NL1003078C2 - Aangedreven ductiliteit-machine. - Google Patents

Description

Aangedreven ductiliteit-machine.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koudvloei-eenheid voor metaaldraad, teneinde van de metaaldraad reksterkte te verbeteren, de ductiliteit te vergroten, en met andere woorden de draad voor verder 5 gebruik optimale eigenschappen te verschaffen.

De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat door nagenoeg direct op elkaar volgen een metaaldraad over te laten gaan van' een positieve radius naar een negatieve radius en vice versa koude vloei 10 optreedt waardoor bovengenoemde eigenschappen verbeteren. Door deze overgang in radius een aantal malen te laten plaatsvinden wordt niet alleen een verbetering van de eigenschappen verkregen maar kan een dergelijke koudvloei-eenheid eveneens worden gebruikt voor het 15 transporteren van de metaaldraad onder bewerking.

De overgang in de radius dient bij voorkeur gezien de lengte van de metaaldraad direct te gebeuren. Echter koude vloei treedt reeds op indien de overgangafstand tussen de raakpunten, dat wil zeggen 20 eveneens de overgang in de radius kleiner is dan 5 maal de metaaldraaddiameter. Betere koude vloei wordt verkregen indien deze overgangafstand kleiner is dan 4 maal, bij voorkeur kleiner is dan 3 maal de metaaldraaddiameter. Zeer goede koude vloei wordt reeds 25 verkregen bij een overgangafstand kleiner dan 2,5 maal de metaaldraaddiameter.

Ofschoon voldoende koudevloei-bewerkingen verkregen worden voor het verkrijgen van verbeterde eigenschappen door gebruik te maken van slechts drie 30 rollen, kan de verbetering in eigenschappen verder 1003078 2 toenemen door meer dan 3 rollen te gebruiken, bijvoorbeeld ten minste 4 meer bij voorkeur ten minste 5.

Het is mogelijk dat tussen de rollen de draad verder oprekt en derhalve in de draad de spanning 5 afneemt. In dat geval heeft het voorkeur dat in de koudvloei-eenheid tussen een rol en de metaaldraad wrijvingcontact bestaat.

Indien de koudvloei-eenheid wordt gebruikt in een inrichting waarin de draad verder bewerkt wordt in 10 eenheden die een discontinue draadverwerking bezigen, zoals bij het richten van de draad en het daarop uitvoeren van lasbewerkingen, heeft het voorkeur dat de afgiftesnelheid van de koudvloei-eenheid voortdurend met het oog op die verdere inrichtingen aan te passen.

15 Daartoe is de koudvloei-eenheid bij voorkeur voorzien van een toerentalregeling voor elke rol, voor het regelen van een roltoerental afhankelijk van de gewenste afgiftesnelheid van de bewerkte metaaldraad.

Een daarbij bij voorkeur te gebruiken sensor 20 meet het doorhangen van de metaaldraad tussen de koudvloei-eenheid en de daaropvolgende bewerkingseenheid, deze sensor stuurt vervolgens de toerentalregeling.

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewerken van 25 metaaldraad, welke inrichting naast de voornoemde koudvloei-eenheid volgens de uitvinding eveneens een walscassette bevat. Ook anders is mogelijk, op de metaaldraad eerst een verdunnende bewerking en eventueel een profielaanbrengende bewerking uit te voeren en 30 vervolgens de koude vloei plaats te laten vinden in de koudvloei-eenheid volgens de uitvinding. Dan kan bijvoorbeeld worden afgezien van transportmiddelen voor transport vanaf de metaaldraadafgifte tot in de koudvloei-eenheid en kan tussen de inrichtingen 35 metaaldraadrek plaatsvinden.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding worden twee opeenvolgende koudvloei-eenheden gebruikt. Afhankelijk van het feit of de eerste 100307» 3 koudvloei-eenheid al dan niet is aangedreven vindt het transport tussen beide eenheden met of zonder rek plaats. Aldus is het mogelijk metaaldraad met optimale eigenschappen te verkrijgen.

5 Genoemde en andere kenmerken van de koudvloei- eenheid en de inrichting voor het bewerken van metaaldraad, die beide de uitvinding belichamen, zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van twee uitvoeringsvoorbeelden die slechts bij wijze van 10 voorbeeld worden gegeven zonder dat daartoe de uitvinding beperkt wordt geacht. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening waarin,:

Figuur l: Een schematisch aanzicht van de inrichting voor het bewerken van metaaldraad; 15 Figuur 2: Op grotere schaal schematisch de daarin gebruikte koudvloei-eenheid volgens de uitvinding,·

Figuur 3: Op grotere schaal een variant van detail III uit figuur 2;

Figuur 4: Een aantal stroomschema's voor 20 inrichtingen voor het bewerken van metaaldraad volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding. De bewerkingsinrichting 1 omvat een haspel 2 voor het afvegen van metaaldraad vanaf een afgifteplaats 25 4. De metaaldraad 3 wordt via een geleidingseenheid 5 toegevoerd aan een walscassette 6 waarin een richt- en profileringsbewerking op de metaaldraad 3 wordt uitgevoerd. Een dergelijke walscassette 6 is beschreven in de Europese Octrooiaanvrage 601,630 waarnaar wordt 30 verwezen.

Vanuit de walscassette 6 bereikt de metaaldraad 3 de koudvloei-eenheid 7 volgens de uitvinding. De afgiftesnelheid van de koudvloei-eenheid 7 wordt geregeld met behulp van een toerentalregeling 8 die wordt 35 aangestuurd met een sensor 9. Uiteindelijk bereikt de metaaldraad 3 een eenheid 10 voor het rechten van de draad, knippen van de draad, en/of eventueel lassen van de draad.

100307b Λ 4

Figuur 2 toont meer in detail de opbouw van de koudvloei-eenheid 7. De koudvloei-eenheid 7 omvat 5 rollen 11-15, waarover de metaaldraad 3 over een deel van de rolomtrek is geslagen. Hierbij zijn de rollen 11-17 5 onderling zodanig geórienteerd dat in dit geval de overgangafstand tussen de raakpunten bij de overgang van de metaaldraad 3 van de ene rol 11 naar de opvolgende rol 12 een bepaalde grootte niet overschrijdt. In figuur 2 zijn de overgangafstanden ter hoogte van de raakpunten 10 17-20 nihil. Aldus wordt de metaaldraad ter hoogte van de raakpunten 17-20 nagenoeg direct van een positieve naar een negatieve radius of vice versa onderworpen.

De raakpunten 16 en 21 geven de plaatsen waar de metaaldraad wordt geslagen op de rol 11 15 respectievelijk wordt afgeslagen van de rol 15.

Het zal duidelijk zijn dat de rollen 11-15 zodanig in een gestel zijn geplaatst dat tussen metaaldraad en rol een wrijvingscontact mogelijk is en bij het passeren van de draad door de koudvloei-eenheid 7 20 heen de spanning in de metaaldraad afneemt maar de van de rek optimaal verbetert.

Figuur 3 toont een variant. Hierbij is de metaaldraad 3 die in de walscassette 6 onder andere is voorzien van insparingen 22 geslagen rond de rollen 11 en 25 12 waarbij er in dit geval een overgangafstand bestaat tussen de raakpunten 23 en 24. Bij het raakpunt 23 verlaat de metaaldraad de rol 11 en bij raakpunt 24 wordt hij rond de rol 12 geslagen. Deze overgangafstand 25 tussen de rollen 11 en 12 is in dit geval ongeveer gelijk 30 2,5 maal de metaaldraaddiameter.

Tenslotte toont figuur 4 een aantal inrichtingen voor het bewerken van de metaaldraad 3. In de inrichting 26 wordt de metaaldraad 3 louter bewerkt in de koudvloei-eenheid 7 waardoor een draad wordt verkregen 35 met een optimale rekkende ductiliteit.

In de inrichting 27 zijn achter elkaar geschakeld zoals getoond in figuur 1, een walscassette 6 en een koudvloei-eenheid 7. In dit geval kan dus worden 1003078 5 afgezien van separate transportmiddelen terwijl tussen de beide eenheden 6 en 7 de draad gerekt kan worden.

Tenslotte bij de inrichting 28 volgens de uitvinding zijn achter elkaar geschakeld twee koudvloei-5 eenheden 7 die beide worden aangedreven. In dit geval vindt dus het transport tussen de beide eenheden 7 plaats zonder dat er op de metaaldraad rek wordt uitgeoefend.

***** 1003078

Claims (11)

1. Koudvloei-eenheid voor metaaldraad, omvattende tenminste drie opeenvolgende rollen, waarbij over een deel van de rolomtrek de metaaldraad is geslagen zodanig dat bij de overgang van de metaaldraad van de ene rol naar de opvolgende rol de overgangafstand tussen de raakpunten kleiner is dan 5 maal de metaaldraaddiameter.

2. Koudvloei-eenheid volgens conclusie 1, waarin de overgangafstand kleiner is dan 4 maal, bij voorkeur kleiner dan 3 maal, de metaaldraaddiameter.

3. Koudvloei-eenheid volgens conclusie 1 of 2, waarin de overgangafstand kleiner is dan 2,5 maal de metaaldraaddiameter.

4. Koudvloei-eenheid volgens conclusie 1-3, omvattende tenminste vier, bij voorkeur vijf, opeenvolgende rollen waarover de metaaldraad is geslagen.

5. Koudvloei-eenheid volgens conclusie 1-4, waarin tussen een rol en de metaaldraad wrijvingcontact bestaat.

6. Koudvloei-eenheid volgens conclusie 1-5, die is voorzien van een toerentalregeling voor elke rol, voor het regelen van een roltoerental afhankelijk van de gewenste afgiftesnelheid van de bewerkte metaaldraad.

7. Koudvloei-eenheid volgens conclusie 6, die is voorzien van een sensor voor het meten van de gewenste afgiftesnelheid.

8. Inrichting voor het bewerken van metaaldraad, omvattende een walscassette en daaropvolgend tenminste één koudvloei-eenheid volgens conclusie 1-7.

9. Inrichting voor het bewerken van metaaldraad, omvattende tenminste twee opeenvolgende koudvloei-eenheden volgens conclusie 1-7. 10 0?Λ"

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarin de eerste koudvloei-eenheid niet aangedreven is.

11. Inrichting volgens conclusie 9, waarin de beide koudvloei-eenheden zijn aangedreven. ★ ★ ★ * + 100307£