BE1028727B1 - Set voor tijdelijk hekwerk - Google Patents

Abstract

Set van onderdelen om een tijdelijk hekwerk mee op te bouwen, welke set minstens volgende elementen bevat: - een bouwhek dat ter plaatse van overstaande einden voorzien is van een neerwaarts uitstekend montage-uitsteeksel; - een voet voorzien van een onderkant om op een vlakke ondergrond te plaatsen, welk voet voorzien is om in het hekwerk hoofdzakelijk dwars op het bouwhek georiënteerd te zijn en welke voet voorzien is van een bovenkant met minstens één opening voor het opnemen van het uitstekende montage-uitsteeksel; - een gewichtstructuur voorzien van een onderkant om op de vlakke ondergrond te plaatsen, waarbij de onderkant een uitsparing heeft die toelaat de gewichtstructuur over minstens een gedeelte van de bovenkant van de voet te plaatsen, welke gewichtstructuur in een bovenste segment voorzien is van koppelmiddelen; en - een schoor die aan één eind voorzien is om verbonden te worden met de koppelmiddelen en aan een overstaand eind voorzien is om met het bouwhek verbonden te worden.

Description

Set voor tijdelijk hekwerk De uitvinding heeft betrekking op een set van onderdelen om een tijdelijk hekwerk mee op te bouwen. Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een set van onderdelen omvattende een bouwhek en een voet voor het bouwhek die voorzien is van een onderkant om op een vlakke ondergrond te plaatsen.

Het is gebruikelijk om tijdelijke hekwerken, in het bijzonder bouwhekken, uit afzonderlijke secties op te bouwen, waarbij elke sectie op één of meer voeten wordt geplaatst teneinde de secties in de rechtopstaande stand te houden. Het is bekend om dergelijke voeten uit metalen, betonnen of kunststof lichamen te vormen. Dergelijke lichamen hebben het nadeel van het gewicht, noodzakelijk om het bouwhek rechtop te houden, maar hinderlijk bij het transport en opslag van de voeten. Nochtans worden dergelijke tijdelijke hekwerken veelvuldig gebruikt om bijvoorbeeld een werf af te schermen, om festivalweides af te schermen en te segmenteren. Ook andere tijdelijke gebeurtenissen waarbij een gebied tijdelijk moet voorzien worden van een omheining en/of afscheiding, vormen situaties waarin dergelijke tijdelijke hekken worden toegepast.

In de laatste jaren wordt een dergelijk tijdelijk hek niet enkel gebruikt voor het afschermen van een gebied tegen ongewenste indringers, maar ook voor het visueel afschermen van het gebied. Hiervoor worden doeken of platen tegen de bouwhekken gehangen. Ook worden dergelijke hekken vaak van reclamebanners voorzien, bijvoorbeeld van aannemers die op een werf werkzaamheden uitvoeren. Door doeken, platen of banners aan bouwhekken te voorzien, vangen de bouwhekken noemenswaardig meer wind waardoor de voeten onvoldoende zwaar zijn om de bouwhekken vast te houden. In de praktijk kunnen bouwhekken weg waaien en/of omvallen, en daarmee schade en hinder veroorzaken in de omgeving.

Om bovenstaande problemen te voorkomen, worden de voeten in de praktijk vaak verzwaard. Hierdoor bieden de voeten meer weerstand tegen omvallen en weg waaien van bouwhekken. In de praktijk blijkt zelfs het verzwaren van voeten vaak onvoldoende.

Het is een doel van de uitvinding een set van onderdelen te voorzien om een tijdelijk hekwerk op te bouwen dat beter bestand is tegen wind wanneer doeken, platen of banners met het hekwerk verbonden zijn.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een set van onderdelen om een tijdelijk hekwerk mee op te bouwen, welke set minstens volgende elementen bevat: - een bouwhek dat ter plaatse van overstaande einden voorzien is van een neerwaarts uitstekend montageuitsteeksel; - een voet voorzien van een onderkant om op een vlakke ondergrond te plaatsen, welk voet voorzien is om in het hekwerk hoofdzakelijk dwars op het bouwhek georiënteerd te zijn en welke voet voorzien is van een bovenkant met minstens één opening voor het opnemen van het uitstekende montage-uitsteeksel; - een gewichtstructuur voorzien van een onderkant om op de vlakke ondergrond te plaatsen, waarbij de onderkant een uitsparing heeft die toelaat de gewichtstructuur over minstens een gedeelte van de bovenkant van de voet te plaatsen, welke gewichtstructuur in een bovenste segment voorzien is van twee koppelmiddelen aan overstaande zijden van de gewichtstructuur; en - een schoor die aan één eind voorzien is om verbonden te worden met de koppelmiddelen en aan een overstaand eind voorzien is om met het bouwhek verbonden te worden.

De gewichtstructuur en schoor worden toegevoegd aan een bouwhek dat in een voet staat. De gewichtstructuur heeft een onderkant die op de vlakke ondergrond geplaatst kan worden. Hierdoor is de gewichtstructuur eenvoudig te plaatsen. Meer bepaald moet geen gat of andere voorziening in de ondergrond voorzien worden voor het verstevigen van het hek. Het zal duidelijk zijn dat bijvoorbeeld, wanneer de ondergrond verhard is, het maken van een gat moeilijk of niet mogelijk is. Verder is de onderkant van de gewichtstructuur voorzien van een uitsparing die toelaat de gewichtstructuur over minstens een gedeelte van de bovenkant van de voet te plaatsen. Dit laat toe met de gewichtstructuur de voet enerzijds te verzwaren of toch het omhoog komen van de voet minstens gedeeltelijk te verhinderen. Verder laat dit toe de gewichtstructuur dicht bij het bouwhek te plaatsen, zodat het bouwhek compact plaatsbaar is. In deze context wordt toegelicht dat het bij bouwhekken vaak ongewenst is om verstevigingen ver te laten uitsteken in de dwarsrichting ten opzichte van het hekwerk. Doordat de gewichtstructuur minstens gedeeltelijk over een voet geplaatst kan worden, kan de gewichtstructuur dicht bij het bouwhek geplaatst worden, waardoor de totale breedte van het bouwhek met de voet en de gewichtstructuur beperkt blijft.

De gewichtstructuur is verder voorzien van koppelmiddelen waarmee een schoor kan verbonden worden. De schoor kan met één eind verbonden worden aan de koppelmiddelen van de gewichtstructuur en met een overstaand eind verbonden worden met het bouwhek. Omdat het bouwhek enerzijds onderaan in de voet geplaatst is en daar vast gehouden wordt, en anderzijds via de schoor met de gewichtstructuur verbonden is, kan verhinderd worden dat het hekwerk omvalt, en kan verhinderd worden dat het bouwhek uit de voet getild wordt en weg waait. Hierdoor voegt de combinatie van de schoor en de gewichtstructuur een noemenswaardige sterkte toe aan het tijdelijk hekwerk. Doordat de gewichtstructuur voorzien is van de uitsparing, en doordat de gewichtstructuur een ander element is dan de voet kan op basis van de omstandigheden gekozen worden om één gewichtstructuur te voorzien per één of meerdere voeten. Hierdoor kan op een efficiënte, modulaire manier een tijdelijk hekwerk opgebouwd worden dat bestand is tegen weer en wind, zelfs wanneer doeken, platen of banners aan de bouwhekken worden opgehangen.

De gewichtstructuur is voorzien van een hijshaak ter plaatse van een centrale bovenste zone van de gewichtstructuur. Via de hijshaak kan de gewichtstructuur op eenvoudige wijze door een kraan, graafmachine of hijshulpmiddel opgetild en verplaatst worden.

De uitsparing strekt zich nagenoeg centraal en over de volledige lengte van de gewichtstructuur uit. Dit verhoogt de modulariteit en bruikbaarheid van de gewichtstructuur en laat toe de gewichtstructuur tweezijdig te gebruiken.

Bij voorkeur zijn koppelmiddelen gevormd als een pen, een schroefdraad die uitsteekt uit een oppervlak van de gewichtstructuur zodat de schoor via een bout of vleugelmoer met de pen bevestigbaar is. Verder bij voorkeur zijn de koppelmiddelen voorzien in de gewichtstructuur nabij minstens één langseinde van de uitsparing. Het voorzien van een pen met schroefdraad is uiterst eenvoudig en robuust. De schoor kan via een vleugelmoer of bout eenvoudig met de gewichtstructuur verbonden worden. Door de koppelmiddelen ter plaatse van één langseinde van de uitsparing te voorzien, kan de hoek die de schoor maakt geoptimaliseerd worden. Meer bepaald is het mogelijk om de schoor te verbinden met de gewichtstructuur op een verst mogelijk punt van het bouwhek. Hierdoor zal de schoor schuin staan richting het bouwhek en daardoor een grotere dwarskracht op het bouwhek kunnen opvangen. Wanneer twee koppelmiddelen voorzien zijn, één ter plaatse van één van de langseinden, een ander ter plaatse van het overstaande langseinde, kan de gewichtstructuur tweezijdig gebruikt worden.

Bij voorkeur is de gewichtstructuur vervaardigd uit beton. Beton is bekend, eenvoudig te modelleren, sterk en goedkoop. Daarbij is bij voorkeur de gewichtstructuur uit één stuk vervaardigd en zijn de koppelmiddelen optioneel de hijshaak vast verankerd in het één stuk. De koppelmiddelen en de hijshaak zijn typisch metalen onderdelen die gedeeltelijk ingegoten worden in het beton, zodanig dat het functionele deel, zijnde de koppelmiddelen en de haak, uitsteken uit de gewichtstructuur.

Bij voorkeur is de schoor voorzien om met het overstaand eind verbonden te worden met een bovenste helft van het bouwhek. Door de schoor met de bovenste helft van het bouwhek te verbinden, wordt de afstand tussen de voet, waar het bouwhek vastgehouden wordt, en het verbindingspunt met de schoor geoptimaliseerd voor een stevige opstelling.

Bij voorkeur heeft de voet minstens twee openingen naast elkaar, zodat twee montage-uitsteeksels van aangrenzende bouwhekken naast elkaar in één voet plaatsbaar zijn. Verder bij voorkeur is de voet asymmetrisch om zich maar in één dwarsrichting ten opzichte van het tijdelijk hekwerk uit te strekken in geplaatste toestand. Dit laat toe om een tijdelijk hekwerk op een grens van een af te bakenen ruimte te plaatsen, waarbij aan één zijde van het tijdelijk hekwerk nauwelijks onderdelen uitsteken in de dwarsrichting ten opzichte van het hekwerk. Dit laat toe om het tijdelijk hekwerk bijvoorbeeld dicht bij een fietspad of voetpad te plaatsen, zonder dat fietsers en voetgangers gehinderd worden door uitstekende hekwerkdelen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een tijdelijk hek opgebouwd met een set van onderdelen volgens de uitvinding, waarbij meerdere bouwhekken grenzend aan elkaar geplaatst worden om het tijdelijk hek te vormen, waarbij elk bouwhek middels minstens één voet, bij voorkeur twee voeten, wordt rechtgezet en waarbij minstens één gewichtstructuur voorzien is per vier voeten, welke gewichtstructuur via de schoor verbonden is met een bovenste helft van het nabije bouwhek.

De uitvinding heeft verder betrekking op een gewichtstructuur voorzien van een onderkant om op een vlakke ondergrond te plaatsen en met een uitsparing die toelaat de gewichtstructuur over een voet te plaatsen, welke gewichtstructuur in een bovenste segment voorzien is van koppelmiddelen om een schoor met een bovenste segment van een bouwhek dat in de voet staat te verbinden. Bij voorkeur is de gewichtstructuur voorzien van een hijshaak ter plaatse van een centrale bovenste zone van de gewichtstructuur. De gewichtstructuur is bruikbaar om een tijdelijk hekwerk te verstevigen. De voordelen en effecten zijn hierboven beschreven.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekeningen laat : figuur 1 een tijdelijk hekwerk zien volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een detail zien van het hekwerk uit figuur 1; en figuur 3 een aanzicht en doorsnede zien van een gewichtstructuur volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.

Fig. 1 toont een tijdelijk hekwerk 1. Het tijdelijk hekwerk 1 is opgebouwd uit meerdere bouwhekken 2 die in lijn met elkaar geplaatst zijn. Daarbij zal duidelijk zijn dat in lijn plaatsen niet vereist dat de lijn recht loopt, aangezien bouwhekken 2 onder een hoek ten opzichte van elkaar kunnen geplaatst worden. Elk bouwhek 2 heeft typisch aan zijn overstaande einden een montageuitsteeksel 3. Het montageuitsteeksel 3 is typisch een neerwaarts uitstekend verlengde van het frame van het bouwhek 2. Een bouwhek is typisch opgebouwd met een frame of kader waarbinnen een net, typisch uit metaal, vast verbonden is. Door dit frame aan weerszijden te voorzien van een neerwaarts uitstekend montageuitsteeksel, kan het bouwwerk 2 op eenvoudige wijze in een voet geplaatst worden.

De voet 4 is voorzien om op een ondergrond te plaatsen en om de bouwhekken 2 onderaan vast te houden. Hiertoe is de voet 4 typisch ter plaatse van zijn bovenzijde voorzien van meerdere openingen 5. In theorie is het mogelijk een voet 4 te voorzien met slechts één opening. In de praktijk wordt een voet 4 altijd voorzien van twee of meerdere openingen 5 zodat, zoals getoond in figuur 1, twee aangrenzende bouwhekken 2 beide met een montageuitsteeksel 3 in één voet 4 kunnen geplaatst worden.

De voet 4 is typisch langwerpig, en wordt met zijn lengterichting dwars op het hekwerk 1 geplaatst. Hiertoe biedt de voet 4 maximaal weerstand tegen omvallen van het hekwerk 5 1. De voet is voorzien van een nagenoeg vlakke onderkant 6 zodat de voet eenvoudig en stevig op een ondergrond kan geplaatst worden. Daarbij is voor een tijdelijk hekwerk 1 belangrijk dat de ondergrond niet beschadigd wordt door het plaatsen van het hekwerk 1. Hierdoor kunnen geen gaten gemaakt worden om het hekwerk met de grond te bevestigen. Ook kunnen geen lijmen of andere adhesieve stoffen gebruikt worden om het hekwerk met de ondergrond te verbinden. De voet wordt meer in detail getoond in fig. 2.

Fig. 1 toont verder een gewichtstructuur 7. De gewichtstructuur 7 heeft een onderkant 8 zodat de gewichtstructuur 7 op de ondergrond geplaatst kan worden. Na plaatsing zal de onderkant 8 van de gewichtstructuur 7 typisch nagenoeg evenwijdig en in hetzelfde vlak liggen als de onderkant 6 van de voet 4. Namelijk de gewichtstructuur 7 staat typisch op dezelfde ondergrond dan de voet 4. In de onderkant 8 van de gewichtstructuur 7 is een uitsparing 9 voorzien. De uitsparing 9 is zo gevormd dat de onderkant 8 van de gewichtstructuur 7 met zijn uitsparing over een bovenoppervlak van de voet 4 past. Dit laat toe de gewichtstructuur 7 minstens gedeeltelijk over minstens een gedeelte van de voet 4 te plaatsen. Dit heeft meerdere voordelen. Door het plaatsen van de gewichtstructuur over minstens een gedeelte van de voet, wordt verhinderd dat de voet 4 omhoog komt of kantelt. De gewichtstructuur 7 zal namelijk omhoog komen of kantelen van de voet tegenwerken omdat bij de minste beweging van de voet de bovenkant van de voet 4 tegen de onderkant van de gewichtstructuur 7 botst. Hiermee wordt aldus hetzelfde effect bekomen als wanneer de voet 4 zou verzwaard worden. Namelijk het gewicht van de gewichtstructuur 7 wordt over de voet geplaatst zodat de totale kracht nodig voor het optillen van de voet met de daarover geplaatste gewichtstructuur nagenoeg gelijk is aan de kracht die nodig is om de combinatie van de voet en gewichtstructuur op te tillen. Dit zorgt voor een noemenswaardige versteviging van het bouwhek 1.

Een verder voordeel heeft te maken met compactheid van het hekwerk 1. Omdat de gewichtstructuur 7 over de voet 4 plaatsbaar is, kan de gewichtstructuur 7 nagenoeg tegen een bouwhek 2 geplaatst worden, over de voet 4 waarin het montageuitsteeksel 3 van het bouwhek 2 geplaatst is. Hierdoor zal de totale breedte van het tijdelijk hekwerk 1 beperkt blijven. Daarbij zal duidelijk zijn dat wanneer de gewichtstructuur 7 naast de voet zou geplaatst zijn, de totale breedte bepaald zou zijn door de combinatie van de afmetingen van de voet 4 en de gewichtstructuur 7 terwijl volgens de uitvinding enkel de afmetingen van de gewichtstructuur 7 moeten in rekening gebracht worden.

Het tijdelijk hekwerk 1 bevat verder een schoor 11. De schoor 11 is enerzijds verbonden met de gewichtstructuur 7 en is anderzijds verbonden met het bouwhek 2. Bij voorkeur is de schoor 10 verbonden met twee aangrenzende bouwhekken 2. Hiertoe is de schoor 11 ter plaatse van één van zijn einden voorzien van een dubbele klem waarmee het frame van twee bouwhekken 2 kan geklemd worden. De schoor 11 wordt typisch geplaatst ter hoogte van een voet 4 waarin twee bouwhekken 2 met hun montageuitsteeksels 3 geplaatst zijn, zodat de schoor deze twee bouwhekken 2 kan aangrijpen. Ter plaatse van de gewichtstructuur 7 is de schoor 11 voorzien van een verbindingseinde. Het verbindingseinde kan op verschillende manieren gevormd worden. De gewichtstructuur 7 heeft koppelmiddelen 10 voor het verbinden van de gewichtstructuur 7 met de schoor 11. De koppelmiddelen 10 kunnen eenvoudig gevormd worden door een uitstekende pen met schroefdraad te voorzien aan het oppervlak van de gewichtstructuur 7. Door de schoor 11 dan van een opening te voorzien en door een moer of bout te voorzien, kan via de moer of bout de schoor eenvoudig verbonden worden met de pen. De koppelmiddelen zijn in de figuren getoond in een bovenoppervlak van de gewichtstructuur 7. Het zal duidelijk zijn dat koppelmiddelen 10 ook voorzien kunnen worden in een bovenste segment van zijwanden van de gewichtstructuur 7.

Bij voorkeur staat de schoor 11 onder een hoek, waardoor de koppelmiddelen 10 bij voorkeur voorzien zijn in de gewichtstructuur 7 zo ver mogelijk van het bouwhek 2. Hiertoe worden koppelmiddelen voorzien aan een langseinde van de gewichtstructuur 7, waarbij de lengterichting van de gewichtstructuur 7 gedefinieerd is door de richting van de uitsparing 9 in de onderkant 8.

Om manipuleren van de gewichtstructuur 7 te vergemakkelijken, is de gewichtstructuur bij voorkeur voorzien van een hijshaak 12. De hijshaak 12 is bij voorkeur voorzien in een centrale zone van het bovenoppervlak van de gewichtstructuur 7 zodat de gewichtstructuur 7 op een gebalanceerde manier kan getild worden door een opwaartse kracht aan de hijshaak 12 aan te brengen. De oriëntatie van de hijshaak 12 ten opzichte van de gewichtstructuur 7 kan afwijken van de getoonde oriëntatie. Zo kan de hijshaak parallel met de lengterichting van de gewichtstructuur 7 georiënteerd zijn. Alternatief kan de hijshaak dwars op de lengterichting van de gewichtstructuur 7 georiënteerd zijn. Verder alternatief kan de hijshaak onder een hoek ten opzichte van de lengterichting geplaatst zijn.

Fig. 2 toont een detailaanzicht van een tijdelijk hekwerk 1 ter plaatse van een voet

4. Daarbij toont fig. 2 hoe de voet 4 in zijn bovenkant typisch meerdere openingen 5 heeft. De voet 4 heeft typisch centraal twee openingen 5A en 5B. Een bouwhek 2 wordt met zijn montageuitsteeksel 3 in een centrale opening 5A, 5B geplaatst wanneer aan weerszijden van het tijdelijk hekwerk 1 voldoende plaats is of evenveel plaats is. De voet 4 heeft typisch ook openingen aan een langseinde daarvan, getoond in fig. 2 als openingen 5C en 5D. Een bouwhek kan in deze openingen 5C en 5D geplaatst worden wanneer aan één van de zijden van het tijdelijk hekwerk 1 noemenswaardig minder plaats is. Dit principe is gekend en wordt daarom in deze beschrijving niet verder toegelicht.

Fig. 2 toont verder hoe de gewichtstructuur 7 over een gedeelte van de voet 4 geplaatst kan worden. De gewichtstructuur 7 kan dan nagenoeg tegen het bouwhek 2 geplaatst zijn.

De onderkant 8 van de gewichtstructuur 7 ligt nagenoeg in lijn met de onderkant 6 van de voet 4. De figuur toont verder de koppelmiddelen 10. Meer bepaald toont fig. 2 dat twee koppelmiddelen 10A en 10B voorzien zijn. De twee koppelmiddelen 10A en 10B zijn voorzien aan beide langseinden van de gewichtstructuur 7. Het voordeel van het voorzien van twee koppelmiddelen 10A en 10B aan overstaande zijden van de gewichtstructuur 7 is dat bij het plaatsen van de gewichtstructuur 7 geen rekening moet gehouden worden met de oriëntatie van de gewichtstructuur. In het bijzonder wanneer de uitsparing 9 doorloopt over de gehele gewichtstructuur 7, is het mogelijk de gewichtstructuur 7 met elke aan zijn langseinden tegen het bouwhek 2 te plaatsen. In elk van deze posities zal dan een koppelmiddel 10 bruikbaar zijn om de schoor 11 mee te bevestigen. Typisch zal het koppelmiddel 10 gekozen worden dat het verst van het bouwhek 2 vandaan ligt. In fig. 2 is dit het koppelmiddel 10A.

Fig. 3 toont aan de linkerzijde een zijaanzicht van de gewichtstructuur, waarbij het zijaanzicht volgens de lengterichting van de gewichtstructuur getoond is. Dit wil zeggen in de richting van de uitsparing 9. Hierin wordt een doorsnedeaanduiding AA getoond, welke doorsnede AA rechts in fig. 3 is weergegeven. Fig. 3 toont hoe de uitsparing 9 zich over de volledige lengte van de gewichtstructuur 7 uitstrekt. De uitsparing 9 is voorzien in de onderkant 8, en is bij voorkeur nagenoeg centraal gevormd. Hierdoor vormt de gewichtstructuur 7 een brug die over de voet 4 geplaatst kan worden. Daarbij heeft de uitsparing 9 bij voorkeur een breedte die gekozen is in functie van breedtes van voeten 4 waarover de gewichtstructuur 7 geplaatst zal worden. Meer bepaald is de breedte van de uitsparing 9 groter dan de breedte van de voet 4 waarover de — gewichtstructuur geplaatst wordt. De hoogte van de uitsparing 9 is bij voorkeur nagenoeg gelijk aan de hoogte van de voet 4 waarover de gewichtstructuur geplaatst wordt. In elk geval is de hoogte van de uitsparing niet kleiner en dus groter of gelijk aan de hoogte van de voet 4. De uitsparing strekt zich bij voorkeur over de volledige lengte van de gewichtstructuur uit. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de uitsparing 9 zich slechts over een gedeelte van de lengte van de gewichtstructuur 7 uitstrekken. Daarbij zal de uitsparing 9 steeds aan één zijde de gewichtstructuur eindigen zodanig dat de voet ter plaatse van deze ene zijde kan uitsteken uit de uitsparing 9.

Fig. 3 toont verder de hijshaak 12 die nagenoeg centraal geplaatst is aan de bovenzijde van de gewichtstructuur. Verder toont de figuur twee koppelmiddelen 10A en 10B. Bij één van de koppelmiddelen is een eind van een schoor 11 weergegeven met een vleugelmoer 13. Dit illustreert hoe de schoor 11 met een opening over het koppelmiddel 10 kan gebracht worden,

waarna de vleugelmoer 13 de schoor 11 met de gewichtstructuur 7 verbindt. Daarbij zal duidelijk zijn dat het gebruik van een vleugelmoer 13 slechts één voorbeeld is, andere moeren kunnen ook gebruikt worden of andere vergrendelmiddelen zoals een vergrendelpen of een klem en zo verder. De gewichtstructuur 7 is bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal dat goedkoop is, een voldoende hoog gewicht heeft, en dat eenvoudig in een vorm te modelleren is. De uitvinders hebben testen gedaan met een gewichtstructuur 7 vervaardigd uit beton. Beton is sterk, zwaar, en laat zich makkelijk door middel van een mal in een vorm gieten. Alternatief kan een gewichtstructuur 7 vervaardigd worden uit een gerecycleerde kunststof. De gewichtstructuur 7 is bij voorkeur vervaardigd uit één stuk. Elementen zoals de hijshaak 12 en de koppelmiddelen 10 zijn bij voorkeur met de gewichtstructuur 7 verbonden doordat ze ingegoten zijn in het materiaal. Technieken zijn bekend om een matrijs te voorzien waarbij externe onderdelen gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten de matrijsholte geplaatst zijn zodanig dat wanneer een materiaal in de matrijsholte gegoten of geperst wordt, dit materiaal het externe element vastzet. Gebruik makend van deze technieken, kunnen de hijshaak en de koppelmiddelen 10 op eenvoudige wijze gedeeltelijk ingegoten worden in de gewichtstructuur 7, waarbij de functionele delen van de hijshaak en het bevestigingselement 10 uitsteken uit een buitenoppervlak van de gewichtstructuur

7. Wanneer een tijdelijk hekwerk 1 opgebouwd wordt met de onderdelen die getoond zijn in fig. 1, wordt bij voorkeur één gewichtstructuur geplaatst per drie voeten. Meer bij voorkeur wordt één gewichtstructuur geplaatst per twee voeten. Meest bij voorkeur wordt één gewichtstructuur geplaatst per voet. Doordat het de bouwhekken 2 via de schoor 11 met de gewichtstructuur 7 voorzien zijn, wordt het moeilijk of zelfs onmogelijk om een bouwhek 2 met zijn montageuitsteeksel 3 uit de opening 5 van de voet 4 te tillen. Namelijk de schoor 11 verhindert een opwaartse beweging van het bouwhek 2. Verder zal een horizontale, typisch dwarse druk op het bouwhek opgevangen kunnen worden, met name wanneer de schoor 11 verbonden is met een bovenste helft van het bouwhek. Hierdoor wordt een hefboomwerking uitgeoefend op het bouwhek 2 waardoor hoge krachten kunnen opgevangen worden. De gewichtstructuur is bij voorkeur verder voorzien van een koker (niet weergegeven) die zich opwaarts doorheen de gewichtstructuur uitstrekt. De koker vormt een gat met een vorm in doorsnede die bij voorkeur vierkant is. Alternatief kan het gat een ronde of anders-vormige doorsnede hebben. De koker laat toe om een externe paal in de gewichtstructuur te steken, welke externe paal kan gebruikt worden als paal van een leuning of als paal voor een verkeersbord of als paal voor andere toepassingen. Door de koker vierkant te maken, kan roteren van de paal in de koker verhinderd worden. De gewichtstructuur is door zijn opbouw multifunctioneel en kan voor meerdere zaken toegepast worden. De voornaamste toepassing is getoond in de figuren en is hierboven beschreven. De gewichtstructuur is echter bruikbaar in elke situatie waarin het verankeren van een extern element door middel van een gewicht voordelig is. Zo kan de gewichtstructuur bijvoorbeeld gebruikt worden voor het vastzetten van een bekisting. Ook kan de gewichtstructuur verder voorzien zijn van externe functionaliteiten. Zo kan de gewichtstructuur voorzien zijn van een zitvlak en/of een leuning om zitten op de gewichtstructuur aangenaam te maken. Door een zitvlak en leuning op de gewichtstructuur te voorzien, kan de gewichtstructuur enerzijds een hekwerk verstevigen en anderzijds voor een passant mooi en functioneel zijn.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (9)

Conclusies

1. Set van onderdelen om een tijdelijk hekwerk mee op te bouwen, welke set minstens volgende elementen bevat: - een bouwhek (2) dat ter plaatse van overstaande einden voorzien is van een neerwaarts uitstekend montage-uitsteeksel (3); - een voet (4) voorzien van een onderkant (6) om op een vlakke ondergrond te plaatsen, welk voet voorzien is om in het hekwerk hoofdzakelijk dwars op het bouwhek georiënteerd te zijn en welke voet voorzien is van een bovenkant met minstens één opening (5) voor het opnemen van het uitstekende montage-uitsteeksel; - een gewichtstructuur (7) voorzien van een onderkant (8) om op de vlakke ondergrond te plaatsen, waarbij de onderkant een uitsparing (9) heeft die zich nagenoeg centraal en over de volledige lengte van de gewichtstructuur uitstrekt en toelaat de gewichtstructuur over minstens een gedeelte van de bovenkant van de voet te plaatsen, welke gewichtstructuur in een bovenste segment voorzien is van twee koppelmiddelen (10A, 10B) die voorzien zijn aan overstaande zijden van de gewichtstructuur en de gewichtstructuur verder voorzien is van een hijshaak ter plaatse van een centrale bovenste zone van de gewichtstructuur; en - een schoor (11) die aan één eind voorzien is om verbonden te worden met de koppelmiddelen en aan een overstaand eind voorzien is om met het bouwhek verbonden te worden.

2. Set van onderdelen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de koppelmiddelen gevormd zijn als een pen met schroefdraad die uitsteekt uit een oppervlak van de gewichtstructuur zodat de schoor via een bout of vleugelmoer met de pen bevestigbaar is.

3. Set van onderdelen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij koppelmiddelen voorzien zijn in de gewichtstructuur nabij minstens één langseinde van de uitsparing.

4. Set van onderdelen volgens één van de voorgaande conclusie, waarbij de gewichtstructuur vervaardigd is uit beton.

5. Set van onderdelen volgens één van de voorgaande conclusie, waarbij de gewichtstructuur uit één stuk vervaardigd is waarbij de koppelmiddelen en optioneel de hijshaak vast in het één stuk verankerd zijn.

6. Set van onderdelen volgens één van de voorgaande conclusie, waarbij de schoor voorzien is om met het overstaand eind verbonden te worden met een bovenste helft van het bouwhek.

7. Set van onderdelen volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de voet minstens twee openingen heeft naast aan elkaar zodat twee montage-uitsteeksels van aangrenzende bouwhekken naast elkaar in één voet plaatsbaar zijn.

8. Tijdelijk hek opgebouwd met de set van onderdelen uit één van de voorgaande conclusies, waarbij meerdere bouwhekken grenzend aan elkaar geplaatst worden om een tijdelijk hek te vormen, waarbij elk bouwhek middels minstens één voet, bij voorkeur twee voeten wordt rechtgezet en waarbij minstens één gewichtstructuur voorzien is per vier voeten, welke gewichtstructuur via de schoor verbonden is met een bovenste helft van het nabije bouwhek.

9. Gewichtstructuur voorzien van een onderkant om op de vlakke ondergrond te plaatsen en met een uitsparing die zich nagenoeg centraal en over de volledige lengte van de gewichtstructuur uitstrekt en toelaat de gewichtstructuur over een voet te plaatsen, welke gewichtstructuur in een bovenste segment voorzien is van twee koppelmiddelen (10A, 10B) die voorzien zijn aan overstaande zijden van de gewichtstructuur om een schoor met een bovenste segment van een bouwhek dat in de voet staat te verbinden, waarbij dee gewichtstructuur verder voorzien is van een hijshaak ter plaatse van een centrale bovenste zone van de gewichtstructuur.