NL1001749C2 - Koppelinrichting. - Google Patents
Koppelinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1001749C2 NL1001749C2 NL1001749A NL1001749A NL1001749C2 NL 1001749 C2 NL1001749 C2 NL 1001749C2 NL 1001749 A NL1001749 A NL 1001749A NL 1001749 A NL1001749 A NL 1001749A NL 1001749 C2 NL1001749 C2 NL 1001749C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plate
- coupling device
- bushes
- crane arm
- coupling
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 title claims description 37
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 title claims description 37
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 title claims description 37
- 230000004308 accommodation Effects 0.000 claims 1
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 5
- 238000007792 addition Methods 0.000 description 1
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 1
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F3/00—Dredgers; Soil-shifting machines
- E02F3/04—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
- E02F3/28—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging tools mounted on a dipper- or bucket-arm, i.e. there is either one arm or a pair of arms, e.g. dippers, buckets
- E02F3/36—Component parts
- E02F3/3604—Devices to connect tools to arms, booms or the like
- E02F3/3609—Devices to connect tools to arms, booms or the like of the quick acting type, e.g. controlled from the operator seat
- E02F3/3663—Devices to connect tools to arms, booms or the like of the quick acting type, e.g. controlled from the operator seat hydraulically-operated
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C3/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith and intended primarily for transmitting lifting forces to loose materials; Grabs
- B66C3/005—Grab supports, e.g. articulations; Oscillation dampers; Orientation
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66C—CRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
- B66C3/00—Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith and intended primarily for transmitting lifting forces to loose materials; Grabs
- B66C3/02—Bucket grabs
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F3/00—Dredgers; Soil-shifting machines
- E02F3/04—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
- E02F3/28—Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging tools mounted on a dipper- or bucket-arm, i.e. there is either one arm or a pair of arms, e.g. dippers, buckets
- E02F3/36—Component parts
- E02F3/40—Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets
- E02F3/413—Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets with grabbing device
- E02F3/4135—Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets with grabbing device with grabs mounted directly on a boom
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Jib Cranes (AREA)
Description
Korte aanduiding : Koppel inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een koppel inrichting voor het aankoppelen van een werktuig aan een kraanarm.
5 Aan een kraanarm gekoppelde werktuigen moeten veelvuldig worden uitgewisseld, daar voor verschillende werkzaamheden veelal verschillende werktuigen moeten worden toegepast. In vele gevallen wordt daarbij een werktuig aangekoppeld aan een aan het uiteinde van een kraanarm aangekoppelde draaimotor met behulp waarvan het werktuig 10 om een zich omhoog uitstrekkende draaiingsas ten opzichte van de kraanarm kan worden verdraaid. Daarbij zijn in het algemeen zowel de draaimotor als het werktuig ieder voorzien van een flens en moeten de flenzen met behulp van een aantal bouten aan elkaar worden bevestigd. Het aan- en afkoppelen van een werktuig is daarbij een tijdrovend 15 werk, onder meer doordat het bij het aankoppelen in lijn met elkaar brengen van de boutgaten moeilijk te bewerkstelligen is.
Volgens de uitvinding omvat nu de koppel inrichting een tweetal plaatvormige organen, waarvan er een bestemd is voor bevestiging aan de kraanarm en de ander bestemd is voor bevestiging aan 20 het werktuig, terwijl aan twee tegenover elkaar gelegen randen van de platen bussen zijn bevestigd, zodanig, dat deze bussen in aan elkaar gekoppelde stand van de platen in eikaars verlengde zijn gelegen, waarbij de platen met elkaar zijn gekoppeld met zich door de bussen uitstrekkende koppel assen.
25 Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding wordt een een eenvoudige opbouw bezittende koppel inrichting verkregen, bij toepassing waarvan een werktuig snel en eenvoudig aan een kraanarm aan te koppelen resp. van een kraanarm los te koppelen is.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 30 hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht op een mobiele kraan met een aan een kraanarm van de kraan gekoppeld werktuig.
Figuur 2 toont op grotere schaal een aan een draaimotor 35 gekoppeld werktuig in de vorm van een graafbak.
1001 749.
2
Figuur 3 toont op grotere schaal een zijaanzicht op de koppel inrichting met de beide plaatvormige organen op afstand van elkaar weergegeven.
Figuur 4 toont gedeeltelijk een aanzicht op figuur 3, 5 gezien volgens de pijl IV in figuur 3 en gedeeltelijk een doorsnede over figuur 3 gezien volgens de lijn IV’-IV’.
Figuur 5 toont een aanzicht op de koppel inrichting in de stand waarin de beide plaatvormige organen met elkaar zijn gekoppeld.
Figuur 6 toont gedeeltelijk een aanzicht op figuur 5 gezien 10 volgens de pijl VI en gedeeltelijk een doorsnede over figuur 5, gezien volgens de lijn VI*-VI* in figuur 5.
In figuur 1 is een zelfrijdende kraan 1 weergegeven, welke is voorzien van een uit meerdere delen opgebouwde kraanarm 2. Dergelijke zelfrijdende kranen zijn algemeen bekend, zodat ook een nadere 15 omschrijving van een dergelijke kraan hier niet noodzakelijk zal zijn. Verder wordt opgemerkt, dat de kraanarm bijvoorbeeld ook deel kan uitmaken van bijvoorbeeld een gebruikelijke op een vrachtwagen gemonteerde kraan of dergelijke en dat dus de uitvinding niet beperkt is op de toepassing bij een zelfrijdende kraan zoals schematisch in 20 figuur 1 is weergegeven.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is aan het vrije uiteinde van de kraanarm 2 een zogenaamde draaimotor 3 bevestigd, in het algemeen een hydraulisch aangedreven draaimotor, met behulp waarvan een aan deze draaimotor gekoppeld werktuig 4 om een zich 25 omhoog uitstrekkende draaiingsas draaibaar is. Ook dergelijke draai- motoren zijn algemeen gebruikelijk en zullen hier geen nadere beschrijving behoeven.
Aan de draaimotor is een werktuig 4 gekoppeld, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een graafbak, maar het zal duidelijk 30 zijn, dat ook andere soorten werktuigen aan de draaimotor kunnen worden gekoppeld onder toepassing van de constructie volgens de uitvinding.
Zoals nader weergegeven in de figuren 2-6 omvat de koppel-inrichting voor het aankoppelen van het werktuig 4 aan het uiteinde 35 van de kraanarm 2, meer in het bijzonder aan de draaimotor 3 een tweetal plaatvormige organen 5 en 6. Het plaatvormige orgaan 5 is met 10 (M 749.
3 behulp van bouten 7 bevestigd aan de onderzijde van de draaimotor 3. Gebruikelijk is de draaimotor 3 aan zijn onderzijde voorzien van een boutgaten bezittende flens 8, voor het opnemen van bouten met behulp waarvan een werktuig rechtstreeks aan de draaimotor kan worden be-5 vestigd. In het onderhavige geval wordt deze van boutgaten voorziene flens benut voor het met behulp van bouten daaraan vastklemmen van de deel van de koppel inrichting volgens de uitvinding uitmakende plaat 5.
Aan twee tegenover elkaar liggende langsranden van de plaat 5 zijn bussen 9 bevestigd, welke zich slechts over een deel van de 10 lengte van de plaat uitstrekken, zoals in het bijzonder duidelijk zal zijn uit figuur 3. De begrenzingsvlakken 10 van de uiteinden van iedere bus 9 sluiten daarbij een hoek van ± 45° in met de hartlijn van de desbetreffende bus, zodat in zijaanzicht gezien (figuur 3) de bus een min of meer trapeziumvormige vorm heeft.
15 In de onderzijde van iedere bus is een zich in de lengte richting van de bus uitstrekkende spleet 11 aangebracht (figuur 4).
Het aan het werktuig bevestigde plaatvormige orgaan 6 kan bijvoorbeeld aan dit werktuig zijn gelast of daaraan zijn vastgezet met behulp van niet nader weergegeven bouten of dergelijke.
20 Aan ieder van een tweetal tegenover elkaar gelegen be- grenzingsranden van de plaat 6 zijn een tweetal op enige afstand van elkaar gelegen bussen 12 en 13 bevestigd. De begrenzingsvlakken 14 resp. 15 van de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de bussen 12 en 13 sluiten eveneens een hoek van ± 45° met de in eikaars verlengde 25 liggende hartlijnen van de bussen 12 en 13 in. Daarbij is de uit voering zodanig getroffen, dat indien in de stand waarin het werktuig aan de kraanarm, meer in het bijzonder aan de draaimotor is gekoppeld en de plaatvormige delen 5 en 6 op elkaar rusten, de aan de plaat 5 bevestigde bussen 9 nauwsluitend tussen de naar elkaar toegekeerde 30 uiteinden van de beide bussen 12 en 13 zijn gelegen (figuur 5).
Daarbij vergemakkelijken de met elkaar samenwerkende begrenzingsvlakken 10 en 14 en 15 het inschuiven van de bussen 9 tussen de bussen 12 en 13.
In ieder stel van in eikaars verlengde gelegen bussen 12 en 35 13 is een vrij om zijn hartlijn draaibare koppelas gelegerd, welke is opgebouwd uit een tweetal in de desbetreffende bussen 12 en 13 ge- 1 ü J /49.
4 legerde in doorsnede ronde asstukken 16 en 17 en een deze beide asstukken verbindend stripvormig tussenstuk 18. De dikte van dit tussenstuk 18 komt nagenoeg overeen met de breedte van de spleet 11.
Tijdens het aankoppelen van het werktuig aan het uiteinde 5 van de kraanarm resp. aan de draaimotor zullen de koppelassen 16-18 ingesteld worden in een stand, waarin de stripvormige delen 18 verticaal staan, zoals weergegeven in figuur 4. Bij het naar beneden bewegen van het plaatvormige orgaan 5 in de richting volgens pijl A met behulp van de het plaatvormige orgaan 5 ondersteunende kraanarm 10 zullen de aan het plaatvormige orgaan 5 bevestigde bussen 9 tussen de desbetreffende bussen 12 en 13 worden geplaatst, terwijl daarbij de stripvormige delen 18 door de in de onderzijden van de bussen 9 aangebrachte spleten 11 tot in het inwendige van de bussen 9 bewegen. Vervolgens kunnen de koppelassen 16-18 over een hoek van 90° worden 15 verdraaid, zodat de stripvormige delen 18 een horizontale stand innemen, zoals weergegeven in het rechter gedeelte van figuur 6. Het zal duidelijk zijn, dat in deze stand de beide plaatvormige organen 5 en 6 van de koppel inrichting vast aan elkaar zijn bevestigd.
De koppelassen 16-18 kunnen in de in figuur 4 en/of figuur 20 6 weergegeven stand tegen verdraaiing worden geborgd met behulp van niet nader weergegeven middelen, bijvoorbeeld met behulp van borgpennen, die worden gestoken door in de koppel as en de bus 12 en/of 13 aangebrachte gaten.
Voor het loskoppelen van het werktuig van het uiteinde van 25 de kraanarm zullen de koppelassen weer vanuit de in figuur 6 weer gegeven stand over 90° worden gedraaid naar de in figuur 4 weergegeven stand, waarna het plaatvormige orgaan 5 met de daaraan bevestigde bussen 9 kan worden opgetild en het werktuig vrij van de kraanarm zal zijn.
30 Uit bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat met behulp van de koppel inrichting een snel en eenvoudig aankoppelen van een werktuig aan het uiteinde van een kraanarm of dergelijke te bewerkstelligen is.
Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang variaties en/of aanvullingen op boven omschreven constructie mogelijk. 35 Zo kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van hydraulische verstelcylinders, die zijn opgenomen in of in het verlengde gelegen 10 01 749.
5 van de bussen 9 en/of 12, 13, en met behulp waarvan koppelassen in en uit de andere bussen te schuiven zijn.
1 0 u i /49,,
Claims (9)
1. Koppel inrichting voor het aankoppelen van een werktuig aan een kraanarm, met het kenmerk, dat de koppel inrichting een tweetal 5 plaatvormige organen omvat, waarvan er een bestemd is voor bevestiging aan de kraanarm en de ander bestemd is voor bevestiging aan het werktuig, terwijl aan twee tegenover elkaar gelegen randen van de plaatvormige organen bussen zijn bevestigd, zodanig, dat deze bussen in aan elkaar gekoppelde stand van de plaatvormige organen in eikaars 10 verlengde zijn gelegen, en waarbij de platen met elkaar zijn gekoppeld met zich door de bussen uitstrekkende koppel assen.
2. Koppel inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een plaatvormig orgaan langs een zijkant is voorzien van een tweetal op afstand van elkaar gelegen bussen waartussen een aan het andere 15 plaatvormige orgaan gelegen bus past.
3. Koppel inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan tegenover elkaar gelegen zijkanten van de plaatvormige organen bussen zijn aangebracht.
4. Koppel inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat met elkaar samenwerkende begrenzingsvlakken van aan de plaatvormige organen bevestigde bussen een hoek insluiten met' de hartlijnen van de desbetreffende bussen.
5. Koppel inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een koppel as is voorzien van ten minste een in een 25 met een plaatvormig orgaan verbonden bus passend in doorsnede rond gedeelte en van een stripvormig deel, bestemd voor opname in een aan het andere plaatvormige orgaan bevestigde bus, die voorzien is van een in lengterichting van de desbetreffende bus verlopende spleet voor de doorvoer van het stripvormige deel.
6. Koppel inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het stripvormige deel is gelegen tussen een tweetal in doorsnede ronde gedeelten van de koppel as.
7. Koppel inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een koppel as met behulp van een hydraulische verstel-35 cylinder verstelbaar is. 10 01> 4 D.
8. Combinatie van een kraanarm en een aan het uiteinde van de kraanarm gekoppeld werktuig, waarbij tussen het werktuig en de kraanarm een koppel inrichting volgens een der voorgaande conclusies is aangebracht.
10 C :
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1001749A NL1001749C2 (nl) | 1995-11-27 | 1995-11-27 | Koppelinrichting. |
DE1996149002 DE19649002A1 (de) | 1995-11-27 | 1996-11-27 | Verbindungsvorrichtung |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1001749A NL1001749C2 (nl) | 1995-11-27 | 1995-11-27 | Koppelinrichting. |
NL1001749 | 1995-11-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1001749C2 true NL1001749C2 (nl) | 1997-05-30 |
Family
ID=19761920
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1001749A NL1001749C2 (nl) | 1995-11-27 | 1995-11-27 | Koppelinrichting. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE19649002A1 (nl) |
NL (1) | NL1001749C2 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4295287A (en) * | 1980-04-10 | 1981-10-20 | J. I. Case Company | Backhoe bucket quick coupler |
EP0168711A1 (de) * | 1984-07-11 | 1986-01-22 | Erich Sennebogen | Greifvorrichtung |
DE3832266A1 (de) * | 1987-09-25 | 1989-04-06 | Franz Winkelbauer | Kupplungseinrichtung |
AT395804B (de) * | 1988-11-25 | 1993-03-25 | Ego Kunststoffwerk Ag | Verschlusseinrichtung |
-
1995
- 1995-11-27 NL NL1001749A patent/NL1001749C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1996
- 1996-11-27 DE DE1996149002 patent/DE19649002A1/de not_active Withdrawn
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4295287A (en) * | 1980-04-10 | 1981-10-20 | J. I. Case Company | Backhoe bucket quick coupler |
EP0168711A1 (de) * | 1984-07-11 | 1986-01-22 | Erich Sennebogen | Greifvorrichtung |
DE3832266A1 (de) * | 1987-09-25 | 1989-04-06 | Franz Winkelbauer | Kupplungseinrichtung |
AT395804B (de) * | 1988-11-25 | 1993-03-25 | Ego Kunststoffwerk Ag | Verschlusseinrichtung |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE19649002A1 (de) | 1997-05-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5293949A (en) | Chassis for endless track type vehicles | |
EP1003655B1 (de) | Fahrbare arbeitsmaschine mit teleskopierbaren stützauslegern | |
EP1232968B1 (de) | Beschicker und Montagevorrichtung | |
EP1580331B1 (de) | Unterwagen für mobile Arbeitsmaschinen | |
EP2836659B1 (de) | Herstellungsverfahren für einen mastarm und betonverteilermast | |
DE102008032739B4 (de) | Mobilkran und Verfahren zur Montage | |
CN101717049B (zh) | 移动式起重机及其组装方法和用于移动式起重机的耳轴 | |
US20070045212A1 (en) | Transport-optimized crane undercarriage | |
WO2018073067A1 (de) | Förderbandanordnung einer material-verarbeitungseinrichtung | |
EP0839230B1 (en) | Paving machine with extended telescoping members | |
EP2794345A1 (de) | Lastkraftwagen mit einem mehrachsigen fahrgestell zum transportieren, absetzen und aufnehmen von stückgut | |
EP1008549A2 (de) | Kranfahrzeug | |
DE60314221T2 (de) | Raupenfahrzeug | |
NL1001749C2 (nl) | Koppelinrichting. | |
DE102019130526B4 (de) | Unterwagensystem für ein Raupenfahrzeug, Raupenfahrzeug und Verfahren zum Teilzerlegen eines Unterwagensystems für einen Transport | |
WO1998005581A2 (de) | Kranfahrzeug | |
EP0233367A1 (de) | Motorplaniergerät | |
EP1125832B1 (en) | Crawler crane having identical left and right crawler assemblies | |
WO2013189622A2 (de) | Bodenverdichtungsgerät | |
EP0869051B1 (en) | Mechanical track drive | |
DE3405259C2 (de) | Straßentieflader, insbesondere Tiefladeranhänger für Sattelzugmaschinen | |
EP1575350B1 (en) | Automated hitching system | |
NL8203966A (nl) | Inrichting voor het reinigen van producten. | |
NL1006481C2 (nl) | Barrierkoppeling. | |
WO1980001682A1 (en) | Adjustable double link mounting |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020601 |