NL1005319C2

NL1005319C2 - Inrichting voor het bewerken van een werkstuk.

Info

Publication number: NL1005319C2
Application number: NL1005319A
Authority: NL
Inventors: Johan Massee
Original assignee: Johan Massee
Priority date: 1997-02-20
Filing date: 1997-02-20
Publication date: 1998-08-24
Also published as: DE69805345D1; ATE217554T1; ES2178098T3; CA2229824A1; US5960661A; EP0860219B1; EP0860219A1; DE69805345T2

Description

Inrichting voor het bewerken van een werkstuk

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewerken van een werkstuk, voorzien van een aandrijfeenheid voor het roteren van een forceergereedschap om een rotatieas, een forceerrol voor het bewerken van het werk-5 stuk, middelen voor het verplaatsen van de forceerrol ten opzichte van de aandrijfeenheid in een x- en een y-richting en een besturingseenheid met een geheugen voor een of meer besturingsprogramma's.

Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn bijvoor-10 beeld bekend uit EP-A-0 125 720 van aanvrager. De besturingseenheid van de inrichting kan hierbij zodanig zijn ingericht, dat de verplaatsingsmiddelen worden bestuurd volgens een besturingsprogramma, zodat de forceerrol één of meer gewenste banen volgt voor het vervormen van het werk-15 stuk op het forceergereedschap. Bij de bekende inrichting moeten voor het afnemen van het vervormde werkstuk van het forceergereedschap hulpmiddelen, zoals een afstoter of dergelijke zijn aangebracht, waarbij gewoonlijk voor het uitvoeren van verdere bewerkingen op het vervormde werkstuk 20 dit werkstuk door middel van geschikte transportorganen naar een volgend bewerkingsstation moet worden verplaatst. Bij de bekende inrichting is het in het algemeen noodzakelijk het van het forceergereedschap afgenomen werkstuk zowel in verticale als in horizontale richting te verplaatsen, 25 waardoor het transport wordt bemoeilijkt en het nauwkeurig positioneren van het werkstuk eveneens moeilijk is. Bovendien is de positie van het werkstuk, zodra dit door de afstoter of dergelijke van het forceergereedschap is vrijgemaakt, niet meer nauwkeurig bepaald en is het afnemen van 30 het werkstuk hierdoor betrekkelijk lastig.

De uitvinding beoogt een verbeterde inrichting en werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren zijn ondervangen.

too 53 15 2

Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de rotatieas van de aandrijfeenheid overeenkomt met de x-richting en dat de rotatieas althans nagenoeg verticaal verloopt, waarbij de aandrijfeenheid met het 5 forceergereedschap door de verplaatsingsmiddelen in x-richting verplaatsbaar is.

Op deze wijze wordt een inrichting verkregen, waarbij door de verticale bewegingsrichting van de aandrijfeenheid met het forceergereedschap het transport van het werkstuk 10 tijdens het toe- en afvoeren tot een horizontaal transport kan worden beperkt.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm is de aandrijf-eenheid geleid in een huis, dat aan de bovenzijde open is en met de open bovenzijde aansluit op een althans nagenoeg 15 horizontaal draagvlak, waarbij aan een zijde van het draagvlak een toevoertransportorgaan voor een werkstuk aansluit, dat althans nagenoeg in een horizontaal vlak transporteert, waarbij bij voorkeur aan een zijde van het draagvlak een afvoertransportorgaan voor een bewerkt werkstuk aansluit, 20 dat althans nagenoeg in een horizontaal vlak transporteert.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze, waarbij met voordeel van de eigenschappen van de inrichting volgens de uitvinding gebruik wordt gemaakt voor het aanbrengen van het werkstuk in de inrichting. Volgens de uitvinding wordt 25 een werkstuk in een althans ongeveer horizontaal vlak aan de inrichting toegevoerd tot het werkstuk boven het forceergereedschap is gelegen, waarna het forceergereedschap omhoog wordt verplaatst voor het opnemen van het werkstuk. Voorts wordt bij voorkeur na het bewerken van het werkstuk een 30 afvoerorgaan in de inrichting gebracht onder het op het forceergereedschap vervormde werkstuk, waarbij het forceergereedschap omlaag wordt verplaatst voor het afgeven van het bewerkte werkstuk aan het afvoerorgaan, waarna het afvoerorgaan het werkstuk in een althans nagenoeg horizontale vlak 35 uit de inrichting afvoert.

10053 19 3

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een schematisch weergegeven bovenaanzicht 5 van een installatie die is samengesteld uit drie inrichtingen volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een zij-aanzicht van de installatie uit

Fig. 1.

Fig. 3 is een gedeeltelijk weergegeven doorsnede van 10 een inrichting uit Fig. 1 volgens de lijn III-III.

Fig. 4 is een bovenaanzicht van de inrichting uit Fig. 3 met het bijbehorende aanvoertransportorgaan.

Fig. 5 is een zij-aanzicht van de inrichting uit

Fig. 4.

15 Fig. 6 is een bovenaanzicht van de inrichting uit

Fig. 3 met het bijbehorende afvoertransportorgaan.

Fig. 7 is een schematisch weergegeven doorsnede van de inrichting uit Fig. 6 ter toelichting van de werking van het afvoertransportorgaan.

20 In de Fig. 1 en 2 is een installatie voor het ver vaardigen van een produkt weergegeven, die is samengesteld uit drie forceermachines, waarbij twee forceermachines 1 op dezelfde wijze zijn uitgevoerd en een tussenprodukt vervaardigen, dat vervolgens wordt toegevoerd aan een derde for-25 ceermachine 2, die een eindbewerking op het tussenprodukt uitvoert. Zoals uit het bovenaanzicht van Fig. 1 blijkt, omvat elke forceermachine 1 een aanvoertransportorgaan 3 dat een schematisch aangeduid werkstuk 4, dat in dit geval bestaat uit een metalen schijf, toevoert aan de forceer-30 machine. Voorts omvat elke forceermachine 1 een afvoertransportorgaan 5, dat het door de forceermachine bewerkte werkstuk uit de forceermachine afvoert.

In Fig. 3 is één van de forceermachines 1 gedeeltelijk in doorsnede weergegeven. De andere forceermachine 1 35 is op precies dezelfde wijze uitgevoerd. De forceermachine 1 is voorzien van een niet in detail weergegeven extern huis 6 en een binnen dit externe huis gelegen binnenhuis 7, waarin 10 0 53 19 4 een aandrijfeenheid 8 is geleid. De aandrijfeenheid 8 is voorzien van een roterend aangedreven drager 9, waarop een forceergereedschap 10 is bevestigd. De drager 9 en het forceergereedschap 10 zijn door de aandrijfeenheid 8 rote-5 rend om een rotatie-as 11 aandrijfbaar. Deze rotatie-as 11 verloopt verticaal en komt overeen met een x-richting, in welke richting de aandrijfeenheid 8 verplaatsbaar is door een hydraulische cilinder 12. De verplaatsing kan door een schematisch aangeduide besturingseenheid 13 worden bestuurd 10 en gemeten met behulp van een meetorgaan 14.

De aandrijfeenheid 8 omvat een spilhuis 15 waarin de drager 9 draaibaar is gelagerd. Dit spilhuis 15 heeft een aantal regelmatig over de omtrek verdeelde geleidingsarmen 16 die zijn geleid in geleidingsrails 17 die in het huis 7 15 zijn gemonteerd. Het huis 7 heeft een open bovenzijde die aansluit op een althans nagenoeg horizontaal draagvlak 18.

Op het draagvlak 18 is een draagbalk 19 gemonteerd die bij de beschreven uitvoeringsvorm twee sledes 20, 21 draagt, die door een schematisch aangeduide hydraulische cilinder 22 in 20 y-richting verplaatsbaar zijn en die elk een forceerrol 23 dragen. De verplaatsing van elke slede 20, 21 wordt gemeten door een meetorgaan 24 dat is verbonden met de besturingseenheid 13.

In lijn met de verticale rotatie-as 11 draagt de 25 draagbalk 19 een inspaneenheid 25 die is voorzien van een om de rotatie-as 13 draaibare inspanplaat 26, waarmee een werkstuk 4 op het forceergereedschap 10 kan worden ingespannen. Onder besturing van de besturingseenheid 13 kan door verplaatsen van de aandrijfeenheid 8 in x-richting en 30 verplaatsen van de sledes 20, 21 in de betreffende y-richting het werkstuk 4 op het forceergereedschap 10 in de gewenste vorm worden gebracht. Voor een nadere beschrijving van enkele functies van de besturingseenheid 13 wordt verwezen naar een octrooiaanvrage van gelijke datum van 35 aanvrager.

De beschreven forceermachine 1 heeft door de verticale stand van de rotatie-as 11 en de in verticale richting 10053 19 5 verplaatsbare aandrijfeenheid 8 verschillende in de praktijk belangrijke voordelen. In de eerste plaats is door de verplaatsbare aandrijfeenheid 8 een compacte constructie mogelijk, waarbij in het bijzonder de draagbalk 19 slechts 5 een beperkte hoogte heeft, zodat een bijzonder stijve constructie mogelijk is, hetgeen een nauwkeurige fabricage mogelijk maakt. Voorts kan het transport van de werkstukken bij de beschreven forceermachine 1 tot een in hoofdzaak horizontaal transport beperkt blijven, waardoor een nauwkeu-10 rig positioneren mogelijk is.

Zoals in de Fig. 4 en 5 meer in detail is weergegeven, sluit het aanvoertransportorgaan 3 aan op het horizontale draagvlak 18, waarbij het aanvoertransportorgaan 3 in het horizontale vlak transporteert. Het aanvoertransportor-15 gaan 3 omvat aan weerszijden van de rotatie-as 11 gelegen rails 27 waarin een draagtafel 28 heen en weer beweegbaar is geleid. De draagtafel 28 omvat centreerorganen 29 die een werkstuk 4 centreren ten opzichte van een opening 30. Voor het toevoeren van een werkstuk aan de forceermachine 1 wordt 20 de draagtafel 28 met de opening 30 centraal boven de rotatie-as 11 gebracht, waarna de aandrijfeenheid 8 in x-richting omhoog wordt verplaatst en het forceergereedschap 10 het werkstuk 4 van de draagtafel 28 opneemt, waarna de draagtafel weer uit de forceermachine wordt verplaatst.

25 Op dezelfde wijze sluit diametraal tegenover het aanvoertransportorgaan 3 het afvoertransportorgaan 5 aan op het draagvlak 18. Ook het aanvoertransportorgaan transporteert in een horizontaal vlak. Dit afvoertransportorgaan 5 komt in hoofdzaak overeen met het aanvoertransportorgaan 3 30 en omvat aan weerszijden van de rotatie-as 11 gelegen rails 31 die een draagtafel 32 ondersteunen. Voor het afvoeren van een bewerkt werkstuk 4 uit de forceermachine 1 wordt de draagtafel 32 in de forceermachine gebracht, waarbij het forceergereedschap 10 met het hierop gevormde werkstuk 4 35 zich boven de draagtafel 32 bevindt. De draagtafel 32 heeft een centrale opening 33, waarvan de diameter zodanig is dat het forceergereedschap 10 wel maar het werkstuk 4 niet kan 10053 19 6 passeren. Het werkstuk 4 wordt dan door omlaag verplaatsen van de aandrijfeenheid 8 overgenomen door de draagtafel 32 en door middel van centreerorganen 34 in een nauwkeurig bepaalde positie vastgehouden.

5 Zoals in het bovenaanzicht van Fig. 1 is weergegeven, werken de beide afvoertransportorganen 5 samen met een dwars op de transportrichting van deze transportorganen 5 transporterende transporteenheid 35 die de door de forceer-machines 1 geproduceerde werkstukken 4 toevoert aan een 10 aanvoertransporteur 36 van de forceermachine 2. De forceer-machine 2 voert een eindbewerking op de werkstukken uit.

Voor het afvoeren van de werkstukken uit de forceermachine 2 is een afvoertransportorgaan 37 aangebracht. Deze transportorganen 36, 37 zijn in hoofdzaak op dezelfde wijze uitge-15 voerd als de transportorganen 3, 4 en behoeven hier niet nader te worden omschreven.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat het transport van de werkstukken binnen de installatie uit Fig. 1 op relatief eenvoudige wijze kan plaatsvinden, waar-20 bij onder alle omstandigheden een nauwkeurige positionering van de werkstukken binnen de forceermachines 1, 2 is gewaarborgd. Voor het transport en de positionering van de werkstukken wordt met voordeel gebruik gemaakt van de verticale beweging van de aandrijfeenheid 8.

25 De uitvinding is niet beperkt tot het in het voor gaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

1005319

Claims

1. Inrichting voor het bewerken van een werkstuk, voorzien van een aandrijfeenheid voor het roteren van een forceergereedschap om een rotatieas, een forceerrol voor het bewerken van het werkstuk, middelen voor het verplaatsen 5 van de forceerrol ten opzichte van de aandrijfeenheid in een x- en een y-richting en een besturingseenheid met een geheugen voor een of meer besturingsprogramma's, met het kenmerk, dat de rotatieas van de aandrijfeenheid overeenkomt met de x-richting en dat de rotatieas althans nagenoeg 10 verticaal verloopt, waarbij de aandrijfeenheid met het forceergereedschap door de verplaatsingsmiddelen in x-richting verplaatsbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de aandrijfeenheid is geleid in een huis, dat aan de bovenzijde 15 open is en met de open bovenzijde aansluit op een althans nagenoeg horizontaal draagvlak, waarbij aan een zijde van het draagvlak een toevoertransportorgaan voor een werkstuk aansluit, dat althans nagenoeg in een horizontaal vlak transporteert.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij aan een zijde van het draagvlak een afvoertransportorgaan voor een bewerkt werkstuk aansluit, dat althans nagenoeg in een horizontaal vlak transporteert.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij het 25 aanvoertransportorgaan een verplaatsbare draagtafel voor het werkstuk omvat, welke draagtafel een centrale doorlaat-opening bezit voor het forceergereedschap.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de afvoertransporteur een tweede draagtafel voor het bewerkte 30 werkstuk omvat, welke tweede draagtafel een centrale opening bezit voor het forceergereedschap.

6. Inrichting volgens conclusie 2, 3, 4 of 5, waarbij op het draagvlak een draagbalk is bevestigd, die de open bovenzijde van het huis overbrugt en die ten minste één 10053 19 in y-richting verplaatsbare slede voor de forceerrol ondersteunt .

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de draagbalk een inspaneenheid met een om de rotatieas draaiba- 5 re inspanplaat ondersteunt, welke inspaneenheid volgens deze rotatieas verplaatsbaar is.

8. Inrichting volgens één der conclusies 2-7, waarbij de aandrijfeenheid een spilhuis omvat met een aantal regelmatig over de omtrek verdeelde geleidingsarmen, die elk 10 samenwerken met een bijbehorende geleidingsrail die losneembaar is gemonteerd in het huis.

9. Werkwijze voor het bewerken van een werkstuk met behulp van een inrichting, voorzien van een aandrijfeenheid voor het roteren van een forceergereedschap om een rotatie- 15 as, een forceerrol voor het bewerken van het werkstuk, middelen voor het verplaatsen van de forceerrol ten opzichte van de aandrijfeenheid in een x- en een y-richting en een besturingseenheid met een geheugen voor een of meer besturingsprogramma's, met het kenmerk, dat een inrichting wordt 20 toegepast met een aandrijfeenheid, waarvan de rotatieas samenvalt met de x-richting, welke rotatieas althans nagenoeg verticaal verloopt, waarbij het forceergereedschap door verplaatsen van de aandrijfeenheid in verticale richting verplaatsbaar is, waarbij een werkstuk in een althans 25 ongeveer horizontaal vlak aan de inrichting wordt toegevoerd tot het werkstuk boven het forceergereedschap is gelegen, waarna het forceergereedschap omhoog wordt verplaatst voor het opnemen van het werkstuk.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij na het 30 bewerken van het werkstuk een afvoerorgaan in de inrichting wordt gebracht onder het op het forceergereedschap vervormde werkstuk, waarbij het forceergereedschap omlaag wordt verplaatst voor het afgeven van het bewerkte werkstuk aan het afvoerorgaan, waarna het afvoerorgaan het werkstuk in 35 een althans nagenoeg horizontale vlak uit de inrichting afvoert. 100 53 · :