NL1002916C2 - Inrichting voor het verwijderen van een kluit omvattende boom alsmede een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het verwijderen van een kluit omvattende boom alsmede een dergelijke werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het verwijderen van een kluit omvattende boom, welke inrichting is voorzien van een gekromd mes dat scharnierbaar is om een door uiteinden van het gekromde mes uitstrekkende hartlijn.

Een dergelijke inrichting wordt ook wel kluitenrooima- chine genoemd.

10 Bij een dergel i jke, bekende en commercieel verkrijgbare inrichting van Holmac S.A.S, Italië onder de naam HZC 35 wordt een halfcirkelvormig gekromd mes om een boom gebracht, waarbij een hartlijn die zich door uiteinden van het mes uitstrekt, dwars op de boom is gericht. Vervolgens wordt het mes om de hartlijn gescharnierd, waarbij met behulp 15 van het mes in de grond een halfvormige kluit wordt gesneden. Na het verwijderen van het mes wordt vervolgens de boom met de daaraan verbonden halfvormige kluit uit de grond getild. Een nadeel van de bekende inrichting is dat het relatief lang duurt voordat de halfvormige kluit is losgesneden. Bij het uit de grond tillen van de kluit, wordt de kluit niet ondersteund 20 waardoor de kluit uit elkaar kan vallen of af kan breken. Tevens is het daardoor relatief moeilijk om de boom in een stabiele positie uit de grond te tillen.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarbij de bovengenoemde nadelen worden vermeden.

25 Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt, doordat de inrichting is voorzien van een tweede gekromd mes dat scharnierbaar is om een door uiteinden van het gekromde mes uitstrekkende hartlijn, waarbij het tweede gekromde mes met een uiteinde zwenkbaar is verbonden met een uiteinde van het eerste gekromde mes, waarbij het tweede 30 mes zwenkbaar is om een dwars op de hartlijn uitstrekkende as.

Door de twee gekromde messen is de tijd die nodig is voor het lossnijden van de kluit gehalveerd. Tevens is het mogelijk om na het lossnijden van de kluit, de messen aan weerszijden van de kluit te brengen waarbij de messen bij het uit de grond tillen van de boom, de 35 kluit stevig ondersteunen.

1 ft f ?. 9 1 6 2

Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de van de as afgekeerde uiteinden van de gekromde messen losneembaar koppel baar zijn bij zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende hartlijnen van de messen.

5 Door het aan elkaar koppelen van de messen wordt verzekerd dat de hartlijnen zich evenwijdig aan elkaar blijven uitstrekken bij het lossnijden van kluit.

Opgemerkt wordt dat de inrichting volgens de uitvinding ook geschikt is voor het verwijderen van een kluit wortels, waarbij de 10 boom reeds van de kluit is afgezaagd of het verwijderen van een kluit omvattende struik of ander gewas.

De uitvinding heeft heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van een kluit omvattende boom.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt 15 doordat twee gekromde messen om de boom heen worden gezwenkt, totdat zich tussen uiteinden van elke mes uitstrekkende hartlijnen evenwijdig zijn gelegen, waarna de messen om de nagenoeg dwars op de boom gerichte hartlijnen worden gescharnierd totdat de messen elkaar raken.

Met de werkwijze volgens de uitvinding kan relatief 20 snel een boom met de uit de ondergrond losgesneden kluit worden verwijderd.

Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de messen tot een voorafbepaalde afstand uit elkaar worden gescharnierd, waarna de boom uit de grond wordt getild, waarbij de kluit aan tegenover elkaar gelegen zijden door de messen 25 worden ondersteund.

Op deze wijze wordt bij het uit de grond verwijderen van de kluit, uit elkaar vallen van de kluit voorkomen. Daarnaast wordt door het aan weerszijden ondersteunen van de kluit, de boom stabiel uit de grond getild.

30 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin

Fig. IA-1C schematisch de werkwijze volgens de uitvinding tonen,

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van een uit 35 een ondergrond verwijderde kluit en de bijbehorende stam, 10029'* 3

Fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding in een geopende stand.

Fig. 4 de in Fig.3 weergegeven inrichting toont in een gesloten stand, 5 Fig. 5 de in Fig. 3 weergegeven inrichting toont in een stand met gedeeltelijk naar elkaar toe gescharnierde messen,

Fig. 6 de in Fig. 3 weergegeven inrichting toont met tegen elkaar aan gescharnierde messen,

Fig. 7 de in Fig. 3 weergegeven inrichting toont met 10 gedeeltelijk van elkaar af gescharnierde messen, waarbij de messen een kluit ondersteunen.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. IA- 1C tonen perspectivisch een inrichting volgens 15 de uitvinding die geschikt is voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. De inrichting 1 omvat twee halfcirkelvormige messen 2, 3. Het mes 2 is met uiteinden 4 scharnierbaar verbonden met een frame 5, waarbij het mes 2 scharnierbaar is om zich tussen de uiteinden 4 uitstrekkende hartlijn 6. Op eenzelfde wijze is het mes 3 met uiteinden 20 7 scharnierbaar verbonden met een frame 8, waarbij het mes 3 scharnierbaar is om een zich door de uiteinden 7 uitstrekkende hartlijn 9. De messen 2, 3 zijn met naar elkaar toegekeerde uiteinden 4, 7 zwenkbaar met elkaar gekoppeld, waarbij het frame 8 met het scharnierbaar verbonden daarmee verbonden mes 3 verzwenkbaar is in een door pijl PI aangegeven richting 25 ten opzichte van het frame 5 om een zich dwars op de hartlijn 6, 9 uitstrekkende as 10. Bij het verwijderen van een boom (niet weergegeven) wordt het mes 2 in de in Fig. IA weergegeven stand nabij een boom gebracht, waarbij de hartlijn 6 zich door de boom heen uitstrekt. Vervolgens wordt het frame 8 met het scharnierbaar daarmee verbonden mes 3 in door pijl 30 PI aangegeven richting verzwenkt totdat beide uiteinden van de messen 2, 3 tegenover elkaar zijn gelegen en de hartlijnen 6, 9 zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken. De stam van de boom (niet weergegeven) is nu in de door de messen 2, 3 begrensde ruimte gelegen. Vervolgens worden de messen 2, 3, in de door pijlen P2, P3 aangegeven richtingen gescharnierd waarbij 35 de messen 2, 3 in de ondergrond worden gedrukt totdat de messen de in Fig. 1C weergegeven stand hebben ingenomen, waarbij de messen 2, 3 tegen elkaar 1 o 0 2 0 1 4 zijn gelegen. In deze stand van de messen 2, 3 is een halfvormige kluit losgesneden. Daarna worden de messen 2, 3 in de door pijlen P4, P5 aangegeven richtingen gescharnierd totdat de messen de in Fig. 1B weergegeven stand hebben bereikt, waarna het frame 8 en het scharnierbaar 5 daarmee verbonden mes 3 in een aan pijl Pl tegengestelde richting wordt verzwenkt en de inrichting 1 van de boom kan worden verwijderd. Indien gewenst kunnen de messen 2, 3 tevens worden gebruikt voor het ondersteunen van de losgesneden kluit bij het uit de ondergrond tillen van de boom. Hiertoe worden de messen 2, 3 vanuit de in Fig. 1C weergegeven stand 10 slechts gedeeltelijk in de door de pijlen P4, P5 aangegeven richting verzwenkt tot een stand waarbij de messen 2, 3 aan weerszijden aanliggen tegen de losgesneden kluit. In deze stand wordt vervolgens de boom en de daarmee verbonden kluit uit de ondergrond getild. De messen 2, 3 ondersteunen hierbij de kluit en zorgen tevens dat de boom stabiel uit 15 de ondergrond kan worden getild.

In Fig. 2 is een kluit 11 weergegeven die is losgesneden met de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding. De kluit 11 is halfbolvormig. De kluit 11 is verbonden met een stam 12 van een boom (niet weergegeven).

20 Fig. 3 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding waarbij de verschillende onderdelen gedetailleerder zijn weergegeven. Het mes 2 is met uiteinden 4 met behulp van pennen 13 scharnierbaar verbonden met het frame 5. Het frame 5 is met uiteinden 14 verbonden met een transportinrichting zoals bijvoorbeeld een tractor (niet weergegeven). 25 Het frame 5 is nabij een uiteinde 4 van het mes 2 voorzien van een aantal boven elkaar gelegen bussen 15. Het frame 8 is nabij het uiteinde 7 van het mes 3 eveneens voorzien van holle bussen 16, waarbij de bussen 15, 16 in eikaars verlengde zijn gelegen en zich door de bussen 15, 16 een as 10 is gestoken. De bussen 15, 16 en de as 10 vormen een scharnier, waar 30 het frame 8 ten opzichte van het frame 5 omheen verzwenkbaar is. Het mes 3 is met uiteinden 7 door middel van pennen 17 scharnierbaar verbonden met het frame 8. Aan van de as 10 afgekeerde uiteinden van de frames 5, 8 zijn de frames voorzien van bussen 18, 19 die bij het in de door pijl Pl richting verzwenken van het frame 8 in eikaars verlengde komen te 35 liggen. Door de in eikaars verlengde gelegen bussen 18, 19 wordt vervolgens 1002916 5 een pen 20 aangebracht waardoor de frames 5, 8 stevig met elkaar zijn verbonden.

Fig. 4 toont een stand van de inrichting 1 waarbij de messen 2, 3 met beide uiteinden 4, 7 tegenover elkaar zijn gelegen. De 5 inrichting 1 is verder voorzien van vier cilinders 21, met daarin verplaatsbare zuigers 22. Elke cilinder 21 is met een uiteinde met behulp van een pen 23 scharnierbaar verbonden met het frame 5, 8. De zuiger 22 is met een van cilinder 21 afgekeerd uiteinde met behulp van pen 24 scharnierbaar verbonden met een uiteinden 4, 7 van het mes 2, 3. Elke 10 cilinder 21 is nabij uiteinden aangesloten op leidingen 25 (schematisch weergegeven) waar doorheen olie aan de cilinder wordt toegevoerd of wordt afgevoerd. Met behulp van de door een hydraulische pomp (niet weergegeven) toegevoerde olie wordt de zuiger 22 in of uit de cilinder 21 verplaatst. Door het uit de cilinder schuiven van de zuiger 22 worden de messen 2, 15 3 in de door pijlen P2, P3 aangegeven richtingen om de pennen 13, 17 gescharnierd.

In Fig. 5 is een stand van de inrichting 1 weergegeven waarbij de messen 2, 3 gedeeltelijk in de door pijlen P2, P3 aangegeven richtingen zijn gescharnierd.

20 Bij de in Fig. 6 weergegeven stand zijn de messen 2, 3 tegen elkaar aan gescharnierd. In deze stand van de inrichting 1 is door de messen 2, 3 een bolvormige kluit in de ondergrond gevormd.

Vervolgens worden de zuigers 22 weer in de cilinders 21 geschoven waardoor de messen 2, 3 in de door de pijlen P4, P5 aangegeven 25 richtingen worden gescharnierd, tot de in Fig. 7 weergegeven stand. Met behulp van een hefinrichting (niet weergegeven) wordt vervolgens de boom met de daaraan verbonden half bol vormige kluit 11 in de door pijl P6 aangegeven richting verplaatst, waarbij de inrichting 1 simultaan met de kluit 11 in deze richting verplaatst en door de messen 2, 3 de kluit 11 30 wordt ondersteund. Nadat de boom met de daarmee verbonden kluit 11 naar een gewenste positie is verplaatst, worden de messen 2, 3 verder in de door de pijlen P4, P5 aangegeven richtingen gescharnierd, waarna de pen 20 wordt verwijderd, het frame 8 in een aan pijl PI tegengestelde richting wordt gezwenkt en de inrichting 1 van de boom kan worden verwijderd.

35 Het is mogelijk om in plaats van een pen 20 een hydraulisch koppelbare inrichting te voorzien.

1002916 6

Het is ook mogelijk om in plaats van halfcirkelvormige messen halfelyptische of parabolische messen toe te passen waarbij de met die messen gevormde kluit een daaraan aangepaste vorm verkrijgt.

1002916

Claims (6)

1. Inrichting voor het verwijderen van een kluit omvattende boom, welke inrichting is voorzien van een gekromd mes dat scharnierbaar 5 is om een door uiteinden van het gekromde mes uitstrekkende hartlijn, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een tweede gekromd mes dat scharnierbaar is om een door uiteinden van het gekromde mes uitstrekkende hartlijn, waarbij het tweede gekromde mes met een uiteinde zwenkbaar is verbonden met een uiteinde van het eerste gekromde mes, waarbij het tweede 10 mes zwenkbaar is om een dwars op de hartlijn uitstrekkende as.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de van de as afgekeerde uiteinden van de gekromde messen losneembaar koppelbaar zijn bij zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende hartlijnen van de messen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de messen hydraulisch scharnierbaar zijn.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk mes scharnierbaar is opgehangen in een frame.

5. Werkwijze voor het verwijderen van een kluit omvattende 20 boom, met het kenmerk, dat twee gekromde messen om de boom heen worden gezwenkt, totdat zich tussen uiteinden van elke mes uitstrekkende hartlijnen evenwijdig zijn gelegen, waarna de messen om de nagenoeg dwars op de boom gerichte hartlijnen worden gescharnierd totdat de messen elkaar raken.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de messen tot een voorafbepaalde afstand uit elkaar worden gescharnierd, waarna de boom uit de grond wordt getild, waarbij de kluit aan tegenover elkaar gelegen zijden door de messen worden ondersteund. 1002916