NL1000935C2 - Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier. Download PDF

Info

Publication number
NL1000935C2
NL1000935C2 NL1000935A NL1000935A NL1000935C2 NL 1000935 C2 NL1000935 C2 NL 1000935C2 NL 1000935 A NL1000935 A NL 1000935A NL 1000935 A NL1000935 A NL 1000935A NL 1000935 C2 NL1000935 C2 NL 1000935C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
conveyor
mounting support
carcass
filleting
Prior art date
Application number
NL1000935A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Josephus Nieuwelaar
Alberthus Theodoru Cornelissen
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19761405&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1000935(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL1000935A priority Critical patent/NL1000935C2/nl
Priority to EP03076522A priority patent/EP1346639B1/en
Priority to EP11158205.2A priority patent/EP2356907B1/en
Priority to ES96202150T priority patent/ES2206540T3/es
Priority to DE69630178T priority patent/DE69630178T2/de
Priority to DK96202150T priority patent/DK0756826T3/da
Priority to ES03076522T priority patent/ES2371868T3/es
Priority to DK03076522.6T priority patent/DK1346639T3/da
Priority to EP96202150A priority patent/EP0756826B1/en
Priority to US08/690,039 priority patent/US6095914A/en
Priority to JP8206044A priority patent/JPH09103231A/ja
Publication of NL1000935C2 publication Critical patent/NL1000935C2/nl
Application granted granted Critical
Priority to US09/383,717 priority patent/US6220953B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0053Transferring or conveying devices for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0023Dividing poultry
    • A22C21/003Filleting poultry, i.e. extracting, cutting or shaping poultry fillets
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0046Support devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0092Skinning poultry or parts of poultry

Description

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier, welke inrichting bestaat uit een met een hangbaantransporteur verbonden drager met een opzetsteun voor het transporteren van althans 5 een deel van een slachtdier, in het bijzonder een voorhelft of een deel daarvan van een geslachte vogel, welke opzetsteun is voorzien van middelen voor het fixeren van het slachtdier of het deel daarvan op de opzetsteun.
Een dergelijke drager is bekend uit DE-A-4 008 719. Op 10 deze drager met een in hoofdzaak conusvormige opzetsteun die vast met de hangbaantransporteur is verbonden wordt een voorhelft van een vogel met een niet nader getoond klemmechanisme vastgeklemd, waarna de voorhelft voor het fileren daarvan op de opzetsteun met de borstzijde naar beneden gericht langs een 15 aantal bewerkingsstations wordt gevoerd voor ontvellen, losmaken en verwijderen van vlees van de voorhelft. Daartoe zijn de verschillende bewerkingsstations uitgerust met ontvel- en fileerwerktuigen, zoals messen en schrapers, die op niet nader getoonde wijze gesynchroniseerd met de beweging van de opzet-20 steunen worden bewogen ten opzichte van de voorhelft.
Een nadeel van de boven beschreven stand van de techniek is de complexiteit van de besturing van de beweging van de fileerwerktuigen, wat tot een storings- en onderhoudsgevoelige fileerinrichting leidt. Bovendien is een kostenverhogende 25 nauwkeurige positiebepaling van een door een bewerkingsstation bewegende opzetsteun noodzakelijk voor de juiste timing van de beweging van de f ileerwerktuigen. Anderzijds kan voor vast langs de baan van de opzetsteun opgestelde werktuigen, bijvoorbeeld rollen voor het ontvellen van de voorhelft, de bewerking 30 niet optimaal uitgevoerd worden. Een ander nadeel is de starheid van de opstelling van de hangbaantransporteur en de bewerkingsstations, welke opstelling weinig flexibiliteit in de routebepaling van de fileerinrichting toelaat.
De uitvinding beoogt de genoemde nadelen op te heffen, 35 waartoe de inrichting volgens de uitvinding daardoor is geken- to 0 0 9 3 5 2 merkt, dat de drager een zwenkinrichting omvat die kan samenwerken met een langs de baan van de hangbaantransporteur opgestelde bedieningsinrichting voor het verzwenken van de opzetsteun. Een dergelijke uitvoering van de drager maakt het 5 mogelijk fileerwerktuigen en een ontvelinrichting in hoofdzaak stationair op te stellen, en juist de opzetsteun met het zich daarop bevindende slachtdier of een deel daarvan m aanvulling op de gebruikelijke, in hoofdzaak evenwijdig aan de hangbaantransporteur verlopende, baan zodanig ten opzichte van de 10 ontvel- en fileerwerktuigen te bewegen, dat de gewenste bewerking op optimale wijze wordt verkregen.
In de stand van de techniek was het met vast langs de in een vaste baan bewegende opzetsteunen opgestelde bewerkingsin-richtingen vaak niet mogelijk deze technisch optimaal uit te 15 voeren, aangezien sommige componenten, zoals aandrijfcomponenten, niet in de baan van het slachtdier mochten komen. Een voorbeeld hiervan is een ontvelinrichting die in de voornoemde publikatie DE-A-4 008 719 is getoond, en waarvan de aandrijf-componenten noodgedwongen te licht zijn uitgevoerd. Dankzij het 20 feit dat de opzetsteun van de drager volgens de uitvinding kan verzwenken, kan er op eenvoudige wijze voor gezorgd worden dat het slachtdier componenten van bewerkingsinrichtingen ontwijkt, zodat bewerkingsinrichtingen optimaal kunnen worden geconstrueerd.
25 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de zwenkinrichting ingericht voor het in een vertikaal vlak verzwenken van de opzetsteun. Een dergelijke zwenkbeweging blijkt in de praktijk zowel eenvoudig realiseerbaar als ook voldoende te zijn voor het uitvoeren van de f ileerbewerkingen. Het is echter ook 30 mogelijk, de zwenkinrichting zodanig uit te voeren, dat de opzetsteun in een horizontaal vlak kan worden verzwenkt, of een combinatie van een horizontale en vertikale verzwenking kan uitvoeren, waardoor een fileerbewerking optimaal uitgevoerd kan worden.
35 Op voordelige wijze omvat de drager ten minste één rol of pen met een as die zich dwars op de transportrichting van de hangbaantransporteur uitstrekt. Dergelijke rollen of pennen kunnen eenvoudig langs de baan van de hangbaantransporteur 1 0 0 ü b ^ v 3 bediend of geleid worden voor het aandrijven van de zwenkin-richting of voor het stabiliseren van de voortbewegende drager. Voor de eerstgenoemde toepassing maakt de ten minste ene rol of pen deel uit van de zwenkinrichting en kan de ten minste ene 5 pen of rol in hoofdzaak loodrecht op de richting van de as daarvan verplaatst worden door de bedieningsinrichting voor het verzwenken van de opzetsteun, waarbij de drager kan samenwerken met een bedieningsinrichting die is voorzien van een curvesleuf voor het opnemen en bedienen van de rol of pen. Voor de 10 laatstgenoemde toepassing omvat de drager bij voorkeur ten minste twee vast daarop gelagerde of bevestigde rollen resp. pennen, waarbij de bedieningsinrichting is voorzien van ten minste één sleuf voor het opnemen van de rollen of pennen.
In een doeltreffende en goedkope uitvoeringsvorm is de 15 opzetsteun op een eerste plaats scharnierbaar gekoppeld met de drager, en is de rol of pen van de zwenkinrichting gekoppeld met een hefboom, die op een tweede plaats scharnierbaar is gekoppeld met de opzetsteun, welke tweede plaats verschilt van de eerste plaats. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder 20 geschikt voor het in een vertikaal vlak ver zwenken van de opzetsteun, waarbij de scharnierassen in hoofdzaak horizontaal en dwars op de transportrichting van de hangbaantransporteur zijn gericht.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de opzetsteun in 25 hoofdzaak langwerpig, waarbij een uiteinde van de opzetsteun in, of onder een scherpe hoek met de transportrichting van de hangbaantransporteur kan worden gericht. Genoemd uiteinde kan dus zowel naar boven als naar beneden worden gezwenkt.
Ter fixatie van het slachtdier of het deel daarvan op de 30 opzetsteun is deze voorzien van ten minste één van tanden voorziene, ten opzichte van het oppervlak van de opzetsteun beweegbare kam, die is ingericht om onder voorspanning, bijvoorbeeld opgewekt door een druk- of trekveer, aan te grijpen op de binnenzijde van het slachtdier of deel daarvan, in het 35 bijzonder in het gebied van het borstbeen of de wervelkolom. Bij voorkeur zijn de tanden weerhaakvormig, zodat een eenmaal op de opzetsteun aangebracht slachtdier of het deel daarvan niet meer van de opzetsteun afgenomen kan worden.
4
Voor een bijzonder betrouwbare fixatie van het slachtdier of het deel daarvan op de opzetsteun is de drager zodanig ingericht, dat deze kan samenwerken met een hangbaantranspor-teur met de dragers, waarvan de voortbewegingsrichting in 5 hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting van de transporteur is gericht, waarbij de opzetsteunen van de dragers terecht komen in de buikholteopening van de voorhelften. Dergelijke aandrukmiddelen omvatten bij voorkeur langs de baan van de opzetsteun opgestelde, kortstondig in de baan van het slacht-10 dier of het deel daarvan te brengen aanslagen.
Na een fileerbewerking kunnen de karkassen van de slachtdieren eenvoudig van de opzetsteunen worden verwijderd, doordat deze aan weerskanten zijn voorzien van zich in een bepaalde zwenkstand van de opzetsteun in hoofdzaak in de transportrich-15 ting uitstrekkende sleuven, waarbij de drager kan samenwerken met langs de baan van de drager opgestelde, nabij of in voornoemde sleuven reikende snijmiddelen voor het doorsnijden van een zich op de opzetsteun bevindend karkas.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm, die in het bijzon-20 der is bestemd voor het aanbrengen van een borstkap op een opzetsteun, omvatten de fixatiemiddelen van de drager een evenwijdig met, of onder een scherpe hoek met het oppervlak van de opzetsteun gericht steunelement, waarbij de opzetsteun een in zijn langsrichting beweegbare pen bevat waarvan een uiteinde 25 onder voorspanning, bijvoorbeeld van een druk- of trekveer, onder een hoek met het oppervlak van de opzetsteun kan uitsteken tegen de naar het oppervlak gerichte zijde van het steunelement. Een dergelijke opzetsteun is op zichzelf bekend, maar is nu volgens de uitvinding verzwenkbaar en hangend aan een 30 hangbaantransporteur uitgevoerd. Ter vergemakkelijking van het opzetten van de borstkap kan de opzetsteun zodanig zijn uitgevoerd, dat de pen door de zwenkbeweging van de opzetsteun wordt bewogen, waarbij de pen zich in een eerste zwenkstand onder het oppervlak van het steunelement bevindt, en in een van de eerste 35 zwenkstand verschillende tweede zwenkstand uit genoemd oppervlak steekt.
De drager kan op één of meer plaatsen in de hangbaantransporteur zijn opgehangen. Uit oogpunt van een gunstige belas- 1000935 5 tingsverdeling op de hangbaantransporteur - welke in het bijzonder bij zware slachtdieren, zoals kalkoenen, een rol speelt - en uit oogpunt van een zekere basisstabiliteit van de drager, is deze op ten minste twee plaatsen flexibel opgehangen 5 aan de hangbaantransporteur, in het bijzonder aan langs een rail verplaatsbare trolleys die onderling zijn gekoppeld met een ketting, band, kabel, koord of dergelijke. Deze ophanging van de drager aan de hangbaantransporteur laat een zeer flexibele routebepaling toe, zodat de fileerinrichting waarvan de 10 drager deel uitmaakt, optimaal aangepast kan worden aan een gewenste of reeds bestaande fileerroute in een slachterij.
De uitvoering van de drager met fixatiemiddelen in de vorm van een kam of dergelijke is bijzonder geschikt voor toepassing in een inrichting voor het automatisch aanbrengen van voorhelf-15 ten van slachtdieren op dergelijke dragers met opzetsteunen, welke daartoe een transporteur omvatten voor het voortbewegen van de voorhelften met de buikholteopening daarvan in hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting van de transporteur gericht, welke transporteur is bestemd om samen te werken met een 20 hangbaantransporteur met de dragers, waarvan de voortbewegingsrichting in hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting van de transporteur is gericht, waarbij de opzetsteunen van de dragers terecht komen in de buikholteopening van de voorhelften. Aldus kan de drager aan de hangbaantransporteur een voorhelft op de 25 in hoofdzaak dwars ten opzichte daarvan bewegende transporteur automatisch op de opzetsteun van de drager opvangen. Het is ook mogelijk de drager uit te voeren met een daarvan ontkoppelbare, en daarmee automatisch koppelbare opzetsteun reeds tevoren in de buikholteopening van een voorhelft is aangebracht, en 30 waarbij de opzetsteun wordt gekoppeld met het overige gedeelte van de drager bij de passage van dit overige gedeelte over de transporteur die de voorhelften met de daarin aangebrachte opzetsteunen voortbeweegt. In deze uitvoeringsvorm worden de opzetsteunen automatisch ingevangen door het resterende gedeel-35 te van de drager.
Volgens de uitvinding is een in een fileerinrichting volgens de uitvinding uitgevoerde fileerbewerking van een voorhelft van geslacht gevogelte, in het bijzonder een kalkoen,
<-* ' ' I
ί ‘*r >' ‘ 6 gekenmerkt door de stappen van: voorafgaand aan het fileren van de voorhelft worden althans twee tot nabij of in de ribben reikende insnijdingen aangebracht die zich elk uitstrekken van het gebied van een schouder in de richting van de plaats van de 5 heup aan dezelfde zijde van de voorhelft; in de richting van het borstbeen van het karkas losmaken van het borstvlees; en scheiden van het borstvlees van het karkas.
De te fileren voorhelft kan voor deze bewerking zijn gescheiden van de rest van het karkas en van vleugels zijn 10 ontdaan, maar de beschreven fileerwerkwijze kan ook uitgevoerd worden op een karkas dat voor- en achterhelft en vleugels nog omvat.
In een voorkeursuitvoeringsvorm ontvelt men voorafgaand aan het afschrapen van het borstvlees althans de borstzijde van 15 de voorhelft door een borstvelinsnijding in de langsrichting van, en langs het borstbeen van het karkas aan te brengen, en vervolgens het borstvel aan weerskanten van de borstvelinsnijding van de voorhelft los te trekken. In de stand van de techniek was het gebruikelijk genoemde borstvelinsnijding niet 20 aan te brengen, en ter plaatse van het borstbeen het vel van de voorhelft los te trekken, waardoor met name aan de zijkanten van de voorhelft vaak velresten achterbleven na de ontvelbewer-king. Dit nadeel wordt vermeden met de beschreven ontvelwerk-wijze.
25 Indien de voorhelft van het geslachte gevolgelte nog althans een gedeelte van een vleugel omvat, wordt de eerder beschreven fileerwerkwijze bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat men voorafgaand aan de stap van het afschrapen van het borstvlees het schoudergewricht aan de rugzijde van het karkas 30 althans gedeeltelijk doorsnijdt, en met behulp van de vleugel het vlees in het gebied van de schoudergewrichten losmaakt van het karkas, bijvoorbeeld door te drukken, bijvoorbeeld met aanslagen, tegen de vleugels of door te trekken, bijvoorbeeld met een grijper, aan de vleugels.
35 Voor het verwijderen van het rugvlees van de voorhelft na het aanbrengen van een insnijding in de voorhelft tussen het gebied van de schouder en het gebied van de plaats van de heup langs de borstzijde van het schoudergewricht, brengt men aan de 1000935 7 rugzijde van de voorhelft een insnijding aan langs de wervelkolom, en trekt of schraapt men vervolgens het rugvlees van het karkas los. Aldus worden de zogenaamde hamlapjes van het gevogelte gewonnen.
5 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding ontdoet men voorafgaand aan het afschrapen van het borstvlees het nekgebied en/of het ruggebied van het gevogelte van ongewenst weefsel. Dergelijk weefsel bestaat uit vet, klieren of dergelijke, en kan met name met behulp van de 10 van een zwenkinrichting voorziene drager volgens de uitvinding gemakkelijk met behulp van op zichzelf bekende ontvelrollen worden verwijderd.
Bij voorkeur is de borstzijde van het karkas tijdens de fileerbewerking in hoofdzaak naar beneden gericht, waardoor het 15 losmaken van het borstvlees van het karkas wordt ondersteund door de zwaartekracht.
Volgens de uitvinding wordt een borstkap van geslacht gevogelte in een inrichting volgens de uitvinding gefileerd door het uitvoeren van de volgende stappen: verwijderen van het 2 0 V-been van het karkas; losschrapen van de buitenfilet van de flank van het karkas in het gebied vanaf het sleutelbeen tot voorbij de processus thoracicus en tot aan de binnenfilet; losmaken van de membraanverbinding tussen de binnenfilet en het karkas; en losmaken van buiten- en binnenfilets van het karkas. 25 Door het aanbrengen van de snede over het sleutelbeen tot aan de processus thoracicus wordt in de stap van het lostrekken van de buiten- en binnenfilets van het karkas het zich aan de buikzijde van de borstkap bevindende vet meegeoogst. Indien men echter de voornoemde snede verlengt tot voorbij de processus 30 thoracicus, wordt genoemd vet niet meegeoogst, wat weliswaar in gewicht nadelig is, maar anderzijds door bepaalde groepen consumenten op prijs wordt gesteld.
Er zij opgemerkt, dat de maatregelen volgens conclusies 2-20 ook toepasbaar zijn in combinatie met een willekeurige 35 andere transporteur dan een hangbaantransporteur.
De uitvinding wordt in het navolgende meer in detail toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: fig. la in zijaanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de 7000935 8 drager volgens de uitvinding toont; fig. lb ter verduidelijking uitsluitend de opzetsteun van de drager volgens fig. la toont; fig. lc een vooraanzicht volgens pijl Ic van de drager van 5 fig. la is, in combinatie met een bedieningsinrichting; fig. 2a in zijaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van de drager volgens de uitvinding toont; fig. 2b ter verduidelijking uitsluitend de opzetsteun van de drager volgens fig. 2a toont; 10 fig. 3 het met de hand op een opzetsteun van de drager volgens fig. la of 2a aanbrengen van een voorhelft van geslacht gevogelte illustreert; fig. 3a en 3b een werkwijze en inrichting voor het automatisch op een drager volgens fig. la of 2a aanbrengen van een 15 voorhelft van geslacht gevogelte illustreren; fig. 4a en 4b en 5 in zijaanzicht resp. vooraanzicht het aandrukken van een voorhelft op een opzetsteun illustreren; fig. 5a een mogelijk hangbaantransport van de drager volgens de uitvinding illustreert; 20 fig. 6 en 7 in vooraanzicht resp. zijaanzicht het aanbren gen van een sneden in een voorhelft illustreren; fig. 8, 9a en 9b in zijaanzicht resp. vooraanzicht een ontvelbewerking van een voorhelft illustreren; fig. 9c in vooraanzicht een nekgebiedreinigingsbewerking 25 van een voorhelft illustreert; fig. 10, 11 en 12 in zijaanzicht een snijbewerking in de voorhelft illustreren; fig. 13, 14 en 15 in zijaanzicht een afschraapbewerking van de voorhelft illustreren; 30 fig. 16 en 17 in zijaanzicht het verwijderen van afge schraapte filets van de voorhelft illustreren; fig. 17 a in vooraanzicht een verwerkingsstap voor het winnen van rugvlees van een voorhelft illustreert; fig. 18 en 19 in zijaanzicht resp. vooraanzicht het 35 verwijderen van een gefileerd karkas van een opzetsteun illustreren; fig. 20 een met de bewerking volgens fig. 6 overeenkomende bewerking illustreert voor een voorhelft met vleugels; ίΟ r · 9 fig. 21 een met de bewerking volgens fig. 7 overeenkomende bewerking illustreert voor een voorhelft met vleugels; fig. 22 in vooraanzicht het doorsnijden van schoudergewrichten illustreert voor een voorhelft met vleugels; 5 fig. 23, 24, 25 en 26 in vooraanzicht resp. zijaanzicht opeenvolgende bewerkingsstappen illustreren voor het winnen van borstvlees van een voorhelft met vleugels; fig. 27 in zijaanzicht een derde uitvoeringsvorm van de drager volgens de uitvinding toont; 10 fig. 28a, 28b en 28c in zijaanzicht een variant van de uitvoeringsvorm van de drager volgens fig. 27 en de werking daarvan illustreren; en fig. 29a-29f in onderaanzicht opeenvolgende bewerkingsstappen voor het fileren van een borstkap m.b.v. de drager 15 volgens fig. 27 of 28c toont.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscij-fers betrekking op gelijke delen of delen met een gelijke funktie.
Fig. la, lb en lc tonen een hangbaantransporteur 2 welke 20 een rail 4 omvat met een omgekeerd T-vormige dwarsdoorsnede, en een aantal onderling door middel van een ketting 6 gekoppelde trolleys in de vorm van vorken 8, welke aan de uiteinden van de benen daarvan draaibaar gelagerde wielen 10 dragen, waardoor de vorken 8 door het uitoefenen van een trekkracht op de ketting 6 25 langs de rail 4 verplaatst kunnen worden in de richting van pijl 12. De beschreven hangbaantransporteur 2 behoort tot de standaard uitrusting van vele slachterijen, en is bestemd voor het transporteren van slachtdieren of delen daarvan met behulp van aan de vorken 8 bevestigde dragers.
30 De drager volgens de uitvinding omvat een zwenkinrichting 14 en een opzetsteun 16. De zwenkinrichting 14 omvat een rechthoekige holle plaat 18 die aan de bovenzijde daarvan op twee plaatsen flexibel is gekoppeld met vorken 8. Daarbij staat het in de plaat 18 aangebrachte koppelmechanisme 20, dat aan de 35 rechterzijde van fig. la is aangeduid, zowel een verdraaiing van de bijbehorende vork 8 om een vertikale as als het verplaatsen van de vork 8 langs de bovenzijde van de plaat 18 in de transportrichting 12 of in tegengestelde richting toe. De 100095a 10 koppeling 20a tussen de plaat 18 en de vork 8 die aan de linkerzijde van fig. la is weergegeven, laat uitsluitend een verdraaiing van de vork 8 rond een vertikale as ten opzichte van de plaat 18 toe. Aldus kan de drager elke voorkomende 5 kromming van de rail 4 zonder problemen volgen.
Met de plaat 18 is een arm 22 vast verbonden, welke arm 22 aan het onderste uiteinde daarvan scharnierbaar is gekoppeld met de opzetsteun 16 rond een as 24. Tevens is de opzetsteun 16 scharnierbaar rond een as 26 gekoppeld met een hefboom 28, 10 waarvan het bovenste uiteinde is geleid langs een sleuf 30 in de plaat 18. Het bovenste uiteinde van de hefboom 28 is verbonden met zijwaarts uit de plaat 18 stekende draaibaar gelagerde rollen 32. Op- en neerbewegen van de rollen 32 in de sleuf 30 heeft een overeenkomstige zwenkbeweging van de opzetsteun 16 15 rond de as 24 tot gevolg, zoals in fig. la met streeplijnen is aangeduid. De plaat 18 is voorts nabij de koppeling daarvan met de vorken 8 voorzien van twee paar zijwaarts uit de plaat 18 stekende draaibare rollen 34, die vast gelagerd zijn op de plaat 18. Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. lc, kunnen de 20 rollen 32 en 34 met behulp van een bedieningsinrichting bestaande uit langs de baan van de hangbaantransporteur opgestelde, van groeven c.q. curvebanen 36 en 38 voorziene platen 40 geleid worden. Daarbij dienen de curvebanen 38, die zijn bestemd voor de stabilisatie van de plaat 18, in hoofdzaak 25 evenwijdig aan de rail 4 te lopen, terwijl door middel van de curvebanen 36 de rollen 32 ten opzichte van de rollen 34 (in de richting van sleuf 30) verplaatst kunnen worden. Aldus is een bestuurbare verzwenking van de opzetsteun 16 in een vertikaal vlak verkregen.
3 0 De opzetsteun 16 wordt meer in detail getoond in fig. lb en is in hoofdzaak langwerpig en conusvormig, waarbij de dwarsafmetingen van de opzetsteun 16 zoveel mogelijk zijn afgestemd op de contour van het daarnaar toe te keren deel van het op de opzetsteun aan te brengen slachtdier of het deel 35 daarvan. De opzetsteun 16 omvat een gedeeltelijk verzonken kam 42 met twee lobben, welke kam 42 tegen de door een door middel van een schroef 44 in de opzetsteun 16 opgesloten veer 46 geleverde veervoorspanning scharnierbaar is rond een as 48. De 1000935 11 kam 42 is voorzien van weerhaakvormige tanden 50, die ervoor zorgen, dat een voldoende ver op de opzetsteun 16 geschoven slachtdier of deel daarvan niet meer in tegengestelde richting van de opzetsteun 16 verwijderd kan worden.
5 De in fig. 2a en 2b getoonde uitvoeringsvorm van de drager komt in hoge mate overeen met de uitvoeringsvorm volgens fig. la, lb en lc, met uitzondering van de kam 42, welke is vervangen door een kam 52. Ook de kam 52 is gedeeltelijk verzonken in de opzetsteun 16, is scharnierbaar rond een as 48, staat onder 10 een buitenwaarts gerichte voorspanning die wordt opgewekt door een veer 54, is voorzien van weerhaakvormige tanden 56, en heeft de werking van de bovenbeschreven kam 42.
Fig. 3 illustreert het met de hand aanbrengen van een voorhelft 58 van geslacht gevogelte op de opzetsteun 16. De 15 opzetsteun 16 kan zowel van een kam 42 als van een kam 52 zijn voorzien. In het getoonde geval is de vleugel van de voorhelft 58 reeds verwijderd, waarbij zich op de met 60 aangeduide plaats nog een deel van het schoudergewricht bevindt. De rugzijde van de voorhelft 58 is naar boven gekeerd, zodat de 20 borstfilets zich aan de onderzijde bevinden. De rollen 32 worden t.o.v. de rollen 34 in de getoonde positie geleid, zodat de opzetsteun 16 bij benadering horizontaal is georiënteerd. Het opzetten kan geschieden tijdens het voortbewegen in de richting van de pijl 12 van de aan de hangbaantransporteur 2 25 hangende drager.
Fig. 3a toont schematisch een eindloze transportband 100 welke loopt in de richting van pijl 101 over rollen 102, waarvan ten minste één wordt aangedreven. Op de band 100 is een aantal paren scheidingswanden 104a, 104b flexibel bevestigd. De 30 afstand tussen twee aangrenzende paren scheidingswanden 104a, 104b is zodanig gekozen, dat ruimte is voor het opnemen van een voorhelft 58. Dergelijke voorhelften 58 worden op de met pijl 106 aangeduide plaats tussen twee aangrenzende paren scheidingswanden 104a, 104b geplaatst, waarbij de buikholteopening 35 van de voorhelften 58 van de in fig. 3a weergegeven zijde is afgekeerd; fig. 3a toont derhalve de zijde van de nekopening 108 van de voorhelft 58. De rail 4 van een hangbaantransporteur met dragers volgens fig. lc is loodrecht op de voortbewegings- 1C o> 12 richting 101 van de transportband 100 gericht. Bij een geschikte besturing van de passage van een opzetsteun 16 over de transportband 100 komt de opzetsteun 16 via de buikholteopening in een voorhelft 58 terecht, en neemt de opzetsteun 16 de 5 voorhelft 58 mee vanaf de transportband 100. Aldus is het mogelijk het in fig. 3 getoonde handmatige aanbrengen van een voorhelft 58 op een opzetsteun 16 te automatiseren.
Een andere wijze van gemechaniseerd aanbrengen van een voorhelft op een drager is geïllustreerd in fig. 3b. De zich op 10 de transportband 100 bevindende voorhelften 58 zijn reeds voorzien van een opzetsteun 16. De opzetsteunen 16 worden op niet nader getoonde wijze automatisch gekoppeld met arm 22 en hefboom 28 van de zwenkinrichting 14 tijdens een passage van de drager over de transportband 100.
15 In een volgend bewerkingsstadium, dat is geïllustreerd in fig. 4a en 4b, wordt de zich tot dan toe nog slechts in geringe mate op de opzetsteun 16 gefixeerde voorhelft 58 door een zich nabij de baan van de in de richting van de pijl 12 voortbewegende voorhelft 58 aangebrachte, schematisch weergegeven 20 aandrukinrichting 62 geheel vast op de opzetsteun 16 gedrukt. De aandrukinrichting 62 omvat twee aan weerskanten van de opzetsteun 16 in de richting van pijl 64 rond een as 66 synchroon neerklapbare platen 68, waarvan de aandrijvingen en de besturingen niet nader zijn getoond, maar bijvoorbeeld pneuma-25 tisch of elektrisch kunnen zijn. De platen 68 van de aandrukinrichting 62, die vast langs de baan van de hangbaantransporteur 2 is opgesteld, worden zolang in de in fig. 4a en 4b getoonde neergeklapte stand gehouden, totdat door de beweging van de opzetsteun 16 in de richting van de pijl 12 de voorhelft 58 30 voldoende ver op de opzetsteun 16 is vastgedrukt, zoals is getoond in fig. 5. Vervolgens klappen de platen terug naar de in fig. 4a met streeplijnen weergeven uitgangsstand daarvan.
Fig. 5a illustreert de wijze waarop door een geschikte vormgeving van de rail 4 van de hangbaantransporteur 2 in een 35 bepaald gedeelte van een fileerlijn de afstand tussen opzetsteunen 16 van opeenvolgende dragers, voortbewegend in de richting van de pijl 12, vergroot kan worden ter vergemakkelijking van het uitvoeren van fileerbewerkingen op de voorhelft 58 13 of van het opzetten of afhalen van een voorhelft. De koppelingen 20 en 20a van de drager laten in samenhang roet de flexibiliteit van de ketting 6 een voortbeweging langs de rail 4 zonder problemen toe.
5 Zoals fig. 6 en 7 illustreren, wordt de voorhelft 58 in een horizontale oriëntatie van de opzetsteun 16 die is verkregen door de rollen 32 en 34 in curvebanen 36 resp. 38 te leiden aan drie zijden ingesneden, te weten insnijdingen 71 onder de schoudergewrichten ter hoogte van de oksels met behulp van 10 messen 70, en een insnijding 73 door het vel ter hoogte van het zich daaronder bevindende borstbeen met behulp van een mes 72 en langwerpige geleidingen 75 ter bepaling van de insnijdiepte. De messen 70 en 72 zijn in fig. 6 getoond als door motoren 74 resp. 76 aangedreven cirkelvormige messen, maar kunnen ook 15 bestaan uit een stationair opgestelde messen. De snijinrichtingen 70, 74 en 72, 76 zijn vast langs de baan van de opzetsteun 16 opgesteld, zodat de daardoor aangebrachte sneden tot stand komen door de voortbeweging van de drager in de richting van de pijl 12.
20 Ter voorbereiding op de dan volgende ontvelbewerking wordt de opzetsteun 16 door verplaatsing van de rollen 32 in de sleuf 30 ten opzichte van de rollen 34 naar boven verzwenkt, zoals in fig. 8 is geïllustreerd.
Zoals fig. 9a en 9b verder illustreren, wordt de voorhelft 25 58, vanuit de in fig. 8 geïllustreerde omhoog gerichte positie, op een aantal, in dit geval vier, roterende, van schroefribben voorziene schroefrollen 78a, 78b, 78c en 78d geplaatst door verzwenking van de opzetsteun 16 volgens pijl 79 naar de onderste stand daarvan. Hierbij bevinden de rollen 32 zich 30 geheel onderin de sleuf 30. Een speciale besturing om deze stand van de opzetsteun 16 te bereiken, is in feite niet noodzakelijk, aangezien deze vanzelf wordt bereikt door de werking van de zwaartekracht, ook bij afwezigheid van een bedieningsinrichting 40. De in onderling tegengestelde richting 35 roterende schroefrollen 78a en 78b verwijderen het vel aan de rechterzijde van de voorhelft 58, terwijl de in onderling tegengestelde richting roterende schroefrollen 78c en 78d het vel aan de linkerzijde van de voorhelft 58 verwijderen.
1000935 14
Een soortgelijke inrichting is getoond in fig. 9c, waarbij de voorhelft 58 op de opzetsteun 16 in omlaag gerichte oriëntatie op twee in onderling tegengestelde richting roterende, van schroefribben voorziene schroefrollen 77a en 77b wordt ge-5 plaatst voor het verwijderen van vet, klieren of dergelijke uit het nekgebied van de voorhelft. Het te verwijderen weefsel wordt in de kneep tussen de rollen 77a, 77b getrokken.
Na het ontvellen en eventueel reinigen van het nekgebied blijft de voorhelft 58 in de neerwaarts verzwenkte stand 10 volgens fig. 9a, zoals is weergegeven in fig. 10.
Zoals is geïllustreerd in fig. 11, zijn langs de baan van de hangbaantransporteur 2 vervolgens stationaire schrapers 80 vast of enigszins verend opgesteld. Door een geschikte curve-baanbesturing van de rollen 32 t.o.v. de rollen 34 wordt de 15 opzetsteun 16 met de voorhelft 58 naar de in fig. 11 weergegeven positie ver zwenkt volgens pijl 81 op het moment dat de schoudergewrichten 60 van de in de richting van de pijl 12 voortbewegende voorhelft 58 de schrapers 80 zijn gepasseerd. Hierdoor bewegen de schrapers 80 tussen de spieren coracobra-20 chialis externus en coracobrachialis internus van de voorhelft 58 en schrapen zij het borstvlees los tot de lijn 82 en tot aan de processus thoracicus van het karkas, waardoor het vlees door de werking van de zwaartekracht zijwaarts gaat neerhangen, zoals is geïllustreerd in fig. 12.
25 Vervolgens wordt de opzetsteun 16 neerwaarts gekanteld tot in de fig. 13 getoonde positie en geleid langs één of meer zich in hoofdzaak evenwijdig aan de baan van de hangbaantransporteur uitstrekkende schrapers 84 volgens fig. 13, 14 en 15, waarbij de opzetsteun 16 door een geschikte besturing van de positie 30 van de rollen 32 t.o.v. die van de rollen 34 geleidelijk omhoog gezwenkt wordt, waardoor het vlees langs de botten van het karkas tot aan het borstbeen van het karkas 86 wordt losgeschraapt, op een verbinding bij de borstbeen na, zoals in fig. 16 is geïllustreerd.
35 Zoals fig. 16 verder illustreert, wordt het aan het borstbeen van het karkas 86 hangende borstvlees 88 met behulp van een langs de baan van het karkas vast of verend opgesteld stationair of roterend snijorgaan 90 gescheiden van het karkas 1 0 ( ( 9 3 o 15 86 door de voortbeweging van de drager in de richting van de pijl 12.
Zoals fig. 17 illustreert, kan het borstvlees 88 opgevangen worden op een eindloze transportband 92 en afgevoerd worden 5 voor verdere verwerking.
Het karkas van de voorhelft bevat na de voorgaande bewerkingen nog rugvlees, dat in fig. 17a met 85 is aangeduid, en de zogenaamde hamlapjes van de voorhelft vormt. Het rugvlees 85 wordt met behulp van vast of verend langs de baan van de 10 hangbaantransporteur 2 opgestelde schraap- of snijorganen 87 van het karkas verwijderd en separaat ontveld.
Fig. 18 en 19 illustreren het van de opzetsteun 16 verwijderen van het van vlees ontdane, en door de kam 42 vastgeklemde karkas 86 van de opzetsteun 16, waarbij in fig. 19 voor de 15 duidelijkheid het karkas is weggelaten. De opzetsteun 16 met het karkas 86 van de voorhelft wordt in de richting van de pijl 12 langs een stel door motoren 94 aangedreven cirkelvormige messen 96 gevoerd. Het karkas van de voorhelft wordt hierdoor in een rughelft en een borsthelft gescheiden. De borsthelft 20 valt door de zwaartekracht van de opzetsteun 16 af, terwijl de rughelft los op de bovenzijde van de opzetsteun 16 ligt en eenvoudig kan worden weggeveegd. De opzetsteun 16 is hierna geschikt voor hernieuwd gebruik volgens fig. 3 e.v.
De bewerkingen die volgens fig. 20 en 21 op een voorhelft 25 58a worden uitgevoerd, stemmen in principe geheel overeen met de bewerkingen die volgens fig. 6 worden uitgevoerd. De voorhelft 58a volgens fig. 20 en 21 omvat echter, in tegenstelling tot de voorhelft 58 volgens fig. 6, nog vleugels 58b, welke door middel van langwerpige geleidingen 75a buiten het bereik 30 van de messen 70 worden gehouden.
Fig. 22 illustreert het doorsnijden van althans een deel van de schoudergewrichten van een voorhelft 58a met vleugels 58b, met behulp van langs de baan van de in de richting van de pijl 12 voortbewegende voorhelft 58a vast of verend opgestelde 35 roterende messen 100 die worden aangedreven door motoren 102. De insnijdingen in de schoudergewrichten kunnen ook met behulp van stationaire messen worden aangebracht.
Zoals fig. 23, 24 en 25 illustreren, wordt na het aanbren- 1000935 16 gen van de schouderinsnijdingen volgens fig. 22 het borstvlees van de voorhelft 58a van het karkas 68 losgedrukt door in de baan van de in de richting van de pijl 12 voortbewegende voorhelft 58a twee vast of verend opgestelde aanslagen 104 te 5 brengen. De aanslagen 104 omvatten elk een horizontaal aanslag-gedeelte 104a en een vertikaal aanslaggedeelte 104b welke zijn opgesteld ter hoogte van het vleugelgedeelte van het schoudergewricht van de voorhelft 58a. Door de opzetsteun 16 na kontakt tussen de aanslagen 104 en de voorhelft 58a omhoog te zwenken 10 door verplaatsing van de rollen 32 ten opzichte van de rollen 34, zoals fig. 25 in het bijzonder illustreert, wordt het borstvlees door middel van de vleugels 58b losgedrukt van het karkas 86. Het is uiteraard ook mogelijk de vleugels voor een dergelijke bewerking vast te grijpen, en de beweging van de 15 drager in de richting van de pijl 12 te laten zorgen voor het losmaken van het borstvlees van het karkas 86. In beide gevallen ontstaat een bewerkingstoestand die is geïllustreerd in fig. 26, waarin de opzetsteun 16 weer is teruggebracht in een in hoofdzaak horizontaal gerichte oriëntatie door verplaatsing 20 van de rollen 32 ten opzichte van de rollen 34, en het borstvlees aan het borstbeen hangt.
Fig. 26 illustreert een in hoofdzaak met de bewerking volgens fig. 16 overeenkomende bewerking van het losmaken van het borstvlees en de vleugels 58b van het karkas 86 door dit 25 karkas in de richting van de pijl 12 langs een stationair of verend opgestelde snij inrichting 106 te voeren.
Fig. 27 toont een drager waarvan de zwenkinrichting 14 in principe geheel overeenkomt met de eerder aan de hand van fig. la beschreven zwenkinrichting; de opzetsteun 16 volgens fig. 27 30 omvat echter fixatiemiddelen die bestaan uit een langwerpig steunelement 110 dat onder een scherpe hoek met het oppervlak van de opzetsteun 16 is gericht, een in de richtingen van de dubbele pijl 112 beweegbare pen 114 en een veer 116. Een uiteinde van de pen 114 rust onder voorspanning van de veer 116 35 tegen het steunelement 110. Door aan het zich onder de arm 22 bevindende uiteinde van de pen 114 te trekken beweegt het naar het steunelement 110 gerichte uiteinde van de pen 114 tot onder het oppervlak van de opzetsteun 16. Er kan dan eenvoudig een
/ t Ki ! ; . ‘V
17 borstkap van geslacht gevogelte onder het steunelement 110 worden geschoven, waarna door het loslaten van de pen 114 de borstkap op de opzetsteun 16 wordt geborgd. Het steunelement omgrijpt samen met de naar het steunelement 110 toegekeerde 5 oppervlak van de opzetsteun 16 het borstbeen van de borstkap.
In de in fig. 28a, 28b en 28c getoonde variant van de drager van fig. 27 is voorzien in een bedieningsmechanisme voor de pen 114, waarbij de pen 114 afhankelijk van de zwenkstand van de opzetsteun 16 al dan niet wordt verschoven. Daartoe is 10 de arm 22 van de zwenkinrichting 14 verlengd tot voorbij de as 24 en voorzien van een langwerpige sleuf 118 waardoor de pen 114 steekt. Nabij het van het steunelement 110 afgekeerde uiteinde van de pen 114 is een kraag 120 vast op de pen bevestigd.
15 Zoals fig. 28b illustreert, wordt bij het in opwaartse richting zwenken van de opzetsteun 16 door het in de sleuf 30 omhoog bewegen van de rollen 32 ten opzichte van de rollen 34 het uiteinde van de pen 114 dat tegen het steunelement 110 rustte, teruggetrokken tot onder het oppervlak van de opzet-20 steun 16, zodat in deze oriëntatie van de opzetsteun gemakkelijk een borstkap van gevogelte op de opzetsteun 16 kan worden aangebracht. Terugkantelen van de opzetsteun naar de oriëntatie die is getoond in fig. 28a leidt vervolgens tot een borging van de borstkap op de opzetsteun 16. De borstkap wordt in positie 25 gebracht voor de hierna aan de hand van fig. 29a-29f te illustreren bewerkingen door de opzetsteun 16 naar beneden te zwenken, zoals is geïllustreerd in fig. 28c, waarbij de borging van de borstkap d.m.v. de pen 114 in stand blijft.
Volgens fig. 29a wordt een op de drager volgens fig. 28c 30 bevestigde borstkap 111 van gevogelte geleid tussen twee langwerpige draagdelen 122a, 122b van een niet nader getoond frame van een fileer inrichting. Het V-been is al uit de borstkap verwijderd, en voorts zijn aan weerskanten van het borstbeen reeds insnijdingen aangebracht. De borstkap 111 wordt, 35 zoals fig. 29a en 29b illustreren, in de eerste plaats geleid op van een oplooprand 124a voorziene geleidingsplaten 124, tegen welke de binnenzijde van de ribben van de borstkap 111 komen te rusten. Vervolgens komt de borstkap 111 bij een stel 1 0 0 0 9 3 b 18 schraapplaten 126, waarbij vlak voor de schraapplaten 126 een stel beweegbare schouderpositioneerorganen 128 zijn opgesteld. Zodra de schoudergewrichten van de borstkap 111 zich onder de schouderpositioneerorganen 128 bevinden, komen deze kort in 5 aktie voor het onder de schraapplaten 126 drukken van de schoudergewrichten van de borstkap 111, zoals in fig. 29b is geïllustreerd. Onmiddellijk daarna worden de schouderpositioneerorganen 128 weer van de borstkap lil afgenomen, waardoor het vlees van de borstkap 111 de schraapplaten 126 aan de van 10 de geleidingsplaten 124 afgekeerde zijde zal passeren. Het resultaat van deze bewerking is weergegeven in fig. 29c, waarbij de buitenfilet van de flank van het karkas in het gebied vanaf het sleutelbeen tot voorbij de processus thoraci-cus tot aan de verbinding tussen de binnenfilet en de borstkap 15 is losgeschraapt, zoals met streeplijnen is weergegeven. Vervolgens ontmoet de borstkap 111 (zie fig. 29c) een tweede beweegbaar schouderpositioneerorgaan 130 en een stel geleidingen 132, gevolgd door een stel messen 134. Het schouderpositioneerorgaan 130 zorgt er voor, dat de schoudergewrichten van de 20 borstkap aan de van de in de tekening getoonde zijde afgekeerde zijde van de geleidingen 132 terecht komen door kortstondig druk uit te oefenen op de schoudergewrichten vlak voordat zij de geleidingen 132 bereiken. Het reeds losgeschraapte gedeelte van het borstvlees van de borstkap 111 bevindt zich dan aan de 25 andere zijde van de geleidingen 132. De messen 134 grenzen direkt aan de geleidingen 132 en zorgen voor het aanbrengen van een snede over het sleutelbeen van de borstkap tot aan de processus thoracicus voor het lossnijden van vlees rondom het sleutelbeen en het doorsnijden van het membraan tussen de filet 30 en het karkas. Daartoe worden de messen 134 zodanig bestuurd, dat zij bij het bereiken van de processus thoracicus in de richting van pijlen 136 rond assen 138 wegzwenken (zie fig. 29d) . Indien de messen 134 vast zijn opgesteld, loopt de laatstgenoemde snede uiteraard door tot nabij de buikzijde van 35 de borstkap 111.
Zoals fig. 29e illustreert, worden vervolgens de filets 140 van de borstkap 111 met behulp van slechts schematisch getoonde grijporganen 142 vastgegrepen, waarbij de filets 140 * λ r r ' ‘r r 19 door de voortbeweging van de op de drager gefixeerde borstkap in de richting van de pijl 12 geheel of - bij een tijdige vrijgave van de greep van de grijporganen 142 - gedeeltelijk worden losgetrokken van het karkas lila. Indien de messen 134 5 verzwenkbaar zijn uitgevoerd zoals aan de hand van fig. 29d is beschreven, omvatten de gewonnen filets buikzijdig vet. Indien de messen 134 daarentegen vast zijn opgesteld, blijft voornoemd buikzijdig vet achter op het karkas lila.
Fig. 29f illustreert het af werpen van een van filets 10 ontdaan karkas met behulp van geleidingen 144 die de baan van een omhoog zwenkende opzetsteun volgens fig. 28b volgen en voorzien zijn van aanslagen 146. Bij het omhoog zwenken van de opzetsteun 16 zal de borging door pen 114 van het karkas lila van de borstkap opgeheven worden, waarna het karkas lila ten 15 opzichte van de opzetsteun 116 door de aanslagen 14 6 wordt tegengehouden en van de geleidingen 144 naar beneden valt, en kan worden afgevoerd.
1000935

Claims (33)

1. Met een hangbaantransporteur verbonden drager met een opzetsteun voor het transporteren van althans een deel van een slachtdier, in het bijzonder een een voorhelft of een deel daarvan van een geslachte vogel, welke opzetsteun is voorzien 5 van middelen voor het fixeren van het slachtdier of het deel daarvan op de opzetsteun, set het kenmerk, dat de drager een zwenkinrichting omvat die kan samenwerken met een langs de baan van de hangbaantransporteur opgestelde bedieningsinrichting voor het verzwenken van de opzetsteun.
2. Drager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zwenkinrichting is ingericht voor het in een vertikaal vlak verzwenken van de opzetsteun.
3. Drager volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de drager ten minste één rol of pen omvat met een as die zich 15 dwars op de transportrichting van de hangbaantransporteur uitstrekt.
4. Drager volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ten minste ene rol of pen deel uitmaakt van de zwenkinrichting en in hoofdzaak loodrecht op de richting van de as daarvan ver- 20 plaatst kan worden door de bedieningsinrichting voor het verzwenken van de opzetsteun.
5. Drager volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de drager kan samenwerken met een bedieningsinrichting die is voorzien van een curvesleuf voor het opnemen en bedienen van de ten 25 minste ene rol of pen.
6. Drager volgens een van de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de drager ten minste twee vast daarop gelagerde of bevestigde rollen resp. pennen omvat, waarbij de bedieningsinrichting is voorzien van ten minste één sleuf voor het opnemen van 30 de rollen of pennen ter stabilisatie van de drager.
7. Drager volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de opzetsteun op een eerste plaats scharnierbaar is gekoppeld met de drager, en dat de rol of pen van de zwenkinrichting is gekoppeld met een hefboom, die op een tweede plaats scharnier- baar is gekoppeld met de opzetsteun, welke tweede plaats verschilt van de eerste plaats.
8. Drager volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de opzetsteun in hoofdzaak langwerpig is, waarbij een 5 uiteinde van de opzetsteun in, of onder een scherpe hoek met de transportrichting van de hangbaantransporteur kan worden gericht.
9. Drager volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen voor het slachtdier of het deel daarvan 10 ten minste één van tanden voorziene, ten opzichte van het oppervlak van de opzetsteun beweegbare kam omvatten die is ingericht om onder voorspanning aan te grijpen op de binnenzijde van het slachtdier of het deel daarvan.
10. Drager volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ten 15 minste ene kam is ingericht om op de binnenzijde van het slachtdier of het deel daarvan aan te grijpen in het gebied van het borstbeen of de wervelkolom.
11. Drager volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de tanden weerhaakvormig zijn.
12. Drager volgens één van de conclusies 1-11, met het ken merk, dat deze kan samenwerken met langs de baan van de drager opgestelde aandrukmiddelen voor het vastdrukken van het slachtdier of het deel daarvan op de opzetsteun.
13. Drager volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de 25 aandrukmiddelen langs de baan van de opzetsteun opgestelde, kortstondig in de baan van het slachtdier of het deel daarvan te brengen aanslagen omvatten.
14. Drager volgens één van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat deze aan weerskanten is voorzien van zich in een 30 bepaalde zwenkstand van de opzetsteun in hoofdzaak in de transportrichting uitstrekkende sleuven, waarbij de drager kan samenwerken met langs de baan van de drager opgestelde, nabij of in voornoemde sleuven reikende snijmiddelen voor het doorsnijden van een zich op de opzetsteun bevindend karkas.
15. Drager volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de f ixatiemiddelen voor het slachtdier of het deel daarvan een evenwijdig met, of onder een scherpe hoek met het oppervlak van de opzetsteun gericht steunelement omvatten, waarbij de 1. o r- ;= opzetsteun een in zijn langsrichting beweegbare pen bevat waarvan een uiteinde onder voorspanning onder een hoek met het oppervlak van de opzetsteun kan uitsteken tegen een naar het oppervlak gerichte zijde van het steunelement.
16. Drager volgens conclusie 15, net het kenmerk, dat de pen door de zwenkbeweging van de opzetsteun zodanig wordt bewogen, dat de pen zich in een eerste zwenkstand onder het oppervlak van het steunelement bevindt, en in een van de eerste zwenkstand verschillende tweede zwenkstand uit het oppervlak steekt.
17. Drager volgens een van de conclusies 1-16, met het ken merk, dat deze op ten minste twee plaatsen flexibel is opgehangen aan de hangbaantransporteur.
18. Drager volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat deze is opgehangen aan langs een rail verplaatsbare trolleys die 15 onderling zijn gekoppeld met een ketting, band, kabel, koord of dergelijke.
19. Inrichting voor het automatisch aanbrengen van voorhelften van slachtdieren op de dragers met opzetsteunen volgens een van de conclusies 1-14, 17 of 18, omvattende een transporteur voor 20 het voortbewegen van de voorhelften met de buikholteopening daarvan in hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting van de transporteur gericht, welke transporteur is bestemd om samen te werken met een hangbaantransporteur met de dragers, waarvan de voortbewegingsrichting in hoofdzaak dwars op de voortbewegings- 25 richting van de transporteur is gericht, waarbij de opzetsteunen van de dragers terecht komen in de buikholteopening van de voorhelften.
20. Inrichting voor het automatisch aanbrengen van voorhelften van slachtdieren op de dragers met opzetsteunen volgens een van 30 de conclusies 1-14, 17 of 18, omvattende dragers waarvan de opzetsteunen van het overige gedeelte van de dragers ontkoppeld en daarmee automatisch gekoppeld kunnen worden, en een transporteur voor het voortbewegen van de voorhelften met de buikholteopening daarvan, waarin een ontkoppelde opzetsteun is 35 aangebracht, in hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting van de transporteur gericht, welke transporteur is bestemd om samen te werken met een hangbaantransporteur met de dragers zonder opzetsteunen, waarvan de voortbewegingsrichting in 1000935 hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting van de transpor-teur is gericht, waarbij de opzetsteunen worden gekoppeld met het overige gedeelte van de dragers.
21. Inrichting voor het fileren van een slachtdier of een deel 5 daarvan, omvattende: een transporteur met een aantal een opzetsteun omvattende dragers, welke opzetsteunen zijn voorzien van middelen voor het fixeren van het slachtdier of het deel daarvan; en langs de baan van de dragers opgestelde fileerwerktuigen, 10 met het kenmerk, dat de drager een zwenkinrichting omvat die kan samenwerken met een langs de baan van de transporteur opgestelde bedieningsinrichting voor het verzwenken van de opzetsteun ter uitvoering van de fileerbewerkingen met de f ileerwerktuigen.
22. Werkwijze voor het fileren van een slachtdier of een deel daarvan, waarbij het slachtdier of het deel daarvan op een opzetsteun van een met een transporteur verbonden drager wordt getransporteerd, welke opzetsteun is voorzien van middelen voor het fixeren van het slachtdier of het deel daarvan, met het 20 kenmerk, dat de transporteur de drager langs fileerwerktuigen voert, waarbij de opzetsteun van de van een zwenkinrichting voorziene drager met behulp van een de zwenkinrichting bedienende bedieningsinrichting tijdens de passage langs de fileerwerktuigen wordt verzwenkt voor het uitvoeren van de fileerbe-25 werkingen met de fileerwerktuigen.
23. Werkwijze voor het fileren van althans de borstzijde van een voorhelft van geslacht gevogelte, gekenmerkt door de volgende stappen: (a) voorafgaand aan het fileren van de voorhelft worden 30 althans twee tot nabij of in de ribben reikende insnijdingen aangebracht die zich elk uitstrekken van het gebied van een schouder in de richting van de plaats van de heup aan dezelfde zijde van de voorhelft; (b) in de richting van het borstbeen van het karkas 35 losmaken van het borstvlees; en (c) scheiden van het borstvlees van het karkas.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de insnijding wordt aangebracht langs de borstzijde van het 1 0 ;:· ·' : 7 " schoudergewricht.
25. Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, set het kenmerk, dat het aanbrengen van de insnijding wordt gevolgd door de stap van het losschrapen van een deel van het borstvlees in het gebied 5 tussen het schoudergewricht en het gebied van de processus thoracicus via de voornoemde insnijding.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de stap van het losschrapen van een deel van het borstvlees geschiedt vanaf een plaats tussen de spieren coracobrachialis 10 externus en coracobrachialis internus nabij het schoudergewricht, in de richting van de processus thoracicus van het karkas.
27. Werkwijze voor het fileren van een voorhelft van geslacht gevogelte met althans een gedeelte van een vleugel volgens 15 conclusie 23, met het kenmerk, dat men voorafgaand aan de stap (b) het schoudergewricht aan de rugzijde van het karkas althans gedeeltelijk doorsnijdt, en met behulp van de vleugel het vlees in het gebied van het schoudergewricht losmaakt van het karkas.
28. Werkwijze volgens een van de conclusies 23-27, met het 20 kenmerk, dat men na de stap (a) voor het verwijderen van het rugvlees van de voorhelft aan de rugzijde daarvan een insnijding langs de wervelkolom van het karkas aanbrengt, en vervolgens het rugvlees van het karkas losmaakt.
29. Werkwijze volgens een van de conclusies 23-28, met het 25 kenmerk, dat men voorafgaand aan de stap (b) het nek- en of ruggebied van het gevogelte ontdoet van ongewenst weefsel.
30. Werkwijze volgens een van de conclusies 22-29, met het kenmerk, dat de borstzijde van het karkas tijdens de fileerbe-werking in hoofdzaak naar beneden is gericht.
31. Werkwijze voor het fileren van een borstkap van geslacht gevogelte, gekenmerkt door de volgende stappen: (a) verwijderen van het V-been van het karkas; (b) losschrapen van de buitenfilet van de flank van het karkas in het gebied vanaf het sleutelbeen tot voorbij de 35 processus thoracicus en tot aan de binnenfilet; (c) losmaken van de membraanverbinding tussen de binnenfilet en het karkas; en (d) losmaken van buiten- en binnenfilets van het karkas.
32. Werkwijze volgens conclusie 31, eet het kenmerk, dat stap (c) wordt vervangen door de stap van het aanbrengen van een snede over het sleutelbeen ten minste tot aan de processus thoracicus voor het lossnijden van vlees rondom het sleutelbeen 5 en het doorsnijden van het membraan tussen de binnenfilet en het karkas.
33. Werkwijze volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de snede wordt verlengd tot voorbij de processus abdominalis 1000935
NL1000935A 1995-08-04 1995-08-04 Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier. NL1000935C2 (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1000935A NL1000935C2 (nl) 1995-08-04 1995-08-04 Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier.
ES03076522T ES2371868T3 (es) 1995-08-04 1996-07-30 Procedimiento para cortar en filetes un ave de corral sacrificada.
EP11158205.2A EP2356907B1 (en) 1995-08-04 1996-07-30 Device and method for processing a slaughtered animal
ES96202150T ES2206540T3 (es) 1995-08-04 1996-07-30 Dispositivo y metodo para eltratamiento de aves sacrificadas.
DE69630178T DE69630178T2 (de) 1995-08-04 1996-07-30 Verfahren und Vorrichtung zum Bearbeiten von Schlachtgeflügel
DK96202150T DK0756826T3 (da) 1995-08-04 1996-07-30 Indretning og fremgangsmåde til behandling af slagtet dyr
EP03076522A EP1346639B1 (en) 1995-08-04 1996-07-30 Method for filleting slaughtered poultry
DK03076522.6T DK1346639T3 (da) 1995-08-04 1996-07-30 Fremgangsmåde til filetering af slagtet fjerkræ
EP96202150A EP0756826B1 (en) 1995-08-04 1996-07-30 Device and method for processing a slaughtered animal
US08/690,039 US6095914A (en) 1995-08-04 1996-07-31 Device and method for processing a slaughtered animal
JP8206044A JPH09103231A (ja) 1995-08-04 1996-08-05 屠殺獣の処理装置及び処理方法
US09/383,717 US6220953B1 (en) 1995-08-04 1999-08-26 Device and method for processing a slaughtered animal

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1000935 1995-08-04
NL1000935A NL1000935C2 (nl) 1995-08-04 1995-08-04 Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1000935C2 true NL1000935C2 (nl) 1997-02-06

Family

ID=19761405

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1000935A NL1000935C2 (nl) 1995-08-04 1995-08-04 Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier.

Country Status (7)

Country Link
US (2) US6095914A (nl)
EP (3) EP2356907B1 (nl)
JP (1) JPH09103231A (nl)
DE (1) DE69630178T2 (nl)
DK (2) DK0756826T3 (nl)
ES (2) ES2206540T3 (nl)
NL (1) NL1000935C2 (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6033298A (en) * 1997-01-28 2000-03-07 Machinefabriek Meyn B.V. Apparatus for filleting the breast piece of a slaughtered bird
NL1012304C2 (nl) * 1999-06-11 2000-12-12 Stork Pmt Inrichting voor het behandelen van geslacht gevogelte.
WO2000076323A1 (en) * 1999-06-11 2000-12-21 Stork Pmt B.V. Device for processing a slaughter product
NL1030671C2 (nl) * 2005-12-14 2007-06-15 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
US8192258B2 (en) 2005-12-09 2012-06-05 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry

Families Citing this family (47)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5875738A (en) * 1997-11-12 1999-03-02 Ststemate Holland, B.V. Tiltable poultry shackle
NL1007745C2 (nl) * 1997-12-09 1999-06-10 Systemate Bv Hangtransportsysteem.
NL1015614C2 (nl) * 2000-07-05 2002-01-08 Systemate Group Bv Ontveller voor karkassen van gevogelte.
US6283526B1 (en) * 2000-09-18 2001-09-04 Thomas A. Keough Pickup truck storage system
WO2004052106A1 (ja) 2002-12-11 2004-06-24 Mayekawa Mfg.Co.,Ltd. 鶏肉屠体上半身の自動脱骨処理装置
DK1627567T3 (da) * 2002-12-20 2008-12-08 Stork Pmt Fremgangsmåde og anordning til bearbejdning af en del af kroppen i slagtet fjerkræ
US7611318B2 (en) * 2003-01-27 2009-11-03 Applied Materials, Inc. Overhead transfer flange and support for suspending a substrate carrier
US20090308030A1 (en) * 2003-01-27 2009-12-17 Applied Materials, Inc. Load port configurations for small lot size substrate carriers
NL1022858C2 (nl) 2003-03-06 2004-09-16 Meyn Food Proc Technology Bv Fileerstraat voor gevogelte.
NL1034027C2 (nl) * 2007-06-22 2008-12-23 Stork Pmt Inrichting en werkwijze voor het in positie brengen en het aanbrengen van een borstkap van een geslacht gevogelte op een productdrager.
FR2919473A1 (fr) * 2007-08-01 2009-02-06 Durand Internat Soc Par Action Sciage de carcasses de porc ou analogue
FR2921545A1 (fr) * 2007-09-28 2009-04-03 Durand Internat Sa Entrainement d'un chariot porte outil de fente d'une machine a fendre les carcasses d'animaux
DK2294922T3 (en) 2008-03-20 2017-10-09 Meyn Food Processing Tech Bv Device for skinning crows
FR2939011B1 (fr) * 2008-12-02 2011-11-25 J P Bayle Ets Dispositif autorisant la decoupe des filets de volaille integre dans une installation de decoupe automatique des volailles
NL1036646C2 (en) * 2009-02-13 2010-08-16 Meijn Food Proc Technology B V Filleting device and method for harvesting fillets.
NL2002580C2 (en) 2009-02-27 2010-08-30 Meijn Food Proc Technology B V Deskinner for poultry parts.
US8220613B2 (en) * 2009-07-22 2012-07-17 Jervis B. Webb Company Stackable carrier assembly, system, and method for storing carrier assemblies
US8157625B2 (en) 2010-01-26 2012-04-17 Foodmate Bv Method and apparatus for collecting meat from an animal part
US8632380B2 (en) 2010-01-26 2014-01-21 Foodmate B.V. Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends
US8757354B2 (en) 2010-04-19 2014-06-24 Foodmate Bv Turning block alignment
NL2006075C2 (en) 2011-01-26 2012-07-30 Foodmate B V Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station.
US8789684B2 (en) 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
NL2004574C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Rotatable article support for a conveyor.
NL2004573C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
NL2004662C2 (en) * 2010-05-04 2011-11-08 Meyn Food Proc Technology Bv A method for filleting poultry or poultry parts and a filleting system for such poultry or poultry parts.
US8727839B2 (en) 2011-01-21 2014-05-20 Foodmate Bv Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
PL2667728T3 (pl) 2011-01-26 2016-01-29 Foodmate Bv Sposób usuwania kości z ud zwierzęcych w celu oddzielania i zbierania z nich mięsa oraz urządzenie realizujące sposób
US8267241B2 (en) 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
US8430728B2 (en) 2011-02-14 2013-04-30 Foodmate Bv Special cut poultry wing cutter
NL2006313C2 (en) 2011-02-28 2012-08-29 Meyn Food Proc Technology Bv Method and apparatus for harvesting a backmeat of a carcass or carcass part of slaughtered poultry.
NL2008001C2 (en) * 2011-12-20 2013-06-24 Meyn Food Proc Technology Bv Method and scraper for releasing tissue connections between a fillet and a carcass of slaughtered poultry.
NL2009033C2 (en) 2012-06-19 2013-12-23 Foodmate B V Weighing method and apparatus.
US8808068B2 (en) 2012-10-29 2014-08-19 Foodmate Bv Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
NL2009718C2 (en) * 2012-10-29 2014-05-01 Foodmate B V Method of mechanically removing skin from animal parts.
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
NL2011946C2 (nl) * 2013-12-12 2015-06-15 Marel Stork Poultry Proc Bv Combinatie van een transportinrichting voor slachtdieren en een losinrichting alsmede werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke combinatie.
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
KR101852734B1 (ko) * 2014-06-30 2018-04-27 가부시끼가이샤 마에가와 세이사꾸쇼 식조 도체의 외형 계측 장치, 외형 계측 방법, 및 식조 도체의 탈골 장치
WO2017070701A1 (en) 2015-10-22 2017-04-27 Baader Linco, Inc. Separation tool
NL2016723B1 (en) * 2016-05-03 2017-11-10 Marel Stork Poultry Proc Bv Back meat harvester for harvesting back meat from a carcass part of slaughtered poultry
NL2017236B1 (en) * 2016-07-25 2018-01-31 Meyn Food Processing Tech Bv Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry in a processing line
NL2019926B1 (en) * 2017-11-16 2019-05-22 Meyn Food Processing Tech Bv Deskinning apparatus and method for deskinning a poultry leg or part of a poultry leg
CN110326652B (zh) * 2019-07-03 2021-04-09 临沂金锣文瑞食品有限公司 肉制品加工工艺
KR200494745Y1 (ko) * 2019-09-09 2021-12-15 남병환 식용 메추리 이동형 도순 장치
KR102437562B1 (ko) * 2022-02-11 2022-08-26 안세환 돼지고기 이송용 레일시스템
KR102535616B1 (ko) * 2022-09-05 2023-05-26 (주)미담푸드 육류 이송 장치

Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3570050A (en) * 1968-03-26 1971-03-16 Pillsbury Co Process for removing meat from bones
US4016624A (en) * 1975-10-17 1977-04-12 Victor F. Weaver, Inc. Poultry cut-up machine
EP0203015A1 (fr) * 1985-05-20 1986-11-26 ETABLISSEMENTS ARRIVE S.A. (Société Anonyme de droit français) Dispositif de contention de carcasses d'animaux
FR2589452A1 (fr) * 1985-10-31 1987-05-07 Kergroise Sa Ateliers Chaine de transfert pour decoupe de volaille
EP0254332A1 (en) * 1986-07-24 1988-01-27 Stork Pmt B.V. Mounting support
EP0261420A1 (de) * 1986-09-23 1988-03-30 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Einrichtung zum Bearbeiten von Geflügelkörpern
US4780930A (en) * 1987-08-31 1988-11-01 Fabricated Products Poultry cutter with a rotatable arbor and guide means
EP0390979A1 (en) * 1989-04-07 1990-10-10 Linco Holland Engineering B.V. Method and device for transporting objects around a closed track
US5083974A (en) * 1990-11-16 1992-01-28 Foodcraft Equipment, Inc. Turkey breast deboner
US5194035A (en) * 1992-01-17 1993-03-16 Meyn Usa, Inc. Automatic poultry processor and method
EP0551156A1 (en) * 1992-01-10 1993-07-14 Stork Pmt B.V. Method and device for filleting the body of a slaughtered bird

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH108481A (de) * 1924-03-31 1925-01-16 Vieler Gmbh Geb Einrichtung zum Aufhängen von Fleisch etc. in Schlacht- und Kühlhäusern, Fleischerläden und dergleichen.
US3298500A (en) * 1965-05-19 1967-01-17 Wallace H Jerome Poultry conveying and tripping device
US3474492A (en) * 1966-11-30 1969-10-28 Louis Anthony Viscolosi Eviscerating apparatus and method
US3715026A (en) * 1970-09-21 1973-02-06 Mohr J & Sons Poultry shackle
NL8402165A (nl) * 1984-07-06 1986-02-03 Meyn Pieter Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van borstvlees van een gevogeltekarkas.
US4648155A (en) * 1986-03-18 1987-03-10 Burnett T J Chicken deboning apparatus and method
US4827570A (en) * 1988-01-25 1989-05-09 Simon-Johnson, Inc. Method and apparatus for removing breast meat from poultry carcass
ES2035375T3 (es) * 1989-01-28 1993-04-16 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Procedimiento para la obtencion mecanica de carne de los cuerpos de aves y dispositivo para la realizacion del procedimiento.
DE3939340C1 (nl) * 1989-11-29 1991-06-06 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg, 2400 Luebeck, De
US5092815A (en) * 1990-01-30 1992-03-03 Starflex Corporation Method and apparatus for cutting poultry hind quarters
DE4008719A1 (de) 1990-03-19 1991-09-26 Nordischer Maschinenbau Verfahren zum filetieren von gefluegelkoerpern
DK0574617T3 (da) * 1992-06-17 1997-05-12 Meyn Maschf Fremgangsmåde og apparat til udtagning af indvolde fra fjerkræ
NL9401198A (nl) * 1994-07-21 1996-03-01 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.

Patent Citations (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3570050A (en) * 1968-03-26 1971-03-16 Pillsbury Co Process for removing meat from bones
US4016624A (en) * 1975-10-17 1977-04-12 Victor F. Weaver, Inc. Poultry cut-up machine
EP0203015A1 (fr) * 1985-05-20 1986-11-26 ETABLISSEMENTS ARRIVE S.A. (Société Anonyme de droit français) Dispositif de contention de carcasses d'animaux
FR2589452A1 (fr) * 1985-10-31 1987-05-07 Kergroise Sa Ateliers Chaine de transfert pour decoupe de volaille
EP0254332A1 (en) * 1986-07-24 1988-01-27 Stork Pmt B.V. Mounting support
EP0261420A1 (de) * 1986-09-23 1988-03-30 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Einrichtung zum Bearbeiten von Geflügelkörpern
US4780930A (en) * 1987-08-31 1988-11-01 Fabricated Products Poultry cutter with a rotatable arbor and guide means
EP0390979A1 (en) * 1989-04-07 1990-10-10 Linco Holland Engineering B.V. Method and device for transporting objects around a closed track
US5083974A (en) * 1990-11-16 1992-01-28 Foodcraft Equipment, Inc. Turkey breast deboner
EP0551156A1 (en) * 1992-01-10 1993-07-14 Stork Pmt B.V. Method and device for filleting the body of a slaughtered bird
US5194035A (en) * 1992-01-17 1993-03-16 Meyn Usa, Inc. Automatic poultry processor and method

Cited By (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6033298A (en) * 1997-01-28 2000-03-07 Machinefabriek Meyn B.V. Apparatus for filleting the breast piece of a slaughtered bird
NL1012304C2 (nl) * 1999-06-11 2000-12-12 Stork Pmt Inrichting voor het behandelen van geslacht gevogelte.
WO2000076323A1 (en) * 1999-06-11 2000-12-21 Stork Pmt B.V. Device for processing a slaughter product
US8192258B2 (en) 2005-12-09 2012-06-05 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
US8348729B2 (en) 2005-12-09 2013-01-08 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
US8353744B2 (en) 2005-12-09 2013-01-15 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
US8360832B2 (en) 2005-12-09 2013-01-29 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
US8388421B2 (en) 2005-12-09 2013-03-05 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
US8460072B2 (en) 2005-12-09 2013-06-11 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
US8485870B2 (en) 2005-12-09 2013-07-16 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a carcass part of slaughtered poultry
NL1030671C2 (nl) * 2005-12-14 2007-06-15 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0756826A2 (en) 1997-02-05
EP2356907B1 (en) 2013-05-08
EP0756826B1 (en) 2003-10-01
US6220953B1 (en) 2001-04-24
US6095914A (en) 2000-08-01
EP0756826A3 (en) 1999-04-07
DE69630178T2 (de) 2004-07-29
ES2206540T3 (es) 2004-05-16
EP2356907A3 (en) 2012-03-14
EP1346639A3 (en) 2004-05-19
EP1346639B1 (en) 2011-09-14
DK1346639T3 (da) 2012-01-09
DE69630178D1 (de) 2003-11-06
ES2371868T3 (es) 2012-01-10
DK0756826T3 (da) 2004-01-26
JPH09103231A (ja) 1997-04-22
EP2356907A2 (en) 2011-08-17
EP1346639A2 (en) 2003-09-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1000935C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een slachtdier.
JP5499075B2 (ja) 屠殺された家禽の胴体部を処理する方法および装置
US7063611B2 (en) Filleting system for poultry
EP0695506B1 (en) Method and apparatus for filleting the body of slaughtered poultry
NL1012683C2 (nl) Werkwijze voor het winnen van een binnenfilet van een gevogeltekarkasdeel, en inrichting voor het bewerken van het gevogeltekarkasdeel.
JP5788949B2 (ja) 屠殺された家禽の屠殺体の一部を処理するためのデバイスおよび方法
US4951354A (en) Process for gaining the meat from the bodies of slaughtered poultry and apparatus for performing the process
KR102166227B1 (ko) 동물 사지로부터 고기를 자동으로 제거하기 위한 방법 및 시스템
NL9001246A (nl) Werkwijze en inrichting voor het van een rompdeel scheiden van de poten van geslacht gevogelte.
HU202071B (en) Method and device for cutting-off the wings from slaughtered poultry
JPH0767517A (ja) 屠殺した鳥の胴部を処理する方法
NL1022418C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
NL1022236C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
JPH10150912A (ja) 屠体処理装置のレッグプロセッサー

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100301