BE1030397B1

BE1030397B1 - Ventilatietoestel met geoptimaliseerde componentenplaatsing

Info

Publication number: BE1030397B1
Application number: BE20225219A
Authority: BE
Inventors: Luc Louis Renson; Waldo Depotter; Anthonie Vandamme
Original assignee: Vero Duco Nv
Priority date: 2022-03-28
Filing date: 2022-03-28
Publication date: 2023-10-23
Also published as: BE1030397A1; EP4253762A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-eenheid, omvattende een ventilator en een behuizing, waarbij de behuizing minstens één aansluitopening voor een toevoerkanaal, één aansluitopening voor een afvoerkanaal en een slakkenhuis omvat, waarbij het slakkenhuis dwars op een hoogterichting van de behuizing in de behuizing geplaatst is, waardoor een eerste kamer en een tweede kamer gevormd zijn, waarbij de eerste kamer zich aan een eerste en de tweede kamer zich aan een tweede zijde van het slakkenhuis bevindt, waarbij aansluitopeningen voor toevoerkanalen in de eerste kamer uitmonden, waarbij een verhouding van een hoogte van de eerste kamer tot een hoogte van het slakkenhuis hoogstens 1.1, van de hoogte van de eerste kamer tot een hoogte van de tweede kamer hoogstens 4, en van de hoogte van de eerste kamer tot een diameter van de ventilator minstens 0.39 is. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze en een gebruik.

Description

VENTILATIETOESTEL MET GEOPTIMALISEERDE COMPONENTENPLAATSING

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een ventijatise-eenheid voor mechanische afzuiging van lucht, meer bepaald voor een systeem CG ventilatie, met een geoptimaliseerde componentenplaatsing. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het assembleren van de venlilatie-eenheid en een gebruik voor installatie van een veniilatiesysteem boven een vais plafond of achter een valse wand,

STAND DER TECHNIEK

Dergelijke ventilatie-senheid is onder meer gekend uit NL 1 038 209, NL ‘209 beschrijft een centraal ventilatiesysieem dal een ventilatie-element omvat dal voorzien is van een ventilator en een ventilatorbehuizing die voorzien is van openingen. De ventilatie-eenheid is voor een systeem C ventilatie geschikt.

Deze gekende ventilalie-eenheld heeft als nadeel dat de ventilatorbehuizing zeer hoog is. Hierdoor is de ventilatie-eenheid moeilijk in te bouwen. Er is een behoorlijk volume in bijvoorbeeld een technische ruimte van een woning nodig om de ventilatie-cenheid te plaatsen. Hierdoor is deze ventilatie-eenheid niet geschikt voor plaatsing in compacte woningen of in woningen die gerenoveerd worden en waar geen ruimte voor een ventilatiesysteem voorzien was.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enksle van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een ventilatie-eenheid volgens conclusie 1.

Een ventilatig-eenheid volgens conclusie 1 is voordelig omdat in de behuizing een eerste kamer en een iweede kamer gevormd zijn, waarbij de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van het slakkenhuis en de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van de tweede kamer tot een

© BE2022/5219 maximale waarde begrensd zijn, waardoor sen ventilatie-eenheid bekomen wordt met een beperkte noogte. Door de beperkte hoogte is de ventilatie-senheid eenvoudig in te bouwen, zelfs In compacte woningen of woningen die gerenoveerd worden en waar origineel geen ruimte voor een ventilatiosysieem voorzien was.

Doordat eveneens een minimale waarde voor de verhouding van de hoogte van de eerste kamer toi de diameter van de radiale ventilator bepaald is, wordt sen optimale werking van de ventilatie-senheid verzekerd, De beperkle hoogte van de ventilatie-cenheid zorgt niel voor een verminderde mechanische afzuiging van lucht, die tot een suboptimale werking van de ventilatie-senheid zou leiden,

Voorkeursvormen van de ventilaiie-cenheid worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 3.

Een specifieke voorkeursvorm betreft een inrichting volgens conclusie 2.

Deze voorkeursvorm is voordelig omdat de eerste kromming en de tweede kromming voor een optimale luchtsiroom in het slakkenhuis zorgen, Bijkomend voordelig is dat het slakkenhuis aan de lweede zijde lussen het kader en de tweede kromming verdiept is, waardoor de tweede kamer uitgebreid is, zonder dal de hoogte van de iweede kamer toegenomen is. Het oppervlak dat de tweeds kromming en het kader verbindt, is geschikt voor het monieren van bijvoorbeeid een stuurprint of andere bijkomende componenten.

In oen iwoede aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie 10.

Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel dat op een eenvoudige wijze een ventilatie-cenheid kan geassembleerd worden, die een beperkte hoogte heeft, waardoor de ventilatie-eenheid geschikt is om in te bouwen in compacte woningen of woningen die gerenoveerd worden en waar origineel geen ruimte voor een ventilatiesysieem voorzien was, terwijl door het respecteren van een minimale waarde voor de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de diameter van de radiale ventilator een optimale werking van de ventilatie-cenheid verzekerd is.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden beschreven in de volgconclusies 11 tot en met 14.

9 BE2022/5219

In een derde aspect betreft de huidige uitvinding een gebruik volgens conclusie 15.

Dit gebruik resulteert in een voordelige installatie van een ventilatiesysieem boven een vals plafond of acnier een valse wand, Een ventilatiosysisem omvalt een centrale ventilatie-cenheid en een stelsel van luchikanalen. Ten opzichie van sen hoogte van de centrale ventilatie-eenheid heeft een luchikanaal slechis een beperkte diameter en stelt daarom geen probleem om achter een vais plafond of achter sen valse wand, zoals bijvoorbeeld sen wand van sen hangtoilet, in te bouwen. Een traditionele centrale ventilatie-eenheid hesft echter een aanzienlijke hoogte, waardoor het vaak niet mogelijk is om de traditionele ventilatie-eenheid boven een vais plafond of achier een valse wand in te bouwen, omdat hierdoor hel plafond te veel zou verlagen of een ruimte, zoals een toilet of een bergruimte, te klein zou worden. Door het gebruik van een ventilatie-eenheid volgens het serste aspect en/of een werkwijze volgens het tweede aspect, is een ventilatic-eenheid met een beperkie hoogte voorhanden, die boven het valse plafond of achter de valse wand kan ingebouwd worden, zonder dat het plafond enorm verlaagt of een ruimte, zoals een toilet of bergruimte, te veel verkleint. Dit is in het bijzonder voordelig voor gebruik in compacte woningen of woningen die gerenoveerd worden en waar origineel geen ruimtie voor een venlilaliesysleem voorzien was.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 loont een explosief aanzicht van een ventilatie-eenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 2 tooni een vooraanzicht van ventilatie-eenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 3 toont een rechterzijaanzicht van ventilatie-eenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 4 toont een linkerzijaanzicht van ventilatie-cenheid volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 5 toont een onderaanzicht van ventilatie-eenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 6 toont een bovenaanzicht van ventilatie-senheid volgens sen

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 7 toont een doorsneeaanzicht van een ventilatie-eenheid volgens een uitvoeringsvorm van de huidige ulivinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappeliike termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere becordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ’de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

De termen “omvallen”, ‘omvallende’, “beslaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en dis de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In de context van dit document is een systeem C ventilatie een ventilatiesysieem voor het mechanisch afzuigen van vuile aanwezige lucht in een gebouw, Er wordt in tegenstelling tot een systeem D ventilatie door het ventilatiesysteem geen verse lucht mechanisch in het gebouw geblazen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een ventilatie-eenheid voor mechanische afzuiging van lucht.

> BE2022/5219

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvalt de ventilatie-senheid een radiale ventilator, een stuurprint, een voeding en een behuizing.

De radiale ventilator omvat een schoepenrad en een motor voor het aandrijven van het schoepenrad. De motor omvat een motoras. De motor is bij voorkeur een DC- motor zonder borstels. Dit is voordelig voor een eenvoudig aandrijven van de motor, terwiji de motor door het ontbreken van de borstels weinig tot geen onderhoud vraagt en een lange ievensduur heeft. Het schoepenrad is op de motoras bevestigd. De motor is aan een eerste zijde van het schoepenrad geplaatst. De motor is eventueel gedeeltelijk in het schoepenrad gepositioneerd.

Een tweede zijde van het schoepenrad, axiaal tegenoverijggend de eerste zijde, is open. Dit is voordelig voor het axiaal aanzuigen van lucht in een werkzame toestand van de radiale ventilator. Het schoepenrad heeft achterover gekromde schoepen. Dit belekent dat de schoepen in een richting gekromd zijn, die tegengesteld is aan een richting waarin hel schoepenrad In werkzame toestand draait. Bijvoorbeeld als in werkzame toestand het schoepenrad in wijzerzin draait, dan zijn de schoepen tegenwijzerzin gekromd. De achterover gekromde schoepen blazen in werkzame toesiand de axiaal aangezogen lucht radiaal uit. Achterover gekromde schoepen zijn voordelig omdat radiale ventilatoren met achierover gekromde schoepen energetisch efficiënter zijn dan radiale ventilatoren met voorover gekromde schoepen. Dit is In het bijzonder voordelig voor een ventilatie- eenheid die voorldurend of bijna voortdurend in werking is. Achterover gekromde schoepen hebben als nadeel in vergelijking met voorover gekromde schoepen dat voor hel genereren van een gelijke druk een grotere diameier voor hel schoepenrad of sen hogere draaisnelheid vereist is, Een hogere draaisnelheid gaal gepaard met een hogere geluidsproductie, waardoor meestal voor een grotere diameter voor het schoepenrad geopteerd wordt. In de context van dit document is een diameter van een radiale ventilator bepaald door de diameter van het schoepenrad.

De behuizing is bij voorkeur een substantieel balkvormig behuizing. De behuizing omvat een bodem, vier zijwanden en een bovenwand. De behuizing omvalt minstens één aansluitopening voor sen toevoerkanaal. Een toevoerkanaal is een kanaal voor het toevoeren van lucht naar de ventilatie-eenheid. Een toevoerkanaal is dus een kanaal waardoorheen lucht vanuit een ruimte van een gebouw wordt afgezogen en in de ventilatie-cenheid wordt toegevoerd. Bij voorkeur omvat de behuizing minstens twee aansluitopeningen voor toevoerkanalen, bij meer voorkeur

6 BE2022/5219 minsiens drie aansluitopeningen en bij nog meer voorkeur minstens vier aanslultopeningen. Bij de meesie voorkeur heeft de behuizing vier aansluitopeningen voor toevoerkanalen. Bij voorkeur omvat de ventilatie-cenheid doppen voor het afsluilen van aansluitopeningen voor toevoerkanalen. Dit is voordelig om niet gebruikte aansluitopeningen voor toevoerkanaien af te sluiten.

Aansluitopeningen voor icevoerkanalen zijn bij voorkeur in zijwanden van de behuizing aangebracht. De behuizing omvat één aansluitopening voor een afvoerkanaal. Een afvoerkanaal is een kanaal voor het afvoeren van lucht uit de venlilatie-eenheid. Een afvoerkanaal is dus een kanaal waardoorheen lucht vanuit ventilatie-senheid uit het gebouw word! afgevoerd. De aansluitopening voor het afvoerkanaal is bij voorkeur in sen zijwand van de behuizing aangebracht.

De behuizing omvat een slakkenhuis. Het slakkenhuis omval een aanzuigopening voor het aanzuigen van lucht in het slakkenhuis en een aïvosropening voor het afvoeren van lucht uit het slakkenhuis. De aanzuigopening bevindt zich in een zijwand van het slakkenhuis, De aanzuigopening is dwars op een axiale richting van het slakkenhuis. De afvoeropening is dwars op een tangentiêle richting aan het slakkenhuis. De radiale ventilator is iegenover de aanzuigopening in het slakkenhuis geplaalst. De iweede zijde van het schoepenrad is naar de aanzuigopening in het slakkenhuis gericht. Hierdoor wordt lucht in werkzame toestand axiaal in het slakkenhuis en in de radiale ventilator aangezogen, radiaal uit de ventilator en tangentieel uit het slakkenhuis afgevoerd. De alvoeropening van het slakkenhuis is met de aansluitopening voor het afvoerkanaal verbonden. De afvoeropening is bijvoorbeeld door middel van een al dan niet flexibele buis met de aansiuitopening voor het afvoerkanaal verbonden, Bij voorkeur sluit de alvoeropening van het slakkenhuis op de aansluitopening voor het afvoerkanaal aan.

Het slakkenhuis is dwars op een hoogierichting van de behuizing in de behuizing geplaalst, waardoor in de behuizing sen eerste kamer en een tweede kamer gevormd zijn. De hoogterichting is een richting dwars op de bodem van de behuizing. De eerste kamer bevindt zich aan een eerste zijde van het slakkenhuis.

De eerste kamer is door de bodem en de zijwanden van de behuizing en de eerste zijde van het slakkenhuis begrensd. De eerste kamer is een bij voorkeur zo leeg mogelijk volume. De tweede kamer bevindt zich aan een tweede, volgens de hoogterichting tegenoverliggende zijde van het slakkenhuis. De iweode kamer is door de bovenwand en de zijwanden van de behuizing en de iweede zijde van het

7 BE2022/5219 slakkenhuis begrensd. Aansiultopeningen voor toevoerkanalen en de aanzuigopening van het slakkenhuis monden in de eerste kamer uit. De stuurprint is in de tweede kamer geplaatst. De stuurprint omvat de nodige elektronische schakelingen voor het aansturen van de radiale ventilator.

De voeding is al dan niet in de eerste kamer geplaatst. De voeding voorziet de stuurprint van elektrische stroom. Eventueel omvat de ventilatie-cenheid een additionele voeding voor het voorzien van de radiale ventilator van stroom. Bij voorkeur is er slechts een enkele voeding die zowel de stuurprint als de radiale ventilator en eventuels bijkomende componenten van elektrische stroom voorziet.

Een verhouding van een hoogte van de cerste kamer tot een hoogte van het siakkenhuis is hoogstens 1.1. De hoogie van de serste kamer is volgens de hoogterichting van de behuizing gemeten. De hoogte van de eerste kamer is vanaf de bodem van de behuizing, grenzend aan de eerste kamer, tot aan de eerste zijde van het slakkenhuis gemeten, Dit betekent niet dal de eersle kamer zich vanaf de bodem niet hoger dan de ecerste zijde van het slakkenhuis kan uiistrekken. De eerste kamer kan zich eventueel langs een deel van het slakkenhuis hoger uitstrekken. De hoogie van de eerste kamer is echter hoofdzakelijk tot aan de eerste zijde van het slakkenhuis beperkt. De hoogte van het slakkenhuis is volgens de hoogterichting van de behuizing vanaï de eerste zijde van het slakkenhuis tot aan de tweede zijde van het slakkenhuis gemeten.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van het slakkenhuis hoogstens 1.08, bij meer voorkeur hoogstens 1.06, bij nog meer voorkeur hoogstens 1,04 en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 1.02.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van het slakkenhuis minstens 0.76, bij meer voorkeur minstens 0.78, bij nog meer voorkeur minstens 0.80 en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 0.82.

Een verhouding van de hoogte van de eerste kamer toi een hoogte van de tweede kamer is hoogstens 4. De hoogte van de iweede kamer is volgens de hoogierichting van de behuizing vanaf de tweede zijde van het slakkenhuis toi aan de bovenwand van de behuizing, grenzend aan de tweede kamer, gemeten.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van de tweede kamer hoogstens 3.8, bij meer voorkeur hoogstens 3.6, bij nog meer voorkeur hoogstens 3.5 en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 3.4.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van de iweede kamer minstens 2.7, bij meer voorkeur minstens 2.9, bij nog meer voorkeur minstens 3.1 en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 3.3.

Een verhouding van de hoogte van de eersie kamer tot de diameter van de radiale ventilator is minstens 0.39. Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat de hoogte van de sersie kamer en de diameter van de radiale ventilator bij het bepalen van de verhouding in eenzelfde senheid zijn uitgedrukt,

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de diameter van de radiale ventilator minstens 0.40, bij meer voorkeur minstens 0.41, bij nog meer voorkeur minstens 0.42 en bij zelis nog meer voorkeur minstens 0.43.

Bij voorkeur is de verhouding van de noogte van de eerste kamer tot de diameter van de radiale ventilator hoogsiens 0.54, bij meer voorkeur hoogstens 0.53, bij nog meer voorkeur hoogsiens 0.52 en bij Zelfs nog meer voorkeur hoogstens 0.51.

Een radiale ventilator met achterover gekromde schoepen heeft in vergelijking met een radiale ventilator met voorwaarts gerichte schoepen een grolere eerste kamer nodig om efficiënt een bepaald volume lucht te kunnen aanzuigen. Dit is nadelig om een ventilatie-cenheid met een beperkte hoogte te bekomen. De aanvrager stelde vast dat er een relalie is lussen de diameter van de radiale ventilator met achterover gekromde schoepen en een minimale hoogte die voor de eerste kamer vergist is om efficiënt een bepaald volume lucht aan te kunnen zuigen. Deze relatie is een verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de diameter van de radiale venillalor van minstens 0.39. Door deze verhouding zo goed mogelijk te benaderen, is de hoogte van de cerste kamer en dus van de ventilatie-cenneid zo beperkt mogelijk.

Een radiale ventilator met achterover gekromde schoepen heeft in vergslijking met een radiale ventilator met voorwaartse gerichte schoepen een schoepenrad met een grotere diameter nodig om een bepaalde druk op te bouwen. De radiale ventilator heeft naast een bepaalde diameter sen bepaalde hoogte voor het slakkenhuis nodig

9 BE2022/5219 om een bepaald volume lucht te kunnen aanzuigen en afvoeren. Bij voorkeur is de hoogte van het slakkenhuis zo klein mogelijk om de hoogie van de behuizing te beperken. De aanvrager sieide vast dat bij een gegeven diameter van de radiale ventilator en de voorheen gedefinieerde verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de diameter van de radiale ventilalor, een verhouding van de hoogle van de cerste kamer toi de hoogie van het slakkenhuis van hoogslens 1.1 voordelig is voor het bekomen van een minimale hoogte van het slakkenhuis, waarbij op efficiënte wijze sen bepaald volume lucht kan aangezogen worden.

De hoogte van de tweede kamer is bij voorkeur zo beperkt mogelijk om de hoogte van de behuizing te beperken. Een tweede kamer mel een hoogie die de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van de iweede kamer van hoogstens 4 respecteert, is voldoende hoog om de stuurprint in de iweede kamer te kunnen plaalsen. Componenten op de stuurprint hebben voldoende vrije ruimte.

Een ventilatie-eenheid volgens deze uitvoeringsvorm heeft een beperkte hoogte.

Door de beperkte hoogte is de ventilatie-cenheid eenvoudig in te bouwen, zelfs in compacte woningen of woningen die gerenoveerd worden en waar origineel geen ruimie voor een ventilatiesysteem voorzien was. Doordal eveneens sen minimale waarde voor de verhouding van de hoogte van de eerste kamer toi de diameter van de radiale venillalor bepaald is, wordt een optimales werking van de ventilatie- eenheid verzekerd. De beperkle hoogte van de ventilatie-senheid zorgt niet voor een verminderde mechanische afzuiging van lucht, die tot een suboptimale werking van de ventiatie-eenheid zou leiden. Een ventilatle-eenheid volgens deze uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor een systeem C ventilatie.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het slakkenhuis uit twee helften gevormd. De eerste zijde van het slakkenhuis ligt in een eerste helft. De tweede zijde van het slakkenhuis ligt in een tweede helft. Een scheiding tussen de eerste helft en de tweede helft van het slakkenhuis ligt in een eerste vlak dwars op de hoogterichting van de behuizing.

De eerste helft van het slakkenhuis is vanaf de eerste zijde van het slakkenhuis met een cerste kromming naar de scheiding gekromd. De eerste zijde van het slakkenhuis is bij voorkeur evenwijdig met het eerste vlak. De eerste kromming eindigt bij voorkeur dwars op het eerste vlak.

19 BE2022/5219

De tweede helft van het slakkenhuis is vanaf de tweede zijde van het slakkenhuis met een tweede kromming naar de scheiding gekromd. De tweede zijde van hel siakkenhuis is bij voorkeur evenwijdig met hel serste vlak, De twesde kromming eindigt bij voorkeur dwars op het eerste vlak.

De eerste kromming en de tweede kromming hebben bij voorkeur een straal die minstens 5% van de diameter van de radiale ventilator is. De eerste kromming en de iweede kromming kunnen sen verschillende straal hebben, maar hebben bij voorkeur een gelijke straal. Een slakkenhuis met een eerste kromming en een tweede kromming volgens de huidige uiivoeringsvorm is voordelig voor hel reduceren of vermijden van turbulenties in hoeken van het slakkenhuis nabij de eerste zijde en nabij de iweede zijde. Hierdoor wordt ook het geluidsniveau van een radiale ventilator in werkzame toestand gereduceerd. De eerste kromming en de tweede kromming zorgen voor een optimale luchistroom in het slakkenhuis.

Bij voorkeur is de straal minstens 6% van de diameter van de radiale ventilator, bij meer voorkeur minstens 7%, bij nog meer voorkeur minstens 8% en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 9%.

Bij voorkeur is de straal hoogstens 15% van de diameter van de radiale ventilator, bij meer voorkeur hoogstens 14%, bij nog meer voorkeur hoogsiens 13% en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 12%.

De tweede helft omvalt sen kader, dat in een tweede vlak dwars op de hoogterichting van de behuizing bij zijwanden van de behuizing aansluit, Het tweede vlak is dus evenwijdig met het eersie vlak, Het tweede vlak is al dan niet gelijk aan het eerste vlak. Het iweede vlak is op een afstand van de scheiding gelegen, die hoogstens gelijk is aan 55% van de straal van de tweede kromming.

Hierdoor ligt het tweede vlak steeds zo dicht mogelijk bij de scheiding, terwijl eventueel ruimte voor een afsluiting lussen het eersie deel en net iweede deel mogelijk is voor het luchtdicht afsluiten van de twee helften van het slakkenhuis.

De tweede kromming en het kader in het tweede vlak zijn door een oppervlak verbonden. Het slakkenhuis is aan de tweede zijde tussen het kader en de tweede kromming verdiept, waardoor de tweede kamer uitgebreid is, zonder dat de hoogte van de tweede kamer icegenomen is. Het oppervlak dat de tweede kromming en het kader verbindt, is bijzonder voordelig voor het monteren van bijvoorbeeld een a BE2022/5219 stuurprint of andere bijkomende componenten, zoals sensoren of een voeding met hoge onderdelen.

Voigens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de voeding in de serste kamer geplaatst. Bij voorkeur is de voeding zowel een voeding voor de stuurprint als een voeding voor de radiale ventilator. Minstens een deel van het slakkenhuis is losneembaar in de behuizing bevestigd. Bij voorkeur is het losneembare deel van het slakkenhuis de tweede helft van het slakkenhuis en omvat de eerste helft van het slakkenhuis een opening waarin of waardoorheen de voeding in de eersie kamer kan gepiaalsi worden. De behuizing omvat een losneembaar deksel, dal een opening tot de tweede kamer afsluit. Het losneembaar deksei is bij voorkeur in de bovenwand van de behuizing omvat of is bij nog meer voorkeur de bovenwand van de behuizing. Het losneembare deel van het slakkenhuis en het losneembare deksel vormen een tosgang tot de voeding.

Deze uitvoeringsvorm is voordelig omdat het losneembare deel van het slakkenhuis en het losneembare deksel sen dubbelwandige behuizing voor de voeding vormen.

Hierdoor is het niet noodzakelijk om omwille van veiligheidsvoorschriften nog een bijkomende behuizing omheen de voeding te voorzien, waardoor de voeding kleiner kan uitgevoerd worden. De voeding kan zo voldoende klein uligevoerd worden dat deze in de eersie kamer kan geplaaist worden, terwijl de voeding geen of slechts een beperkte invloed op luchtsiromen in de eerste kamer heeft. Bijkomend voordelig is dat de hoogte van de tweede kamer nog kleiner kan zijn, waardoor de hoogte van de ventilatie-cenheid nog meer gereduceerd wordt. Eveneens voordelig is dat er via het losneembare deel van het slakkenhuis en het losneembare deksel icegang tot de voeding is, zodat de voeding bij defect kan hersteld worden, zonder dat de volledige ventilatie-cenheid moet vervangen of uiteen gehaald worden.

Volgens een verdere uilvoeringsvorm is de voeding aan het losneembare deel van het slakkenhuis bevestigd. Dit is voordelig omdat de voeding niet in de eerste kamer aan bijvoorbeeld de behuizing moet bevestigd worden, wat door de aanwezigheid van minstens een deel van het slakkenhuis onpraktisch is of waardoor het volledige slakkenhuis, telkens de voeding moet hersteld worden, zou moeien worden verwijderd. Dit komt praktisch neer op het volledig uiteen halen van de ventilatie-eenheid. Door het plaatsen van het losneembare deel van het slakkenhuis in de behuizing is de voeding automatisch in de eerste kamer geplaatst en ook bevestigd. Bij voorkeur is het losneembare deel van het slakkenhuis de tweede helft van het slakkenhuis en is de voeding doorheen een opening in de eerste helft van het slakkenhuis in de eerste kamer geplaatst. In dat geval sluit de tweede helft van het slakkenhuis bij voorkeur de opening in de eerste helft van hel siakkenhuis af.

Voigens een voorkeurdragende uilvoeringsvorm zin aansluitopeningen voor tcevoerkanalen en de aansluitopening voor het afvoerkanaal cirkelvormig. Mel aansluitopeningen voor loevoerkanaien, worden alle aanwezige aansluitopeningen voor toevoerkanalen bedoeld. De cirkelvormige aansiuitopeningen hebben een middelpunt en een diameter.

Het middelpunt van een cirkelvormige aansluitopening voor sen ioevoerkanaal is op een eerste hoogte, gelijk aan hoogstens 70% van de diameter van de cirkelvormige aansluitopening van het genoemde ioevoerkanaal, gelegen. De eerste hoogte is volgens de hoogterichting van de behuizing, vanaf de bodem van de behuizing, grenzend aan de eerste kamer, gemelen. Bij voorkeur is het middelpunt van een cirkelvormige aansluitopening voor een toevoerkanaal op een hoogte van hoogstens 83% van de diameter van de cirkelvormige aansiuitopening van het genoemde toevoerkanaal gelegen, bij meer voorkeur hoogstens 68%, bij nog meer voorkeur hoogstens 67% en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 65%. Dit is voordelig omdat hierdoor de cirkelvormige aansluitopeningen voor loevoerkanalen zo dicht mogelijk bij de bodem gelegen zijn, waardoor een luchistroom doorheen de aansluitopeningen een zo vrij mogelijke toegang tot de eerste kamer heeft, zelfs bij de beperkte hoogte van de eerste kamer. Æo vrij mogelijk belekent dat het slakkenhuis gezien in een richting dwars op de aansluitonening voor minder dan 50% van het oppervlak van de aansluitopening gepositioneerd is, bij voorkeur voor minder dan 48%, bij meer voorkeur voor minder dan 45% en bij zelfs nog meer voorkeur voor minder dan 43%. Hierdoor is het niet noodzakelijk dat de eerste ruimte sen hoogte heeft, die minstens gelijk is aan de diameter van de aansluitopeningen voor de toevoerkanalen, waardoor een ventilatie-eenheid een beperkte hoogte kan hebben.

Het middelpunt van de cirkelvormige aansluitopening voor het afvoerkanaal is op een tweede hoogte, gelijk aan hoogsiens 100% van de diameter van de cirkelvormige aansluitopening voor het afvoerkanaal, gelegen. De tweede hoogte is volgens de hoogterichting van de behuizing, vanaf de bodem van de behuizing, grenzend aan de cerste kamer, gemeten. Eventueel neemt een verbinding tussen

13 BE2022/5219 de afvoeropening met de aansluitopening voor het alvoerkanaal gedeellelijk ruimte in de eerste kamer in. Door het beperken van de tweede hoogte tot hoogstens 100% van de diameter van de cirkelvormige aansiuitopening voor het afvoerkanaal, is de totale hoogte van de behuizing van de ventilatie-senheid beperkt.

De tweede hoogte is bij voorkeur gelijk aan minsiens 85% van de diameter van de cirkelvormige aansluitopening voor het afvoerkanaal, bij meer voorkeur minstens 87%, bij nog meer voorkeur minstens 89% en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 91%. Dit is voordelig omdat hierdoor de verbinding tussen de afvosropening met de aansluitopening voor het afvoerkanaal zo weinig mogelijk ruimte in de eersie kamer inneemt en daardoor zo weinig mogelijk luchtstromen in de eerste kamer verstoort.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een afdekplaatje losneembaar op de behuizing bevestigd. Bij voorkeur is het afdekplaatje op de bovenwand van de behuizing bevestigd. Het afdekplaalje sluit een toegang tot bedieningsknoppen op de stuurprini af. Door het verwijderen van het afdekplaatje kunnen de bedieningsknoppen op de stuurprint gemanipuleerd worden, waardoor de ventilatie- eenheid kan bediend en/of ingesteld worden. Deze uitvoeringsvorm is voordelig omdat het niet noodzaksijjk is om de ventilatie-cenheid te openen om de ventilatie- eenheid te bedienen en/of in te stellen. Door het losnemen van het afdekplaatie kunnen bedieningsknoppen op het stuurprintie rechtstreeks gemanipuleerd worden, waardoor geen verdere mechanische componenien nodig zijn om de bedieningsknoppen op het stuurprintie van buiten de ventilatie-eenheld te kunnen manipuleren en waardoor sen eenvoudigers behuizing bekomen is. Dit is mogelijk door de beperkte hoogie van de tweede kamer, waardoor de stuurprint voldoende dicht bij de bovenwand van de behuizing ligt.

Volgens een verdere uiivoeringsvorm omvat het aïdekplaatje lwee zijden. Een eerste zijde is bij voorkeur vlak afgewerkt en eventueel met een logo of een indicatie bedrukt. Een tweede tegenoverliggende zijde omvat klemmen voor het losneembaar klemmen van eon draadloze afstandsbediening. De draadloze afstandsbediening omvat bij voorkeur enkel functies voor het bedienen van de ventilatie-eenheid en niet voor het instellen van de ventilatie-cenheid. De stuurprint omvat sen ontvanger voor het ontvangen van boodschappen van de draadloze afstandsbediening. Het afdekplaatje is zowel met de eerste zijde als met de tweede zijde losneembaar op de behuizing bevestigbaar.

18 BE2022/5219

Deze uilvoeringsvorm is voordelig omdat door het omdraaien van het afdekplaatje en het opnieuw bevestigen van het afdekplaatje met de eerste zijde naar de ventilatie-senheid, hei mogelijk is om een draadloze aïstandsbediening losneembaar op de ventilatie-eenheid te bevestigen. Hierdoor kan een gebruiker de ventilatie-eenheid eenvoudig bedienen, zonder net afdekplaatje te hoeven verwijderen en is de draadloze aistandsbediening nooi! zoek.

Voigens een voorkeurdragende uitvoerngsvorm is op de stuurprint een luchtivochtigheidssensor geplaatst. De luchtvochtigheidssensor is doorheen een opening In het slakkenhuis gepositioneerd. De luchivochtigheidssensor is voordelig voor het meten van luchtvochtigheid in lucht die uit ruimtes in een gebouw wordt afgezogen. Op basis van een gemeten luchtvochtigheidsgehaite kan de radiale ventilator worden aangestuurd. Het rechtstreeks = plaatsen van de luchtvochtigheidssensor op de stuurprint is bijkomend voordelig omdat hierdoor geen kabel en connecioren nodig zijn om de luchtvochtigheldssensor in het slakkenhuis met de stuurprini te verbinden. Hierdoor is de ventilatie-senheid vereenvoudigd. Bijkomend voordelig is dat door het ontbreken van de connectoren en de kabel, de stuurprint een kleinere hoogte kan hebben.

Volgens sen voorkeurdragende ulivoeringsvorm heeft de behuizing een hoogte, gemeten volgens de hoogterichting van de behuizing, van hoogstens 220 mm. Bij voorkeur heelt de behuizing een hoogte van hoogstens 215 mm, bij meer voorkeur hoogstens 210 mm en bil nog meer voorkeur van hoogstens 205 mm. Deze voorkeursvorm is voordelig omdat een ruimte boven een vals plafond of achier sen valse wand meestal groter is dan 220 mm, waardoor de ventilatie-senheid in de genoemde ruimte kan ingebouwd worden. Hierdoor is de ventilatie-eenheid volledig onzichtbaar in een woning geïnstalleerd.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor assemblage van een ventilatie-cenheid voor mechanische afzuiging van lucht.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van: - voorzien van een behuizing; - voorzien van een slakkenhuis;

15 BE2022/5219 - plaaisen van het slakkenhuis in de behuizing, dwars op sen hoogterichting van de behuizing; - plaaisen van een voeding; - piaalsen van een stuurprint in de twesde kamer; - aansluiten van de radiale ventilator, de voeding en de stuurprint.

De behuizing is bij voorkeur een substantieel balkvormige behuizing. De behuizing omvat een bodem, vier zijwanden en sen bovenwand. De behuizing omvat minstens één aansluitopening voor een toevoerkanaal. Een toevoerkanaal is een kanaal voor het toevoeren van lucht naar de ventilatie-eenheid. Bij voorkeur omvat de behuizing minstens twee aansluitopeningen voor ioevoerkanaien, bij meer voorkeur minstens drie aansluitopeningen en bij nog meer voorkeur minstens vier aansluitopeningen. Bij de meeste voorkeur heeft de behuizing vier aansluitopeningen voor loevoerkanalen. Aansluitopeningen voor toevoerkanalen zijn bij voorkeur in zijwanden van de behuizing aangebracht, De behuizing omval één aansluitopening voor een afvoerkanaal. Een afvoerkanaal Is een kanaal voor het afvoeren van lucht uit de venillatie-eenheid. De aansluitopening voor het afvoerkanaal is bij voorkeur in een zijwand van de behuizing aangebracht.

Het slakkenhuis omvat een aanzuigopening voor het aanzuigen van lucht in het slakkenhuis en een afvoeropening voor het afvoeren van lucht uit het slakkenhuis.

De aanzuigopening is dwars op een axiale richting van het slakkenhuis. De afvosropening is dwars op een tangentiële richting aan het slakkenhuis. De radiale ventilator wordt tegenover de aanzuigopening in het slakkenhuis geplaaist. De radiale ventilator heeft achterover gekromde schoepen. Dit betekent dat de schoepen in een richting gekromd zijn die tegengesteld is aan een richting waarin de schoepen in werkzame toestand draaien. De achterover gekromde schoepen blazen in werkzame toestand de axiaal aangezogen lucht radiaal uit. Achterover gekromde schoepen zijn voordelig omdat radiale ventilatoren met achterover gekromde schoepen energetisch efficiënter zijn dan radiale ventilatoren met voorover gekromde schoepen.

De afvoeropening van het slakkenhuis wordt met de aansluitopening voor het afvoerkanaal verbonden. De afvoeropening wordt bijvoorbeeld door middel van een al dan niet flexibele buis met de aansluitopening voor het afvoerkanaal verbonden.

Bij voorkeur wordt de afvoeropening van het slakkenhuis met de aansluitopening

13 BE2022/5219 voor het afvoerkanaal verbonden, doordat de afvosropening van het slakkenhuis op de aansluitopening voor het afvoerkanaal aansliuit.

Door het plaatsen van het slakkenhuis dwars op de hoogterichting in de behuizing, worden in de behuizing een eerste kamer en sen tweede kamer gevormd. De hoogterichting is een richting dwars op de bodem van de behuizing. De eerste kamer bevindt zich aan een eersie zijde van het slakkenhuis. De eerste kamer is door de bodem en de zijwanden van de behuizing en de eerste zijde van het slakkenhuis begrensd. De tweede kamer bevindt zich aan een tweede, volgens de hoogterichting tegenoverliggende zijde van het slakkenhuis. De iweede kamer is door de bovenwand en de zijwanden van de behuizing en de iweede zijde van hel siakkenhuis begrensd. Aansiuitopeningen voor loevoerkanalen en de aanzuigopening van het slakkenhuis monden in de eerste kamer uit.

De stuurprint omvalt de nodige elektronische schakelingen voor het aansturen van de radiale ventilator. De voeding wordt al dan niet in de eerste kamer geplaatst. De voeding voorziet de stuurprint van elektrische stroom. Eveniusel omvalt de vertilatie-eenheid een additionele voeding voor het voorzien van de radiale ventilator van stroom. Bij voorkeur is er slechis een enkels voeding die zowel de stuurprint als de radiale ventilator en eventuele bijkomende componenten van elektrische stroom voorziet.

Bij plaalsing van het slakkenhuis in de behuizing wordt een verhouding van een hoogte van de eersie kamer toi sen hoogte van het slakkenhuis van hoogstens 1.1 bekomen. De hoogte van de eersle kamer is volgens de hoogterichting van de behuizing gemeten. De hoogie van de eerste kamer is vanaf een bodem van de behuizing, grenzend aan de eerste kamer, tot aan de eerste zijde van het slakkenhuis gemeten. Dit betekent niet dat de eerste kamer zich vanaf de bodem niet hoger dan de eerste zijde van het slakkenhuis kan uitstrekken. De eerste kamer kan zich eventueel langs een deel van het slakkenhuis hoger uitstrekken. De hoogte van de eerste kamer is echter hooïdzakelijk tot aan de eersle zijde van het slakkenhuis beperkt. De hoogte van hei slakkenhuis is volgens de hoogterichting van de behuizing vanaf de eerste zijde van het slakkenhuis tot aan de tweede zijde van het slakkenhuis gemeten.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van het slakkenhuis hoogstens 1.08, bij meer voorkeur hoogstens 1.06, bij nog meer voorkeur hoogstens 1.04 en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 1.02.

Bij plaatsing van het slakkenhuis in de behuizing wordt een verhouding van de hoogte van de eerste kamer, tot een hoogte van de tweede kamer van hoogstens 4 bekomen. De hoogte van de tweede kamer is volgens de hoogterichting van de behuizing vanaf de iweede zijde van het slakkenhuis tot aan de bovenwand van de behuizing, grenzend aan de tweede kamer, gemeten.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van de iweede kamer hoogstens 3.8, bij meer voorkeur hoogstens 3.6, bij nog meer voorkeur hoogstens 3.5 en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 3.4.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de hoogte van de tweede kamer minstens 2.7, bij meer voorkeur minstens 2.9, bij nog meer voorkeur minstens 3.1 en bij zelis nog meer voorkeur minstens 3.3.

Bij plaatsing van het slakkenhuis in de behuizing wordt een verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot een diameter van de radiale ventilator van minsiens 0.39 bekomen. Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat de hoogte van de eerste kamer en de diameter van de radiale ventilator bij het bepalen van de verhouding in eenzelide eenheid zijn uitgedrukt.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de diameter van de radiale ventilator minstens 0.40, bij meer voorkeur minstens 0.41, bij nog meer voorkeur minstens 0.42 en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 0.43.

Bij voorkeur is de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de diameter van de radials ventilator hoogstens 0.54, bij meer voorkeur hoogstens 0.53, bij nog meer voorkeur hoogstens 0.52 en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 0.51.

18 BE2022/5219

Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel dat op een cenvoudige wijze een ventilatie-eenheid kan geassembleerd worden, die een beperkte hoogte heeft, waardoor de ventilatie-eenheid geschikt is om in te bouwen in compacte woningen of woningen die gerenoveerd worden en waar origineel geen ruimte voor een venlilaiiesysieem voorzien was, lerwijl door het respecteren van een minimale waarde voor de verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot de diameter van de radiale ventilator sen optimale werking van de ventilatie-eenneld verzekerd is.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de voeding langs een opening tot de tweede kamer in de eersie kamer geplaatst. Een iosneembaar deel van het slakkenhuis wordt langs de opening tot de iweede kamer in de behuizing bevestigd en sluit daarbij een toegang vanuit de tweede kamer tot de voeding af.

De opening iot de tweede kamer wordt na hel aansluilen van de voeding, de radiale ventilator en de stuurprint met een losneembaar deksel afgesloten.

Hierdoor is het niet noodzakelijk om omwille van veiligheidsvoorschriften nog een bijkomende behuizing omheen de voeding te voorzien, waardoor de voeding kleiner kan uitgevoerd worden. De voeding kan zo voldoende klein uiigevoerd worden dat deze in de eersie kamer kan geplaaist worden, terwijl de voeding geen of slechts een beperkte invloed op luchtsiromen in de eerste kamer heeft. Bijkomend voordelig is dat door het ontbreken van de voeding in de iweede kamer, de hoogie van de tweede kamer nog kleiner kan zijn, waardoor de hoogte van de ventilatie- eenheid nog meer gereduceerd wordt. Eveneens voordelig is dat er via hel losneembare deel van het slakkenhuis en het losneembare deksel toegang tot de voeding is, zodat de voeding bij detect kan hersteld worden, zonder dat de volledige ventilatie-eenheid moet vervangen of uiteen gehaald worden.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de voeding, bij het plaatsen van de voeding in de eerste kamer, aan het losneembare deel van het slakkenhuis bevestigd. Dit is voordelig omdat de voeding niet in de eerste kamer aan bijvoorbeeld de behuizing moet bevestigd worden, wat door de aanwezigheid van minstens een deel van het slakkenhuis onpraktisch is of waardoor het volledige slakkenhuis telkens de voeding moet hersteld worden, zou moeten worden verwijderd. Dit komt praktisch neer op het volledig uiteen halen van de veniilatie-eenheid. Door het plaatsen van het

13 BE2022/5219 losneembare deel van het slakkenhuis in de behuizing is de voeding automatisch in de eerste kamer geplaatst en ook bevestigd.

Voigens een voorkeurdragende uiivoeringsvorm wordt op de behuizing een afdekplaatje losneembaar bevestigd. Het afdekplaatje sluit een toegang tot bedieningsknoppen op de stuurprint af. Door het verwijderen van hel afdekplaatje kunnen de bedieningsknoppen op de stuurprini gemanipuleerd worden, waardoor de verillaiie-senheld kan bediend en/of ingesteld worden. Deze uitvoeringevorm is voordelig omdat het niel noodzakelijk is om de veniilatie-eenheid te openen om de ventilatie-senheid te bedienen en/of in te stellen.

Voigens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt doorheen sen opening in het slakkenhuis een luchtivochtigheidssensor in hel slakkenhuis geplaatst. De luchtvochtiigheidssensor is op de stuurprint geplaatst.

Het rechtstreeks plaatsen van de luchtvochtigheidssensor op de stuurprint is bijzonder voordelig omdat hierdoor geen kabel en connectoren nodig zijn om de luchtvochtigheidssensor in het slakkenhuis met de stuurprini te verbinden, Hierdoor zijn de assemblage van de ventilatie-cenheid en de ventilatie-cenheid zel! vereenvoudigd. Bijkomend voordelig is dat door het ontbreken van de connectoren en de kabel de stuurprint een kleinere hoogte kan hebben.

Een vakman geschoold in het technische veld zal appreciëren dat een ventilatie- eenheid volgens het eerste aspect bij voorkeur geassembleerd wordt door uitvoering van een werkwijze volgens het tweede aspect en dal een werkwijze volgens het tweede aspect bij voorkeur geconfigureerd is voor assemblage van een ventilatie-eenheid volgens het eerste aspect. Elk kenmerk, beschreven in dit document, hierboven zowel als hieronder, kan bijgevolg betrekking hebben op elk van de drie aspecten van de huidige uitvinding. in een derde aspect betreft de uitvinding het gebruik van een ventilatie-senheid volgens het eerste aspect en/of een werkwijze volgens het tweede aspect voor installatie van een ventilatiesysteem boven een vals plafond of achter een valse wand.

Dit gebruik resulteert in een voordelige installatie van een ventilatiesysieem boven een vals plaïond of achter een valse wand. Een ventilatiesysicem omvat een

°° BE2022/5219 centrale ventilatie-cenheid en een stelsel van luchikanalen. Ten opzichie van sen hoogte van de centrale ventilatie-eenheid heeft een luchikanaal slechis een beperkte diameter en stelt daarom geen probleem om achter een vais plafond of achter sen valse wand, zoals bijvoorbeeld sen wand van sen hangtoilet, in te bouwen. Een traditionele centrale ventilatie-eenheid heeft echter een aanzienlijke hoogte, waardoor het vaak niet mogelijk is om de traditionele ventilatie-cenheid boven een vais piafond of achter een valse wand in te bouwen, omdat hierdoor het plafond te veei zou verlagen of een ruimte, zoals sen toilet of een bergruimte, te klein zou worden. Door het gebruik van een ventilatie-cenheid volgens het eerste aspect en/of sen werkwijze voigens het tweeds aspect, is een ventilatis-senheid met een beperkie hoogte voorhanden, die boven het valse plafond of achter de valse wand kan ingebouwd worden, zonder dal het plafond enorm verlaag! of een ruimie, zoais een toilet of bergruimte, te veel verkleint. Dit is in het bijzonder voordelig voor gebruik in compacte woningen of woningen die gerenoveerd worden en waar origineel geen ruimtie voor een ventilaliesysieem voorzien was.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreieerd mogen worden om de omvang van de ultvinding te limiteren.

FIGUURBESCHRIJVING

Figuur 1 ioont een explosief aanzicht van een ventilatie-eenheid volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

De ventilatie-eenheid (1) omvat een radiale ventilator (2), een stuurprint (3) een voeding (4) en een behuizing (5). De behuizing (5) omvat een bodem (38), vier zijwanden (39) en een bovenwand (40). De behuizing (5) omvat vier aansluitopeningen (6) voor toevoerkanalen en één aansluitopening (7) voor een afvoerkanaal. Slechts twee aansluitopeningen (6) voor toevosrkanaien zijn op

Figuur 1 zichtbaar. De aansluitopeningen (6) en (7) zijn in de zijwanden (39) van de behuizing (5) aangebracht. In de behuizing (5} is dwars op een hoogterichting (11) van de behuizing (5) een slakkenhuis (8) geplaatst. De hoogterichting (11) staal dwars op de bodem (38) van de behuizing (5). Het slakkenhuis (8) is uit een eerste helft (19) en een tweede helft (20) gevormd. Het slakkenhuis (8} omval een aanzuigopening (9) en een afvoeropening (10) voor lucht. De afvoeropening (10) siuit aan op de aansluitopening (7) voor het afvoerkanaal. Het slakkenhuis (8)

a BE2022/5219 vormt in de behuizing (5) een eerste kamer (12) en een tweede kamer (13). De eersie kamer (12) en de iweede kamer (13) zijn op Figuur 1 niel aangeduid, maar op Figuur 7 duidelijk zichibaar. De radiale ventilator (2) is tegenover de aanzuigopening (9) In het siakkenhuis (8) geplaatsi. Het slakkenhuis (8) heeft sen eerste zijde (15) en een volgens de hoogterichting {11} tegenoverliggende tweede zijde (16). Enkel de tweede zijde (16) is op Figuur 1 duidelijk zichtbaar. De tweede zijde (16) ligt in de tweede nelft (20) van het siakkenhuis (8). Een scheiding {ussen de eerste helft (15) en de tweede helft (16) ligt in een eerste vlak dwars op de hoogterichting (11). De eerste helft (19) is vanal de eerste zijde (15) van hel siakkenhuis (8) met een serste kromming (21) naar de schelding gekromd. De tweede helft (20) is vanaï de tweede zijde (16) met een tweede kromming (22) naar de scheiding gekromd. De tweede helft (20) omvat een kader (23) dat in een tweede vlak dwars op de hoogterichting (11) bij de zijwanden (39) aansluit, De tweede kromming (22) en het kader (23) zijn door een oppervlak {24} verbonden.

Deze kenmerken zijn duidelijk zichtbaar op Figuur 7. De stuurprint (3) is op de tweede zijde (16) van het slakkenhuis (8) bevestigd. De voeding (4) is aan de tweede helft (20) van het slakkenhuis (8) bevestigd. De voeding (4) is doorheen de tweede kamer (13) en doorheen een opening in de eerste helft (19) van het slakkenhuis (8) in de eerste kamer (12) geplaatst. De tweede helft (20) is losneembaar in de behuizing (5) bevestigd. De bovenwand (40) is een losneembaar deksel (25) dat een opening tot de tweeds kamer (13) afsluit. De tweede helft (20) van het slakkenhuis (8) en het losneembare deksel (25) vormen een toegang tol de voeding (4) in de eerste kamer (12). Aan de voeding (4) is sen snoer (42) bevestigd voor het aansluiten van de voeding (4) op de netspanning. Een afdekplaatje {28} is losneembaar op de behuizing (5) bevestigd. In deze uitvoeringsvorm is het afdekplaatje (28) op het losneembare deksel (25) bevestigd.

Het afdekplaatje (28) heeft een eerste zijde (30) en sen tegenoverliggende zijde (31). Enkel de eerste zijds (30) is op Figuur | zichtbaar. Het afdekplaatje (28) slui een toegang tot bedieningsknoppen (29) op de stuurprint (3) af. De bedieningsknoppen (29) zijn op Figuur 7 zichtbaar. Doppen (41) sluiten niet gebruikte aansluitopeningen (6) voor toevoerkanalen af.

Figuur 2 toont een vooraanzicht van ventilatie-eenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

De ventilatie-eenheid op Figuur 2 is gelijk aan de ventilatie-eenheid op Figuur 1. Op

Figuur 2 zijn de vier aansluitopeningen (6) voor toevoerkanalen en de aansluitopening {7} voor het afvoerkanaal allemaal zichtbaar. De aansluitopeningen (6) en (7) hebben in deze uitvoeringsvorm een diameter van 123.9 mm. De behuizing (5) heeft in deze uitvoeringsvorm in vooraanzicht een breedte, gemeten van de aansluitopening (6) aan de linkerziide van de behuizing (5) tot de aansiultopening {6) aan de rechlerzijde van de behuizing (5), van 381 mm. De behuizing (5) heeft In deze uitvoeringsvorm in vooraanzicht een diepte, gemeten van de aansluitopeningen (6) en {7) bovenaan tot de aansiuitopening (6) onderaan, van 366 mm.

Figuur 3 toont een rechterziiaanzicht van ventilatie-eenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

De ventilatie-eenheid op Figuur 3 is gelijk aan de ventilatie-eenheid op Figuren 1-2.

Op Figuur 3 is zichtbaar hoe het middelpunt van de aansluitopening (6) op een eerste hoogte (26) en het middelpunt van de aansiuitopening (7) op een iweede hoogte (27) gelegen is. De eerste hoogte (26) en de tweede hoogie (27} zijn volgens de hoogterichting (11) vanaf de bodem (38) van de behuizing (5) gemeten.

De eerste hoogte (26) is in deze uitvoeringsvorm 79 mm en de twesde hoogte (27) 116 mm. De eerste hoogte (26) is 64% van de diameter van de aansluitopening (6) en de tweede hoogte {27} is 94% van de diameter van de aansluitopening (7}. Een hoogte (34) van de behuizing (5) is volgens de hoogterichting (11) vanaf de bodem (38) tot aan de bovenwand (40) gemeten. In deze uitvoeringsvorm is de hoogtes (34) van de behuizing (5) gelijk aan 203.5 mm.

Figuur 4 toont een linkerzijaanzicht van ventilatie-eenheid volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

De ventilatie-cenheid op Figuur à is gelijk aan de ventilatie-senheid op Figuren 1-3.

Figuur 5 tooni een onderaanzicht van ventilatie-eenheid volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

De ventilatie-senheid op Figuur 5 is gelijk aan de ventilatie-eenheid op Figuren 1-4.

Figuur 6 toont een bovenaanzicht van ventiatie-eenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

65 BE2022/5219

De ventilatie-cenheid op Figuur 6 is gelijk aan de ventilatie-eenheid op Figuren 1-5.

Figuur 7 toont een doorsnseaanzicht van een ventilatie-cenheid volgens een

Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

De ventilatie-eenheid op Figuur 7 is gelijk aan de ventilatie-cenheid op Figuren 1-6.

Op het doorsneeaanzicht is het deel van de behuizing (5) met de aansluitopening (7) en de afvoeropening (10) weggesneden. Figuur (7) loont duidelijk hoe het slakkenhuis (8) dwars op de hoogterichting (11) in de behuizing (5) geplaatst is en daar een eerste kamer {12} en een lweede kamer (13) vormt. De eerste kamer {12} wordt door de bodem (38), zijwanden (39) en de eerste zijde (15) van het slakkenhuis (8) begrensd. De eerste kamer (12) strekt zich in deze Uitvoeringsvorm langs een deel van het slakkenhuis (8) hoger dan de eerste zijde {15} van het slakkenhuis (8) uit. Een hoogie (14) van de eerste kamer (12) wordt volgens de hoogterichting (11) vanaf de bodem (38) tot aan de eerste zijde (15) van het slakkenhuis (8) gemelen, In deze uitvoeringsvorm Is de hoogte (14) van de eerste kamer {12} gelijk aan 74 mm. Een hoogte (17) van het slakkenhuis {8} word! volgens de hoogterichting (11) vanaf de eerste zijde (15) tot aan de tweede zijde (16) gemeten. In deze uitvoeringsvorm is de hoogte (17) van het slakkenhuis (8) gelijk aan 87 mm. De verhouding van de hoogte {14} van de eerste kamer (12} tot de hoogte (17) van het slakkenhuis (8) is 0.85. De tweede kamer (13) wordt door de tweede zijde (16) van het slakkenhuis (8), zijwanden (39) en de bovenwand (40} begrensd. Een hoogte (18) van de tweede kamer (13) wordt volgens de hoogterichting (11) vanaf de tweede zijde (16) van het slakkenhuis (8) tot aan de bovenwand (40) gemeten. In deze uitvoeringsvorm is de hoogte (18) van de iweede kamer (13) 22 mm. De verhouding van de hoogte (14) van de eerste kamer {12} tot de hoogte (18) van de lweede kamer (13) is 3.4. Op Figuur 7 is duidslijk zichtbaar dat de radiale ventilator (2) een schoepenrad (35) en een motor (37} omvat. De motor (37) is gedeeltelijk in het schoepenrad (35) geplaatst.

Eveneens duidelijk zichtbaar is dat de aanzuigopening (9) in de eerste kamer (12) uitmondt. De radiale ventilator (2) heeft een diameter (36). De diameter (36) is in deze uitvoeringsvorm 173 mm. De verhouding van de hoogte (14) van de eerste kamer (12) tot de diameter (36) van de radiale ventilator {2} is 0.43. Figuur 7 toont eveneens dat het afdekplaatje (28) een tweede zijde (31) omvat, die tegenover de eerste zijde (30) ligt. Het afdekplaatje (28) omvat aan de tweede zijde {31} klemmen {32}, voor het losneembaar klemmen van een draadloze afstandsbediening. In Figuur 7 is het afdekplaatje (28) met de tweede zijde (31)

naar de behuizing (5) gericht, waardoor geen afstandsbediening in de klemmen (32} geklemd is. Het afdekplaatje (28) sluit een toegang tot bedieningsknoppen (29) op de stuurprint (3) af. De bedieningsknoppen {29} steken doorheen hel losneembare deksel (25). Op de stuurprint (3) is verder een luchtvochtigheidssensor (33) geplaast. De iuchtvochtigheidssensor (33) is doorheen een opening in het slakkenhuis (8) gepositioneerd.

De genummerde elementen in de figuren zijn: 1. Ventilatie-eenheid 2. Radiale ventilator 3. Stuurprint 4. Voeding 5. Behuizing 6. Aansluitonening toevoerkanaal 7. Aansluitopening afvoerkanaal 8. Slakkenhuis 9. Aanzuigopening 10. Afvoeropening 11.Hoogterichting 12. Eerste kamer 13. Tweede kamer 14. Hoogte eerste kamer 15. Eerste zijde slakkenhuis 16. Tweede zijde slakkenhuis 17. Hoogte slakkenhuis 18. Hoogte tweede kamer 19. Eerste helft slakkenhuis 20. Tweede helft slakkenhuis 21. Eerste kromming 22. Tweede kromming 23. Kader 24. Oppervlak 25.Losneembaar deksel 26. Eerste hoogte 27. Twesde hoogte 28. Afdekplaatie

°5 BE2022/5219 29. Bedieningsknoppen 30. Eerste zijde afdekplaatje 31. Tweede zijde afdekplaatje 32. Klemmen afdekplaatje 33. Luchtvochtigheidssensor

34. Hoogte behuizing 35. Schoepenrad 35. Diameter radiale ventilator 37. Molor radiale ventilator

38. Bodem behuizing 39. Zijwand behuizing 40. Bovenwand behuizing 41. Dop 42. Snoer

Claims

6 BE2022/5219 CONCLUSIES

1. Ventiatie-eenheld voor mechanische afzuiging van lucht, omvallende een radiale ventilator, gen stuurprint, een voeding en een behuizing, waarbij de radiale ventilator achterover gekromde schoepen heelt, waarbij de behuizing minstens één aansluitopening voor een toevoerkanaal, één aansluitopening voor een afvoerkanaal en een slakkenhuis omvat, waarbij het slakkenhuis een aanzuigopening en een alvoeropening voor lucht omvat, waarbij de radiale ventilator tegenover de aanzuigopening in het slakkenhuis geplaatst is, waarbij de alvoeropening met de aansluitopening voor hei afvoerkanaal verbonden is, waarbij het siakkenhuis dwars op een hoogterichting van de behuizing in de behuizing geplaatst is, waardoor in de behuizing een eerste kamer en een tweede kamer gevormd zijn, waarbij de cerste kamer zich aan een serste zijde van het slakkenhuis en de twesde kamer zich aan een tweede tegenoverliggende zijde van het slakkenhuis bevindt, waarbij aansluitopeningen voor toevoerkanalen en de aanzuigopening van het slakkenhuis in de eerste kamer uitmonden, waarbij de stuurprint in de tweede kamer geplaatst is, met het kenmerk, dat een verhouding van een hoogie van de cerste kamer, gemeten volgens de hoogterichting van de behuizing, vanaf een bodem van de behuizing, grenzend aan de eerste kamer, tot aan de eerste zijde van het slakkenhuis, tot een hoogte van het slakkenhuis, gemeten volgens de hoogterichting van de behuizing, vanai de eerste zijde van het slakkenhuis tot aan de tweede zijde van het slakkenhuis hoogstens 1.1 is, een verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot sen hoogie van de tweede kamer, gemelen volgens de hoogterichting van de behuizing, vanaf de tweede zijde van het slakkenhuis tot aan een bovenwand van de behuizing, grenzend aan de tweede kamer, hoogstens 4 is, en een verhouding van de hoogte van de eerste kamer toi een diameter van de radiale ventilator minstens 0.39 is.

2. Ventilatie eenheid volgens conclusie 1, met het Kenmerk, dat het slakkenhuis uit iwee helften gevormd is, waarbij de eerste zijde van het slakkenhuis in een eerste helft en de tweede zijde van het slakkenhuis in een tweede helft ligt, waarbij een scheiding tussen de eerste helft en de tweede helft in een eerste vlak dwars op de hoogierichting van de behuizing ligt, waarbij de eerste helft vanaf de eerste zijde van het slakkenhuis met cen eerste kromming naar de scheiding gekromd is en de tweede helft vanaf

‘7 BE2022/5219 de tweede zijde van het slakkenhuis met sen tweede kromming naar de scheiding gekromd is, waarbij de eerste kromming en de tweede kromming een straal hebben die minstens 5% van de diameter van de radiale ventilator is, waarbij de lweede helft een kader omvat, dat in een tweede vlak dwars op de hoogterichting van de behuizing bij zijwanden van de behuizing aansluit, waarbij hel iwesde vlak op een afstand van de scheiding gelegen is, die hoogstens gelijk is aan 55% van de straal van de tweede kromming en waarbij de iweede kromming en het kader in het weeds vlak door een oppervlak verbonden zijn.

3. Ventilatie-eenheid volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de voeding In de eerste kamer geplaatst is, waarbij minsiens sen deel van het slakkenhuis losneembaar in de behuizing bevestigd is, waarbij de behuizing een losneembaar deksel omvat, dat een opening toi de tweede kamer afsluit en waarbij het losneembare deel van het slakkenhuis en het losneembare deksel sen toegang tot de voeding vormen.

4. Ventilatie-senheid volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de voeding aan het losneembare deel van het slakkenhuis bevestigd is.

5. Ventilatie-cenheid volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat aansluilopeningen voor loevoerkanalen en des aansluitopening voor het afvoerkanaal cirkelvormig zijn, waarbij het middelpunt van een cirkelvormige aansluitonening voor een toevoerkanaal op een eerste hoogte, gelijk aan hoogstens 70% van de diameter van de cirkelvormige aansluitopening van het genoemde toevoerkanaal, gelegen is, waarbij het middelpunt van de cirkelvormige aansluitopening voor het afvoerkanaal op een tweede hoogte, gelijk aan hoogstens 100% van de diameter van de aansluitopening voor het afvoerkanaal, gelegen is, en waarbij de eerste hoogie en de tweede hoogte volgens de hoogterichting van de behuizing, vanaf de bodem van de behuizing, grenzend aan de eerste kamer, gemeten is.

6. Ventilatis-eenheid volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat een afdekplaatie losneembaar op de behuizing bevestigd is, waarbij het afdeknlaatie gen toegang tot bedieningsknoppen op de stuurprint afsluit.

‘5 BE2022/5219

7. Ventilatie-eenheid volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het afdekplaatje twee zijden omval, waarbij een tweede zijde klemmen voor hel iosneembaar klemmen van een draadioze alslandsbediening omvai, en waarbij het afdekplaatje zowel met de eerste zijde als met een tegenoverliggende tweede zijde losneembaar op de behuizing bevestigbaar is.

8. Ventilatie-eenheid volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat op de stuurprint een luchivochtigheidssensor geplaatst is, waarbij de luchtvochtigheidssensor doorheen een opening in het slakkenhuis gepositioneerd is.

9. Ventilatie-eenheid volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de behuizing een hoogte, gemeten volgens de hoogterichting van de behuizing, van hoogstens 220 mm heeft.

10. Werkwijze voor assemblage van een ventilatie-eennheid voor mechanische afzuiging van lucht omvattende: -voorzien van een behuizing, waarbij de benuizing minstens één aansluitopening voor een toevoerkanaal en één aansluitopening voor een afvoerkanaal omvalt; -voorzien van een slakkenhuis, waarbij het slakkenhuis sen aanzuigopening en een aïvoeropening voor lucht omvat, waarbij een radiale ventilator tegenover de aanzuigopening in het slakkenhuis geplaatst wordt, waarbij de radiale ventilator achterover gekromde schoepen heeft; - plaatsen van het slakkenhuis in de behuizing, dwars op een hoogterichting van de behuizing, waarbij de afvoeropening van het slakkenhuis met de aansluitopening voor het afvoerkanaal verbonden wordt, waarbij in de behuizing een eerste kamer en een tweede kamer gevormd worden, waarbij de eerste kamer zich aan een eerste zijde van het slakkenhuis en de tweede kamer zich aan een tweede tegenoverliggende zijde van het slakkenhuis bevindt, en waarbij aansluitopeningen voor tosvoerkanalen en de aanzuigopening van het slakkenhuis in de eerste kamer uitmonden: - plaatsen van een voeding; - plaaisen van een stuurprint in de tweede kamer; - aansluiten van de radiale ventilator, de voeding en de stuurprint;

69 BE2022/5219 met het kenmerk, dat bij plaatsing van het siakkenhuis in de behuizing een verhouding van sen hoogte van de eerste kamer, gemelen volgens de hoogterichting van de behuizing, vanaf een bodem van de behuizing, grenzend aan de eerste kamer, tot aan de eerste zijde van hel siakkenhuis, tot een hoogte van het slakkenhuis, gemeten volgens de noogterichting van de behuizing, vanaf de eerste zijde van het slakkenhuis tot aan de tweede zijde van het slakkenhuis van hoogstens 1.1, een verhouding van de hoogie van de eerste kamer, tot een hoogte van de tweede kamer, gemeten volgens de hoogterichting van de behuizing, vanaf de tweede zijde van hel slakkenhuis tot aan een bovenwand van de behuizing, grenzend aan de tweede kamer, van hoogsiens 4, en een verhouding van de hoogte van de eerste kamer tot een diameter van de radiale ventilator van minsiens 0.39 bekomen wordt.

11.Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de voeding langs een opening toi de tweede kamer in de eersle kamer geplaaist wordt, waarbij een losneembaar deel van het slakkenhuis langs de opening toi de tweede kamer in de behuizing bevestigd wordt en daarbij een toegang vanuit de tweede kamer tot de voeding afsluit, en waarbij de opening tot de tweede kamer na het aansluiten van de voeding, de radiale ventilator en de stuurprint met een losneembaar deksel aïgesioten wordt.

12.Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat bij het plaaisen van de voeding in de eerste kamer, de voeding aan het losneembare dee! van het slakkenhuis bevestigd is.

13. Werkwijze volgens conclusie 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat op de behuizing een afdekplaatje losneembaar bevestigd wordt, waarbij het afdekplaatje een toegang tot bedleningsknoppen op de stuurprint afsluit.

14 Werkwijze volgens één van de conclusie 10-13, met het kenmerk, dat doorheen een opening in het slakkenhuis een luchivochtigheidssensor in het slakkenhuis geplaatst wordt, waarbij de luchtvochtigheidssensor op de stuurprint geplaatst is.

15. Gebruik van een ventilatie-eenheid volgens één van de conclusies 1-9 en/of een werkwijze volgens één van de conclusies 10-14 voor installatie van een ventilatiosysieem boven een vals plafond of achter een valse wand,