NL1000841C2 - Beeldreproduktieinrichting. - Google Patents

Beeldreproduktieinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1000841C2
NL1000841C2 NL1000841A NL1000841A NL1000841C2 NL 1000841 C2 NL1000841 C2 NL 1000841C2 NL 1000841 A NL1000841 A NL 1000841A NL 1000841 A NL1000841 A NL 1000841A NL 1000841 C2 NL1000841 C2 NL 1000841C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
image
images
memory
stored
printed
Prior art date
Application number
NL1000841A
Other languages
English (en)
Inventor
Eduardus Josephus Vliembergen
Jurek Nikolaj Deen
Original Assignee
Oce Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19761337&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1000841(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Oce Nederland Bv filed Critical Oce Nederland Bv
Priority to NL1000841A priority Critical patent/NL1000841C2/nl
Priority to TW085101017A priority patent/TW346728B/zh
Priority to EP96201916A priority patent/EP0762726B2/en
Priority to DE69616221T priority patent/DE69616221T3/de
Priority to US08/683,463 priority patent/US6088118A/en
Priority to JP08207913A priority patent/JP3080588B2/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1000841C2 publication Critical patent/NL1000841C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/32Circuits or arrangements for control or supervision between transmitter and receiver or between image input and image output device, e.g. between a still-image camera and its memory or between a still-image camera and a printer device
    • H04N1/32609Fault detection or counter-measures, e.g. original mis-positioned, shortage of paper
    • H04N1/32625Fault detection
    • H04N1/32635Fault detection of reproducing apparatus or receiver, e.g. out of paper
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/32Circuits or arrangements for control or supervision between transmitter and receiver or between image input and image output device, e.g. between a still-image camera and its memory or between a still-image camera and a printer device
    • H04N1/32609Fault detection or counter-measures, e.g. original mis-positioned, shortage of paper
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N2201/00Indexing scheme relating to scanning, transmission or reproduction of documents or the like, and to details thereof
    • H04N2201/0077Types of the still picture apparatus
    • H04N2201/0082Image hardcopy reproducer

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Facsimiles In General (AREA)
  • Storing Facsimile Image Data (AREA)
  • Accessory Devices And Overall Control Thereof (AREA)
  • Control Or Security For Electrophotography (AREA)

Description

Beeldreproduktieinrichting 5 De uitvinding heeft betrekking op een beeldreproduktieinrichting voor het reproduceren van beelden op een dragermateriaal, zoals vellen, voorzien van tenminste een beeldgenerator voor het genereren van beeldinformatie over de te reproduceren beelden, tenminste een elektronisch geheugen waarin een aantal, op basis van de beeldinformatie verkregen verzamelingen van beelden kunnen worden 10 opgeslagen, waarbij iedere verzameling een aantal beelden omvat die een vooraf bepaald aantal malen in een vooraf bepaalde volgorde dienen te worden gereproduceerd, tenminste een afdrukinrichting voor het, het vooraf bepaalde aantal malen in de vooraf bepaalde volgorde op het genoemde dragermateriaal afdrukken van in het geheugen opgeslagen beelden en een besturingseenheid voor het sturen 15 van de beeldgenerator, het geheugen en de afdrukinrichting.
Een dergelijke inrichting is ondermeer bekend uit het Amerikaanse octrooi 5,075,782. Een verzameling van beelden die, een vooraf bepaald aantal malen in een vooraf bepaalde volgorde dienen te worden gereproduceerd, wordt hierin ook wel een job genoemd. Het geheugen fungeert als een buffer tussen de 20 beeldgenerator en de afdrukinrichting zodat de beeldgenerator en de afdrukinrichting in principe onafhankelijk van elkaar kunnen werken. Dit betekent dat een afdrukinrichting kan doorwerken wanneer zich een storing voordoet in de beeldgenerator en omgekeerd. Bij de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi is gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Indien zich een storing voordoet in de 25 beeldgenerator werkt de afdrukinrichting door totdat deze gereed is voor het afdrukken van een afbeelding die nog niet in het geheugen is opgeslagen.
Dit betekent dat bij de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi alle complete beelden die in het geheugen zijn opgeslagen nog worden afgedrukt wanneer zich een storing voordoet in de beeldgenerator. Ook wanneer de storing 30 zich voordoet tijdens het afdrukken van een verzameling beelden waarvan de beeldgenerator op het moment van de storing nog beeldinformatie genereert, zullen de reeds gegenereerde en in het geheugen opgeslagen beelden nog worden afgedrukt. Een nadeel is dat het geheel onzeker is of het restant van de verzameling dat nog niet volledig is afgedrukt na het opheffen van de storing alsnog door een 35 gebruiker zal worden afgedrukt. In de praktijk worden de reeds afgedrukte beelden veelal gewoon weggegooid, vooral wanneer de storing ernstig en van langdurige aard is. De reden hiervan is dat de gebruiker niet altijd bereid is om te wachten met 1000841 2 het verder afdrukken van de verzameling totdat de storing is verholpen. Indien een gebruiker na het opheffen van de storing alsnog het resterende gedeelte van de verzameling zou laten afdrukken in het vooraf bepaalde aantal en in de vooraf bepaalde volgorde dient hij bovendien te controleren of de beelden die 5 respectievelijk voor en na de storing zijn afgedrukt wel overeenkomen met het vooraf bepaalde aantal en de vooraf bepaalde volgorde waarin de beelden van de betreffende verzameling zouden moeten worden afgedrukt. Ook dit is een reden voor een gebruiker om de gehele verzameling opnieuw af te drukken en het reeds voor de storing afgedrukte gedeelte van de verzameling weg te gooien. Dit leidt 10 derhalve tot een aanzienlijke verspilling van het dragermateriaal, in de praktijk meestal vellen. De hoeveelheid dragermateriaal die dan wordt weggegooid kan vrij groot zijn, vooral wannneer het geheugen een aanzienlijke opslagcapaciteit heeft, de verzameling groot is en/of het aantal malen dat de verzameling dient te worden afgedrukt groot is.
15 De beeldreproduktieinrichting volgens de uitvinding komt aan deze nadelen tegemoet en heeft als kenmerk dat de besturingseenheid in reactie op een storing in de beeldgenerator de beeldreproduktieinrichting dusdaning stuurt dat: * de beelden van, op het moment van de storing in het geheugen opgeslagen volledige verzamelingen door de afdrukinrichting het vooraf bepaalde aantal malen 20 in de vooraf bepaalde volgorde op het dragermateriaal worden afgedrukt; en dat - beelden, die op het moment van de storing in het geheugen zijn opgeslagen niet worden afgedrukt wanneer deze beelden behoren tot in het geheugen opgeslagen onvolledige verzamelingen waarvan, op het moment van de storing, door de beeldgenerator nog beeldinformatie werd gegenereerd.
25 Doordat bij een storing in de beeldgenerator de eventueel in het geheugen opgeslagen volledige verzamelingen gewoon het vooraf bepaalde aantal malen in de vooraf bepaalde volgorde worden afgedrukt, ondervindt de gebruiker geen onnodige hinder van de storing.
Wanneer de afdrukinrichting bijvoorbeeld bezig is met het afdrukken van een 30 andere verzameling dan die waaraan de beeldgenererende middelen werkten toen de storing optrad, zullen alle in het geheugen opgeslagen volledige verzamelingen worden afgedrukt. De verzameling waarvan op het moment van de storing door de beeldgenerator nog beeldsignalen werden gegenereerd wordt niet afgedrukt. Dit laatste betekent dat is voorkomen dat het bedrukte dragermateriaal wordt 35 weggegooid.
Wanneer de afdrukinrichting bezig is met het afdrukken van een verzameling afbeeldingen waarvan op het moment van de storing door de beeldgenerator nog 1 0 0 0 8 4 1 3 beeldinformatie wordt gegenereerd, zal de verzameling in het geheugen onvolledig zijn. Dit betekent dat de beelden van deze in het geheugen opgeslagen afbeeldingen niet worden afgedrukt. De afdrukinrichting zal derhalve stoppen met het afdrukken van de betreffende onvolledige verzameling. Hiermee is voorkomen 5 dat alsnog een aantal beelden zullen worden afgedrukt die later toch worden weggegooid. In de praktijk zal de afdrukinrichting niet onmiddellijk doch zo snel mogelijk stoppen met het afdrukken van deze beelden. Dit houdt in dat beelden waarvan het drukproces in de afdrukinrichting reeds is aangevangen en die behoren tot de verzameling waarvan op het moment van de storing door de beeldgenerator 10 nog beeldinformatie werd gegenereerd, nog wel worden afgedrukt.
Fig. 1 toont de algemene opzet van een inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 2 toont een schematisch overzicht van de opbouw van een inrichting voor bewerking en tussenopslag van beeldinformatie voor toepassing in de inrichting van fig· 1, 15 Fig. 3 toont een aftastinrichting voor toepassing in de inrichting van fig. 1,
Ffig. 4 toont de opbouw van een front-end voor toepassing in de inrichting van fig. 1, Fig. 5 toont de opbouw van een afdrukeenheid voor toepassing in de inrichting van fig. 1.
Fig. 1 toont de algemene opzet van een beeldreproduktieinrichting volgens 20 de uitvinding. Deze inrichting omvat een eerste beeldgenerator, die bestaat uit een aftastinrichting of scanner 1 voor het opto-elektrisch aftasten van een document en het leveren van daarmee corresponderende digitale beeldinformatie, een tweede beeldgenerator die bestaat uit een toevoerinrichting 2 voor het invoeren van digitale beeldsignalen vanuit een externe bron en een afdrukeenheid 3 voor het afdrukken 25 van digitale beeldinformatie op een dragermateriaal.
Zowel de scanner 1 als de toevoereenheid 2 zijn verbonden met een inrichting 15 voor bewerking en tussenopslag van beeldinformatie, welke op haar beurt is verbonden met de afdrukeenheid 3. Scanner 1, toevoereenheid 2, inrichting 15 en afdrukinrichting 3 zijn verbonden met een centrale besturingseenheid 18, 30 welke verder nog verbonden is met een bedieningseenheid 19 voorzien van een bedieningspaneel 19A met bedieningselementen en een weergeefscherm voor gebruik door een bedieningspersoon.
Fig. 2 toont een schematisch overzicht van de opbouw van een inrichting 15 voor bewerking en tussenopslag van beeldinformatie, waarin de rechthoeken 35 functionele modules (zowel fysieke onderdelen als software-modules) voorstellen en de pijlen de gegevensstroom van de ene module naar een volgende aangeven. De scanner 1, de toevoerinrichting 2 en de afdrukeenheid 3 zijn in deze figuur 1 0 0 0 8 4 1 4 ingetekend om hun positie ten opzichte van de inrichting 15 te tonen. Hoewel dit niet in de figuur is weergegeven, zijn de verschillende elementen van de inrichting 15 verbonden met de besturingseenheid 18, die hun werking coördineert.
De scanner 1 tast een origineel document lijnsgewijs af en levert daarbij 5 digitale informatie in de vorm van digitale signalen, die de grijswaarden van rasterpunten (pixels) van het document beschrijven. Daarbij worden scannerelement (CCD-array) en document ten opzichte van elkaar bewogen met behulp van een motor 9. Dit kan een servomotor zijn met een terugkoppelcircuit voor de positie van het scannerelement. Een meer gedetailleerde beschrijving van de scanner zal later 10 aan de hand van fig. 3 worden gegeven.
De digitale signalen uit de scanner, worden aan een ZOOM-module 103 toegevoerd, die, indien gewenst, via interpolatie een vergroting of verkleining uitvoert.
De signalen uit de ZOOM-module 103 worden via een buffer 104 15 doorgegeven aan een halftoonmodule 105, die de signalen, die dan nog grijswaarden beschrijven, omzet in binaire signalen, die voor elk pixel een van twee waarden specificeren: nul of een, waardoor deze signalen geschikt worden om een afdrukeenheid te besturen, die slechts witte of zwarte beeldpunten kan drukken. Er zijn in de literatuur vele halftoonbewerkingen beschreven, zodat een toelichting 20 overbodig is. Welke halftoonbewerking wordt toegepast, is voor deze beschrijving niet van belang, zolang de resulterende signalen maar binair van aard zijn.
De signalen uit de halftoonmodule 105 worden op hun beurt doorgegeven aan een multiplexer 106. Op een andere ingang van multiplexer 106 is de toevoereenheid 2 voor digitale beeldsignalen uit een lokaal netwerk 16 aangesloten, 25 waardoor digitale signalen vanuit een externe bron, zoals een werkstation, kunnen worden toegevoerd. De multiplexer 106 geeft een van beide gegevensstromen (uit de scanner of uit het netwerk) door aan een mengmodule 108. Deze mengmodule 108 heeft een tweede ingang waarop een terugvoerlijn 120 is aangesloten voor het terugvoeren van signalen uit het geheugen 111, waarover later meer.
30 In mengmodule 108 kunnen de signalen uit multiplexer 106 en terugvoerlijn 120 volgens logische functies op pixelbasis worden gemengd, overeenkomend met het mengen van twee beelden. Voorbeelden van zulke logische functies zijn: OR, AND, EXOR. Het mengen op deze wijze van binaire beeldsignalen is algemeen bekend uit de literatuur en behoeft hier geen verdere toelichting.
35 De mengmodule 108 is verbonden met een rotatiemodule 109, waarin het door de signalen uit de mengmodule 108 gedefinieerde beeld over een hoek van 90 graden kan worden geroteerd.
1U 0 0 84 1 5
De signalen uit rotatiemodule 109 worden vervolgens gecomprimeerd in een compressiemodule 110 en opgeslagen in een geheugen 111. Hoewel compressie niet strikt nodig is, is zij wel aan te bevelen, omdat hierdoor de gegevens van meer documenten kunnen worden opgeslagen. De compressiemethode kan bijvoorbeeld 5 runlengtecodering zijn. Het geheugen 111 is voorzien van een (niet weergegeven) administratie, die bijhoudt op welke adressen de gegevens van de documenten zijn opgeslagen.
Het geheugen 111 is uitgevoerd met twee onafhankelijke uitleeslijnen, zodat tegelijkertijd de beeldgegevens van twee documenten kunnen worden uitgelezen.
10 Deze uitleeslijnen zijn elk aangesloten aan een decompressiemodule (112a, 112b). Deze zijn aangesloten aan in principe gelijke verwerkingscircuits, gevormd door invoegmodules 113a, 113b. Deze modules kunnen de beeldsignalen samengevoegen met kunstmatige beeldgegevens, die overeenkomen met een leeg (wit) beeld en geleverd worden door een eveneens aan invoegmodule 113a, 113b 15 aangesloten virtueel-frame-module 114a, 114b. De bedoeling hiervan is, om beeldgegevens te kunnen maken, die een groter beeld beschrijven dan de beeldgegevens uit het geheugen 111, bijvoorbeeld een beeld dat voor de rechterhelft bestaat uit een gescand document en voor de linkerhelft leeg (wit) is.
De invoegmodules 113a, 113b zijn verbonden met een mengmultiplexer 115, 20 waarin een van de beeldsignalen selectief kan worden doorgelaten of beide beeldsignalen gemengd kunnen worden, op dezelfde wijze als beschreven voor mengmodule 108.
Mengmultiplexer 115 heeft twee uitgangen. Een is de reeds genoemde terugvoerlijn 120, die het mogelijk maakt om in het geheugen opgeslagen beelden te 25 mengen met nieuw toegevoerde (gescande) beelden. De andere uitgang is via een buffergeheugen 116 aangesloten aan de afdrukeenheid 3, die later meer gedetailleerd zal worden besproken.
Op verscheidene plaatsen in de besproken schakeling kunnen buffers aanwezig zijn. Aangezien deze echter voor het werkingsprincipe niet relevant zijn, 30 zijn ze in de beschrijving weggelaten. In de geheugenbuffer 116 kunnen een aantal, op basis van de genoemde beeldinformatie verkregen verzamelingen van afbeeldingen worden opgeslagen. Het gaat hierbij om afbeeldingen die zowel met behulp van de scanner alsook met behulp van de netwerkaansluiting 16 kunnen worden verkregen. Iedere verzameling omvat een aantal afbeeldingen die een 35 vooraf bepaald aantal malen in de vooraf bepaalde volgorde dienen te worden gereproduceerd. Een verzameling afbeeldingen die in een vooraf bepaald aantal en in een vooraf bepaalde volgorde dienen te worden gereproduceerd, wordt ook wel 1000841 6 een job genoemd. Hierbij kan een verzameling ook bestaan uit slechts één afbeelding. Daarnaast kan het vooraf bepaalde aantal malen dat een verzameling dient te worden gereproduceerd gelijk aan één zijn. Zoals besproken behoeft een afbeelding niet altijd het exacte beeld van een document te betreffen. Een 5 afbeelding kan ook het bewerkte beeld van een document zijn, een deel van een beeld van een document zijn, het beeld van een aantal documenten zijn, een afbeelding die vanuit een externe eenheid is verkregen en/of een combinatie van deze beelden.
De scannerinrichting 1 is in meer detail weergegeven in fig. 3. Zij is voorzien 10 van een buisvormige lamp 5 en een daarmee samenwerkende reflektor 6, waarmee een smalle strook van een op een aanlegruit 7 gelegen document 8 wordt belicht. Voorts bevat de scanner een array 10 van afbeeldende glasfibers (een zogenaamd "selfoc-lens-array") waarmee het door het document gereflekteerde licht wordt geprojekteerd op een sensor-array, bijvoorbeeld een CCD-array 12. De lamp 5, 15 reflektor 6, selfoc-lens-array 10 en CCD-array 12 zijn samengebouwd op een wagen 11, die tijdens het aftasten door een servomotor 9 met een gelijkmatige snelheid in de richting van de pijl 13 wordt voortbewogen, waardoor het document 8 lijnsgewijs afgetast wordt door het CCD-array 12. De positie van de wagen 11 wordt met op zich bekende middelen voortdurend gemeten en ondermeer gebruikt voor het 20 terugkoppelcircuit van de servomotor 9.
Aldus wordt elk beeldpunt van het document omgezet in een analoog signaal dat overeenkomt met de grijswaarde van dat beeldpunt. Het analoge signaal wordt vervolgens door een A/D-converter 14 omgezet in een digitaal signaal voor elk beeldpunt.
25 De scannerinrichting 1 kan verder zijn uitgerust met een in de figuren niet weergegeven automatische of halfautomatische toevoereenheid voor documenten. Een automatische toevoerinrichting (ADF) omvat een inlegbak voor het daarin leggen van een stapel te kopiëren documenten, een separatiemechanisme voor het een-voor-een afnemen van de documenten van de stapel en een 30 transportmechanisme voor het naar de aanlegruit 7 transporteren van een afgenomen document. Een halfautomatische of handmatige toevoereenheid (MDF) omvat een transportmechanisme om een met de hand ingelegd document naar de ruit 7 te voeren. De genoemde toevoereenheden zijn algemeen bekend, zodat een nadere beschrijving overbodig is.
35 De toevoereenheid 2 voor digitale beeldinformatie uit externe bron, ook genoemd: front-end, is weergegeven in Fig. 4. Deze eenheid is voorzien van een netwerkaansluiteenheid 220, verbonden met een extern netwerk 16, waaraan 1000841 7 bijvoorbeeld een aantal werkstations kan zijn gekoppeld. Deze werkstations kunnen gegevensbestanden in verscheidene algemeen gebruikte formaten (paginabeschrijvingstalen zoals PCL, PostScript, etc.) via netwerk 16 toezenden om deze te laten afdrukken. De techniek van netwerken en het daarover verzenden van 5 gegevensbestanden is algemeen bekend en zal daarom hier niet worden toegelicht.
De aansluiteenheid 220 is verbonden met een jobherkenningsmoduie 222 die op zijn beurt is verbonden met een harde geheugenschijf 223. De jobherkenningmodule 222 stelt van elk toegevoerd gegevensbestand vast, in welke paginabeschrijvingstaal (PDL) hét is opgesteld, en extraheert identificatiegegevens 10 die erin zijn opgenomen. In netwerksystemen worden verzonden gegevensbestanden altijd voorzien van identificatiegegevens. Deze gegevens bevatten in de regel de naam van de verzender (eigenaar) van het bestand en de naam van het bestand zelf. Deze gegevens worden door de jobherkenningmodule 222 geëxtraheerd.
15 De geheugenschijf 223, die bedoeld is voor tussentijdse opslag van een toegevoerd gegevensbestand, is voorts verbonden met een PDL-interpreter 224 voor het omzetten van een in een paginabeschrijvingstaal gecodeerd gegevensbestand in voor verwerking door de afdrukeenheid 3 geschikte vorm. In het algemeen wordt deze bewerking ook wel: “rasteriseren" genoemd. De PDL· 20 interpreter 224 is via een buffer 225 verbonden met de inrichting 15 voor bewerking en tussenopslag. De jobherkenningsmoduie 222, de geheugenschijf 223 en de PDL-interpreter 224 zijn voorts elk verbonden met de besturingseenheid 18.
Voor de beschrijving van de afdrukinrichting 3 wordt verwezen naar fig. 5. Deze afdrukinrichting is voorzien van een eindloze fotogeleidende band 20, die met 25 behulp van aandrijf-, respectievelijk geleiderollen 21, 22 en 23 met een gelijkmatige snelheid wordt voortbewogen in de richting van pijl 24.
Met behulp van de bewerkte beelddata, die vanuit inrichting 15 worden aangeboden, wordt een LED-array 25 zo aangestuurd dat de fotogeleidende band 20, nadat deze door een corona-inrichting 30 elektrostatisch is opgeladen, 30 lijnsgewijs beeldmatig wordt belicht.
Het door de belichting op de band 20 ontstane, latente ladingsbeeld wordt met een magneetborstelinrichting 31 met tonerpoeder ontwikkeld tot een tonerbeeld, dat vervolgens in een eerste overdraagzone onder druk in contact wordt gebracht met een eindloze tussenmediumband 32 die vervaardigd is uit of bedekt is met een 35 elastisch en hittebestendig materiaal, zoals bijvoorbeeld siliconenrubber. Hierbij wordt het tonerbeeld door adhesiekrachten overgedragen van de band 20 naar de band 32. Na deze beeldoverdracht worden eventueel achtergebleven 1000841 8 tonerpoederresten met behulp van een relnigingsinrichting 33 van de fotogeleidende band 20 verwijderd, waarna deze band 20 voor hernieuwd gebruik gereed is.
De tussenmediumband 32 is gespannen over aandrijf· en geleiderollen 34, 35, waarbij de tussenmediumband 32 wordt verwarmd tot een temperatuur boven de 5 verwerkingstemperatuur van het tonerpoeder, bijvoorbeeld met een binnen rol 35 opgestelde infraroodstraler. Terwijl de band 32 met daarop het tonerbeeld wordt voortbewogen, wordt door de verwarming dit tonerbeeld kleverig.
In een tweede overdraagzone tussen de band 32 en een drukrol 36 wordt het kleverige tonerbeeld onder invloed van druk overgedragen en gelijktijdig gefixeerd 10 op een kopievel dat vanuit een van de reservoirs 37 of 38 is aangevoerd.
De aldus verkregen kopie kan tenslotte worden afgelegd in een afiegbak 39 of door een afbuigelement 40 (in de met onderbroken lijnen aangegeven stand geplaatst) worden toegevoerd aan een omkeerinrichting 41. In deze omkeerinrichting 41 wordt het kopievel omgekeerd, waarna het opnieuw wordt gevoerd naar de 15 tweede overdraagzone tussen de band 32 en de drukrol 36 om in die overdraagzone aan de andere zijde te worden bedrukt met een poederbeeld en vervolgens te worden afgelegd in de afiegbak 39.
In fig. 5 zijn slechts twee kopievellenreservoirs 37 en 38 geïlllustreerd maar uiteraard kan het aantal reservoirs worden uitgebreid om verschillende formaten 20 kopievellen (formaten zoals A5, A4 en A3 maar ook andere, bijvoorbeeld
Amerikaanse formaten) aan te kunnen bieden. Daarnaast is het ook nodig om de verschillende kopievelformaten in verschillende oriëntaties - te weten langsdoorvoer (de langste omtrekszijde in doorvoerrichting) of dwarsdoorvoer (de kortste omtrekszijde in doorvoerrichting) - aan te kunnen bieden, teneinde kopieën van 25 eenzelfde kopievelformaat te kunnen realiseren waarvan de oriëntatie van de beeldinformatie naar keuze in de doorvoerrichting van de kopievellen door de afdrukinrichting of loodrecht daarop is gelegen.
De verschillende onderdelen van de afdrukinrichting 3 worden door de centrale besturingeenheid 18, direkt of door tussenkomst van 30 deelbesturingsmodules, bestuurd.
De werking van het systeem is als volgt: een gebruiker plaatst een stapel te reproduceren documenten in de automatische toevoerinrichting voor documenten van de scanner 1. De gebruiker kan met behulp van het bedieningspaneel 19A aangeven op welke wijze hij de documenten wenst te verwerken. Zo kan hij 35 bijvoorbeeld aangeven hoeveel kopieën en in welke volgorde deze dienen te worden gemaakt. Tevens kunnen gewenste beeldbewerkingen worden ingevoerd. Op basis van de met behulp van de scanner verkregen beeldinformatie wordt dienovereen- 1000841 9 komstig door de inrichting 15 tenminste een verzameling van een aantal afbeeldingen aangemaakt die in een vooraf bepaald aantal malen in een vooraf bepaalde volgorde dient te worden gereproduceerd. Deze verzameling van afbeeldingen wordt in het geheugen (Set geheugen) 111 opgeslagen. Vervolgens 5 kunnen afbeeldingen van een dergelijke verzameling aan de afdrukeenheid 3 worden toegevoerd voor het op het dragermateriaal afdrukken van genoemde afbeeldingen. Evenzo kan een gebruiker met behulp van het bedieningspaneel 19A aangeven dat de beeldreproduktie-inrichting als printer dient te worden gebruikt. Hierbij kunnen dan één of meer gegevensbestanden die zijn opgeslagen in de 10 toevoereenheid 2 worden geselecteerd waarna deze gegevensbestanden worden gelezen van de geheugenschijf 223, worden bewerkt door de PDL interpreter 224 en via de buffer 225 aan de mengmodule 108 worden toegevoerd. De aldus aan de mengmodule 108 toegevoerde informatie kan nog verder worden verwerkt zoals dit in relatie met de scanner is besproken. Uiteindelijk wordt op basis van de 15 beeldinformatie die is verkregen uit het netwerk tenminste een verzameling van afbeeldingen opgeslagen in het geheugen 111.
Het geheugen 111 maakt het mogelijk dat de afdrukinrichting 3 enerzijds en de scanner 1 anderzijds onafhankelijk van elkaar kunnen werken. Dit betekent dat bijvoorbeeld de afdrukinrichting 3 kan doorwerken wanneer zich een storing 20 voordoet in de scanner 1. Andersom is het mogelijk dat de scanner 1 kan doorwerken wanneer zich een storing voordoet in de afdrukinrichting 3. Daarnaast is het mogelijk dat de afdrukinrichting 3 doorwerkt wanneer zich een storing voordoet in de netwerkaansluiting 2 en omgekeerd. Onder een storing van de scanner kan bijvoorbeeld worden verstaan dat de documenten die successievelijk worden 25 gescand vastlopen in de genoemde automatische toevoerinrichting (ADF). Ook zijn andere soorten storingen denkbaar zoals bijvoorbeeld een storing in de aandrijving van de wagen 11.
De besturingseenheid 18 is dusdanig ingericht dat deze in reactie op een storing in de scanner 1 de beeldreproduktieinrichting dusdanig stuurt dat alleen de 30 beelden van, op het moment van de storing in het geheugen 111 opgeslagen volledige verzamelingen door de afdrukinrichting 3, het vooraf bepaalde aantal malen in de vooraf bepaalde volgorde worden afgedrukt. Dit betekent dat een gebruiker zo min mogelijk hinder zal ondervinden van de storing in de scanner. Stel, dat in het geheugen tenminste één volledige verzameling met beelden is 35 opgeslagen die op het moment van de storing wordt afgedrukt. De afdrukeenheid zal deze tenminste ene verzameling in zijn geheel afdrukken. Met andere woorden de in het geheugen 111 opgeslagen tenminste ene volledige job wordt geheel 1000841 10 afgehandeld. Ook eventuele andere in het geheugen opgeslagen volledige jobs zullen worden afgedrukt. Na de afhandeling van deze volledige jobs zal de afdrukinrichting stoppen. De op het moment van de storing in het geheugen opgeslagen onvolledige verzameling waarvan op het moment van de storing door de 5 scanner nog beeldinformatie werd gegenereerd wordt niet afgedrukt. Overigens wordt bij een scannerstoring een in het geheugen opgeslagen onvolledige verzameling waarvan door de toevoerinrichting 2 nog beeldinformatie wordt gegenereerd wei afgedrukt. Deze kan immers gewoon worden afgemaakt. Het voordeel is dat geen dragermateriaal, in het bijzonder vellen zal worden 10 weggegooid. Immers indien de in het geheugen opgeslagen onvolledige job waarbij zich de scannerstoring voordeed nog wel zal worden afgedrukt, is de kans groot dat de gebruiker deze afdrukken zal weggooien. Vaak kiest de gebruiker er immers voor om de verzameling documenten waarbij zich de storing voordeed tijdens het scannen, in zijn geheel opnieuw te scannen en in één keer, in zijn geheel, te laten 15 afdrukken.
Een andere situatie doet zich voor wanneer geen enkele volledige verzameling in het geheugen is opgeslagen. In dat geval is slechts een onvolledige verzameling beelden in het geheugen opgeslagen die, op het moment van de storing door de afdrukinrichting werd af gedrukt en waarvan door de scanner nog 20 documenten werden gescand. Op het moment dat de storing zich voordoet worden echter geen verdere beelden van de onvolledige verzameling vanuit het geheugen aan de afdrukinrichting 3 toegevoerd. Dit betekent dat de afdrukinrichting zo snel mogelijk stopt met afdrukken. Het voordeel is wederom dat, indien een gebruiker ervoor kiest de gehele verzameling opnieuw te scannen, slechts een minimale 25 hoeveelheid reeds afgedrukte beelden dienen te worden weggegooid. Indien de afdrukinrichting immers niet zou worden gestopt zouden de in het geheugen opgeslagen beelden van de onvolledige verzameling nog alle worden afgedrukt, dat wil zeggen nog alle tot op het moment van de storing volledig gescande beelden.
Wanneer zich een storing in de toevoerinrichting 2 voordoet, stuurt de 30 besturingseenheid in reactie op deze storing, de beeldreproduktieinrichting aan, zoals dit in relatie met de storing in de scanner is omschreven. Dit betekent dat de beelden van, op het moment van de storing in de toevoerinrichting 2, in het geheugen opgeslagen volledige verzamelingen door de afdrukinrichting het vooraf bepaalde aantal malen in de vooraf bepaalde volgorde worden afgedrukt en dat 35 beelden, die op het moment van de storing in de toevoerinrichting 2, in het geheugen zijn opgeslagen niet worden afgedrukt wanneer deze beelden behoren tot in het geheugen opgeslagen onvolledige verzamelingen, waarvan op het moment 1 0 0 0 8 4 1 11 van de storing door de toevoerinrichting 2 nog beeldinformatie werd gegenereerd. Daar een en ander geheel analoog is, zoals in relatie met een storing in de scanner is omschreven, zal dit niet nader worden toegelicht.
In het geval dat er bij het optreden van een storing in de scanner 1 nog een 5 of meer jobs worden afgedrukt, kan het voorkomen dat de storing door de bedienaar zo snel verholpen wordt, dat het einde van de nog af te werken jobs nog niet is bereikt. In dat geval zou het niet zinvol zijn om bij het bereiken van het genoemde einde van de nog af te werken jobs de machine te laten stoppen. Daarom zal de machine na verhelpen van de storing in de scanner weer nieuwe jobs accepteren.
10 De job waarin de scannerstoring optrad, zal weliswaar niet worden afgedrukt en de beelden van de tot deze job behorende onvolledige verzameling beelden zullen uit het geheugen 111 worden gewist, maar inmiddels gescande nieuwe jobs zullen weer normaal worden afgedrukt.
Hierboven werd aangegeven dat ,in voorkomend geval, de afdrukinrichting bij 15 een storing in de scanner 1 of invoerinrichting 2 zo snel mogelijk wordt gestopt. Hiermee wordt bedoeld dat de afdrukinrichting beelden waarvan het drukproces in de afdrukinrichting reeds is aangevangen nog wel afdrukt. Indien dit niet zou gebeuren zou het door belichting en ontwikkeling op de band 20 ontstane poederbeeld niet naar de band 32 worden overgedragen. Er zou dan veel 20 tonerpoeder op de band 20 aanwezig zijn dat met behulp van de reinigingsinrichting 33 van de fotogeleidende band 20 zou moeten worden verwijderd om de band voor hernieuwd gebruik gereed te maken. De reinigingsinrichting 33 zou hiermee onnodig zwaar worden belast. In dat geval wordt er de voorkeur aangegeven de betreffende afbeelding over te dragen naar de band 32, waarna band 32 het tonerbeeld 25 overdraagt aan een kopievel dat vanuit één van de reservoirs 37 of 38 is aangevoerd. Als criterium voor het stoppen van de afdrukinrichting 3 zou kunnen worden gebruikt dat elk op de band 20 aanwezig ladingsbeeld nog zal worden afgedrukt.
Zoals gezegd kan een storing zich eveneens voordoen in de afdrukinrichting 30 3. De besturingseenheid 18 stuurt, in reactie op een storing in de afdrukinrichting, de beeldreproduktieinrichting hierbij dusdanig aan dat de scanner 1 en/of de toevoerinrichting 2 doorwerken totdat aan de eerst voorkomende conditie van de volgende condities is voldaan: - alle te reproduceren beelden zijn in het geheugen opgeslagen; of 35 - het geheugen is vol.
Wanneer alle te reproduceren afbeeldingen in het geheugen zijn opgeslagen en wanneer vervolgens de storing in de afdrukinrichting 3 is verholpen kunnen 1000841 12 genoemde beelden alsnog worden afgedrukt. Indien het geheugen vol is zal na het opheffen van de storing het afdrukken van de beelden vanuit het geheugen worden voortgezet. Hierdoor ontstaat weer ruimte in het geheugen en zal de besturingseenheid de scanner 1 en/of de invoerinrichting 2 dusdanig sturen dat hun 5 werking weer kan worden voortgezet en het geheugen weer met nieuwe beelden kan worden gevuld.
De uitvinding is geenszins beperkt tot het bovenomschreven uitvoeringsvoorbeeld. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de besturingseenheid in reactie op het opheffen van een storing in de afdrukinrichting waarbij het geheugen 10 vol is alleen de volledige verzamelingen beelden vanuit het gebeugen laat afdrukken. Ook nu bestaat immers de mogelijkheid dat een gebruiker bij een storing in de afdrukinrichting ervoor zal kiezen de verzameling documenten die werden gescand op het moment dat de scanner stopte met werken omdat het geheugen vol was, in zijn geheel opnieuw te scannen. Deze en andere voor de hand liggende 15 varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
1000841

Claims (9)

1. Beeldreproduktieinrichting voor het reproduceren van beelden op een drager materiaal, voorzien van tenminste een beeldgenerator voor het genereren 5 van beeldinformatie over de te reproduceren beelden, tenminste een elektronisch geheugen waarin een aantal, op basis van de beeldinformatie verkregen verzamelingen van beelden kunnen worden opgeslagen waarbij iedere verzameling een aantal beelden omvat die een vooraf bepaald aantal malen in een vooraf bepaalde volgorde dienen te worden gereproduceerd, tenminste een afdrukinrichting 10 voor het, het vooraf bepaalde aantal malen in de vooraf bepaalde volgorde op het genoemde dragermateriaal afdrukken van in het geheugen opgeslagen beelden en een besturingseenheid voor het sturen van de beeldgenerator, het geheugen en de afdrukinrichting, met het kenmerk, dat de besturingseenheid in reactie op een storing in de beeldgenerator de beeldreproduktieinrichting dusdaning stuurt dat: 15. de beelden van, op het moment van de storing in het geheugen opgesiagen volledige verzamelingen door de afdrukinrichting het vooraf bepaalde aantal malen in de vooraf bepaalde volgorde worden afgedrukt; en dat - beelden, die op het moment van de storing in het geheugen zijn opgeslagen, niet worden afgedrukt wanneer deze beelden behoren tot in het geheugen opgeslagen 20 onvolledige verzamelingen waarvan, op het moment van de storing, door de beeldgenerator nog beeldinformatie werd gegenereerd.
2. Beeldreproduktieinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de besturingseenheid, in reactie op de storing in de beeldgenerator, de beeldreproduktieinrichting dusdaning stuurt dat: 25. beelden die in het geheugen zijn opgeslagen niet worden afgedrukt wanneer deze beelden behoren tot een verzameling waarvan, op het moment van de storing, beelden door de afdrukinrichting werden afgedrukt en waarvan, op dat moment, door de beeldgenerator nog beeldinformatie werd gegenereerd.
3. Beeldreproduktieinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 30 beelden waarvan het drukproces in de afdruk-inrichting reeds is aangevangen en die behoren tot de verzameling waarvan op het moment van de storing door de beeldgenerator nog beeldinformatie werd gegenereerd, nog wel worden afgedrukt.
4. Beeldreproduktieinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de besturingseenheid in reactie op een storing in de 35 afdrukinrichting de beeldreproduktieinrichting dusdaning stuurt dat de beeldgenerator doorwerkt, totdat aan de eerstvoorkomende conditie van de volgende condities is voldaan: 1000841 - alle te reproduceren beelden zijn in het geheugen opgestagen; of - het geheugen is vol.
5. Beeldreproduktieinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beeldgenerator bestaat uit een aftastinrichting voor het aftasten 5 van originele beelden en voor het genereren van de beeldinformatie die de afgetaste beelden representeert.
6. Beeldreproduktieinrichting volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de beeldgenerator bestaat uit een toevoerinrichting, waaraan beeldsignalen vanuit een externe bron voor verdere verwerking kunnen worden 10 toegevoerd.
7. Beeldreproduktieinrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een tweede beeldgenerator die bestaat uit een toevoerinrichting, waaraan beeldsignalen vanuit een externe bron voor verdere verwerking kunnen worden toegevoerd.
8. Beeldreproduktieinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de besturingseenheid in reactie op een storing in de eerstgenoemde beeldgenerator de beeldreproduktieinrichting dusdaning stuurt dat volledige en onvolledige verzamelingen van beelden die, op basis van beeldinformatie afkomstig van de tweede beeldgenerator in het geheugen zijn opgeslagen door de afdrukinrichting op 20 normale wijze worden afgedrukt.
9. Beeldreproduktieinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van beeldbewerkingsmiddelen voor het bewerken van genoemde beeldinformatie. 1 0 0 0 8 A 1
NL1000841A 1995-07-19 1995-07-19 Beeldreproduktieinrichting. NL1000841C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1000841A NL1000841C2 (nl) 1995-07-19 1995-07-19 Beeldreproduktieinrichting.
TW085101017A TW346728B (en) 1995-07-19 1996-01-27 Image reproduction system
EP96201916A EP0762726B2 (en) 1995-07-19 1996-07-09 Image reproduction system
DE69616221T DE69616221T3 (de) 1995-07-19 1996-07-09 Bildwiedergabesystem
US08/683,463 US6088118A (en) 1995-07-19 1996-07-18 Image reproduction system and method with image generator malfunction recovery
JP08207913A JP3080588B2 (ja) 1995-07-19 1996-07-18 画像再生装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1000841 1995-07-19
NL1000841A NL1000841C2 (nl) 1995-07-19 1995-07-19 Beeldreproduktieinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1000841C2 true NL1000841C2 (nl) 1997-01-21

Family

ID=19761337

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1000841A NL1000841C2 (nl) 1995-07-19 1995-07-19 Beeldreproduktieinrichting.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6088118A (nl)
EP (1) EP0762726B2 (nl)
JP (1) JP3080588B2 (nl)
DE (1) DE69616221T3 (nl)
NL (1) NL1000841C2 (nl)
TW (1) TW346728B (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6890073B2 (en) * 2003-03-20 2005-05-10 Liberty Sport, Inc. Impact resistant eyewear frame assembly having a split frame
JP3829847B2 (ja) * 2004-01-08 2006-10-04 セイコーエプソン株式会社 スキャンデータ送信装置及びスキャンデータ送信システム
JP4726435B2 (ja) * 2004-05-28 2011-07-20 株式会社沖データ 画像処理装置および画像形成システム
US20060274351A1 (en) * 2005-06-02 2006-12-07 Daos Brenda F System and method for tracking conditions during document processing operations
US10656884B2 (en) 2018-07-26 2020-05-19 Xerox Corporation System and method for automatically locking in response to a print fault a print job and notification thereof

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1991005432A1 (en) * 1989-10-02 1991-04-18 Eastman Kodak Company Reproduction apparatus operation during malfunction recovery
EP0478355A2 (en) * 1990-09-28 1992-04-01 Xerox Corporation Electronic reprographic systems
US5170397A (en) * 1990-09-28 1992-12-08 Xerox Corporation Method and apparatus for recovering from object faults in an electronic reprographic printing system

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5543938A (en) * 1989-03-04 1996-08-06 Minolta Camera Kabushiki Kaisha Facsimile apparatus and method for transmitting information to a plurality of destinations
JP2940676B2 (ja) * 1989-06-16 1999-08-25 株式会社リコー ファクシミリ装置
JP3098584B2 (ja) * 1990-09-28 2000-10-16 ゼロックス コーポレイション 電子複写システムにおける障害除去及び回復方法及び装置
JP3414762B2 (ja) * 1990-09-28 2003-06-09 ゼロックス・コーポレーション スキャナの故障を復旧する方法及び装置
US5148286A (en) * 1990-09-28 1992-09-15 Xerox Corporation Method and apparatus for operating an electronic reprographic printing system upon scan interruption
US5664074A (en) * 1990-10-30 1997-09-02 Hitachi, Ltd. Print control apparatus with error recovery function and its print control method
JP3068664B2 (ja) * 1991-06-27 2000-07-24 キヤノン株式会社 ファクシミリ装置及び該ファクシミリ装置における画像格納方法
JP2877607B2 (ja) 1992-03-23 1999-03-31 キヤノン株式会社 データ出力制御方法
US5825989A (en) * 1992-06-12 1998-10-20 Xerox Corporation System for diagnosing a source of malfunction resulting from the execution of a print job in a network printing system
JPH0738681A (ja) 1993-07-22 1995-02-07 Ricoh Co Ltd デジタル画像処理装置
US5511150A (en) * 1993-11-29 1996-04-23 Eastman Kodak Company Copier/printer with improved productivity
JP3017002B2 (ja) * 1993-12-03 2000-03-06 シャープ株式会社 ディジタル画像形成装置
US5668938A (en) * 1996-01-11 1997-09-16 Xerox Corporation Control system for programming first print out time in a printing system

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1991005432A1 (en) * 1989-10-02 1991-04-18 Eastman Kodak Company Reproduction apparatus operation during malfunction recovery
EP0478355A2 (en) * 1990-09-28 1992-04-01 Xerox Corporation Electronic reprographic systems
US5170397A (en) * 1990-09-28 1992-12-08 Xerox Corporation Method and apparatus for recovering from object faults in an electronic reprographic printing system

Also Published As

Publication number Publication date
TW346728B (en) 1998-12-01
EP0762726A1 (en) 1997-03-12
JPH0937047A (ja) 1997-02-07
DE69616221D1 (de) 2001-11-29
US6088118A (en) 2000-07-11
DE69616221T2 (de) 2002-07-04
JP3080588B2 (ja) 2000-08-28
EP0762726B2 (en) 2010-06-16
EP0762726B1 (en) 2001-10-24
DE69616221T3 (de) 2013-04-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7894094B2 (en) System and method for image rotation
US5535009A (en) Copier/printer operating with interrupts
US7119926B2 (en) Dust and dirt detection in image reading apparatus having original flow scanning function
US5107299A (en) Printer job recovery of complete or partially complete jobs in an electronic reprographic printing system
NL9400918A (nl) Inrichting voor het afdrukken van digitale beeldgegevens.
US20100007923A1 (en) Printer control apparatus and method of controlling the same, printer and method of controlling the same, reader and method of controlling the same, and image forming system
US5420696A (en) Image data transfer architecture and method for an electronic reprographic machine
JP2007145017A (ja) 媒体通過モード付マルチエンジンシステム
US4630129A (en) Image output apparatus for printing an image and comparing image with original
US6285843B1 (en) Image forming method and apparatus having suspension of image forming process and display capabilities
DE69616476T2 (de) Bilderzeugungsgerät
EP0628922B1 (en) Image forming method and image recording device for performing this method
JPH0968893A (ja) 画像形成装置および画像形成方法
NL1000841C2 (nl) Beeldreproduktieinrichting.
US20060103889A1 (en) Image forming apparatus, image forming process and image forming program
US20010026379A1 (en) Determination of image orientation in a digital copying apparatus
JP2000127571A (ja) 無版デジタル印刷装置および印刷方法
NL1006250C2 (nl) Digitale beeldreproductie-inrichting met virtueel kopievellen-reservoir.
JP3969938B2 (ja) 複数出力の画像形成装置
JP3221122B2 (ja) デジタル式画像形成装置
JP3531393B2 (ja) 画像記録ネットワークの分散処理システム
JP3126421B2 (ja) 画像処理システム
JPH1028198A (ja) 画像形成装置および方法
US20090148211A1 (en) Image forming system
JP3480649B2 (ja) ファクシミリ装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: OCE-TECHNOLOGIES B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201