NL192901C - Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties. - Google Patents

Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties. Download PDF

Info

Publication number
NL192901C
NL192901C NL9301332A NL9301332A NL192901C NL 192901 C NL192901 C NL 192901C NL 9301332 A NL9301332 A NL 9301332A NL 9301332 A NL9301332 A NL 9301332A NL 192901 C NL192901 C NL 192901C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
snap
housing
base
pedestal
electrical installations
Prior art date
Application number
NL9301332A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9301332A (nl
NL192901B (nl
Inventor
Karl-Heinz Broig
Original Assignee
Giersiepen Gira Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Giersiepen Gira Gmbh filed Critical Giersiepen Gira Gmbh
Publication of NL9301332A publication Critical patent/NL9301332A/nl
Publication of NL192901B publication Critical patent/NL192901B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192901C publication Critical patent/NL192901C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H9/00Details of switching devices, not covered by groups H01H1/00 - H01H7/00
    • H01H9/02Bases, casings, or covers
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/10Distribution boxes; Connection or junction boxes for surface mounting on a wall

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Switch Cases, Indication, And Locking (AREA)
  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)

Description

1 192901
Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties
De uitvinding heeft betrekking op een verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties, zoals schakelaars, tasters en dergelijke, bestaande uit een voetstuk voor het onderbrengen en/of ondersteunen van contacten, 5 losmaakhefbomen, schakeltuimelaars en dergelijke, en een over het voetstuk grijpend en daar via snapmiddelen aan bevestigbaar huis.
Een dergelijke verfraaiingsinrichting is bekend uit de Franse octrooiaanvrage 2.232.256. Deze bekende inrichting bezit een voetstuk en een door snappen aan te brengen huis, waarbij snapelementen op het voetstuk aangebracht zijn en uitsluitend in een richting parallel aan het montagevlak van het voetstuk 10 veerelastisch gelegerd zijn. In het huis zijn slechts overeenkomstige openingen voor de snapelementen aangebracht.
Een nadeel van deze bekende inrichting is dat een hoogtecompensatie in verticale richting voor het huis niet aanwezig is.
Het is een doel van de uitvinding een verbeterde verfraaiingsinrichting te verschaffen.
15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een verfraaiingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de snapmiddelen enerzijds uit een vanaf tegenover elkaar liggende, naar binnen gekeerde zijwanden van het huis uitstekende flens, die telkens een sleuf omvat, die aan de voorzijde door een verende eigenschappen bezittende begrenzingsribbe afgesloten is, die op zijn beurt snapuitsteeksels omvat, en anderzijds uit snapinkepingen in het bovendeel van het voetstuk bestaan, waarbij de snapuitsteeksels bij 20 ingezet bovendeel van het voetstuk ingrijpen in de snapinkepingen.
Doordat de snapmiddelen bij tegenover elkaar liggende zijwanden een flens omvatten met een begrenzingsribbe die op afstand van de zijwand van het huis is aangebracht en die verende eigenschappen bezit, zijn deze ribben niet alleen verend parallel aan het montagevlak van het voetstuk, zodat het huis door snappen losmaakbaar aan het voetstuk te bevestigen is, maar tevens verend in een richting loodrecht op 25 het montagevlak van het voetstuk. Hierdoor is het mogelijk oneffenheden van de montage-ondergrond, bijvoorbeeld een bepleisterde wand, te compenseren. Bij gebruikelijke verfraaiingsinrichtingen kan de verende begrenzingsribbe afwijkingen tot circa 2 mm in de hoogte compenseren, zodat ook ondanks het aanwezig zijn van oneffenheden een gelijkiiggende, spelingsvrije opstelling van het huis tegen de montage-ondergrond gewaarborgd is. Een extra bevestigingselement zoals een schroef is daarbij niet nodig.
30 Volgens een voordelige uitvoering omvat de begrenzingsribbe van de uitstekende flens van het huis twee aan beide zijden van zijn midden liggende snapuitsteeksels, waartussen een langer bemeten, uitstekende tong aangebracht is. De tonen zijn aan de begrenzingsribben van het huis aangebracht om bij montage een centrering van het huis ten opzichte van het bovendeel van het voetstuk te bewerkstelligen. De tongen en de ter weerszijden daarvan liggende snapuitsteeksels verschaffen na het insnappen een zekering tegen 35 zijdelingse verschuiving binnen de snapinkepingen.
Volgens een voordelige uitvoering is de binnenruimte van het huis door de uitstekende, omlopende flens in twee onderbrengingsruimten onderverdeeld, en wel in een bovenste onderbrengingsruimte en een ten opzichte daarvan wezenlijk grotere onderste onderbrengingsruimte. Onderdelen van het bovendeel van het voetstuk voor het ondersteunen van schakeltuimelaars en dergelijke, zoals houdbeugels, veren en dergelijke 40 kunnen aldus in de bovenste onderbrengingsruimte opgenomen worden, terwijl het van contacten voorziene onderste deel van het voetstuk in de onderste onderbrengingsruimte opgenomen kan worden.
In de tekening is de uitvinding in verscheidene uitvoeringsvoorbeelden weergegeven. Hierin toont: figuur 1 in bovenaanzicht het huis van een verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties volgens de 45 uitvinding, bij afwezigheid van een voetstuk, figuur 2 een doorsnede door het huis volgens figuur 1, langs lijn II—II, figuur 3 een andere doorsnede door het huis volgens figuur 1, nu langs lijn III—III, figuur 4 in vergrote weergave en in doorsnede een verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij het huis met het weergegeven bovendeel van 50 het voetstuk losmaakbaar verbonden is, en figuur 5 een bovenaanzicht op de verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties volgens figuur 4 bij afwezigheid van een tuimelaar en bij afwezigheid van een afdekking.
Vermeld dient eerst te worden, dat in de figuren van de tekening slechts die delen van een verfraaiingsin-55 richting voor elektrische installaties weergegeven zijn, welke voor het begrip van de uitvinding van betekenis zijn. Zo zijn in het bijzonder slechts delen van een voetstuk weergegeven. Verder ontbreken de door dit voetstuk opgenomen delen, zoals contacten, losmaakeiementen, tuimelaars en dergelijke. Buiten dat is het 192901 2 onderste deel van het voetstuk voor de eenvoudigheid uit de figuren weggelaten. Voor het overige dient uitdrukkelijk vermeld, dat alle in de figuren niet weergegeven delen van een verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties een bekende uitvoering kunnen hebben.
In de figuren 1 tot en met 3 is het huis van de verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties volgens 5 de uitvinding weergegeven. Dit met 10 aangeduide huis is uit één stuk uit een in de elektrotechnische industrie gebruikelijk isolerend materiaal vervaardigd. Het heeft de vormgeving van een kap, waarbij in bovenaanzicht gezien het huis 10 een ongeveer vierkante doorsnede bezit. Daarbij zijn de hoeken van de met 11 aangeduide zijwanden via gekromde gebieden met elkaar verbonden. De figuren 2 en 3 tonen, dat de grote binnenruimte van het huis 10 in twee plaatsingsruimten onderverdeeld is, en wel in een bovenste 10 plaatsingsruimte 12 en in een daaronder liggende onderste plaatsingsruimte 13, waarbij de laatste duidelijk groter gehouden is dan de bovenliggende. De beide plaatsingsruimten 12 en 13 worden gescheiden door een uitstekende flens 14. Deze flens laat een doorlaat 15 vrij, zoals dat in de figuren 2 en 3 zichtbaar is.
De uitstekende flens 14 heeft in figuur 1 aan de boven- en de onderzijde een gelijke breedte. De beide andere gebieden van de omlopende zijflens zijn daarentegen, zoals figuur 1 al laat zien, volgens de 15 uitvinding anders uitgevoerd. Daaruit blijkt, dat in deze beide diametraal tegenover elkaar liggende delen van de omlopende flens 14 telkens een sleuf 16 voorhanden is, die naar voren toe door een begrenzings-ribbe 17 afgesloten is. De sleuf 16 heeft in bovenaanzicht gezien een ongeveer rechthoekige vorm. De ribbe 17 is in verhouding smal, zodat hij verende eigenschappen bezit.
De begrenzingsribbe 17 van de uitstekende flens 14 van het huis 10 omvat twee, ter weerszijden van zijn 20 midden liggende snapuitsteeksels 19, waartussen een lang bemeten uitstekende tong aangebracht is. Op vervaardigingstechnische gronden zijn daarbij de beide snapuitsteeksels 19 gelijk uitgevoerd.
In figuur 4 is weergegeven, hoe de snapuitsteeksels 19 en de tong 18 met een snapinkeping van een bovendeel 20 van het voetstuk samenwerken. Daaruit blijkt, dat de beide snapuitsteeksels 19 in een snapinkeping 33 van het bovendeel 20 van het voetstuk grijpen. Deze verbinding tussen het bovendeel 20 25 van het voetstuk en het huis 10 kan door een eenvoudig vergrendelen gebeuren. Daarbij is het van voordeel, dat desgewenst deze verbinding weer losgemaakt kan worden.
Zoals al opgemerkt, ontbreken voor de eenvoud halverwege in de figuren de bij het voetstuk behorende contacten en dergelijke. Daarenboven is het onderste deel van het voetstuk niet weergegeven. AI deze ontbrekende delen kunnen een bekende uitvoering hebben.
30 In het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 4 en 5 is een in het algemeen met 20 aangeduid bovendeel van het voetstuk weergegeven. Dit bovendeel 20 van het voetstuk heeft een in hoofdzaak vlak middengebied 21. Dit is in bovenaanzicht gezien rechthoekig gehouden. In het midden van het vlakke grondvlak 21 bevindt zich een in doorsnede gezien cirkelvormige doorgang 22. Rechts en links naast deze cirkelvormige doorgang 22 is telkens een verdere doorgang (een ovale doorgang) aangebracht, die met 23 35 aangeduid is. Door deze beide ovale doorgangen 23 kunnen kegelvormige onderdelen van een schakel-tuimelaar heengrijpen. Dit geschiedt op een bekende en daarom niet weergegeven manier. De afmetingen van de ovale doorgang 23 zijn daarom zo gehouden, dat een foutloos doorgeleiden van onderdelen van de bekende tuimelschakelaar plaats kan vinden. De metalen hulzen van de schakeltuimelaar kunnen tot in het onderste deel van het voetstuk grijpen en met de daar aangebrachte contacten op bekende wijze in 40 werkzame verbinding treden.
Zoals uit figuur 5 te zien is, liggen aan de smalle zijden van de ovale doorgang 23 nog verdere doorgangen 24, die echter in dwarsdoorsnede cirkelvormig uitgevoerd zijn en wezenlijk kleinere doorsneden hebben als de middelste doorgang 22. De doorgangen 24 zijn in de hoeken van een denkbeeldig vierkant aangebracht. Deze doorgangen kunnen op bekende wijze met veren, zoals terugstelveren, samenwerken.
45 In de richting van de kortere, met 27 aangeduide begrenzingskanten van het middengebied 21, zijn in het vlakke middengebied 21 van het bovendeel 20 van het voetstuk in totaal vier, in bovenaanzicht gezien rechthoekige doorgangen aanwezig. In het gebied van deze rechthoekige doorgangen is telkens een in het algemeen met 26 aangeduide losmaakhefboom aangebracht. Deze losmaakhefboom 26 ligt in het gebied van een losmaakhefboomdoorgang 25 van het bovendeel 20 van het voetstuk. Het naar achteren gerichte 50 eind van de losmaakhefboom 26 is aan delen van het middengebied 21 van het bovendeel 20 van het voetstuk gespoten. Op deze wijze is een bandschamier gevormd, doordat het bovenste deel van de losmaakhefboom 26 verzwenkt kan worden. Door het begrensd verzwenken van de losmaakhefboom kan op bekende wijze een opheffen van de veerkracht van de blokkeerinrichting van schroefloze aansluit-klemmen volgen.
55 Aan de langere begrenzingskant 27 van het middengebied 21 van het bovendeel 20 van het voetstuk zijn verscheidene omhoog stekende wanden 29 voorzien. Zoals figuur 4 laat zien, is de omhoog stekende wand 29 naar boven toe afgerond. In dit vrije eindgebied van de omhoog stekende wand 29 bevindt zich een

Claims (3)

3 192901 lagerboring 30 met cirkelvormige doorsnede. In de lagerboringen 30 van twee op afstand van elkaar liggende omhoog stekende wanden kunnen lagereinden van een schakelarm op bekende wijze ingrijpen. Aan twee diametraal tegenover elkaar liggende begrenzingskanten 27 van het middengebied 21 van het bovendeel 20 van het voetstuk is een in het algemeen met 28 aangeduid er boven uitstekend gebied 5 voorzien. In het middengebied van dit er boven uitstekend gebied 28 bevindt zich een plaatsingsruimte met een groot volume, waarvan de zijdelingse begrenzingswanden met 32 aangeduid zijn. De zijdelingse begrenzingswanden 32 hebben - vergelijk daartoe met figuur 4 - een horizontaal verlopend kopvlak, dat overgaat in een helling 34. Aan het eind van deze helling 34 bevindt zich de snapinkeping 33, die met het snapuitsteeksel van het huis 10 samenwerkt. 10 Het zal duidelijk zijn, dat bij het weergegeven bovendeel 20 van het voetstuk een onderste deel van het voetstuk uit één stuk behoort. Hierin kunnen verscheidene, bijvoorbeeld vier, kamers ondergebracht zijn, die naar keuze met contacten, bijvoorbeeld met vijf contacten, uitgerust kunnen worden. Het bovendeel 20 van het voetstuk kan op bekende wijze met het niet weergegeven onderste deel van het voetstuk vergrendeld worden, zodat ook voor deze verbinding geen extra bevestigingselementen, zoals schroeven en dergelijke, 15 nodig zijn. Zoals reeds opgemerkt, zijn de weergegeven uitvoeringen slechts bij wijze van voorbeeld gegeven verwerkelijkingen van de uitvinding, en is deze daartoe niet beperkt. Veleer zijn nog verscheidene andere toepassingen en uitvoeringen mogelijk. In het bijzonder kunnen de snapuitsteeksels en snapinkepingen volgens de uitvinding aan huis en voetstuk een andere dan de weergegeven uitvoeringsvorm verkrijgen. 20 Ook kan de uitvinding bij andere op zich bekende verfraaiingsinrichtingen voor elektrische installaties toepassing vinden. De uitvoering volgens de uitvinding van de verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties heeft verder het voordeel, dat binnen bepaalde grenzen een hoogte-instelling doorgevoerd kan worden. Dit betekent, dat binnen deze grenzen de wederzijdse hoogte tussen voetstuk en huis veranderd kan worden. 25
1. Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties, zoals schakelaars, tasters en dergelijke, bestaande uit 30 een voetstuk voor het onderbrengen en/of ondersteunen van contacten, losmaakhefbomen, schakel- tuimelaars en dergelijke, en een over het voetstuk grijpend en daar via snapmiddelen aan bevestigbaar huis, met het kenmerk, dat de snapmiddelen enerzijds uit een vanaf tegenover elkaar liggende, naar binnen gekeerde zijwanden (11) van het huis (10) uitstekende flens (14), die telkens een sleuf (16) omvat, die aan de voorzijde door een verende eigenschappen bezittende begrenzingsribbe (17) afgesloten is, die op zijn 35 beurt snapuitsteeksels (19) omvat, en anderzijds uit snapinkepingen (33) in het bovendeel (20) van het voetstuk bestaan, waarbij de snapuitsteeksels (19) bij ingezet bovendeel (20) van het voetstuk ingrijpen in de snapinkepingen (33).
2. Verfraaiingsinrichting voor installaties volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de begrenzingsribbe (17) van de uitstekende flens (14) van het huis (10) twee aan beide zijden van zijn midden liggende snap- 40 uitsteeksels (19) omvat, waartussen een langer bemeten, uitstekende tong (18) aangebracht is.
3. Verfraaiingsinrichting voor installaties volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat door de uitstekende, omlopende flens (14) de binnenruimte van het huis in twee onderbrengingsruimten onderverdeeld is, en wel in een bovenste onderbrengingsruimte (12) en een ten opzichte daarvan wezenlijk grotere onderste onderbrengingsruimte (13). Hierbij 2 bladen tekening
NL9301332A 1992-11-14 1993-07-30 Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties. NL192901C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4238556 1992-11-14
DE19924238556 DE4238556C1 (de) 1992-11-14 1992-11-14 Elektrisches Aufputzinstallationsgerät

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9301332A NL9301332A (nl) 1994-06-01
NL192901B NL192901B (nl) 1997-12-01
NL192901C true NL192901C (nl) 1998-04-02

Family

ID=6472939

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301332A NL192901C (nl) 1992-11-14 1993-07-30 Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE4238556C1 (nl)
NL (1) NL192901C (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19704022C2 (de) * 1997-02-04 1999-06-02 Giersiepen Gira Gmbh Elektrisches Aufputzinstallationsgehäuse

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1042342B (it) * 1975-09-08 1980-01-30 Bassani Spa Dispositivo di incastro a pressione per placche di copertura di apparecchiature elettriche incas sate
DE8020040U1 (de) * 1980-07-25 1980-10-23 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Installationsgerät für Aufputzmontage
DE3037577A1 (de) * 1980-10-04 1982-05-19 Gebrüder Merten GmbH & Co KG, 5270 Gummersbach Elektrischer aufputz-helligkeitssteller
US4541538A (en) * 1984-04-16 1985-09-17 General Electric Company Wiring device covers
CH680886A5 (nl) * 1990-06-27 1992-11-30 Reichle & De Massari Fa

Also Published As

Publication number Publication date
NL9301332A (nl) 1994-06-01
NL192901B (nl) 1997-12-01
DE4238556C1 (de) 1994-04-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0630092B1 (en) Electrical mechanism support device in trays for electrical ducting
US5769006A (en) Safety box
US4689455A (en) Snap fitted push-button switch actuator assembly
US5806811A (en) Wire manager for use with stand-off legs
US5682017A (en) Metal outlet box with snap together base and cover
JP3549763B2 (ja) 配電盤キャビネットのための枠組み
NL192901C (nl) Verfraaiingsinrichting voor elektrische installaties.
CA2236701A1 (en) Overvoltage protective module
JPH01253130A (ja) 電気機器用のケーシング
US4088829A (en) Housing for electrical components
RU2321509C2 (ru) Закрывающее устройство для монтажных углублений в накладках на крыше транспортного средства
RU2251772C2 (ru) Электромонтажный кронштейн, устанавливаемый на электромонтажном лотке
US6103981A (en) Tumbler switch
KR970003325A (ko) 회로 차단기
NL1005886C2 (nl) Elektrisch installatie-apparaat in het bijzonder voor opbouwmontage.
US5318462A (en) Compact rail mountable fuse holder
JP3489502B2 (ja) 電気接続箱
NL1005772C2 (nl) Elektrisch installatieapparaat.
NL192591C (nl) Verbindingselement.
US10003181B2 (en) Modular cover plates
GB2253096A (en) Electrical trunking with busbars
JP2002324472A (ja) 回路しゃ断器の端子カバー
JP3579852B2 (ja) 机等におけるコンセントボックスの取付装置
JPS644251Y2 (nl)
GB2282278A (en) Trunking and busbars assembly

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20040201