NL1003983C2

NL1003983C2 - Asliftinrichting voor een voertuig.

Info

Publication number: NL1003983C2
Application number: NL1003983A
Authority: NL
Inventors: Derk Geert Aalderink
Original assignee: Weweler Nv
Priority date: 1996-09-09
Filing date: 1996-09-09
Publication date: 1998-03-10
Also published as: EP0836984B1; DE69705792T2; DE69705792D1; EP0836984B2; EP0836984A1; DE69705792T3

Description

Asliftinrichtina voor een voertuig

De uitvinding betreft een asliftinrichting voor een voertuig, omvattende een draagarm voor de as die enerzijds draaibaar bevestigd 5 is aan een veerhand en anderzijds aan de as, alsmede een gasveersysteem tussen de as of de draagarm en het gestel van het voertuig, waarbij onder de draagarm een vaste steun is bevestigd aan de veerhand, op welke steun een gasbalg is aangebracht die met zijn bovenste eind van onderen tegen de draagarm drukt, teneinde de as op 10 te tillen door het toevoeren van onder druk staand gas an de gasbalg terwijl het gasveersysteem wordt vrijgegeven, waarbij het bovenste eind van de gasbalg door middel van een uithouder draaibaar is verbonden met de veerhand.

Een dergelijke asliftinrichting is bekend uit EP-A-431673. In 15 verband met het achteraf installeren van een asliftinrichting op een voertuig zoals een vrachtwagen, moet de asophangconstructie gedeeltelijk uit elkaar worden genomen. In die gevallen moet bijvoorbeeld de pen die de draaiingsas van de draagarm vormt, worden verwijderd, zodanig dat de uithouder voor de gasbalg kan worden 20 opgehangen aan die pen. Daarna moet de draagarm weer worden opgehangen.

Een dergelijke gang van zaken is omslachtig. Bovendien moet het weer installeren van de draagarm met de nodige zorgvuldigheid geschieden, teneinde de veiligheid en betrouwbaarheid van de 25 wielophanging te behouden.

Doel van de uitvinding is daarom een asliftinrichting van het hiervoor genoemde soort te verschaffen die dit nadeel mist. Dat doel wordt bereikt doordat de veerhand en de uithouder onderling zijn verbonden door middel van een uitsteeksel en een uitsparing die 30 draaibaar zijn ten opzichte van elkaar, welk uitsteeksel en welke uitsparing in elkaar zijn geschoven, en dat tegenhoudmiddelen zijn voorzien voor het verhinderen van het terugschuiven van het ringdeel en uitsteeksel ten opzichte van elkaar.

De uithouder van de asliftinrichting volgens de uitvinding kan 35 van buiten af op het betreffende uitsteeksel of uitsteeksels worden geschoven, zonder dat het nodig om daartoe de pen van de draagarm te verwijderen. De bestaande wielophangconstructie wordt daardoor niet aangetast, zodat de integriteit daarvan gegarandeerd is.

1003983 2

In een zeer stabiele uitvoeringsvorm bezit de uithouder twee ringdelen die zich bevinden aan tegenoverliggende wanden van de veerhand, aan elk van welke wanden zich een uitsteeksel bevindt waarover een bijbehorend ringdeel is geschoven.

5 Het achteraf installeren van de asliftinrichting wordt vergemakkelijkt indien de uithouder twee helften omvat die onderling zijn verbonden door middel van een boutverbinding. Beide helften kunnen direct op de gewenste plaats worden aangebracht, waarna zij ter plekke aan elkaar worden bevestigd door middel van de boutverbinding. 10 De helften van de uithouder kunnen elk een verbindingsstuk omvatten, welke verbindingsstukken in elkaar stekende tongen bezitten voor het onderling onverdraaibaar verbinden van de helften.

De uitsteeksels kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Volgens een bijzonder eenvoudiger uitvoeringsvorm wordt elk 15 uitsteeksel gevormd door de versterkingsring die is vastgelast op de betreffende wand van de veerhand, welke versterkingsring standaard aanwezig is voor versterking van de veerhand ter plaatse van de pen.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt elk uitsteeksel gevormd door een bus die is aangebracht op die delen van de draaiingsas 20 vormende pen die buiten de wanden van de veerhand uitsteken. Deze bussen kunnen bijvoorbeeld op de moer of boutkop geschoven worden.

Het voordeel van deze laatste twee uitvoeringen is dat de draagarm en de uithouder identieke draaibewegingen uitvoeren rond één en hetzelfde draaipunt. Daardoor zullen tussen draagarm en uithouder 25 zelf geen onderlinge schuifbewegingen optreden. Gevolg is dat de draagarm, die een speciale oppervlakte behandeling heeft ondergaan, niet beschadigd zal worden.

In een verdere mogelijke uitvoeringsvorm bestaat de uithouder uit een veerkrachtig materiaal en omvat hij twee armen aan het eind 30 waarvan zich telkens een ringdeel bevindt, zodanig dat de armen met ringdelen uit elkaar bewogen kunnen worden tegen de veerkracht van dat materiaal in, voor het in de uitgebogen toestand aanbrengen van de ringdelen ter hoogte van de uitsteeksels, en het laten terugveren van de ringdelen naar hun positie waarin zij over de uitsteeksels zijn 35 geschoven.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld.

1003983 3

Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 3 toont en derde uitvoeringsvoorbeeld.

De in figuur 1 weergegeven asliftinrichting is aangebracht om een voertuig, waarvan het chassis 1 gedeeltelijk is weergegeven. Aan dit 5 chassis 1 is een tweetal veerhanden 2 (waarvan slechts een is te zien) gelast. Tevens is aan het chassis 1 een tweetal veerbal gen 3 (waarvan eveneens slechts een te zien is) bevestigd. Aan de pen 4 is de draagarm 5 draaibaar opgehangen: het andere eind van de draagarm is verende ondersteund door de veerbalg 3. Aan de draagarm 5 is verder 10 door middel van een op zich bekende constructie met stroppen 7, aspad 9, stroppenplaat 8 en moeren 10 de as 11 bevestigd. Tevens strekt zich tussen de veerhand 2 en de draagarm 5 een schokbreker 6 uit.

De asliftinrichting 12 omvat een steun 13. die door middel van las 4 en lippen 40/bouten 41 is bevestigd aan veerhand 2. Op de steun 15 13 is de gasbalg 15 ondersteund. De bovenkant van de gasbalg 15 is bevestigd aan de uithouder 16. die een tweetal armen 17 (slechts een te zien) heeft. Aan het eind van elke arm bevindt zich een ring 18, die draaibaar is geschoven over de versterkingsring 19 welke zich standaard bevindt op de veerhand 2 en waarin de pen 4 is ondersteund.

20 Aangezien zich aan beide zijden van de veerhand 2 een arm 17 bevindt, wordt de uithouder betrouwbaar op zijn plaats gehouden. Ten overvloede kunnen lippen 20 worden aangebracht, die zich elk uitstrekken over een arm 17.

Het spreekt vanzelf dat de uithouder 16 ook kan functioneren met 25 slechts een enkele arm 17, maar in dat geval is de lip 20 noodzakelijk.

In de variant van figuur 2 bestaat de uithouder uit twee helften 21, 22. die elk afzonderlijk op een versterkingsring 23 kunnen worden geschoven waarin de pen 4 is ondersteund. Door middel van steunplaat 30 24 kunnen de verbindingsstukken 25, 26 van de helften 21, 22 aan elkaar worden bevestigd door middel van bouten. De verbindingsstukken 25, 26 dragen in elkaar stekende tongen 27, 28, zodanig dat een stijve verbinding is verzekerd. De steunplaat heeft verder een rubber bekleding 29, die tegen de onderzijde van de draagarm 5 steunt.

35 De uitvoeringsvorm van figuur 3 toont ee uithouder 30 die uit verend materiaal, bijvoorbeeld verenstaal, bestaat. Hij heeft twee armen 31, 32, elk met een aangevormd oog 33, 34. Het verbindingsstuk 35 tussen de armen 31, 32 bezit lussen 36 waar doorheen bouten 27 1003983 4 gestoken kunnen worden die tevens door plaat 24 lopen welke rubber steun 29 draagt. Door middel van deze bouten wordt tevens de verbinding met de bovenplaat 37 (zie fig. 1) van de gasbalg 15 verkregen.

5 Dankzij het verende karakter van de uithouder 30 kunnen de armen 31. 32 elastisch uit elkaar worden gebogen, waarna de uithouder op de gewenste plaats kan worden aangebracht.

In de figuren is elke arm 17, 21. 31 aangebracht op de versterkingsring 18, 23. Als alternatief kunnen de armen ook 10 opgehangen worden rond bussen die zijn aangebracht op de uit de veerhand stekende delen van de pen, zoals de moer of de boutkop.

1003983

Claims

1. Asliftinrichting voor een voertuig, omvattende een draagarm voor de as die enerzijds draaibaar bevestigd is aan een draaiophanging 5 op een veerhand en anderzijds aan de as, alsmede een gasveersysteem tussen de as of de draagarm en het gestel van het voertuig, waarbij onder de draagarm een vaste steun is bevestigd aan de veerhand, op welke steun een gasbalg is aangebracht die met zijn bovenste eind van onderen tegen de draagarm drukt, teneinde de as op te tillen door het 10 toevoeren van onder druk staand gas aan de gasbalg terwijl het gasveersysteem wordt vrijgegeven, waarbij het bovenste eind van de gasbalg door middel van een uithouder draaibaar is verbonden met de veerhand, met het kenmerk dat de veerhand en de uithouder onderling zijn verbonden door middel van een uitsteeksel en een uitsparing die 15 draaibaar zijn ten opzichte van elkaar, welk uitsteeksel en welke uitsparing in elkaar zijn geschoven, en dat tegenhoudmiddelen zijn voorzien voor het verhinderen van het terugschuiven van het ringdeel en uitsteeksel ten opzichte van elkaar.

2. Asliftinrichting volgens conclusie 1. waarbij de uithouder twee ringdelen heeft die zich bevinden aan tegenoverliggende wanden van de veerhand. aan elk van welke wanden zich een uitsteeksel bevindt waarover een bijbehorend ringdeel is geschoven.

3. Asliftinrichting volgens conclusie 2, waarbij de uithouder twee helften omvat die onderling zijn verbonden door middel van een boutverbinding.

4. Asliftinrichting volgens conclusie 3. waarbij de helften van 30 de uithouder elk een verbindingsstuk omvatten, welke verbindingsstukken in elkaar stekende tongen bezitten voor het onderling onverdraaibaar verbinden van de helften.

5. Asliftinrichting volgens conclusie 4. waarbij de 35 verbindingsstukken in een en hetzelfde vlak liggen, en onderling zijn bevestigd door middel van een de helften overlappende steunplaat die rust tegen de draagarm. 1003983 *

6. Asliftinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk uitsteeksel wordt gevormd door een versterkingsring die is vastgelast op de betreffende wand van de veerhand.

7. Asliftinrichting volgens een der conclusies 1-5, waarbij elk uitsteeksel wordt gevormd door een bus die is aangebracht op die delen van de de draaiingsas vormende pen die buiten de wanden van de veerhand uitsteken.

8. Asliftinrichting volgens conclusie 2, waarbij de uithouder uit een veerkrachtig materiaal bestaat en twee armen omvat aan het eind waarvan zich telkens een ringdeel bevindt, zodanig dat de armen met ringdelen uit elkaar bewogen kunnen worden tegen de veerkracht van dat materiaal in, voor het in de uitgebogen toestand aanbrengen van de 15 ringdelen ter hoogte van de uitsteeksels, en het laten terugveren van de ringdelen naar hun positie waarin zij over de uitsteeksels zijn geschoven.

9. Asliftinrichting volgens conclusie 8, waarbij de armen een 20 geheel vormen met een verbindingsstuk, aan welk verbindingsstuk zowel de steun voor de draagarm, als de gasbalg zijn bevestigd. 1003983