NL9202127A - Draadmetaal en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

DRAADMETAAL EN EEN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVAH

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op draadmetaal, met name op draadstaal dat in de bouwnijverheid wordt toegepast, met name in betonconstructies. Hierbij is het van belang, dat het draadmetaal een goede betonhechting bezit. De betonhechting van draadmetaal kan worden verbeterd door het draadmetaal te voorzien van ribben, waarbij uiteindelijk de verhouding van het riboppervlak over het omtreksoppervlak een maat is voor de betonhechting (fr-waarde). Desondanks dient het draadmetaal een zo glad mogelijk uitwendig oppervlak te bezitten, teneinde slijtage aan de draadmetaalverwerkende machines, en een optimaal hanteren, mogelijk te maken. Hierbij moet er bovendien op gelet worden, dat het bewerkte draadmetaal een ronde, bij voorkeur cirkelronde doorsnede heeft.

Overeenkomstig de uitvinding wordt draadmetaal verkregen met een voldoende betonhechting, indien het draadmetaal omvat tenminste vier over de omtrek verspreid in het oppervlak aangebrachte rijen van ribben. Door vier of meer rijen van ribben aan te brengen in een in hoofdzaak symmetrische verspreiding langs de omtrek, kan niet alleen de ribhoogte relatief gering blijven, maar wordt bovendien in hoofdzaak een deformatie van de doorsnedelijke vorm vermeden.

Een optimale betonhechting wordt verkregen indien het oppervlak van het draadmetaal is voorzien van zes rijen van ribben.

Teneinde een torsie in het draadmetaal te vermijden en een maximale betonhechting te verwerven, heeft het verder voorkeur dat de ribben van tenminste één rij ten opzichte van de draadrichting scheef zijn aangebracht in het oppervlak, waarbij bij voorkeur de ribben van aangrenzende rijen van ribben visgraatvormig zijn georiënteerd.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van draadmetaal dat over zijn omtrek verspreid tenminste voorzien is van vier in het oppervlak aangebrachte rijen van ribben. Deze werkwijze wordt gekenmerkt doordat de rijen van ribben in twee opeenvolgende walsbewerkingen worden aangebracht in het oppervlak van het draadmetaal, dat wil zeggen eerst twee of drie rijen van ribben en vervolgens twee of drie rijen van ribben in het resterende oorspronkelijke oppervlak van het draadmetaal.

Doordat het vormen van de ribben in het oppervlak van het draadmetaal aanleiding kan geven tot doorsnedelijke deformaties en eventuele vloei van het draadmetaal, heeft het voorkeur dat voor de eerste walsbewerking de walsen zijn voorzien van een bol walsvlak. Aldus worden met de walsen uit de eerste walsbewerking onder druk ribben gevormd, waardoor in de aangrenzende delen van het oorspronkelijke oppervlak van het draadmetaal een buitenwaartse vervorming optreedt, die bij voorkeur teniet wordt gedaan door voor de tweede walsbewerking walsen te gebruiken die zijn voorzien van een vlak walsvlak.

Aldus is het mogelijk om draadmetaal te verschaffen dat een kwaliteit bezit die in hoofdzaak gelijk is aan warm gewalsd draadmetaal.

Genoemde en andere kenmerken van het draadmetaal en de werkwijze voor het vervaardigen daarvan, zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld dat slechts bij wijze van voorbeeld wordt gegeven, waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening.

In de tekening is figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de twee walsbewerkingen toegepast voor het vervaardigen van draadmetaal volgens de uitvinding; en figuur 2 en 3 elk een doorsnedelijk aanzicht over de lijn II-II, respectievelijk de lijn III-III uit figuur 1 zijn.

Figuur 1 toont de vervaardiging van draadmetaal 1 volgens de uitvinding, met name draadstaal, door een in hoofdzaak cirkelvormige metaaldraad 2 te bewerken in twee walsstations 3 en 4.

Het walsstation 3 omvat drie walsen 5-7 die rotatiesymmetrisch onderling zijn opgesteld, en elk zijn voorzien van een walsprofiel 8, voor het in het oppervlak 9 van de metaaldraad 2 vormen van ribben 10 die onderling worden gescheiden door verdiepingen 11.

In het tweede walsstation 4 worden met behulp van drie walsen 12-14 in de resterende oorspronkelijke delen van het oppervlak 9 op soortgelijke wijze ribben 15 gevormd.

De walsen 12-14 van het walsstation 4 zijn eveneens rotatiesymmetrisch opgesteld.

De ribben 10 en 15 uit aan elkaar grenzende rijen 16 en 17, staan elk scheef, bij voorkeur met een hoek van 30-50", meer bij voorkeur 40", op de draadrichting, zodanig dat een zogenaamde visgraatvorm ontstaat. Door de scheve oriëntatie in het oppervlak 9 wordt niet alleen een torsie vermeden, maar bovendien wordt de inscheursterkte vergroot.

Figuur 2 laat meer in detail de walsen 5-7 van het eerste walsstation 3 zien. De walsen 3 hebben een in hoofdzaak bol walsvlak 18, waarin verdiepingen 19 zijn gelegen, zodat de ribben 10 en verdiepingen 11 gevormd worden.

De walsen 12-14 van het walsstation 4, hebben zoals getoond in figuur 3 een vlak walsvlak 20 met inspringende uitsparingen 21 voor de vorming van de ribben 15 voor de uiteindelijke rijen 17.

Zoals getoond in figuur 1 en 3, heeft het uiteindelijke draadmetaal 1 over zijn omtrek verspreid daarin aangebracht zes rijen van ribben 16, 17.

Bij voorkeur worden de rijen 16, 17 zodanig rondom aangebracht, dat in het gerede draadmetaal 1 in hoofdzaak geen vrij oppervlak 22 resteert.

Claims (7)

1. Draadmetaal met een in hoofdzaak ronde doorsnede, omvattende tenminste vier over de omtrek verspreid in het oppervlak aangebrachte rijen van ribben.

2. Draadmetaal volgens conclusie 1, waarin het oppervlak is voorzien van zes rijen van ribben.

3. Draadmetaal volgens conclusie 1 of 2, waarin de ribben van tenminste één rij ten opzichte van de draadrichting scheef zijn aangebracht in het oppervlak.

4. Draadmetaal volgens conclusie 3, waarin de ribben van aangrenzende rijen van ribben visgraatvormig zijn georiënteerd.

5. Werkwijze voor het vervaardigen van draadmetaal volgens conclusie 1-4, waarin rijen van ribben in twee opeenvolgende walsbewerkingen worden aangebracht in het oppervlak van het draadmetaal.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarin voor de eerste walsbewerking de walsen zijn voorzien van een bol walsvlak.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarin voor de tweede walsbewerking de walsen zijn voorzien van een vlak walsvlak.