NL1001067C2 - Plantenbak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Plantenbak.

Beschrijving 5 De onderhavige uitvinding betreft een plantenbak, en bij voorkeur een plantenbak voorzien van een achterwand.

Plantenbakken voor het opnemen van bodemmateriaal en erin geplaatste bloemen, planten of andere vegetatie zijn algemeen bekend. Dergelijke plantenbakken omvatten een in hoofdzaak gesloten bak met 10 een bodem en één of meer zijwanden. De plantenbak kan zijn voorzien van één of meer uitstroomopeningen of overlopen voor het uit de plantenbak afvoeren van overtollig water. Dergelijke plantenbakken kunnen op de grond worden geplaatst, aan muren worden opgehangen, op staanders worden geplaatst, etc.

15 De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een tegen een verticaal vlak plaatsbare plantenbak, die een vlakke aansluiting op het verticale vlak mogelijk maakt bij een zich verticaal uitstrekkend, ten opzichte van de wand uitstekend langwerpig lichaam.

De onderhavige uitvinding heeft hierbij in het bijzonder tot doel 20 enerzijds het verschaffen van een tegen een gevel plaatsbare plantenbak, die een vlakke aansluiting op de gevel mogelijk maakt bij zich verticaal uitstrekkende, ten opzichte van de gevel uitstekende lichamen, en anderzijds het verschaffen van een rondom een zich verticaal uitstrekkend, vrijstaand lichaam plaatsbaar plantenbaksamenstel.

25 Voorgaand hoofddoel en de voorgaande bijzondere doelen worden volgens de uitvinding bereikt, doordat de achterkant twee aan de buitenkant van de plantenbak in hoofdzaak vlakke delen omvat, en doordat tussen deze aan de buitenzijde in hoofdzaak vlakke delen een uitsparing is gevormd voor het opnemen van een zich in hoofdzaak verticaal 30 uitstrekkend lichaam.

Voorgaand hoofddoel en de voorgaande bijzondere doelen worden volgens de uitvinding verder bereikt, doordat de achterwand twee wand-delen omvat, waarvan de buitenkanten in hoofdzaak in één plat vlak liggen, en doordat tussen deze wanddelen een door een uitsparingswand 35 begrensde, naar beneden, naar boven en naar achter toe open uitsparing is gevormd voor het opnemen van een zich verticaal uitstrekkend lichaam, waarbij de uitsparingswand de twee wanddelen van de achterwand met elkaar verbindt.

1001067 2

De twee wanddelen van de achterwand of de twee aan de buitenkant van de plantenbak in hoofdzaak vlakke delen laten zich hierbij tegen een verticaal vlak plaatsen, terwijl het ten opzichte van het verticale vlak uitstekende langwerpige lichaam in de uitsparing valt. Het 5 verticale vlak kan hierbij een gevel van een gebouw zijn, maar kan evengoed de achterwand van een tweede plantenbak volgens de uitvinding betreffen.

De plantenbak volgens de uitvinding kan velerlei vormen aannemen; essentiëel is hierbij dat de plantenbak volgens de uitvinding is voor-10 zien van een uit twee aan de buitenkant in hoofdzaak vlakke delen opgebouwde achterkant, waartussen een uitsparing voor het opnemen van een zich verticaal uitstrekkend lichaam is gevormd. Een dergelijke plantenbak laat zich tegen gevels plaatsen ter plaatse van regenpijpen, op de gevel aangebrachte elektriciteitsleidingen en andere langs 15 de gevel aangebrachte, ten opzichte van het gevelvlak uitstekende, zich verticaal uitstrekkende lichamen. De bloembak volgens de uitvinding kan hierbij op eenvoudige wijze een ten opzichte van het gevelvlak uitstekende hindernis nemen, zonder dat de vlakke aanligging van de bloembak tegen de gevelwand verstoord wordt. Dit biedt velerlei 20 voordelen:

Ten opzichte van het gevelvlak uitstekende, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende lichamen, zoals bijvoorbeeld regenpijpen, laten zich beschermen tegen beschadigingen. Deze beschermende werking is enerzijds toe te schrijven aan de afscherming of be-25 dekking van het zich verticaal uitstrekkende lichaam, anderzijds aan het effect van de in de plantenbak plaatsbare planten. Bij het waarnemen van planten e.d. is men over het algemeen geneigd, ten aanzien hiervan meer voorzichtigheid in acht te nemen, dan bij het waarnemen van een vermeend "stevig" lichaam, zoals een 30 regenpijp, een staander voor een verkeersobject, een boom, etc.

Het ten opzichte van het gevelvlak uitstekende lichaam laat zich ter plaatse van de bloembak geheel wegwerken.

De bloembak laat zich door zijn vlakke aanligging tegen de gevel-wand op betrouwbare en stevige wijze aan de gevel bevestigen.

35 Volgens een voordelige uitvoeringsvorm kan de in het horizontale vlak beschouwde dwarsdoorsnede van de uitsparing rechthoekig zijn. Deze dwarsdoorsnede kan echter op zeer voordelige wijze ook ten minste gedeeltelijk boogvormig, zoals cirkelboogvormig, zijn. Een dergelijke 1001067 3 boogvormige uitsparing is in het bijzonder geschikt voor het opnemen van ronde regenpijpen.

Volgens de uitvinding kan het zich verticaal uitstrekkende lichaam een regenpijp, in het bijzonder een tegen een gevel aange-5 brachte regenpijp zijn.

Het zich verticaal uitstrekkende lichaam kan volgens de uitvinding ook een vrijstaand lichaam, zoals de stam van een boom of een verticale staander van een verkeersobject zoals een verkeersbord, lichtmast, stoplicht, etc. zijn.

10 Teneinde de plantenbak volgens de uitvinding verheven boven de grond te kunnen aanbrengen, kan de plantenbak een staander voor het ondersteunen van de plantenbak omvatten, waarbij het volgens de uitvinding in het bijzonder zeer voordelig is wanneer de staander een kapvormige staander is, die een van achter, van boven en van onder 15 open holte voor het opnemen van het zich verticaal uitstrekkende lichaam omsluit, en wanneer deze holte met zijn open bovenzijde aansluit op de open onderzijde van de uitsparing in de plantenbak. Een dergelijke verticale, kapvormige staander vormt hierbij een bescherming van het zich verticaal uitstrekkende lichaam. In het geval van 20 regenpijpen wordt hierbij dan op zeer voordelige wijze het kapotstoten van de regenpijp tegengegaan, terwijl ook bij bijvoorbeeld een stam van een boom beschadiging van de bast van de boom ten gevolge van hier tegenaan stoten is te voorkomen.

In het bijzonder wanneer het zich in hoofdzaak verticaal uit-25 strekkende lichaam een langs een gevel verlopende regenpijp betreft, kan het volgens de uitvinding voordelig zijn wanneer het kapvormige lichaam aan de onderzijde is voorzien van een wijder gedeelte, bij voorkeur een zich naar beneden toe verwijdend gedeelte. Een dergelijk wijder gedeelte kan op eenvoudige wijze een zich van de gevel verwij-30 derend bochtdeel aan de onderzijde van een regenpijp opnemen. Dergelijke zich van de gevel verwijdende bochtdelen komen in de praktijk vaak voor, daar de hemelwaterafvoer op het riool zich veelal niet vlak tegen de gevel bevindt.

Voor de positionering van het kapvormige lichaam op het zich in 35 hoofdzaak verticaal uitstrekkende langwerpige lichaam is het volgens de uitvinding voordelig wanneer in de holte van het kapvormige lichaam een door het op te nemen, zich verticaal uitstrekkende lichaam samendrukbaar kunststofelement, zoals bijvoorbeeld een samendrukbare 1 0 0 1 0 6 7 i» schuimplastic schijf, is aangebracht. Voor een eenvoudige goede positionering is het hierbij voordelig wanneer twee of eventueel meer van dergelijke kunststofelementen met een tussenafstand of tussenafstanden in het kapvormige lichaam zijn aangebracht.

5 Volgens een voordelige uitvoeringsvorm kunnen aan de buitenzijde van het kapvormige lichaam verdere plantenbakjes zijn aangebracht, die ten opzichte van de plantenbak relatief klein zijn. Dergelijke plantenbakjes kunnen losneembaar aan het kapvormige lichaam zijn opgehangen, of hieraan al dan niet onlosmakelijk zijn bevestigd.

10 De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een plantenbak volgens de uitvinding, een regenpijp en een gevel, waarbij de regenpijp langs de gevel, ten opzichte van het gevelvlak uitstekend verloopt, en de plantenbak met de uitsparing om de regenpijp tegen de gevel is geplaatst. De regenpijp kan hierbij direct aan de gevel zijn 15 bevestigd, hetgeen bij langere regenpijpen in het algemeen het geval zal zijn. De regenpijp kan eventueel gedeeltelijk in de gevel verzonken zijn. Bij een dergelijk samenstel is het volgens de uitvinding voordelig wanneer boven de plantenbak een gat in de regenpijp is gevormd, en wanneer in dit gat een geleidingsorgaan is gestoken om water 20 vanuit de regenpijp naar de plantenbak te leiden. Het bewateren van de plantenbak zal dan automatisch plaatsvinden wanneer via de regenpijp hemelwater wordt afgevoerd.

De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van twee plantenbakken volgens de uitvinding, welke plantenbakken met de ach-25 terwanden tegen elkaar bevestigbaar zijn, zodanig dat de uitsparings-wanden tezamen één verticale doorgang omsluiten. Een dergelijk samenstel van twee plantenbakken laat zich bijvoorbeeld aanbrengen rondom een stam van een boom, een staander van een verkeersobject zoals een verkeersbord, een straatlantaarn, een stoplicht, etc. Bij bijvoorbeeld 30 optochten waar zeer veel mensen op afkomen, zijn dergelijke objecten dan met planten en bloemen te versieren, hetgeen als zeer belangrijk bijkomend voordeel heeft dat dergelijke objecten hierbij tevens beschermd worden, in het bijzonder ook omdat men geneigd is voorzichtiger met een met planten en/of bloemen gevulde plantenbak om te gaan 35 dan ®et een staander van een verkeersobject of een stam van een boom. Op voordelige wijze kunnen de plantenbakken hierbij scharnierend met elkaar verbonden zijn.

1001067 5

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van in tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht. Hierin toont:

Fig. 1 een schematisch aanzicht in perspectief van een regenpijp, 5 die wordt bedekt door een plantenbak en een verticale kapvormige staander volgens de uitvinding;

Fig. 2 een langsdoorsnedeaanzicht van een plantenbak en kapvormige staander volgens Fig. 1 in tegen een gevel geplaatste toestand;

Fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van een samenstel van twee 10 met de achterwanden tegen elkaar plaatsbare plantenbakken volgens de uitvinding;

Fig. 4 een schematisch zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, van een samenstel van twee met de achterwanden tegen elkaar plaatsbare plantenbakken; en 15 Fig· 5 een schematisch aanzicht in perspectief v&n een regenpijp, die wordt bedekt door een plantenbak zonder achterwand.

Fig. 1 toont perspectivisch, op schematische wijze, en in Fig. 2 in langsdoorsnede, een plantenbak volgens de uitvinding. De plantenbak 1 is voorzien van een achterwand 2 voorzien van twee achterwanddelen 3 20 en 4 waarvan de buitenkanten (dat wil zeggen de verticale aan de buitenkant van de bak gelegen oppervlakken) in hoofdzaak in één plat vlak liggen. De, de achterwanddelen 3 en 4 omvattende, achterwand 2 van de plantenbak 1 laat zich aldus vlak aanliggend tegen een in Fig. 1 niet weergegeven gevelwand plaatsen. Tussen de achterwanddelen 3 en 4 is 25 een uitsparingswand 5 gevormd, die bestaat uit twee haaks op de achterwanddelen 3 en 4 bestaande wandsegmenten en een cirkelboogvormig wandsegment. Deze uitsparingswand 5 omsluit een naar achter, naar boven en naar beneden toe open uitsparing waarin een regenpijp 6 past. De plantenbak 1 laat zich aldus op de in Fig. 1 aangegeven wijze over 30 een langs een slechts in Fig. 2 met 14 aangeduide gevelwand verlopende regenpijp 6 plaatsen.

De plantenbak volgens Fig. 1 is verder voorzien vein een bodem 7. zijwanden 8, een voorwand 9 en schuine wanddelen 10, die de zijwanden 8 en voorwand 9 onderling verbinden. De plantenbak 1 is verder voor-35 zien van een staander 11, die de al dan niet hieraan vastgemaakte plantenbak 1 ondersteunt. Deze staander 11 bestaat uit een kap, die aan de bovenzijde, de onderzijde en de achterzijde open is, zodat deze over een langs een gevel verlopende regenpijp 6 is te plaatsen. De 1001067 6 kapvormige staander 11 is aan de onderzijde voorzien van een zich naar beneden toe verwijdend deel 12. Zoals in het bijzonder uit Fig. 2 duidelijk zal zijn, is een dergelijk zich verwijdend deel 12 bijzonder geschikt voor het opnemen van een zich van de gevel lk verwijderend 5 bochtdeel 13 onderaan de regenpijp 6. De kapvormige staander 11 en de plantenbak 1 volgens de uitvinding beschermen de regenpijp 6 en het onderste bochtdeel 13 tegen beschadigingen, niet alleen ten gevolge van de bedekking, maar ook ten gevolge van het voorzichtigheid stimulerende effect van planten en bloemen. Dergelijke beschadigingen doen 10 zich in de praktijk vaak voor, daar regenpijpen vaak zijn vervaardigd van kunststof en als van de gevelwand uitstekende elementen zeer kwetsbaar zijn. De staander 11 kan volgens de uitvinding dienen voor het in verticale richting ondersteunen van de plantenbak 1, maar de plantenbak 1 kan ook, zoals in Fig. 2 door de speling 15 tussen de 15 staander 11 en de plantenbak 1 aanschouwelijk gemaakt, direct aan de gevel 14 worden bevestigd zonder dat de plantenbak door de staander 11 wordt ondersteund. Ook in dit geval biedt de staander 11 nog bescherming van de in het algemeen kwetsbare regenpijp 6.

Fig. 3 toont in bovenaanzicht op schematische wijze een samenstel 20 van twee plantenbakken 31 volgens de uitvinding, die bij 32 scharnierend met elkaar zijn verbonden. In dichtgeklapte gesloten toestand omsluiten de uitsparingswanden 3^ tezamen een verticale doorgang, welke een vereniging van de ruimtes van de uitsparingen 33 vormt. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijk samenstel van plantenbakken 31 25 volgens de uitvinding zich op betrekkelijk eenvoudige wijze laat aanbrengen rondom de stam van een boom, rondom een staander van een ver-keersobject, etc.

Een samenstel van plantenbakken 31. zoals in Fig. 3 weergegeven, wordt volgens de uitvinding op voordelige wijze ondersteund door twee 30 kapvormige staanders 35. die eventueel ook scharnierend met elkaar kunnen zijn verbonden. Deze kapvormige staanders 35 kunnen aan de plantenbakken 31 zijn bevestigd, maar de plantenbakken 31 kunnen hier ook los op zijn ondersteund. In de kapvormige staanders 35 zijn schijven 36 van een samendrukbare kunststof aangebracht. Dergelijke samen-35 drukbare schijven 36 maken het positioneren en fixeren van de kappen 35 ten opzichte van het zich hierdoorheen uitstrekkende, in hoofdzaak verticale lichaam 37. in dit geval een stam van een boom, mogelijk.

1 0 0 1 0 6 7 7

Het zal duidelijk zijn dat op de plantenbak volgens de uitvinding vele varianten denkbaar zijn. De plantenbak volgens de uitvinding kan bij plaatsing tegen een gevel bijvoorbeeld aan de gevel worden opgehangen, al dan niet ondersteund door een staander, zoals bijvoorbeeld 5 een kapvormige staander, maar kan ook direct op de grond ondersteund tegen een gevel worden geplaatst.

De plantenbak volgens de uitvinding en de kapvormige staander hiervoor kunnen worden vervaardigd van kunststof, van metaal, van hout, etc. Ze kunnen uiteenlopende kleuren hebben, en van reliëfs en 10 andere dessins zijn voorzien. De buitenvlakken vein de in één plat vlak liggende wanddelen van de achterwand kunnen vlak zijn, maar kunnen ook zijn voorzien van oneffenheden, zoals verstijvingsribben, etc.

De kapvormige staander kern zijn voorzien van kleinere bloembak-jes, al dan niet losneembar aan de staander bevestigd. Dergelijke 15 bloembakjes zijn in Fig. 2 met 4l aangeduid.

Schijfvormige samendrukbare elementen 36 kunnen ook zijn voorzien in de uitsparing in de bloembak en in de holte van de staander 11 uit Figuren 1 en 2.

In de regenpijp 6 kan boven de plantenbak een gat 42 zijn ge-20 vormd, waarin een gootachtig geleidingsorgaan 43 kan zijn gestoken om hemelwater vanuit de regenpijp naar de plantenbak te leiden.

Fig. 5 toont een plantenbak 51 die zich van de plantenbak 1 uit Fig. 1 onderscheidt door het ontbreken van een achterwand.

De plantenbak uit Fig. 5 omvat een bodem 57. zijwanden 58. een 25 voorwand 59. en verbindingswanden 60 tussen zijwanden 58 en voorwand 59-

De bodem 57 van de plantenbak is aan de achterkant voorzien van een insnijding 63. die een uitsparing voor het opnemen van regenpijp 6 vormt. De plantenbak 51 is voor aanligging tegen een verticaal geori-30 enteerd oppervlak vlak aan de achterkant voorzien van twee aan de buitenkant van de plantenbak in hoofdzaak vlakke delen. Elk vlak deel omvat hierbij een gedeelte 62 van de achterrand van de bodem (welke achterrand in totaal bestaat uit twee gedeeltes 62 en de, de insnijding begrenzende, rand 64) en de achterrand 61 van de aangrenzende zijwand 35 58.

Om te voorkomen dat aarde uit de bak valt, is het voordelig de achterranden te voorzien van een afdichting. Deze afdichting kan bijvoorbeeld na plaatsing van de plantenbak aan te brengen afdichtkit 1001067 8 omvatten, maar kan ook niet-weergegeven stroken van een flexibel materiaal omvatten.

Ook is het denkbaar op de bodem 57 een van een insnijding voorziene rubberen mat te leggen, die bij de achterrand 62, 63 van de 5 bodem uitsteekt voor het verschaffen van een afdichting.

1001067

Claims (15)

1. Plantenbak, met het kenmerk, dat de achterkant twee aan de buitenkant van de plantenbak in hoofdzaak vlakke delen (3. 4; 38. 39; 5 62) omvat, en dat tussen deze aan de buitenzijde in hoofdzaak vlakke delen (3, 4; 38, 39; 62) een uitsparing (5; 3**; 63) is gevormd voor het opnemen van een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkend lichaam (6).

2. Plantenbak, bij voorkeur volgens conclusie 1, waarbij de plan- 10 tenbak is voorzien van een achterwand, met het kenmerk, dat de achterwand (2, 40) twee wanddelen (3, 4; 38, 39) omvat, waarvan de buitenkanten in hoofdzaak in één plat vlak liggen, en dat tussen deze wanddelen een door een uitsparingswand (5. 3^) begrensde, naar beneden, naar boven en naar achter toe open uitsparing is gevormd voor het 15 opnemen van een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkend lichaam, en waarbij de uitsparingswand (5, 3*0 de twee wanddelen (3, 4; 38, 39) van de achterwand (2, 40) met elkaar verbindt.

3. Plantenbak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnedevorm van de uitsparing rechthoekig of ten minste gedeel- 20 telijk boogvormig, zoals cirkelboogvormig, is.

4. Plantenbak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zich verticaal uitstrekkende lichaam een regenpijp (6), in het bijzonder een tegen een gevel (14) aangebrachte regenpijp is. 25

5· Plantenbak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zich verticaal uitstrekkende lichaam een vrijstaand lichaam (37). zoals de stam van een boom of een verticale staander van een verkeersbord, lichtmast, stoplicht, etc. is.

6. Plantenbak volgens één der voorgaande conclusies, omvattende 30 een staander voor het ondersteunen van een plantenbak, met het kenmerk, dat de staander (4, 35) een kapvormig lichaam is, dat een van achter, van boven en van onder open holte voor het opnemen van het zich verticaal uitstrekkende lichaam (6, 37) omsluit, en dat deze holte met zijn open bovenzijde aansluit op de open onderzijde van de 35 uitsparing in de plantenbak.

7. Plantenbak volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het kap-vormige lichaam aan de onderzijde is voorzien van een wijder gedeelte (12), bij voorkeur een zich naar beneden toe verwijdend gedeelte. 1 0 0 1 0 6 7

8. Plantenbak volgens één der conclusies 6-7. met het kenmerk, dat in de holte van het kapvormige lichaam een door het op te nemen, zich verticaal uitstrekkende lichaam samendrukbaar kunststofelement (36), zoals bijvoorbeeld een element van een samendrukbare schuimplas- 5 tic, is aangebracht.

9. Plantenbak volgens één der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat aan de buitenzijde van het kapvormige lichaam plantenbakjes (41) zijn aangebracht, die ten opzichte van de plantenbak relatief klein zijn.

10. Plantenbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ach terkant open is, dat de plantenbak een bodem (57) heeft, dat elk aan de buitenzijde in hoofdzaak vlak deel een gedeelte (62) van de achterrand van de bodem en de achterrand (6l) van de zijwand (58) omvat, en dat de uitsparing (63) een in de achterrand van de bodem (57) gevormde 15 insnijding is. /

11. Plantenbak volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat bij de achterrand (62) van de bodem (57), en bij voorkeur ook bij de achterranden (61) van de zijwanden (58), flexibele afdichtmiddelen zijn aangebracht.

12. Samenstel van een plantenbak (1) volgens één der voorgaande conclusies, een regenpijp (6) en gevel (1*4), waarbij de regenpijp aan de gevel is bevestigd en de plantenbak met de uitsparing om de regenpijp tegen de gevel is geplaatst.

13· Samenstel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat in de 25 regenpijp boven de plantenbak een gat (42) is gevormd, en dat in dit gat een geleidingsorgaan (43) is gestoken om water vanuit de regenpijp naar de plantenbak te leiden.

14. Samenstel van twee plantenbakken volgens één der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat deze plantenbakken met de achterwanden 30 tegen elkaar bevestigbaar zijn, zodanig dat de uitsparingswanden tezamen één verticale doorgang omsluiten.

15. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de plantenbakken scharnierend met elkaar verbonden zijn. 1001067