NL1002196C2 - Verstelbare werkvloerconstructie. - Google Patents

Description

Titel: Verstelbare werkvloerconstructie.

Beschrijving 5 De uitvinding heeft betrekking op een verstelbare werkvloerconstructie geschikt om te worden toegepast in destillatiekolommen e.d., waarbij de werkvloer kan rusten op aan de binnenzijde van de kolomwand aanwezige ringen.

Destillatiekolommen, zoals deze in raffinaderijen en 10 chemische bedrijven worden toegepast, zijn torenvormige constructies, in hoofdzaak opgebouwd uit een cilindrische buitenwand met een hoogte in de orde grootte van lOOmtr en meer, waarbij de buitenwand aan zijn binnenzijde op regelmatige afstanden is voorzien van aan zijn binnenwand 15 gelaste ringen, waarop destillatieschotels rusten. De buitenwand van deze kolommen is op regelmatige afstanden voorzien van mangaten, waardoorheen men toegang heeft tot het binnenste van de kolom voor inspectie van de schotels en voor het uitvoeren van reparatie- en montagewerkzaamheden. Voor 20 het uitvoeren van verschillende werkzaamheden, zoals het monteren van nieuwe schorels, reparatie aan oude schotels en het ombouwen van schotels, moet al het materiaal via deze mangaten in het binnenste van de kolom worden gebracht. Teneinde de genoemde werkzaamheden sneller te kunnen 25 uitvoeren, is men er in de laatste jaren toe overgegaan deze werkzaamheden in meerdere secties tegelijkertijd uit te voeren. Hierbij komt echter de veiligheid in het gedrang, omdat men boven elkaar werkt en er geregeld gereedschap, lasspetters of schroefmateriaal naar beneden vallen. Teneinde 30 dit probleem te ondervangen, is men ertoe overgegaan houten planken, die als tijdelijke werkvloer moeten fungeren op de ringen te plaatsen. Nadelen verbonden aan deze houten werkvloeren zijn het brandgevaar, te weinig stevigheid, het niet voor handen zijn van een mogelijkheid van hergebruik van 35 het gebruikte materiaal, geen optimale afdekking van de totale doorsnede van de kolom en het gevaar van kantelen van de op de ringen gelegde planken. Een en ander wordt nog versterkt door het feit dat de gebruikte planken slechts een 10 0 2'· . 2 2 beperkte breedte kunnen hebben, omdat zij door de genoemde mangaten moeten worden toegevoerd en deze mangaten slechts een diameter hebben, die normaal ligt in de orde van 50cm.

De uitvinding beoogt een werkvloerconstructie te 5 verschaffen, die de bovengenoemde nadelen ondervangt en veilig, onbrandbaar en makkelijk te plaatsen is en verder uit weinig delen van een eenvoudige constructie bestaat.

Teneinde dit doel te bereiken, vertoont de werkvloerconstructie volgens de uitvinding het kenmerk, dat 10 deze is opgebouwd uit een stelsel spaken, welke verbonden zijn met een centrale plaat, waarbij twee diametraal in eikaars verlengde liggende eerste spaken vast met de plaat zijn verbonden en tenminste twee paar van aan weerszijden van de eerste spaken gelegen tweede spaken scharnierbaar met de 15 plaat zijn verbonden en twee-derde spaken diametraal in eikaars verlengde liggen en losneembaar in opneemopeningen van de centrale plaats zijn opgenomen, waarbij op het spakenstelsel afdekplaten rusten die zo zijn gevormd, dat zij de gehele kolomdoorsnede afdekken. Doordat de tweede spaken 20 scharnierend met de centrale plaat zijn verbonden, kunnen deze spaken voor montage tegen de eerste spaken aanliggen, zodat een gemakkelijk door een mangat aan te brengen geheel wordt verkregen. Dit geheel wordt dan door het mangat in het inwendige van de kolom gebracht, waarbij dan de eerste spaken 25 komen te rusten op een in de kolom aanwezige ring. Daarna worden de tweede spaken scharnierend van de eerste spaken af bewogen, zodat deze tegen de kolomwand komen te liggen, waarna tenslotte de derde spaken in de opneemopeningen van de centrale plaat worden aangebracht en op deze wijze een 30 stabiel spakenstelsel is verkregen, dat op een ring in de kolom ligt. Daarna wordt dit spakenstelsel afgedekt door afdekplaten die zo zijn gevormd dat zij de gehele kolomdoorsnede afdekken. De spaken en de afdekplaten kunnen daarbij zijn gevormd van onbrandbaar materiaal, zoals 35 aluminium of een ander licht metaal.

Teneinde het spakenstelsel te kunnen gebruiken voor kolommen van verschillende diameter, vertoont een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkvloerconstructie volgens 10 0' 3 de uitvinding het kenmerk, dat de spaken in lengte instelbaar zijn.

Een verdere uitvoeringsvorm van de werkvloerconstructie volgens de uitvinding vertoont het kenmerk, dat de naar 5 buiten gerichte spaakeinden zijn voorzien van een draadeinde, dat met daartoe geeigende middelen in de lengterichting van de betreffende spaak kan worden bewogen, waarbij elk draadeinde is voorzien van een materiaalblok dat tegen de kolomwand en op een ring kan rusten. Het draadeinde kan 10 hierbij bijvoorbeeld met behulp van een daarop aangebracht moer naar buiten of naar binnen worden bewogen, waarbij het materiaalblok stevig tegen de kolomwand wordt aangedrukt. Op deze wijze wordt het spakenstelsel stevig in de kolom bevestigd, hetgeen zijn stabiliteit ten goede komt.

15 Volgens een verdere gunstige uitvoeringsvorm zijn de scharnierbaar met de plaat verbonden tweede spaken met behulp van mechanische middelen paarsgewijs van en naar de eerste vaste spaak beweegbaar. De mechanische middelen kunnen daarbij zijn gevormd door twee op de eerste vaste spaken 20 aangebracht glijblokken, welke elk via twee scharnierend daarmee verbonden hefbomen zijn verbonden met twee bijbehorende scharnierende spaken waarbij elk glijblok via een kabeloverbrenging is gekoppeld met een liermechanisme. Op deze wijze kunnen na het plaatsen van de eerste vaste spaken 25 op een ring, de scharnierende spaken door het liermechanisme worden bewogen totdat deze een stand hebben ingenomen, waarbij deze spaken ook op de betreffende ring komen te liggen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de 30 werkvloerconstructie volgens de uitvinding, rusten vier stel afdekplaten op de spaken, waarbij elk stel een kwadrant van de kolomdoorsnede afdekken en elk stel een eerste binnenste plaat omvat die met een zijde tegen de centrale plaat aanligt en met zijn andere zijde aanligt tegen een tweede plaat, 35 welke op zijn beurt aanligt tegen een derde plaat en deze plaat weer aanligt tegen twee vierde platen, die aan hun buitenzijde een cirkelvormig verloop vertonen, waarbij de aansluitende zijden van de tweede en derde plaat en die van i o o ?: .

4 de derde en de vierde platen evenwijdig verlopen aan de koorden van de buitenzijden van de vierde platen, waarbij de grootste radiale afmeting van elk van de platen kleiner is dan de diameter van de in de wand van de kolom aanwezige 5 mangaten. Op deze wijze is met een beperkt aantal platen, die een afmeting hebben zodanig dat zij gemakkelijk door de aanwezige mangaten toegevoerd kunnen worden, een complete afdekking van de doorsnede van de kolom verkregen. Teneinde het aantal losse platen nog te beperken, zijn bij een verdere 10 uitvoeringsvorm van de werkvloerconstructie de eerste en tweede platen alsmede de derde en vierde platen scharnierend met elkaar verbonden.

De werkvloerconstructie volgens de uitvinding biedt een grote mate van veiligheid, omdat de gehele doorsnede van de 15 kolom wordt afgedekt, en zeer stabiel op de ringen kan worden aangebracht. Verder kan de constructie van de werkvloer licht en onbrandbaar worden uitgevoerd in aluminium of licht metaal. Verder bestaat deze werkvloer uit weinig delen en kan gemakkelijk worden verplaatst en hergebruikt.

20 Aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld enkele uitvoeringsvormen van een werkvloer zijn geschetst, zal de uitvinding nader worden toegelicht.

In figuur 1 is een werkvloerconstructie schematisch in bovenaanzicht weergegeven, waarbij slechts een gedeelte van 25 de werkvloer voorzien is van afdekplaten.

In figuur 2 en 3 is resp. in boven- en zijaanzicht een deel van het spakenstelsel in samengeklapte toestand weergegeven.

In figuur 4 en 5 is schematisch in doorsnede en 30 bovenaanzicht weergegeven hoe een werkvloer met behulp van een handlier in de kolom geplaatst kan worden.

In figuur 6 en 7 is schematisch weergegeven hoe het spakenstelsel in de kolomwand aangebracht kan worden.

In figuur 1 is met het verwijzingscijfer 1 schematisch 35 de omtrek van een kolombinnenwand aangegeven. Binnen deze kolomwand, is een spakenstelsel aangebracht dat is opgebouwd uit twee eerste spaken 2 die diametraal in eikaars verlengde liggen en vast verbonden zijn met een centrale plaat 3. Met 10 02 1 9 3 5 deze centrale plaat 3 zijn tevens twee paar ter weerszijden van de vaste spaken 2 gelegen scharnierende spaken 4 verbonden. Verder zijn in opnameopeningen van de centrale plaat 3 nog twee diametraal in eikaars verlengde liggende 5 spaken 5 aangebracht. De centrale plaat 3 en de daarmee verbonden vaste spaken 2, alsmede de scharnierend daarmee verbonden spaken 4, zijn nog nader in ingeklapte toestand getoond in de figuren 2 en 3, waaruit blijkt dat in ingeklapte toestand het samenstel van deze spaken en de 10 centrale plaat 3 in dwarsdoorsnede een zeer beperkte afmeting kan hebben. Uit deze figuren is ook te zien dat de plaat 3 in feite is opgebouwd uit twee parallele platen met daartussen een verbindingsstuk. Alle spaken zijn aan hun naar buitengekeerde einde voorzien van een draadeinde 7, waarmee 15 een materiaalblok 8 is verbonden. Het aanbrengen van het spakenstelsel in het inwendige van een kolom gaat als volgt; het spakenstelsel in de ingeklapte vorm, zoals getoond in figuur 2, wordt door een in de kolomwand aanwezig mangat naar binnen gebracht, daarna worden de uiteinden van de vaste 20 spaken 2 op een in de kolom aanwezige ring gelegd, waarna de spaken 4 worden uitgeklapt, zodat ook deze tegen de kolomwand en op de ring komen te liggen. Daarna worden de beide spaken 5 in de centrale plaat 3 aangebracht en ook zodanig in lengte in gesteld, dat deze op de ring komen te liggen. Door het 25 uitdraaien van het draadeinde 7 wordt het materiaalblok 8 van elk van de spaken tegen de binnenwand van de kolom 1 aangedrukt, zodat een stevige en stabiele bevestiging van het spakenwiel in de kolom 1 wordt verkregen. Daarna worden op het spakenstelsel afdekplaten aangebracht. Elk stelsel 30 afdekplaten bedekt een kwadrant van de kolomdoorsnede, waarbij het stelsel afdekplaten omvat, een plaat 10, welke aan een zijde aanligt tegen de centrale plaat 3. Dan volgt een plaat 11, een plaat 12 en twee platen 13. De platen 13 hebben aan hun buitenzijde een cirkelvormig verloop dat 35 overeenkomt met het verloop van de binnenwand 1 van de kolom. De aansluitzijde van de platen 13 met de plaat 12 en de aansluitzijde van de plaat 12 met de plaat 11, hebben een verloop dat evenwijdig is met de koorden van de buitenzijde 1 o ΰ i .

6 van de platen 13. De platen 10 en 11 zijn door scharnieren 14, scharnierend met elkaar verbonden, zodat dit platenstel samengeklapt kan worden, wat een vereenvoudiging meebrengt bij het inbrengen van deze platen in de kolom. Hetzelfde is 5 gedaan met de platen 13, welke scharnierend zijn verbonden via scharnieren 15 met de plaat 12. Opgemerkt zij hierbij nog dat de radiale afmeting van elk van de platen 10, 11 en 12 kleiner is dan de afmeting van het mangat, waardoor deze platen in de kolom moeten worden gebracht. Hoewel in figuur 1 10 slechts een van de kwadranten van de doorsnede van afdekplaten is voorzien, zal het duidelijk zijn, dat in de praktijk alle vier de kwadranten van afdekplaten zijn voorzien op dezelfde manier.

In figuur 4 en 5 is schematisch een deel van een kolom 15 weergegeven, waarbij een kolomwand l aan zijn binnenzijde is voorzien van ringen 16, waarop een spakenstelsel 17 en een spakenstelsel 18 is aangebracht. Het spakenstelsel 17 is daarbij voorzien van een handlier 19, welke via een kabel 20 is verbonden met het tweede spakenstelsel 18. Zoals in figuur 20 6 en 7 is aangegeven is deze kabel 20 verbonden met een glijblok 21, dat glijdend is bevestigd op de vaste spaak 2 van het spakenstelsel. Het glijblok 21 is middels hefbomen 22 verbonden met elk van de scharnierbare spaken 4, welke aan weerszijden van de vaste spaak 2 zijn gepositioneerd. Door 25 met de handlier 19 de kabel 20 aan te trekken, komt het glijblok 21 en daarmee de spaken .4 van de positie als getekend in figuur 6, in de positie, welke getekend is in figuur 7. Op deze wijze wordt het spakenstelel in plaats van met de hand nu met de handlier 19 vanuit zijn positie, waarin 30 het spakenstelsel in de kolom wordt ingebracht, gebracht in zijn werkpositie als getoond in figuur 7.

Uit het voorgaande moge duidelijk zijn dat de uitvinding een uitermate eenvoudige oplossing biedt voor het opbouwen van een werkvloer in een destillatiekolom. Het 35 inbrengen van de verschillende onderdelen door de mangaten van beperkte afmeting, kan hierbij zeer eenvoudig plaatsvinden, waarna door het tot onplooiïng brengen van het spakenstelsel binnenin de kolom een uitermate stabiele en 7 veilige positionering van de werkvloer in de kolom wordt bereikt. Door het afdekken van de gehele doorsnede met behulp van de afdekplaten is ook het gevaar van naar beneden vallend gereedschap of andere constructiedelen volledig ondervangen.

loc; i'o

Claims (7)

1. Verstelbare werkvloerconstructie geschikt om te worden toegepast in destillatiekolommen en dergelijke, waarbij de werkvloer kan rusten op aan de binnenzijde van de 5 kolomwand aanwezige ringen, met het kenmerk, dat de werkvloer is opgebouwd ut een stelsel spaken, welke verbonden zijn met een centrale plaat, waarbij twee diametraal in eikaars verlengde liggende eerste spaken vast met de plaat zijn verbonden en tenminste twee paar van aan weerszijden van de 10 eerste spaken gelegen tweede spaken scharnierbaar met de plaat zijn verbonden en twee derde spaken, diametraal in eikaars verlengde liggend, losneembaar in opneemopeningen van de centrale plaat zijn opgenoraen, waarbij op het spakenstelsel afdekplaten rusten die zo zijn gevormd, dat zij 15 de gehele kolomdoorsnede afdekken.

2. Verstelbare werkvloerconstructie volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de spaken in lengte instelbaar zijn.

3. Verstelbare werkvloerconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de naar buiten gerichte 20 spaakeinden zijn voorzien van een draadeinde dat met daartoe geeigende middelen in de lengterichting van de betreffende spaak kan worden bewogen, waarbij elk draadeinde is voorzien van een materiaalblok dat tegen de kolomwand en op een ring kan rusten.

4. Verstelbare werkvloerconstructie volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de scharnierbaar met de plaat verbonden tweede spaken met behulp van mechanische middelen paarsgewijs van en naar de eerste vaste spaak beweegbaar zijn.

5. Verstelbare werkvloerconstructie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de mechanische middelen zijn gevormd door twee op de eerste vaste spaken aangebracht glijblokken, welke elk via twee scharnierend daarmee verbonden hefbomen zijn verbonden met twee bijbehorende scharnierende spaken en 35 elk glijblok via een kabeloverbrenging is gekoppeld met een liermechanisme.

6. Verstelbare werkvloerconstructie volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vier stel 10 v ' afdekplaten op de spaken rusten, waarbij elk stel een quadrant van de kolomdoorsnede afdekken en elk stel een eerste binnenste plaat omvat die met een zijde tegen de centrale plaat aanligt en met zijn andere zijde aanligt tegen 5 een tweede plaat welke op zijn beurt aanligt tegen een derde plaat en deze derde plaat aanligt tegen twee verdere platen die aan hun buitenzijde een cirkelvormig verlopen, waarbij de aansluitende zijden van de tweede en derde plaat en die van de derde en de vierde platen evenwijdig verlopen aan de 10 koorde van de buitenzijde van de vierde platen, waarbij de grootste radiale afmeting van elk van de platen kleiner is dan de diameter van de in de wand van de kolom aanwezige mangaten.

7. Verstelbare werkvloerconstructie volgens conclusie 6, 15 met het kenmerk, dat de eerste en tweee platen alsmede de derde en vierde platen scharnierend met elkaar zijn verbonden. ' Γ, * /.