingen 26 zijn aangebracht.
1005772

Claims (20)

1. Elektrisch installatieapparaat voor montage op pleisterwerk of dergelijke, zoals schakelaar, taster of dergelijke met 5 een voetstuk (1) voor het onderbrengen en/of legeren van contacten, losmaakhefbomen, schakelwippen of dergelijke en met een over het voetstuk (1) grijpend en op deze via grendel middel en (9, 11) vergrendel baar huis (2) , gekenmerkt door een met het huis (2) te verbinden en in het huis (2) inzetbaar inzetdeel (3), dat voorzien is van de grendelmiddelen (9) voor 10 het vergrendelen met het voetstuk (1).
2. Installatieapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) grendelmiddelen (8) voor de vergrendeling met het huis (2) bezit.
3. Installatieapparaat volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat het huis (2) aan tegenover elkaar liggende binnen liggende zijwanden (4) een uitstekende flens (5) bezit door welke de inwendige ruimte van het huis (2) is onderverdeeld in twee onderbrengruimtes (6, 7. en wel in een kleinere bovenste onderbrengruimte (6) en een grotere onderste onderbrengruimte (7).
4. Instal 1atieapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) een uit een rondlopende rug gevormd raam is, wiens uitwendige contour met speling in hoofdzaak met de door de zijwanden (4) gevormde inwendige contour in het bovenste gedeelte van het huis (2) overeenkomt, waarbij in het gebied van de 25 grendelmiddelen (9) voor het vergrendelen van het inzetdeel (3) met het voetstuk (1) aan de zijde van het huis uitsparingen (10) zijn aangebracht.
5. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen (9) van het inzetdeel (3) voor de vergrendeling met het voetstuk (1) grendel uitsteeksels en de 30 grendelmiddelen (11) van het voetstuk (1) grendeluitsparingen zijn, waarin de grendeluitsteeksels van het inzetdeel (3) ingrijpen indien het inzetdeel (3) met het voetstuk (1) verbonden is.
6. Installatieapparaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de grendeluitsparingen van het voetstuk (1) zich op het einde 35 van een naar onderen op een zijwand (4) van het huis (2) toelopende schuinte (16) bevinden. 10057 7 2
7. Installatieapparaat volgens een of meer van de conclusies 3 tot 6, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen (8) van het inzetdeel (3) voor de vergrendeling met het huis (2) grendelhaken en de grendelmiddelen (17) van het huis (2) gedeelten van de uitstekende flens 5 (5) zijn, waarachter de grendelhaken van het inzetdeel (3) grijpen indien het inzetdeel (3) met het huis (2) verbonden is.
8. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) als grendelmiddelen (9) voor de vergrendeling met het voetstuk (1) op tegenover elkaar liggende zijden 10 telkens twee aan weerszijden van het midden liggende grendel uitsteeksels bezit tussen welke een langer en hoger dan de grendel ui tsteeksel s bemeten uitstekend aanzetstuk (12) is aangebracht.
9. Installatieapparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het aanzetstuk (12) aan de bovenzijde een groef (15) bezit.
10. Installatieapparaat volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het voetstuk (1) een uitsparing (13) bezit tegen wiens zijwanden (14) het aanzetstuk (12) aanligt indien het inzetdeel (3) met het voetstuk (1) is verbonden.
11. Installatieapparaat volgens conclusie 10, met het 20 kenmerk, dat het inzetdeel (3), indien het inzetdeel (3) met het huis (2) verbonden is, in de onderste onderbrengruimte (7) tegen de uitstekende flens (5) van het huis (2) aanligt.
12. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 3 tot 11, met het kenmerk, dat de uitstekende flens (5) van het huis (2) 25 op tegenover elkaar liggende zijden telkens ten minste twee aan weerszijden van het midden liggende doorbrekingen (18) voor het doorgrijpen van ten minste twee grendelmiddelen (8) van het inzetdeel (3) bezit.
13. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 3 tot 12, met het kenmerk, dat op de uitstekende flens (5) van het huis (2) 30 aan de bovenzijde montagesymbolen zijn opgebracht.
14. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) aan de zijde van het huis en het huis (2) aan de binnen liggende zijwanden (4) in hun stand op elkaar afgestemde positioneeraanzetstukken (19, 20) bezitten. 1 „· ---f V- t i ' ' · /
15. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 3 tot 14, met het kenmerk, dat de uitstekende flens (5) volledig langs de binnen liggende zijwanden (4) van het huis (2) omloopt.
16. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 1 5 tot 15, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) aan de zijde van het voetstuk is voorzien van met boringen (23) uitgeruste schroef-aanzetstukken (24).
17. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 3 tot 16, met het kenmerk, dat de uitstekende flens (5) in de gebieden waarin 10 zich de grendelmiddelen (9) van het inzetdeel (3) voor de vergrendeling met het voetstuk (1) en het aanzetstuk (12) en/of de schroef-aanzetstukken (24) bevinden indien het inzetdeel (3) met het voetstuk (1) is verbonden, is voorzien van onderbrekingen (21, 25).
18. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 1 15 tot 17, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) in het gebied van de schroef-aanzetstukken (24) aan de zijde van het huis uitsparingen (26) bezit.
19. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 18, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) bestaat uit een materiaal 20 met een elasticiteitsmodulus, die lager dan ongeveer 320 kN/cm2 ligt, bij voorkeur in het gebied van ongeveer 150 tot 250 kN/cm2.
20. Installatieapparaat volgens een van de conclusies 1 tot 19, met het kenmerk, dat het inzetdeel (3) uit een thermomeer materiaal en/of het huis (2) uit een duromeer materiaal bestaat. 1005772
NL1005772A 1997-02-04 1997-04-09 Elektrisch installatieapparaat. NL1005772C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19704022 1997-02-04
DE1997104022 DE19704022C2 (de) 1997-02-04 1997-02-04 Elektrisches Aufputzinstallationsgehäuse

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1005772A1 NL1005772A1 (nl) 1998-08-06
NL1005772C2 true NL1005772C2 (nl) 1999-01-27

Family

ID=7819183

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005772A NL1005772C2 (nl) 1997-02-04 1997-04-09 Elektrisch installatieapparaat.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE19704022C2 (nl)
NL (1) NL1005772C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20010570U1 (de) * 2000-06-14 2001-10-25 Giersiepen Gira Gmbh Aufputzdose
DE102007029246B4 (de) * 2007-06-25 2016-02-04 Abb Ag Installationsgerät mit einem auf einer Montageplatte befestigten Gerätesockel

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7608855U1 (de) * 1976-03-23 1976-07-15 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Elektrischer Installationsschalter oder -Taster
DE7836554U1 (de) * 1978-12-09 1979-08-16 Gebrueder Merten Gmbh & Co Kg, 5270 Gummersbach Elektrisches Installationsgerät
DE2943112A1 (de) * 1979-10-25 1981-05-07 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Befestigungssockel zur befestigung eines elektrischen schaltgeraetes oder dergleichen auf einer montageflaeche
DE4238556C1 (de) * 1992-11-14 1994-04-21 Giersiepen Gira Gmbh Elektrisches Aufputzinstallationsgerät
WO1996024183A1 (en) * 1995-02-02 1996-08-08 The Wiremold Company Molded plastic electric outlet box with snap-on base and push-in electric device

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0722208B1 (de) * 1995-01-10 2001-10-10 GIRA GIERSIEPEN GmbH. & CO. KG Anordnung zur Einbauhalterung von Elektro-Installationsgeräten

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7608855U1 (de) * 1976-03-23 1976-07-15 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Elektrischer Installationsschalter oder -Taster
DE7836554U1 (de) * 1978-12-09 1979-08-16 Gebrueder Merten Gmbh & Co Kg, 5270 Gummersbach Elektrisches Installationsgerät
DE2943112A1 (de) * 1979-10-25 1981-05-07 Brown, Boveri & Cie Ag, 6800 Mannheim Befestigungssockel zur befestigung eines elektrischen schaltgeraetes oder dergleichen auf einer montageflaeche
DE4238556C1 (de) * 1992-11-14 1994-04-21 Giersiepen Gira Gmbh Elektrisches Aufputzinstallationsgerät
WO1996024183A1 (en) * 1995-02-02 1996-08-08 The Wiremold Company Molded plastic electric outlet box with snap-on base and push-in electric device

Also Published As

Publication number Publication date
NL1005772A1 (nl) 1998-08-06
DE19704022A1 (de) 1998-10-01
DE19704022C2 (de) 1999-06-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7947903B2 (en) Snap-on wall plate assembly
US8567650B2 (en) Truck box assembly
US5806811A (en) Wire manager for use with stand-off legs
JPH09132956A (ja) 段縁輪郭アセンブリ
AU2015401871B2 (en) Wire housing protector
CA2174393C (en) Snap-together wall plates for ganged electrical device installations
NL1005772C2 (nl) Elektrisch installatieapparaat.
US6733206B2 (en) Ground cover mat
US20080240851A1 (en) Device for Fastening an Attachment to a Support Part
US6172299B1 (en) Box-shaped electric part-mounting construction
US6951360B2 (en) Foot rest mountable on a motor vehicle floor
JP3906648B2 (ja) 電気接続箱
JPH0622603Y2 (ja) スライドレールのレッグカバー取付構造
NL192591C (nl) Verbindingselement.
JPH0965517A (ja) 分電盤
NL192901C (nl) Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties.
JP3246288B2 (ja) ライセンスプレートの取付け構造
JP3399102B2 (ja) 筆記具用クリップ
JP3027170U (ja) レールエンド押さえ
JPS6349055Y2 (nl)
JPH0314946Y2 (nl)
JP4334079B2 (ja) ガタツキ防止蓋
JPS6023369Y2 (ja) 収納部付き壁材
JP2964436B2 (ja) 電気接続箱の取付け構造
JPS6349054Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19981124

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20031101