NL1002161C2

NL1002161C2 - Werkwijze voor de vervaardiging van een lucht- en vochtdichte kartonnen doos en doos verkregen met de werkwijze volgens de uitvinding.

Info

Publication number: NL1002161C2
Application number: NL1002161A
Authority: NL
Inventors: Johannes Fredericus Spronk
Original assignee: Spronk Johannes F
Priority date: 1996-01-23
Filing date: 1996-01-23
Publication date: 1997-07-25
Also published as: DE69705509D1; ES2160921T3; CN1081580C; CN1209782A; JP3457006B2; US6056680A; EA000387B1; EP0894068B1; DE69705509T2; JP2000505366A; AU726449B2; AU1321597A; ATE202755T1; PT894068E; EA199800596A1; TR199801406T2; GB9716259D0; KR19990081872A; GR3036801T3; KR100391342B1

Description

m

Titel: Werkwijze voor de vervaardiging van een lucht- en vochtdichte kartonnen doos en doos verkregen met de werkwijze volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Britse octrooi GB-B-2 155 908. De materie van deze publicatie wordt geacht 5 deel uit te maken van de beschrijving van de onderhavige aanvrage.

Een probleem van de bekende doos wordt gevormd door het opbrengen van het kleefmiddel met behulp waarvan de materiaalstrook met de plano wordt verbonden. Dit probleem 10 doet zich met name voor wanneer de doos in massa moet worden geproduceerd. De eindpanelen waarmee de materiaalstrook althans nagenoeg geheel wordt verbonden moeten op nauwkeurige wijze over het gehele gebied waarover de materiaalstrook zich uitstrekt van kleefmiddel worden voorzien zonder dat daarbij 15 kleefmiddel op de naburige eindpanelen belandt. Dit is van bijzonder belang omdat, indien kleefmiddel op de naburige eindpanelen belandt, het dan niet meer mogelijk is deze naburige eindpanelen tijdelijk naar buiten te vouwen terwijl tegelijkertijd de eindpanelen waarmee de materiaalstrook 20 althans nagenoeg geheel is verbonden naar binnen worden gevouwen. Wanneer deze situatie zich voordoet in een automatisch vervaardigingsproces, stokt het vervaardigingsproces, hetgeen tot grote verliezen leidt. Het aanbrengen van het kleefmiddel op de eindpanelen is derhalve 25 bijzonder kritisch. In het algemeen wordt het kleefmiddel aangebracht door een stempel waaronder de plano waaruit de doos wordt vervaardigd nauwkeurig dient te worden gepositioneerd. In de praktijk blijkt dat bij massafabrikage, dat wil zeggen bij vervaardiging van ca. 20.000-30.000 dozen 30 per uur, de positie van de plano onder het kleefmiddelstempel ca. 1,5 mm kan variëren. Het probleem dat zich derhalve voordoet wordt gevormd doordat het niet mogelijk is lucht- en 1002161 2 vochtdichte dozen zoals beschreven in GB-B-2 155 908 in massa te fabriceren.

Teneinde dit probleem op te lossen wordt de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1.

5 Doordat de kleefmiddellaag op het betreffende eindwandpanee1 telkens eindigt op enige afstand van de langsrand van het naburige eindwandpaneel, wordt verhinderd dat er tijdens het aanbrengen van het kleefmiddel op die betreffende eindwandpanelen kleefmiddel op de naburige 10 eindwandpanelen belandt. In de praktijk betekent dit dat bij een eindwandpaneel dat aan beide langsranden wordt begrensd door een naburig eindwandpaneel, de breedte van de bijvoorbeeld stempel of dergelijke voorziening voor het aanbrengen van het kleefmiddel op dat eindwandpaneel iets 15 kleiner is dan de afstand tussen de twee zijwandvouwlijnen van het zijwandpaneel waarmee het betreffende eindwandpaneel is verbonden. Door de maatregelen volgens de uitvinding is het uitgesloten dat het fabricageproces stokt als gevolg van het feit dat de situatie zich voordoet dat het niet mogelijk is de 20 naburige eindpanelen tijdelijk naar buiten te vouwen onder het gelijktijdig naar binnen vouwen van de eindpanelen waarmee de materiaalstrook althans nagenoeg geheel is verbonden.

Weliswaar wordt met de werkwijze volgens de uitvinding het voordeel verkregen dat de doos aldus met behulp van een 25 massafabricageproces kan worden vervaardigd, echter, de kans is aanwezig dat de doos niet meer lucht- en/of vochtdicht is. Doordat de eindwandpanelen waarmee de materiaalstrook althans nagenoeg geheel is verbonden ter plaatse van de langsranden niet meer worden voorzien van kleefmiddel - de stempel is 30 immers bewust minder breed uitgevoerd is het mogelijk dat er zich een lektunneltje tussen het betreffende eindwandpaneel en de materiaalstrook vormt. Een dergelijk lektunneltje strekt zich langs de langsrand van het eindwandpaneel uit vanaf het hoekpunt van de doos naar de doosbinnenruimte.

1002161 3

Teneinde de vorming van dergelijke lektunneltjes te verhinderen wordt de werkwijze volgens de uitvinding verder gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 2.

De ter plaatse van de beide langsranden van het 5 eindwandpaneel voorziene uitsparingen, die zodanig breed zijn dat kleefmiddel ten behoeve van het bevestigen van de materiaalstrook aan het betreffende eindwandpaneel aldaar vrij komt te liggen doordat deze daar tussen het eindwandpaneel en de materiaalstrook wordt weggeperst, bewerkstelligen ten 10 eerste dat de betreffende eindwandpanelen ter hoogte van deze uitsparingen over de gehele breedte van kleefmiddel zijn voorzien zodat daar tussen het eindwandpaneel en de materiaalstrook geen vorming van lektunneltjes mogelijk is. Doordat bovendien het kleefmiddel ten behoeve van het met 15 elkaar verbinden van de eindwandpanelen zodanig wordt aangebracht dat deze in verbinding staat met het genoemde vrij liggende materiaalstrookbevestigingskleefmiddel, wordt bij het dichtvouwen van de eindwandpanelen eveneens de vorming van lektunneltjes verhinderd. Immers, ter plaatse van de punten 20 waar zich een lektunneltje zou kunnen vormen staat de lijm ten behoeve van het vastzetten van de eindwandpanelen in verbinding met de lijm ten behoeve van het bevestigen van de materiaalstrook. In het eventueel aanwezige lektunneltje bevindt zich derhalve ter hoogte van de uitsparing een 25 "lijmdam" die het lekttunneltje hermetisch afsluit.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.

30 fig. 1 toont een doorsnede-aanzicht van het in fig la weergegeven bovenaanzicht van een plano waarbij de materiaalstrook met de plano is verbonden op de wijze zoals bekend uit de stand der techniek; fig. la toont een bovenaanzicht van een plano met een 35 daarop aangebrachte materiaalstrook die met de plano is verbonden op de wijze zoals bekend uit de stand der techniek; 1002161 4 fig. 2 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven in fig. 1 waarbij het kleefmiddel ten behoeve van de bevestiging de materiaalstrook op het eindpaneel eindigt op enige afstand van de langsranden van de naburige 5 eindwandpanelen; fig. 2a toont een bovenaanzicht van de in fig. 2 gedeeltelijk in doorsnede weergegeven plano; fig. 3 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht als weergegeven in fig. 1 waarbij de eindwandpanelen waarmee de 10 materiaalstrook althans nagenoeg geheel is verbonden zijn voorzien van uitsparingen die zich uitstrekken over de gehele lengte van de langsranden van die eindpanelen; fig. 3a toont een bovenaanzicht van de in fig. 3 gedeeltelijk in doorsnede weergegeven plano; 15 fig. 4 toont een doorsnede-aanzicht als weergegeven in fig. 1 waarbij de eindwandpanelen waarmee de materiaalstrook althans nagenoeg geheel is verbonden zijn voorzien van uitsparingen die zich uitstrekken over een deel van de lengte van de langsranden van die eindpanelen; 20 fig. 4a toont een bovenaanzicht van de in fig. 4 gedeeltelijk in doorsnede weergegeven plano; fig. 5 toont een bovenaanzicht van een gedeeltelijk samengestelde doos waarbij twee eindpanelen zich in een naar buiten gevouwen stand bevinden en twee eindpanelen zich in een 25 naar binnen gevouwen stand bevinden; fig. 6 toont een perspectief-aanzicht van de in fig. 5 in bovenaanzicht weergegeven doos in gedeeltelijk samengestelde toestand; en fig. 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een plano met 30 een op zichzelf reeds beschreven openingsvoorziening, welke plano op gewenste posities van uitsparingen is voorzien teneinde de luchtdichtheid van de doos te waarborgen.

Figuren 1-4 en 1A-4A tonen respectievelijk een doorsnede-aanzicht en een bovenaanzicht van een viertal verschillende 35 plano's. Elke weergegeven plano P is voorzien van een aantal zijwandpanelen 1-4 die onderling met elkaar zijn verbonden 1002161 5 door zijwandvouwlijnen 5-7. Verder heeft de plano P een aantal eindwandpanelen 8-11 die zijn verbonden met de zijwandpa-nelen 1-4 via respectievelijk eindwandvouwlijnen 13-16. De eindwandpanelen 8-11 worden elk begrensd door twee tegenover 5 elkaar gelegen vrije langsranden 8a, 8b, 9a, 9b, 10a, 10b, 11a, 11b en een tegenover de eindwandvouwlijn 13-16 gelegen vrije eindwandrand 1^-20. Na het uitsnijden van de plano P wordt ter plaatse van de of elke eindwandvouwlijn 13-16 een flexibele materiaalstrook S door kleven althans nagenoeg 10 geheel met de zijwandpanelen 1-4 en een aantal eindwandpanelen 8, 10 verbonden. Bovendien wordt de materiaal strook S met elk van een aantal andere eindwandpanelen 9, 11 onder vrijlating van twee driehoekige niet van kleefmiddel voorziene, nabij de vrije langsranden 9a, 9b, 11a, 11b van het 15 betreffende eindpaneel 9, 11 gelegen delen 21, 22, 23, 24 verbonden. Vervolgens wordt de plano P door vouwen en kleven samengesteld tot een doos.

De in de figuren 1 en IA weergegeven plano P, S is bekend uit GB-B-2 155 908. Zoals duidelijk weergegeven in fig. IA 20 grenzen de langsranden 8b, 9a; 9b, 10a en 10b, 11a nauw aan elkaar en stemt de breedte van het van kleefmiddel G voorziene gebied nauwkeurig overeen met de breedte van het betreffende eindwandpaneel 10. Dit geldt evenzeer ter plaatse van de langsrand 8b van het eindwandpaneel 8 en ter plaatse van de 25 langsrand 12a van het eindwandpaneel 12 dat is verbonden met een kleefmiddelpaneel 25. Teneinde er voor te zorgen dat de eindwandpanelen 8 en 10 zonder moeilijkheden naar hun eindpositie kunnen worden gevouwen, is het essentieel dat er geen kleefmiddel G van een eindwandpaneel 8, 10, waarmee de 30 materiaalstrook S althans nagenoeg geheel wordt verbonden, belandt op de naburige eindwandpanelen 9, 11, waarmee de materiaalstrook S slechts gedeeltelijk is verbonden. Dit is met name bij massaproduktie van de dozen niet te realiseren wanneer de breedte van bijvoorbeeld de stempel waarmee het 35 kleefmiddel G wordt opgebracht overeenstemt met de breedte van het eindwandpaneel 8, 10 waarop het kleefmiddel G moet worden i ü 0216 1 6 aangebracht. Massaproduktie van dozen die worden vervaardigd uit een plano met een op bekende wijze daarop aangebrachte materiaalstrook S zoals weergegeven in figuren 1, IA is derhalve niet mogelijk.

5 Teneinde dit probleem op te lossen wordt de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het kleefmiddel G ten behoeve van het vastkleven van de materiaalstroken S op de plano P, zodanig op de plano P wordt aangebracht dat de kleefmiddellaag G op het betreffende eindwandpaneel 8, 10, 12 10 telkens eindigt op enige afstand van de langsrand 9a, respectievelijk 9b en 11a, respectievelijk 11b van de het naburige eindwandpaneel 9, respectievelijk 11, 12. Een dergelijke uitvoering is duidelijk weergegeven in de figuren 2, 2A, 3, 3A, 4 en 4A.

15 De meest op de stand der techniek gelijkende uitvoeringsvorm is weergegeven in fign. 2 en 2a. De plano P is hierbij op bekende wijze uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de langsranden 8b, 9a, 9b, 10a, 10b, 11a, 11b, van de eindpa-nelen 8, 9, 10, 11 nauw aan elkaar grenzen. Slechts de wijze 20 waarop de kleefmiddellaag G is aangebracht is gewijzigd. Zoals in de beschrijvingsinleiding reeds is aangegeven bestaat bij deze de uitvoering toch nog een geringe kans op lekkage. Doordat de materiaalstrook S niet over de volle breedte van de panelen 8 en 10 met deze panelen is verbonden, kan zich een 25 zogenaamd lektunneltje 26 vormen waarlangs lucht of vloeistof kan stromen van het betreffende hoekpunt 27, 28, 29, 30 van de doos naar de doosbinnenruimte.

Teneinde deze kans op lek volledig uit te sluiten wordt volgens een nadere uitwerking van de uitvinding ter plaatse 30 van de langsranden 8b, 10a, 10b, 12a van de eindwandpa-nelen 8, 10, 12 die grenzen aan een naburig eindwandpaneel 9, 11 uitsparingen 31, 32 voorzien, die zodanig breed zijn dat kleefmiddel G ten behoeve van het bevestigen van de materiaalstrook S aan het betreffende eindwandpaneel 8, 10, 12 35 aldaar vrij komt te liggen doordat het kleefmiddel daar bij het aanwalsen van de materiaalstrook S, tussen de palno P en 1 0 0 2 1 6 1 7 de materiaalstrook S wordt weggedrukt. Tijdens het samensvouwen tot doos wordt kleefmiddel 33 ten behoeve van het met elkaar verbinden van de eindwandpanelen 8, 9, 10, 11 zodanig aangebracht dat dit kleefmiddel 33 in verbinding staat 5 met de genoemde vrijeliggende materiaalstrookbevestigings- kleefmiddel Gv. Doordat het kleefmiddel 33 ten behoeve van het met elkaar verbinden van de eindwandpa-nelen 8-11 zodanig wordt aangebracht dat dit kleefmiddel 33 in verbinding staat met het genoemde vrije liggende materiaalstrookbevestigings-10 kleefmiddel Gv, wordt bij het dichtvouwen van de eindwandpanelen 8-11 eveneens de vorming van lektunneltjes 26 verhinderd. Immers, ter plaatse van de punten waar zich een lektunneltje 26 zou kunnen vormen staat het kleefmiddel 33 ten behoeve van het vastzetten van de eindwandpanelen 8, 9, 10, 11 15 in verbinding met het kleefmiddel Gv ten behoeve van het bevestigen van de materiaalstrook S. In het eventueel aanwezige lektunneltje 26 bevindt zich derhalve ter hoogte van de uitsparing 31, 32 een "lijmdam" die het lekttunneltje 26 vloeistof en luchtdicht afsluit.

20 Zoals weergegeven in fig. 3 kan de uitsparing 31 zich over de gehele lengte de langsranden 8b, 10a, 10b, 12a van de eindwandpanelen uitstrekken. In het geval van het eind-paneel 10 dat aan beide wordt begrensd door een naburig eindpaneel 9, 11, is de afstand tussen de vrije langs-25 randen 10a, 10b van dat eindpaneel 10 iets kleiner is dan de breedte van het daarbij behorende genoemde kleefmiddelstempel of dergelijke kleefmiddelopbrengmiddelen. Aldus wordt bewerkstelligd dat het betreffende eindwandpaneel 10 altijd volledig van een kleefmiddellaag G wordt voorzien. Als gevolg 30 van het aanwalsen van de materiaalstrook S op de plano P wordt het kleefmiddel G ter plaatse van de uitsparingen 31 weggeperst en steekt de kleefmiddellaag G aldaar dan aan weerszijden van het eindwandpaneel 10 buiten de langsranden 10a, 10b uit. Met het naar binnen vouwen van het betreffende 35 eindwandpaneel 10 wordt de materiaalstrook S ook tegen de snijranden 10a, 10b aangekleefd en daarmee lucht- en 1002161 δ vloeistofdicht verbonden. Een klein nadeel van de zich over de gehele lengte van de langsranden 8b, 10a, 10b, 12a uitstrekkende uitsparing 31 is dat de doos iets gemakkelijker kan vervormen of schranken.

5 Teneinde de stijfheid van de doos nog verder te vergroten wordt de werkwijze volgens een alternatieve nadere uitwerking gekenmerkt doordat de afstand tussen de langsranden 8a, 8b, 10a, 10b van die eindwandpanelen 8, 10 waarmee de materiaalstrook S vrijwel geheel wordt verbonden in hoofdzaak 10 gelijk is aan de afstand tussen de zijwandvouwlijnen of zijwandrand 34, 5, respectievelijk 6, 7 van het zijwand-paneel 1, respectievelijk 3 waarmee het betreffende eindwandpaneel 8, respectievelijk 10 is verbonden, waarbij de of elke uitsparing 32 zich slechts over een deel van de totale 15 lengte van de betreffende langsrand 8b, 10a, 10b uitstrekt. Doordat de betreffende langsranden 8a, 8b, 10a, 10b in de samengevouwen toestand van de doos af gezien van de uitsparing 32 aanliggen tegen de eindwandvouwlijnen 14, 16 wordt de mogelijkheid tot schranken tot een minimum beperkt.

20 Bij alle weergegeven uitvoeringsvoorbeelden is de plano P

tevens voorzien van een een kleefmiddelpaneel 25 dat via een kleefmiddelpaneelvouwlijn 35 is verbonden met een langsrand van een aan een vrije uiteinde van de plano P gelegen zijwand 4. Met behulp van het kleefmiddelpaneel 25 kunnen de 25 beide aan de vrije uiteinden van de plano P gelegen zijwanden 1, 4 door kleven met elkaar worden verbonden. Het kleefmiddelpaneel 25 is via een eindwandvouwlijn 36 verbonden met ten minste één eindwandpaneel 12 met twee tegenover elkaar gelegen langsranden 12a, 12b en een tegenover de eindwandvouw-30 lijn 36 gelegen vrije eindrand 37. Teneinde ook bij dit hoekpunt 30 vorming van een lektunneltje 26 te verhinderen -immers, ook bij dit eindpaneel 12 eindigt de kleefmiddellaag G op enige afstand van de langsrand 11b van het naburige eindwandpaneel 11 wordt de langsrand 12a van het eindpa-35 neel 12 die is gekeerd naar het naburige eindwandpaneel 11 1002161 9 tevens voorzien van een uitsparing 31, 32 van de voornoemde soort.

Volgens een nadere uitwerking van de werkwijze volgens de uitvinding, waarvan het resultaat is weergegeven figuren 2-8, 5 is de plano voorzien van vier zijwandpanelen 1-4 en aan ten minste één einde van vier met de zijwandpanelen 1-4 verbonden eerste tot en met vierde eindwandpanelen 8-11. Bij het door vouwen en kleven tot doos samenstellen worden eerst de aan de uiteinden van de plano P gelegen zijwanden 1, 4 met elkaar 10 worden verbonden. Vervolgens worden het eerste en het derde eindwandpaneel 8, 10 waarmee de materiaalstrook S althans nagenoeg geheel is verbonden naar binnen gevouwen en worden het tweede en het vierde eindwandpaneel 9, 11 enigszins naar buiten gevouwen. Daarna wordt het kleefmiddel 33 ten behoeve 15 van het met elkaar verbinden van de eindwandpanelen 8-11 aangebracht en vervolgens wordt het tweede eindwandpaneel 9 en als laatste het vierde eindwandpaneel 11 in de eindstand gebracht.

Het is duidelijk dat ook een doos met meer of minder dan 20 vier zijwanden binnen het raam van de uitvinding valt. In de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden wordt uit kleefmiddel-besparingsoverwegingen slechts een smalle strook kleefmiddel 33 ten behoeve van het vastzetten van de eindwanden 8, 9, 10, 11 gebruikt. Het is echter duidelijk dat ook het gehele 25 in fig. 5 zichtbare oppervlak van de eindwandpanelen 8-11 kan worden voorzien van kleefmiddel 33. Noodzakelijk voor het bereiken van een goede afsluiting is dit echter niet.

Indien het tweede eindwandpaneel 9 een hoogte heeft die overeenstemt met de breedte van de, met de eerste en de derde 30 eindwand 8, 10 corresponderende zijwand 1, 3, kan volgens een nadere uitwerking van de uitvinding dit tweede eindwandpaneel 9 aan de vrije eindrand 18 daarvan zijn voorzien vein een tweetal uitsparingen 38, zodat het afdekken van het vrij liggende materiaalstrookkleefmiddel Gv bij het in de eindstand 35 brengen van het tweede eindwandpaneel 9 wordt verhinderd. In dit verband wordt met de hoogte van het eindwandpaneel 9 de i ü 0216 1 10 afstand aangeduid tussen de vrije rand 18 daarvan en de eindwandvouwlijn 14.

Het spreekt vanzelf dat de uitvinding tevens betrekking heeft op een doos verkregen met de werkwijze volgens één der 5 voorgaande conclusies.

In fig. 7 is nog een plano P getoond die is voorzien van een op zichzelf reeds beschreven strooi- of schenkopeningsvoorziening waarbij de plano P is voorzien van op de gewenste plaatsen aangebrachte uitsparingen 32, 38. Deze 10 uitvoeringsvorm is slechts weergegeven bij wijze van voorbeeld om aan te geven dat verschillende uitvoeringsmogelijkheden voor strooi- of schenkopeningen bij de werkwijze voor het verkrijgen van een lucht- en vloeistofdichte doos mogelijk zijn.

15 Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn.

Zo kunnen de eindwandpanelen zowel de top- als bodempanelen zijn. Het is tevens mogelijk dat de eindwandpa-20 nelen slechts de bodempanelen zijn en dat de bovenzijde van de doos op andere wijze vloeistof- en/of luchtdicht wordt afgesloten en vice versa. De materiaalstrook S kan tevens door een sealbewerking met de plano P worden verbonden. Het kleef-middel komt dan vrij door het verhitten van de materiaalstrook 25 S en/of een coating van de plano P. De stempel waarmee de materiaalstrook S wordt verhit dient dan volgens de uitvinding zodanige afmetingen dat het door de verhitting vrijkomende kleef- of sealmateriaal eindigt op enige afstand van de langsranden van de naburige eindwandpanelen. De positionering 30 van de sealstempel ten opzichte van de plano P behoeft ook in dit geval minder nauwkeurig plaats te vinden, zodat massafa-bricage met grote productiesnelheid mogelijk wordt.

Het is tevens duidelijk dat het kleefmiddel waarover in de beschrijving en de conclusies wordt gesproken ook één van de 35 componenten van een twee componentenkleefmiddel kan zijn waarvan de ene component is aangebracht op het gehele opper- 1002161 11 vlak van de materiaalstrook S en de andere component op de beschreven wijze volgens de uitvinding wordt aangebracht op de plano.

1002161

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een luchtdichte doos uit karton waarbij een plano (P) wordt uitgesneden voorzien 5 van zijwandpanelen (1, 2, 3, 4) die onderling met elkaar zijn verbonden door zijwandvouwlijnen (5, 6, 7), eindwandpanelen (8, 9, 10, 11) die verbonden zijn met de zijwandpanelen (1, 2, 3, 4) via respectievelijk eindwandvouwlijnen (13, 14, 15, 16), waarbij de eindwandpanelen (8, 9, 10, 11) elk worden 10 begrensd door twee tegenover elkaar gelegen vrije langsranden (8a, 8b, 9a, 9b, 10a, 10b, 11a, 11b) en een tegenover de eindwandvouwlijn (13, 14, 15, 16) gelegen vrije eindwandrand (17, 18, 19, 20), waarbij na het uitsnijden van het plano (P) zowel ter plaatse van de of elke eindwandvouwlijn (13, 14, 15, 15 16) een flexibele materiaalstrook (S) door kleven althans nagenoeg geheel met de zijwandpanelen (1, 2, 3, 4) en een aantal eindwandpanelen (8, 10) wordt verbonden, welke materiaalstrook met elk van een aantal andere eindwandpanelen (9, 11) onder vrijlating van twee driehoekige niet van 20 kleefmiddel voorziene, nabij de vrije langsranden (9a, 9b; 11a, 11b) van het betreffende eindpaneel (9, 11) gelegen delen (21, 22; 23, 24) wordt verbonden, waarbij vervolgens de plano (P) door vouwen en kleven wordt samengesteld tot de doos, met het kenmerk, dat het kleefmiddel (G) ten behoeve van het 25 vastkleven van de materiaalstroken (S) op de plano (P) zodanig wordt aangebracht dat de kleefmiddellaag (G) op het betreffende eindwandpaneel (8, 10) telkens eindigt op enige afstand van de langsrand (9a, 9b, 11a, 11b) van het naburige eindwandpaneel (9, 11).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, ter plaatse van de langsranden (8b, 10a, 10b) van het eindwandpaneel (8, 10) die grenzen aan een naburig eindwandpaneel (9, 11) uitsparingen (31, 32) worden voorzien, die zodanig breed zijn dat kleefmiddel (Gv) ten behoeve van 35 het bevestigen van de materiaalstrook (S) aan het betreffende eindwandpaneel (8, 10) aldaar vrij komt te liggen, waarbij 1002161 vervolgens kleefmiddel (33) ten behoeve van het met elkaar verbinden van de eindwandpanelen (8-11) zodanig wordt aangebracht dat deze in verbinding staat met het genoemde vrij liggende materiaalstrookbevestigingskleefmiddel (Gv).

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de uitsparingen (31) zich over de gehele lengte van de langsranden (8b, 10a, 10b) van de betreffende eindwandpanelen (8, 10) uitstrekken.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 10 afstand tussen de langsranden (8a, 8b; 10a, 10b) van die eindwandpanelen (8, 10) waarmee de materiaalstrook (S) vrijwel geheel wordt verbonden in hoofdzaak gelijk is aan de afstand tussen de zijwandvouwlijnen of zijwandrand (34, 5; 6, 7) van het zijwandpaneel (1, 3) waarmee het betreffende 15 eindwandpaneel (8, 10) is verbonden, waarbij de of elke uitsparing (32) zich slechts over een deel van de totale lengte van de betreffende langsrand (8b, 10a, 10b) uitstrekt.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de plano (P) tevens wordt voorzien van een kleefmiddel- 20 paneel (25) dat via een kleefmiddelpaneelvouwlijn (35) is verbonden met een langsrand (35) van een aan een vrij uiteinde van de plano (P) gelegen zijwand (4), met behulp van welk kleefmiddelpaneel (25) de beide aan de vrije uiteinden van de plano (P) gelegen zijwanden (1, 4) door kleven met elkaar 25 worden verbonden, waarbij ook het kleefmiddelpaneel (25) via een eindwandvouwlijn (36) is verbonden met ten minste één eindwandpaneel (12) met twee tegenover elkaar gelegen langsranden (12a, 12b) en een tegenover de eindwandvouwlijn (36) gelegen vrije eindrand (37), waarbij de langsrand (12a) van 30 het betreffende eindpaneel (12) die is gekeerd naar het naburige eindwandpaneel (11) tevens wordt voorzien van een uitsparing (31, 32) van de voornoemde soort.

6. Werkwijze volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de plano (P) is voorzien van vier zijwandpanelen (1, 2, 3, 35 4) en aan ten minste één einde van vier met de zijwandpanelen (1, 2, 3, 4) verbonden eerste tot en met vierde eindwand- 1002161 panelen (8, 9, 10, 11), waarbij eerst de aan de uiteinden van de plano gelegen zijwanden (1, 4) met elkaar worden verbonden, vervolgens het eerste en het derde eindwandpaneel (8, 10) waarmee de materiaalstrook (S) althans nagenoeg geheel is 5 verbonden naar binnen worden gevouwen en het tweede en het vierde eindwandpaneel (9, 11) enigszins naar buiten worden gevouwen, vervolgens het kleefmiddel (33) ten behoeve van het met elkaar verbinden van de eindwandpanelen (8, 9, 10, 11) wordt aangebracht en vervolgens het tweede eindwandpaneel (9) 10 en als laatste het vierde eindwandpaneel (11) in de eindstand wordt gebracht.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat, indien het tweede eindwandpaneel (9) een hoogte heeft die overeenstemt met de breedte van de, met de eerste en de derde 15 eindwand (8, 10) corresponderende zijwand (1, 3), dit tweede eindwandpaneel (9) aan de vrije eindrand (18) daarvan is voorzien van een tweetal uitsparingen (38), zodat het afdekken van het vrij liggende materiaalstrookkleefmiddel (Gv) bij het in de eindstand brengen van het tweede eindwandpaneel (9) 20 wordt verhinderd.

8. Doos verkregen met de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies. 1002161