NL2007142C2 - Dakbegroeingsysteem - Google Patents

Dakbegroeingsysteem Download PDF

Info

Publication number
NL2007142C2
NL2007142C2 NL2007142A NL2007142A NL2007142C2 NL 2007142 C2 NL2007142 C2 NL 2007142C2 NL 2007142 A NL2007142 A NL 2007142A NL 2007142 A NL2007142 A NL 2007142A NL 2007142 C2 NL2007142 C2 NL 2007142C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roof
holder
holders
conduit
box
Prior art date
Application number
NL2007142A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Frans Taco Visser
Andries Stoel
Original Assignee
Visser S Gravendeel Holding
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Visser S Gravendeel Holding filed Critical Visser S Gravendeel Holding
Priority to NL2007142A priority Critical patent/NL2007142C2/nl
Priority to EP12740728.6A priority patent/EP2734033B1/en
Priority to US14/233,659 priority patent/US20140250782A1/en
Priority to PCT/NL2012/000055 priority patent/WO2013012319A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2007142C2 publication Critical patent/NL2007142C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/033Flat containers for turf, lawn or the like, e.g. for covering roofs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers

Description

DAKBEGROEIÏNGSYSTEEM
De onderhavige uitvinding betreft een systeem voor dakbegroeiing, omvattende ten minste één op een dak te 5 plaatsen en bakvormige houder met in gebruik een groeisubstraat daarin, en een bevestiging om althans in gebruik de houder op het dak aan te brengen.
Dergelijke systemen zijn bekend, bij voorbeeld uit FR-2.9029.632, waar als bevestiging op bijvoorbeeld een 10 schuin dak kabels worden toegepast, waar houders aan gehangen worden.
De bekende systemen vertonen nadelen. Zo kunnen aan kabels hangende houders vatbaar zijn voor de wind, als die onder de houders komt, en de houders kunnen loskomen van het 15 dak en/of daarop gaan klapperen. De daken zijn dan mogelijk niet berekend op de krachten die dan door de houders worden uitgeoefend op die daken. In verband daarmee wordt opgemerkt, dat bekende houders een overmatige ruimte bevatten om een reserve aan (regen)water te kunnen bevatten, 20 om te voorkomen dat de begroeiing in de houders verdort.
Daarbij is veelal wel rekening gehouden dat het gewicht van houders onder het draagvermogen van de daken (en vaak maar enigszins onder dat draagvermogen) blijft, maar als er een hevige regenbui of een pak sneeuw valt, wordt het gewicht 25 van in combinatie de gevallen regen of het pak sneeuw en van de houders toch vaak hoger dan het draagvermogen van het dak. Om problemen van bij voorbeeld instortende daken te voorkomen, moeten daken worden versterkt voor plaatsing van een bekend systeem voor dakbegroeiing daarop. Aldus bestaat 30 er een behoefte aan lichtere houders, maar die zijn meer vatbaar voor windinvloeden. Het verzwaren van de bevestiging om de houders op het dak beter te immobiliseren stuit op hetzelfde probleem, dat de belasting door de houders en de 2 verzwaarde bevestiging (ten opzichte van de bekende kabels) van het dak onder bepaalde omstandigheden als zware regen-of sneeuwval nog sneller te hoog kan worden.
De onderhavige uitvinding is gericht op het verhelpen 5 of althans en bij voorkeur aanzienlijk verminderen van de voornoemde en/of andere problemen van de bekende systemen, waartoe een systeem volgens de uitvinding is verschaft, dat zich van het bekende systeem onderscheidt door ten minste één althans op een vloeistofbron aan te sluiten leiding; en 10 door een met de bakvormige houder samenhangend en althans op de leiding aan te sluiten irrigatie.
In een systeem volgens de uitvinding kan de waterreserve worden verkleind, waardoor het gewicht van de houders geminimaliseerd kan worden. De gewichtsvermindering 15 is zelfs verrassenderwijs dusdanig, dat volgens de uitvinding een veel meer adequate bevestiging mogelijk is geworden (dan slechts een kabel in het bekende systeem) om de houders vast te zetten op het dak, nog zonder zelfs maar dreigend gevaar dat een regenbui of sneeuwval het 20 draagvermogen van een betreffend dak in gevaar brengt.
In een uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat de irrigatie ten minste één sproeikop omvat. Een dusdanige sproeikop kan meerdere houder beregenen. In een aanvullende of 25 alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat de irrigatie ten minste één druppelaar omvat. Daarbij kan het systeem de eigenschap vertonen, dat de druppelaar een buigzame leiding in of door de houder omvat.
30 In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat ten minste twee houders en ten minste één koppeling voor het nauw aansluitend koppelen van de ten minste twee 3 houders. Aldus kunnen combinaties van houders het betreffende dak bijkans geheel bedekken, en alle neerslag opvangen om zo bij te dragen aan de waterdichtheid van het dak en ook de behoefte aan irrigatie te verminderen, terwijl 5 de irrigatie op zich de behoefte aan forse neerslag- reservoirs in de houders minimaliseert. Daarbij kan het systeem verder de eigenschap vertonen, dat ten minste één van de twee houders een overkraging omvat met daarin of daaraan ten minste een deel van de koppeling met onder de 10 overkraging een holte waarin de leiding is geaccommodeerd.
Aldus is de leiding op ruimtebesparende wijze te verschaffen om de dekking van het dak met houders te maximaliseren.
In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, 15 dat de bakvormige houder een vanaf de bodem daarvan op- en buitenwaarts divergerende zijwand omvat. In aldus gevormde ruimtes tussen houders kunnen leidingen en/of montageplanken of -latten eenvoudig en efficiënt worden geaccommodeerd.
In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan 20 het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat ten minste één van een bodem van de houder en een zich vanaf de bodem van de houder uitstrekkende zijwand een uitbreekstuk omvat voor doorlating van de druppelaar en aansluiting daarvan op de leiding. Bij voorkeur heeft een 25 dusdanig uitbreekstuk een omtrekvorm, die nauw overeenkomt met de omtrekvorm van bijvoorbeeld een sproeikop en/of druppelaar, om zo een zoveel mogelijk gesloten oppervlak boven op het dak te verwezenlijken, hetgeen bij kan dragen aan de vochtdichtheid van het dak in het geheel daarvan.
30 In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat aan of tussen een buitenzijde van een zijwand van de houder en de leiding een aangrijping is gevormd. Aldus kan 4 het systeem nog weer verder worden vereenvoudigd, in de zin dat afzonderlijke montageplanken of -latten achterwege kunnen blijven en montage van de houders kan geschieden met behulp van de leiding(en). Daarbij kan het systeem verder de 5 eigenschap vertonen, dat de leiding althans aan het dak te bevestigen is en de aangrijping ten minste één rand of flens aan ten minste één van de houder en de leiding omvat. Dit levert een zeer eenvoudig te monteren haaksysteem op waar de rand of flens op, achter, in of aan de ander van de leiding 10 en de houder kan haken of althans aangrijpen om de houder en de leiding ten opzichte van elkaar te immobiliseren. Bij voorkeur is een montagelat verschaft, welke in gebruik althans aan het dak te monteren is, waarbij de rand of flens aan de houder is aangebracht en in gemonteerde toestand 15 haakt in of aan de montagelat. Zoals opgemerkt, kan de montagelat tevens de leiding vormen (en vice versa).
In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat een bodem van de bakvormige houder ten minste een 20 langgerekte verhoging omvat voor opname onderlangs van ten minste één drager, bij voorbeeld een vork van een vorkheftruck. Een dergelijke verhoging kan dient doen om een vork van een heftruck in te sluiten, bijvoorbeeld tijdens assemblage van een systeem volgens de uitvinding op een dak, 25 maar kan tevens dienst doen of leidingen en/of montageplanken of -latten te accommoderen in een dusdanig systeem in geassembleerde vorm.
In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, 30 dat een bodem van de bakvormige houder ten minste een verhoging omvat met gaten voor afvoer van overtollige vloeistof. Aldus kan enig - ondanks de verschafte irrigatie - benodigd reservoir worden verwezenlijkt.
5
In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat binnenafmetingen van de bakvormige houder zijn gedimensioneerd voor nauw sluitende opname daarin van ten 5 minste één tray met gestandaardiseerde afmetingen. Aldus is het mogelijk losse inzettrays klemvast in de houder te zetten en zo meerdere gewassen te kunnen laten groeien. De inzettrays zijn gemakkelijk te vervangen, mogelijk met telkens andere begroeiing.
10 In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm kan het systeem volgens de uitvinding de eigenschap vertonen, dat het groeisubstraat omvat: - een laag corpusculair materiaal, zoals grint en / of split, op de bodem van de bakvormige houder; 15 - een scheidingslaag op de laag corpusculair materiaal, bij voorbeeld een laag van een fleece-materiaal en/of worteldoek; en - een groeilaag, welke bij voorbeeld aarde en/of kokos en/of glawol en/of steenwol omvat. De door het corpusculaire 20 materiaal ingenomen ruimte kan dient doen als vloeistofbuffer, de tussenlaag kan wortelgroei inperken tot het daarboven gelegen volume van de houder, in welke ruimte de groeilaag van aarde of iets dergelijks zich bevindt.
Aldus is een compleet systeem verschaft.
25 Opgemerkt wordt dat de onderhavige uitvinding overigens tevens op zichzelf houders en leidingen betreft, zoals die kennelijk bestemd, bedoeld en geschikt zijn voor gebruik in een systeem volgens de onderhavige uitvinding.
Na de hiervoor gaande globale indicatie van de 30 specifieke eigenschappen van een systeem volgens de onderhavige uitvinding, zal hieronder een specifieke uitvoeringsvorm worden beschreven aan de hand van de hierbij gevoegde tekening, welke geenszins is bedoeld of opgevat 6 dient te worden als een beperking voor de in de conclusies gedefinieerde beschermingsomvang, en waarbij voor gelijke of gelijksoortige onderdelen, componenten en aspecten dezelfde referentienummers worden toegepast, en waarin: 5 fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een gebouw met een dak en met een systeem voor dakbegroeiing volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een bovenaanzicht is volgens pijl II in figuur i; 10 fig. 3 een perspectivisch aanzicht is van een houder uit het systeem volgens Figuur 1, met uitgewerkte details daarvan; fig. 4 een perspectivisch aanzicht is van deel van een houder uit het systeem volgens figuur 1, met een uitgewerkte 15 detail daarvan; fig. 5 een bovenaanzicht is volgens pijl V in figuur 4; fig. 6 een gedetailleerd perspectivisch aanzicht is van een houder in gebruik in een systeem volgens de onderhavige uitvinding; 20 fig. 7 een zijaanzicht volgens pijl VII in figuur 6; fig. 8 een ten opzichte van figuur 2 alternatieve rangschikking toont van houders in een systeem volgens de onderhavige uitvinding; fig. 9 een perspectivisch aanzicht van een houder met 25 volgens de uitvinding aanvullende inzettrays; en fig. 10 een zij-aanzicht in verticale doorsnede van een gevulde houder 6 in gebruik.
In fig. 1 is een gebouw 1 getoond. Het gebouw 1 heeft zijmuren 2, welke een dak 3 dragen. Het dak 3 is bekleed met 30 een systeem 4 volgens de onderhavige uitvinding. Het gebouw 1 heeft een systeem 4 volgens de onderhavige uitvinding op het platte dak van een hoofdgebouw en het schuine dak 5 van een bijgebouw. In fig. 2 is een bovenaanzicht van een deel 7 van een systeem 4 volgens de onderhavige uitvinding in gebruik (aangeduid met pijl II in fig. 1) getoond. Het betreft in fig. 2 een samenstel van een viertal houders 6 in fig. 2 zonder substraat of begroeiing. In fig. 1 zijn 5 planten 7 getoond bij wijze van voorbeeld van een vorm van begroeiing. Een alternatief zou een grasmat kunnen zijn, of struiken, etc.
Het samenstel van vier houders 6 in fig. 2 betreft slechts een deel van het totale aantal houders, dat nodig 10 kan zijn voor het bedekken van een plat dak 3 of een schuin dak 5 van het gebouw 1. De houders 6 zijn op hieronder nader te beschrijven wijze onderling gekoppeld en in het midden van de in fig. 2 getoonde combinatie van vier houders 6 is een sproeikop 8 verschaft, eveneens op hieronder nader te 15 beschrijven wijze.
De houders kunnen rechtop staande zijwanden hebben, dat wil zeggen loodrecht op de bodem daarvan.
Echter, zoals in fig. 3 is getoond, zijn zijwanden 9 divergerend gevormd ten opzichte van bodem 10 van de 20 bakvormige houder 6 in fig. 3. Langs een van de lange zijden en een van de korte zijden zijn uitsparingen 11 gevormd, waar koppelplaten langs de andere van de lange zijden en de korte zijde van een naburige houder 6 in aangrijpen. De uitsparingen 11 en de koppelplaten 12 vormen gezamenlijk 25 koppelingen tussen of van naburige houders 6. Tevens zijn in de zijwanden 9 van de houder 6 doorgangen 13 aangebracht, waardoorheen slangen of leidingen zich kunnen uitstrekken, bij voorkeur door een groeisubstraat in de houder 6 heen. Dergelijke slangen of leidingen (niet getoond in fig. 3) 30 vormen bijvoorbeeld deel van een druppelaar, waarbij druppelelementen kunnen aftappen van dergelijke slangen of leidingen door de openingen of gaten 13 in zijwanden 9 van de houders heen.
8
Met de door de uitsparingen 11 en de koppelplaten 12 gevormde koppelingen is het mogelijk om naburige houders 6 nauw aansluitend tegen elkaar aan te plaatsen, gedurende assemblage van afzonderlijke houders 6 op een dak, zoals in 5 fig. 1 is getoond. Aldus is het mogelijk te verzekeren dat zoveel mogelijk van eventuele neerslag in de houders 6 terechtkomt. Ook is hiermee verwezenlijkt dat een dak zelf met daarop de houders 6 al zoveel mogelijk waterdicht is gemaakt met de houders 6, hetgeen een bijdrage kan leveren 10 aan de levensduur van het dak.
Wanneer daarentegen een bodem 10 van de houders 6 is, zoals in fig. 3 of fig. 5 is getoond, omvat de bodem verhogingen 14 met afvoergaten 15, welke zorg dragen voor de afvoer van een overtollige hoeveelheid vloeistof, in het 15 bijzonder regenwater of andere neerslag, wanneer het niveau daarvan uitkomt boven het niveau van de verhogingen 14. Gelijktijdig vormen dergelijke verhogingen 14, welke langgerekt zijn, onder de houders 6 passages voor opname daarin of daaronder van vorken (niet getoond) van 20 bijvoorbeeld een vorkheftruck. Het is tevens mogelijk om onder deze verhogingen 14 door leidingen aan te brengen voor bijvoorbeeld het irrigatiesysteem. Voor verplaatsing van de houders 6 kunnen vorken van een heftruck ook aangrijpen op (bij voorkeur onder) de flens 22 (zie onder) of the schouder 25 in de buitenzijde van de opwaarts divergerende vorm van de zijwand van de houder 6.
Als aanvulling is het tevens mogelijk gebruik te maken van de configuratie, die in perspectivisch aanzicht is weergegeven in fig. 4, waar gebruik wordt gemaakt van 30 wegbreekhoeken 16 aan de bovenzijde van de divergerende zijwanden 9 van de houders 6. Dergelijke wegbreekhoeken 16 hebben een vorm, welke nauw overeenkomt met een buitenomtrekvorm van een sproeikop 8, zoals die in fig. 1 en 9 in fig. 6 in meer detail is weergegeven. Na het uitbreken van een viertal wegbreekhoeken 16 uit fig. 4 van naburige houders 6 is een doorgang verschaft voor een sproeikop 8, zoals in fig. 6 is weergegeven, waarbij de houders 6 5 afzonderlijk nauw aansluiten op (een kwart van) de omtrekvorm van de sproeikop 8. Het gebruik van een sproeikop 8 laat onverlet, dat tevens leidingen of slangen door een groeisubstraat 18 in de houders 6 heen kunnen zijn aangebracht, zoals in fig. 6 is getoond. De sproeikop spuit 10 vloeistof, in het bijzonder water, uit over een aantal naburige houders, terwijl de slang of leiding 17 zich door diverse houders 6 heen kan uitstrekken om zeer lokaal water of andere vloeistof toe te dienen, bijvoorbeeld met een (niet getoond) druppelelement dat op een dergelijke slang of 15 leiding 17 kan zijn aangesloten.
De uitbreekhoek 16 heeft een binnenwaarts ten opzichte van de houder 6 gerichte rand 17, waarvan de omtrekvorm overeenkomt met een kwart van de omtrekvorm van de spuitkop 8.
20 Zoals in fig. 6 en fig. 7 is getoond, is over het dak 20 een op een (niet getoonde) vloeistofbron aangesloten of aan te sluiten leiding 21 aangebracht. De spuitkop 8 is direct aangesloten op de leiding 21, waardoor de leiding 21 een voeding vormt voor de irrigatie in de vorm van de 25 spuitkop 8 of de deel van een druppelsysteem uitmakende slang of leiding 17.
De vanaf de bodem 10 van de houder 6 divergerend uitwijkende vorm van de zijwanden 9 maakt mogelijk dat de leiding 21 is overkraagd door delen van de zijwanden 9. De 30 koppelingen 11,12 tussen de naburige houders 6 sluiten over de leiding 21 heen. Gelijktijdig omvatten de houders 6 een flens 22 om de omtrek daarvan. Een dusdanige flens kan ook op geselecteerde plaatsen zijn aangebracht. De flens 22 10 steekt in geassembleerde toestand van het systeem volgens de onderhavige uitvinding onder een rand 23 aan de bovenzijde van de leiding 21. In fig. 7 is weergegeven hoe de flens 22 aan de houder 6 steekt onder de rand 23 aan de leiding 21.
5 Op deze wijze kunnen de houders 6 worden geïmmobiliseerd op het dak, zonder dat afzonderlijke montageplanken of latten hoeven te worden gebruikt, omdat de leidingen 21 de randen 23 omvatten, waaronder de flenzen 22 aan de houders 6 kunnen worden geaccommodeerd. De leidingen 21 zijn met 10 afzonderlijke middelen, zoals lijm, schroefmiddelen of anders zins, gemonteerd aan het dak 20. De houders kunnen, met de flenzen 22 onder de randen 23 tegen elkaar aan worden geschoven tijdens assemblage van het systeem volgens de onderhavige uitvinding, waarbij telkens een houder 6 wordt 15 gekoppeld middels koppelingen 11,12 aan een naburige houder 6, waarvan de flens 22 al onder een rand 23 van de leiding 21 (tenminste gedeeltelijk) is gestoken. Aldus kan een serie van houders worden gekoppeld en vervolgens worden doorgeschoven met de flenzen 22 onder de randen 23. Nadat de 20 afzonderlijke houders 6 op deze wijze een gewenste positie hebben bereikt, kunnen de uitbreekhoeken 16 worden weggebroken van de houders, waar een spuitkop 8 moet worden geplaatst. De spuitkop 8 is vervolgens direct aan te sluiten op de leiding 21, bijvoorbeeld met een snelkoppeling of door 25 de spuitkop 8 te schroeven in de leiding 21 om aldus tussen de spuitkop 8 en het binnenste van de leiding 21 een verbinding tot stand te brengen om het substraat 18 in de houders 6 te kunnen besproeien of besprenkelen, waarbij de leidingen of slangen 17 eenzelfde doel dienen en eveneens op 30 een voor de vakman voor de hand liggende wijze kunnen worden gekoppeld met het binnenste van de leidingen 21, om een druppelaar te verschaffen.
11
In Fig. 9 is getoond, dat binnenafmetingen van de bakvormige houder 6 zijn gedimensioneerd voor nauw sluitende opname daarin van ten minste één tray 24 met gestandaardiseerde afmetingen. In de houder passen twee 5 inzettrays 24, maar dat kan worden beperkt tot één inzettray 24 of een willekeurig aantal, hoger dan twee.
Fig. 10 toont een doorsnede van een gevulde houder 6 in gebruik. Daarbij omvat het groeisubstraat een aantal lagen: een laag corpusculair materiaal, zoals grint 25 en / of 10 split, op de bodem van de bakvormige houder; een scheidingslaag op de laag corpusculair materiaal, bij voorbeeld een laag van een fleece-materiaal 26 en/of worteldoek; en een groeilaag, welke bij voorbeeld aarde 27 en/of kokos en/of glaswol en/of steenwol omvat.
15 Na kennisneming van de voorgaande openbaring van de onderhavige uitvinding zullen zich vele alternatieven en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen. Alle afzonderlijke componenten elementen en eigenschappen zijn te combineren, bijvoorbeeld een grindlaag op de bodem van de 20 bakvormige houder met daarop een inzettray met gestandaardiseerde afmetingen, of juist een laag aarde op de bodem met de inzettray daarop, of de fleecelaag 26 in fig.
10 kan weggelaten worden zodat grint 25 en aarde 27 resteren. Zo is het verder mogelijk dat slechts één van de 25 spuitkop 8 en de druppelaar 17 is verwezenlijkt, en niet beide. In de plaats van de multifunctionele leidingen 21, kunnen ook montageplanken of latten worden toegepast voor het immobiliseren van de houders op het dak. De bodem hoeft niet noodzakelijkerwijs de verhogingen 14 te omvatten, maar 30 deze kunnen op gunstige wijze dienen voor het accommoderen van vorken van een vorkheftruck, bijvoorbeeld gedurende assemblage van het systeem volgens de uitvinding. Het verschaffen van een overloop in de vorm van de openingen, 12 doorgangen of gaten 15 in de verhogingen 14 is niet per se noodzakelijk, en de houders 6 kunnen onderling ook een overloopsysteem omvatten, bijvoorbeeld onderlinge verbindingen via de gaten 13, om een te hoge reserve aan 5 (regen)water in de houders 6 te vermijden.
In fig. 2 is weergegeven, hoe de houders 6 in elkaar kunnen grijpen. In fig. 8 is een alternatief getoond, waarbij de houders 6 verspringend zijn gekoppeld, waardoor een nog sterker onderling verband wordt verschaft. De 10 koppelingen 11,12 zijn zodanig gepositioneerd, dat een dergelijk verspringend schakelen of koppelen van de houders 6 mogelijk is. In een dusdanige uitvoeringsvorm zal een uitbreekstuk voor één van drie naburige houders 6 de halve omtrek van de sproeikop bij voorkeur moeten volgens, om de 15 houders 6 in combinatie met de sproeikop weer zo sluitend mogelijk te maken, althans zo nauw aansluitend mogelijk.
Het systeem volgens de onderhavige uitvinding is toepasbaar op platte daken en schuine daken, waarbij immobilisatie van de houders 6 geoptimaliseerd is, terwijl 20 de hoeveelheid ruimte voor een reservevoorraad vloeistof of water geminimaliseerd is door toepassing van een irrigatie, welke door de leidingen 21 wordt gevoed, ook al zouden montagelatten of andere elementen worden toegepast om de houders 6 te immobiliseren op het dak. De houders hoeven 25 niet noodzakelijkerwijs verhogingen 14 te omvatten, maar deze kunnen nuttig zijn voor het definiëren van een overloop in verband met de openingen of gaten 15 en/of in verband met het accommoderen van vorken van vorkheftrucks om de houders te manipuleren gedurende of voorafgaand aan het assembleren 30 van een systeem volgens de onderhavige uitvinding. De direct hieraan voorafgaand genoemde aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen zijn ook op geen enkele wijze bedoeld, en dienen als zodanig op geen enkele wijze te worden 13 geïnterpreteerd als beperkingen van de onderhavige uitvinding, die slechts is beperkt tot de beschermingsomvang, zoals die is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke 5 conclusies.

Claims (17)

1. Een systeem (4) voor dakbegroeiing, omvattende: - ten minste één op een dak te plaatsen en bakvormige 5 houder (6) met in gebruik een groeisubstraat daarin; - een bevestiging om althans in gebruik de houder op het dak aan te brengen, en verder omvattende: - ten minste één althans op een vloeistofbron aan te sluiten leiding; en 10. een met de bakvormige houder samenhangend en althans op de leiding aan te sluiten irrigatie.
2. Het systeem volgens conclusie 1, waarbij de irrigatie ten minste één sproeikop omvat.
3. Het systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 15 irrigatie ten minste één druppelaar omvat.
4. Het systeem volgens conclusie 3, waarbij de druppelaar een buigzame leiding in of door de houder omvat.
5. Het systeem volgens ten minste een voorgaande conclusie, omvattende ten minste twee houders en ten minste 20 één koppeling voor het nauw aansluitend koppelen van de ten minste twee houders.
6. Het systeem volgens conclusie 5, waarbij ten minste één van de twee houders een overkraging omvat met daarin of daaraan ten minste een deel van de koppeling met onder de 25 overkraging een holte waarin de leiding is geaccommodeerd.
7. Het systeem volgens ten minste een voorgaande conclusie, waarbij de bakvormige houder een vanaf de bodem daarvan op- en buitenwaarts divergerende zijwand omvat.
8. Het systeem volgens ten minste een voorgaande 30 conclusie, waarbij ten minste één van een bodem van de houder en een zich vanaf de bodem van de houder uitstrekkende zijwand een uitbreekstuk omvat voor doorlating van de druppelaar en aansluiting daarvan op de leiding.
9. Het systeem volgens ten minste een voorgaande conclusie, waarbij aan of tussen een buitenzijde van een zijwand van de houder en de leiding een aangrijping is gevormd.
10. Het systeem volgens conclusie 9, waarbij de leiding althans aan het dak te bevestigen is en de aangrijping ten minste één rand of flens aan ten minste één van de houder en de leiding omvat.
11. Het systeem volgens conclusie 10, verder 10 omvattende: een montagelat welke in gebruik althans aan het dak te monteren is, waarbij de rand of flens aan de houder is aangebracht en in gemonteerde toestand haakt in of aan de montagelat.
12. Het systeem volgens ten minste een voorgaande 15 conclusie, waarbij een bodem van de bakvormige houder ten minste een langgerekte verhoging omvat voor opname onderlangs van ten minste één drager, bij voorbeeld een vork van een vorkheftruck.
13. Het systeem volgens ten minste een voorgaande 20 conclusie, waarbij een bodem van de bakvormige houder ten minste een verhoging omvat met gaten voor afvoer van overtollige vloeistof.
14. Het systeem volgens ten minste een voorgaande conclusie, waarbij binnenafmetingen van de bakvormige houder 25 zijn gedimensioneerd voor nauw sluitende opname daarin van ten minste één inzettray met gestandaardiseerde afmetingen, en waarbij het systeem verder ten minste één inzettray omvat.
15. Het systeem volgens ten minste een voorgaande 30 conclusie, waarbij het groeisubstraat omvat: - een laag corpusculair materiaal, zoals grint en / of split, op de bodem van de bakvormige houder; - een scheidingslaag op de laag corpusculair materiaal, bij voorbeeld een laag van een fleece-materiaal en/of worteldoek; en - een groeilaag, welke bij voorbeeld aarde en/of kokos en/of 5 glawol en/of steenwol omvat.
16. Een houder, welke in gebruik deel vormt van een systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies.
17. Een leiding, welke in gebruik deel vormt van een systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 10 1-15.
NL2007142A 2011-07-19 2011-07-19 Dakbegroeingsysteem NL2007142C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007142A NL2007142C2 (nl) 2011-07-19 2011-07-19 Dakbegroeingsysteem
EP12740728.6A EP2734033B1 (en) 2011-07-19 2012-07-19 Roof growth system
US14/233,659 US20140250782A1 (en) 2011-07-19 2012-07-19 Roof Growth System
PCT/NL2012/000055 WO2013012319A1 (en) 2011-07-19 2012-07-19 Roof growth system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007142A NL2007142C2 (nl) 2011-07-19 2011-07-19 Dakbegroeingsysteem
NL2007142 2011-07-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2007142C2 true NL2007142C2 (nl) 2013-01-22

Family

ID=46584293

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2007142A NL2007142C2 (nl) 2011-07-19 2011-07-19 Dakbegroeingsysteem

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20140250782A1 (nl)
EP (1) EP2734033B1 (nl)
NL (1) NL2007142C2 (nl)
WO (1) WO2013012319A1 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20130239476A1 (en) * 2012-03-15 2013-09-19 Molly Meyer, Llc Vegetated roof system
US9137952B1 (en) * 2012-04-03 2015-09-22 James Jay Martin Method and system of growing soilless sod
US20220240459A1 (en) * 2012-06-29 2022-08-04 Hortech, Inc. Interlocking modular planting system for roof applications
US20150082697A1 (en) * 2013-06-26 2015-03-26 Christopher R. Cantolino Planter or gardening container
US20150000193A1 (en) * 2013-06-26 2015-01-01 Christopher R. Cantolino Planter for hybrid container-gardening system
PT107939A (pt) * 2014-10-03 2016-04-04 Eduardo Manuel Vieira Da Silva Sistema modular para acomodar vegetação
US20180187429A1 (en) * 2015-06-30 2018-07-05 Jee Keng LIM Multi-functional tray
EP3623530B1 (en) * 2018-09-11 2021-03-24 Hydrofields BV Hybrid grass support structure with stone wool layer and biodegradable box comprising such structure
AU2019323640B2 (en) 2018-08-21 2022-03-03 Hydrofields Bv Hybrid grass support structure with stone wool layer, method of installation thereof and biodegradable box comprising such structure
JP2021083418A (ja) * 2019-11-29 2021-06-03 西部日東エース株式会社 緑化装置
US11252875B1 (en) * 2021-04-01 2022-02-22 Andromeda District Holdings Corp. Paneling system for mounting planters on a wall or roof structure
IT202100020642A1 (it) * 2021-07-30 2023-01-30 Dream Media Solutions S L Modulo per il contenimento di un substrato di terriccio

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2703213A1 (fr) * 1993-03-29 1994-10-07 Smac Acieroid Bac rétenteur d'eau pour complexe de végétalisation, et complexe de végétalisation correspondant.
EP1044599A1 (fr) * 1999-04-14 2000-10-18 Raphael Lame Procédé de végétalisation de surface et bac à réserve d'eau utilisé dans ledit procédé
US6606823B1 (en) * 2002-03-20 2003-08-19 Ford Motor Land Development Corporation Modular roof covering system
FR2929632A1 (fr) * 2008-04-04 2009-10-09 Sarl Le Prieure Sarl Dispositif et procede de vegetalisation de toiture en pente

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3142133A (en) * 1962-01-22 1964-07-28 Ralph P Brooks Planter
US3751852A (en) * 1971-02-12 1973-08-14 Fabri Kal Corp Plastic planter flat
DE4219275C2 (de) * 1992-06-12 1994-06-23 Wolfgang Behrens Mehrschichtiges Vegetationselement
US5595021A (en) * 1995-06-06 1997-01-21 Greentech L.L.C. Turfing systems for stadia
US6134834A (en) * 1995-06-06 2000-10-24 Greentech, Inc. Horticulturally diverse garden comprising microenvironments
JP4165841B2 (ja) * 1998-06-01 2008-10-15 共同カイテック株式会社 植栽マット用貯水槽トレー及びその設備
JP2004503257A (ja) * 2000-07-18 2004-02-05 ミスチョ,ドナルド,ジェイ. 好ましい縁システムを備えたパネルを有したモジュール式緑化屋上
US7726071B2 (en) * 2006-01-09 2010-06-01 Columbia Green Technologies, Inc. Vegetation roofing system
CA2698214C (en) * 2008-04-29 2014-02-18 Bioroof Systems Inc. Modular green roof system with biodegradable vegetation tray
US7832146B2 (en) * 2008-06-06 2010-11-16 Jeff Gordon Self watering planter
US9265200B2 (en) * 2012-06-13 2016-02-23 Bioroof Systems Inc. Modular vegetated roof system

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2703213A1 (fr) * 1993-03-29 1994-10-07 Smac Acieroid Bac rétenteur d'eau pour complexe de végétalisation, et complexe de végétalisation correspondant.
EP1044599A1 (fr) * 1999-04-14 2000-10-18 Raphael Lame Procédé de végétalisation de surface et bac à réserve d'eau utilisé dans ledit procédé
US6606823B1 (en) * 2002-03-20 2003-08-19 Ford Motor Land Development Corporation Modular roof covering system
FR2929632A1 (fr) * 2008-04-04 2009-10-09 Sarl Le Prieure Sarl Dispositif et procede de vegetalisation de toiture en pente

Also Published As

Publication number Publication date
EP2734033A1 (en) 2014-05-28
EP2734033B1 (en) 2016-09-14
WO2013012319A1 (en) 2013-01-24
US20140250782A1 (en) 2014-09-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2007142C2 (nl) Dakbegroeingsysteem
US20090260284A1 (en) Green roof tray
US11130614B2 (en) Stackable container
TWI321034B (nl)
EP3751983A1 (en) Agricultural apparatus and method
CN102548389B (zh) 植物托盘
US20100242360A1 (en) Apparatuses and Systems for Growing Nursery Stock
US5287973A (en) Banana carrier
KR101851899B1 (ko) 분리용 식수대에 심은 조경수의 급수구조
EP3011826A1 (en) A green wall and rainwater drainage module and assembly, and a method of draining rainwater
KR200289980Y1 (ko) 도시환경을 위한 빗물 저수조 중수도 시설구조
CA3117250A1 (en) Devices and methods for diverting water from a downspout
AU2013311431B2 (en) Improvements in water storage devices and apparatuses therefor
EP2479352B1 (en) Stackable water storage module
GB2321926A (en) Water storage apparatus
WO2015163760A1 (en) Assembly of substrate and wire rack
WO2009012515A1 (en) Container for growing vegetation
CN113692897A (zh) 一种适用于缓坡地形的节能型大棚水肥一体化系统
EP1090545B1 (en) Greenhouse comprising a reservoir for storing liquid, such as rain water
JP2018057352A (ja) 動くガーデン,造園用の容器,勾配排水溝型プランタ,勾配集排水型プランタ,池&プール&水槽兼作庭用プランタ,ガーデニングパレット,排水連結システムガーデン,自動運転の動くガーデン。
KR200371639Y1 (ko) 도로 환경을 위한 가로수 물공급 구조
CN208669033U (zh) 一种绿植拼装式立体停车棚
CN212116365U (zh) 一种自动灌溉的屋顶绿化装置
NL2025815B1 (nl) Teelinrichting, teelsysteem en teelwerkwijze voor het telen van aardappelen en/of groente
NL1001067C2 (nl) Plantenbak.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180801