NL1017796C2 - Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL1017796C2
NL1017796C2 NL1017796A NL1017796A NL1017796C2 NL 1017796 C2 NL1017796 C2 NL 1017796C2 NL 1017796 A NL1017796 A NL 1017796A NL 1017796 A NL1017796 A NL 1017796A NL 1017796 C2 NL1017796 C2 NL 1017796C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
portal
base element
pole
fastening means
foregoing
Prior art date
Application number
NL1017796A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Antonius Hoogland
Original Assignee
Fountain Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fountain Tech Bv filed Critical Fountain Tech Bv
Priority to NL1017796A priority Critical patent/NL1017796C2/nl
Priority to PCT/NL2002/000247 priority patent/WO2002081845A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017796C2 publication Critical patent/NL1017796C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H12/00Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures
    • E04H12/18Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic
    • E04H12/187Towers; Masts or poles; Chimney stacks; Water-towers; Methods of erecting such structures movable or with movable sections, e.g. rotatable or telescopic with hinged sections
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/36Hoisting or lowering devices, e.g. for maintenance

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opstellen van een lichtmast of dergelijke inrichting volgens de aanhef van de hoofdconclusie. Een dergelijke inrichting is bekend uit NL 1011083
Deze bekende inrichting omvat een grondelement opgebouwd uit 5 buisprofielen en een betonnen plaat, waaraan een eerste en een tweede portaal zwenkbaar zijn verbonden. Het eerste portaal is nabij een eerste einde verbonden met het grondelement en aan het tegenovergelegen einde van eerste bevestigingsmiddelen voor koppeling met de paal. Het tweede portaal is met een eerste einde verbonden met het grondelement en nabij 10 het tweede einde voorzien van koppelmiddelen voor koppeling met het eerste portaal, nabij het midden tussen het eerste en tweede einde van genoemd eerste portaal. Nabij het midden van het tweede portaal zijn tweede bevestigingsmiddelen voorzien voor koppeling met de paal. De paal van de lichtmast wordt verticaal boven het grondelement opgehangen in de 15 eerste en tweede bevestigingsmiddelen. Deze bekende inrichting wordt toegepast bijvoorbeeld voor het opzetten van lichtmasten op bouwterreinen, concerten, feesten en dergelijke, voor tijdelijke verlichting, geluidsinstallaties en dergelijke.
Deze bekende inrichting heeft het nadeel dat deze relatief zwaar is 20 en dat de paal slechts verticaal kan worden ondersteund. Het eerste en tweede portaal zijn daarbij noodzakelijk en dienen bovendien relatief zwaar te worden uitgevoerd teneinde de optredende krachten te kunnen dragen. Met name het tweede portaal, dat een relatief scherpe hoek moet insluiten met het grondelement, althans met een horizontaal vlak. Deze bekende 25 inrichting is bovendien niet steeds eenvoudig op te zetten en te plaatsen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting volgens de aanhef van de hoofdconclusies, waarbij de genoemde nadelen daarvan zijn 2 vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een inrichting volgens de uitvinding wordt de paal gedragen 5 door het grondelement en het eerste portaal. Doordat de tweede bevestigingsmiddelen zijn voorzien in of op het grondelement wordt door de paal, het grondelement en het eerste portaal reeds een ondersteunende driehoek geboden voor het in een gewenste stand houden van de paal. Bovendien wordt de paal grotendeels gedragen door het grondelement.
10 Daardoor kan een inrichting volgens de uitvinding aanmerkelijk lichter worden uitgevoerd dan de bekende inrichting voor een vergelijkbare paal.
Een verder voordeel van een dergelijke inrichting is dat een relatief grote afstand wordt verkregen tussen de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen, zodat daardoor relatief grote momenten 15 kunnen worden opgenomen.
Het verdient de voorkeur dat een inrichting volgens onderhavige uitvinding naast het of elk eerste portaal ten minste nog een tweede portaal omvat, voorzien van derde bevestigingsmiddelen voor koppeling met het eerste portaal en/of de paal. Hierdoor kan de stabiliteit van de -20 ondersteuning nog verder worden verbeterd, met relatief lichte, korte portalen, zodat deze tot een compacte inrichting leiden, met name ook in ingevouwen toestand. Wanneer de portalen onderling met elkaar verbonden worden door de derde bevestigingsmiddelen wordt ook zonder de paal een stijve driehoek verkregen. De eerste en/of derde bevestigingsmiddelen 25 kunnen daarbij een draaipunt vormen voor de mast, hetgeen voordelig is bij het opzetten daarvan. Immers, alsdan kan de mast rond genoemd zwenkpunt worden verzwenkt vanuit een ongeveer horizontale stand naar een ongeveer verticale stand, met relatief weinig kracht.
In nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding 30 voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 3.
3
Door het grondelement althans gedeeltelijk op te bouwen uit van plaatmateriaal gevormde profielen wordt een relatief lichte, stijve constructie verkregen, waardoor een inrichting volgens de uitvinding nog lichter kan worden uitgevoerd. Bovendien biedt dit een relatief grote 5 vormgevingsvrijheid. Om dezelfde, althans vergelijkbare redenen kunnen het eerste portaal en eventueel verdere portalen eveneens zijn vervaardigd uit plaatmateriaal.
In een bijzonder eenvoudige, voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen 10 volgens conclusie 5.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm is een bijzonder eenvoudige constructie verkregen, waarbij de beide framedelen bovendien ruimte bieden voor het opnemen van onderdelen van de inrichting welke geheel of gedeeltelijk los van de inrichting kunnen worden genomen.
15 Het verdient daarbij de voorkeur dat een inrichting volgens de uitvinding bovendien is gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.
Een dergelijke inrichting biedt het voordeel dat de verzwaringselementen los van de inrichting kunnen worden weggenomen en 20 vervoerd, waardoor de inrichting nog eenvoudiger te gebruiken wordt. Immers, anders dan bij de bekende inrichting, waarbij het grondelement althans grotendeels wordt gevormd door een betonnen plaat, omsloten door stalen balken, is het grondelement van een inrichting volgens onderhavige uitvoering in deze uitvoeringsvorm bijzonder licht en stijf en kan naar 25 behoefte op een gebruiksplek worden verzwaard.
Bij voorkeur zijn poten, in het bijzonder uitschuifbare poten voorzien voor het vergroten van de stabiliteit, welke poten kunnen worden losgenomen en in het grondelement kunnen worden op geborgen.
Inrichtingen volgens de uitvinding zijn, in ingevouwen toestand 30 met weggenomen mast, bij voorkeur stapelbaar. De eerste en/of tweede 4 bevestigingsmiddelen zijn bij voorkeur uitgevoerd als klemmiddelen, ingericht voor het klemmen van masten met verschillende vormen en/of grote doorsneden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het 5 opzetten van een mast of dergelijke, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 14.
Een dergelijke werkwijze biedt het voordeel dat de mast slechts gedeeltelijk en over slechts kleine hoogte behoeft te worden opgetild voor koppeling met de eerst bevestigingsmiddelen, waarna de mast eenvoudig 10 rond de eerste bevestigingsmiddelen naar een ongeveer verticale stand kan worden verzwenkt en in die stand kan worden vastgezet. Dit betekent dat daarvoor relatief weinig kracht nodig is en dit door een enkele persoon kan worden uitgevoerd.
In de volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van 15 een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding nader toegelicht. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding nader worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 in bovenaanzicht een inrichting volgens de uitvinding, in 20 ingeklapte toestand, met gedeeltelijk weggebroken eerste portaal; figuur 2 in zijaanzicht schematisch een inrichting volgens figuur 1, in een eerste uitvoeringsvorm, in gebruikstoestand; figuur 2A de inrichting volgens figuur 2, in ingeklapte toestand, in doorgesneden aanzicht volgens de lijn IIA-IIA in figuur 1; 25 figuur 3 in bovenaanzicht een inrichting volgens figuur 1, in geklapte toestand, met twee poten in opbergstand en twee poten in gebruiksstand; figuur 4 schematisch in doorgesneden zijaanzicht een eerst alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, 30 tijdens gebruik; 5 figuur 5 schematisch in doorgesneden zijaanzicht een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, tijdens gebruik; figuur 6 een inrichting volgens figuur 5, tijdens opzetten van een 5 mast met een werkwijze volgens de uitvinding; en figuur 7 in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn VII-VH in figuur 1 een profiel van een framedeel van een inrichting volgens de uitvinding, met daarin geplaatst een verzwaringselement, in onderbroken lijnen getekend.
10 In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de figuren is daar waar nodig slechts een ondereinde van een mast 100 getoond voor gebruik bij een inrichting volgens de uitvinding. Deze mast 100 kan elke gewenste vorm hebben en bijvoorbeeld een lichtmast, geluidsmast, antennemast of 15 dergelijke zijn. Deze mast kan een- of meerdelig zijn en bijvoorbeeld telescopisch zijn uitgevoerd. Dergelijke masten zijn uit de praktijk bekend en worden geacht voor de vakman direct duidelijk te zijn. Deze masten kunnen, met name ook nabij genoemd ondereinde, elke gewenste doorsnede hebben, bijvoorbeeld rond, vierkant, ovaal of meerhoekig.
20 Figuur 1 toont in bovenaanzicht een inrichting 1 volgens de uitvinding, in ingeklapte toestand. Deze inrichting omvat een grondelement 2, in de getoonde uitvoeringsvorm opgebouwd uit uit plaatmateriaal gevormde profielen 4, in hoofdzaak met een doorsnede als getoond in figuur 7. Deze profielen 4 omvatten een opstaande eerste flens 6, een bovenste 25 flens 8 en een onderste flens 10. De bovenste en onderste flens 8, 10 strekken zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uit, waarbij de bovenste flens 8 korter is dat de onderste flens 10. Het grondelement 2 omvat een tweetal framedelen 12 in de vorm van rechthoekige ramen, gevormd uit genoemde profielen 4, welke ramen naast elkaar zijn opgesteld, onder tussenkomst 30 van een middendeel 14. De beide framedelen 12 zijn onderling verbonden 6 door profielen 4A, welke onderdeel kunnen uitmaken van de profielen 4. Elk framedeel 12 is gevormd uit vier profieldelen 4, onderling onder haakse hoeken met elkaar verbonden, zodanig dat door de onderste flenzen 10 een zich binnenwaarts uitstrekkende rand 16 wordt gevormd. Op deze rand 16 5 kan bijvoorbeeld een plaat 18 worden vastgezet waarop in een opbergstand onderdelen kunnen worden opgeborgen, terwijl tijdens gebruik verzwaringselementen 20, zoals getoond in figuur 7 kunnen worden gedragen. Deze verzwaringselementen kunnen bijvoorbeeld tegels zoals grindtegels, trottoirtegels of dergelijke zijn. Eventueel kan de plaat 18 ook 10 worden weggelaten of een integraal deel vormen met de profielen 4, althans de onderste flenzen 10 onderling verbinden.
In het middendeel 14 is een eerste portaal 22 voorzien, dat met een eerste einde 24 met behulp van scharnieren 26 zwenkbaar is verbonden met de beide framedelen 12. Aan het tegenovergelegen tweede einde 28 zijn 15 eerste bevestigingsmiddelen 30 aangebracht, welke nog nader zullen worden beschreven, welke bevestigingsmiddelen 30 kunnen worden gekoppeld met de mast 100. In deze uitvoeringsvorm is het eerst portaal 22 uitgevoerd in plaatmateriaal met een in hoofdzaak U-vormige doorsnede, zodanig dat een middendeel 32 zich ongeveer evenwijdig aan de flenzen 8, 20 10 uitstrekt in op geborgen toestand, terwijl twee benen 34 zich haaks op dit deel 32 uitstrekken, in de opbergstand evenwijdig aan de staande flenzen 6. In het tweede einde 28 is een uitsparing 36 aangebracht die rond de mast kan grijpen. Het middendeel 14 is voorts voorzien van een bodem 38 waarop tweede bevestigingsmiddelen 40 worden gedragen, tussen de beide 25 framedelen 12. De eerste bevestigingsmiddelen 30 zijn in deze uitvoeringsvorm uitgevoerd als een pen 31 die door gaten in de poten 34 van het eerste portaal 22 en een gat in een klos 35 op de mast 100 kan worden gestoken, voor het verkrijgen van een onderlinge verbinding daartussen. Overigens kunnen deze eerste bevestigingsmiddelen 30 ook worden 30 uitgevoerd als klemmiddelen, bijvoorbeeld zoals nog nader zullen worden 7 beschreven aan de hand van de figuren 4 en 5 en de tweede bevestigingsmiddelen 40. Deze tweede bevestigingsmiddelen 40 zijn uitgevoerd als klemmiddelen, omvattende een eerste klemplaat 41 en een daarbij passende tweede klemplaat 42. De beide klemplaten 41, 42 hebben 5 elk twee zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekkende einden 43 met daartussen een gehoekt deel 44. De gehoekte delen 44 liggen met de holle zijde naar elkaar gekeerd, waarbij door de einden 43 bouten 45 zijn gestoken, waarmee de beide klemdelen 41, 42 naar elkaar toe kunnen worden getrokken. De paal 100 kan, zoals getoond in figuur 1, tussen de 10 gehoekte delen 44 worden opgesloten. Eventueel kan één der plaatdelen 41, 42 vast met de mast 100 zijn verbonden. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 2 wordt de mast 100 door de eerste bevestigingsmiddelen 30 en de tweede bevestigingsmiddelen 40, het grondelement 2 en het eerste portaal 22 in een verticale, althans vooraf gekozen stand gehouden. Verzwaring van het 15 grondelement 2 met verzwaringselementen zorgt daarbij voor een stabiele positionering.
In de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm is een tweede portaal 46 voorzien, via zwenkmiddelen 48 met een eerste einde 49 aan de beide framedelen 12 verbonden, in het middendeel 14. Dit tweede portaal 46 is 20 zodanig uitgevoerd dat dit langs de paal 100 kan worden bewogen, waarbij het tegenovergelegen tweede einde 50 is voorzien van inkepingen 52, naar onder toe open, welke inkepingen 52 over pennen 54 kunnen worden gestoken, welke pennen zijn aangebracht op de poten 34. De uitsparingen 52 en pennen 54 vormen tezamen derde bevestigingsmiddelen 51 waardoor 25 een vaste verbinding tussen het eerste portaal 22 en het tweede portaal 46 kan worden verkregen. Voordeel van een dergelijk tweede portaal 46 is dat het eerste portaal 22 daardoor kan worden ondersteund, ook wanneer de paal 100 (nog) niet is geplaatst. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de derde bevestigingsmiddelen ongeveer midden tussen het eerste einde 24 en 30 tweede einde 28 van het eerste portaal 22 aangebracht. Het zal evenwel 101779δ 8 duidelijk zijn dat deze ook op een andere positie kunnen zijn aangebracht, met name dichterbij het tweede einde 28. Zoals duidelijk getoond in figuur 2A kunnen het eerste portaal 22 en het tweede portaal 46 volledig binnen het grondelement 2 worden verzwenkt en daarin worden opgeborgen, 5 waardoor een bijzonder compacte, stapelbare inrichting 1 is verkregen. Figuur 2A toont in onderbroken lijnen boven en onder de inrichting 1 verdere inrichtingen IA, in gestapelde toestand.
Figuur 4 toont een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding, met daarin geplaatste mast 100. Bij deze 10 uitvoeringsvorm is slechts een eerste portaal 22 voorzien, in hoofdzaak vergelijkbaar met een eerste portaal 22 als getoond in figuur 2. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de eerste bevestigingsmiddelen 30 uitgevoerd vergelijkbaar met de tweede bevestigingsmiddelen 40. Hierbij is het eerste klemdeel 41 met het tweede einde 28 van het eerste portaal 22 verbonden, 15 bijvoorbeeld via een zwenkas 56. Door klemming van de paal 100 in de eerste bevestigingsmiddelen 30 en tweede bevestigingsmiddelen 40 wordt een stijve driehoek verkregen, gevormd door een gedeelte van de mast 100, het eerste portaal 22 en een gedeelte van het grondelement 2.
Figuur 5 toont een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van een 20 inrichting 1 volgens de uitvinding, waarbij het eerste portaal 22 wederom is uitgevoerd als getoond en beschreven aan de hand van figuur 4. Bij deze uitvoeringsvorm is een tweede portaal 46 voorzien, dat ongeveer gelijk is aan het eerste portaal 22. Het eerste portaal 22 draagt wederom een eerste klemdeel 41, terwijl het tweede portaal 46 een tweede klemdeel 42 draagt. 25 Het eerste klemdeel 41 en tweede klemdeel 42 kunnen met behulp van bouten 45 naar elkaar toe worden getrokken onder inklemming van de paal 100. Op vergelijkbare wijze kan het ondereinde 60 van de mast 100 in de tweede bevestigingsmiddelen 40 worden geklemd. Alsdan is een fixering van de mast 100 in een ongeveer verticale stand verkregen.
" ' -V //-S
9
In figuur 3 is in bovenaanzicht een inrichting volgens figuur 1 getoond, waarbij evenwel een viertal uitschuifbare poten 62 is voorzien. In figuur 3 boven het middendeel 14 zijn twee poten 62 in ingeschoven toestand getoond, gelegd op een plaatdeel 18 in het betreffende framedeel 5 12. In figuur 3 onder het middendeel 14 zijn de poten 62 in gebruikstoestand getoond. Ter rechter zijde is de poot 62 in ingeschoven toestand weergegeven, waarbij deze door een opening (niet getoond) in de staande flens 6 is gestoken, zodanig dat deze met een eerste einde 64 tussen de bovenste flens 8 en de onderste flens 10 van het profiel 4 tegen het 10 middendeel 14 kan worden gestoken. In tenminste de bovenste flens 8 is een opening 66 aangebracht waardoorheen een pen (niet getoond) kan worden gestoken, door een oog 68 aan de poot 62, ter fixering. Op vergelijkbare wijze zijn in de hoeken van het grondelement 2 openingen 66A voorzien waardoorheen pennen (niet getoond) kunnen worden gestoken, in ogen 68A 15 aan de poten 62. Ter linker zijde is de poot 62 in uitgeschoven weergegeven, met gedeeltelijk weggebroken bovenste flens 8. De poten 62 kunnen nabij hun tweede einde 69 zijn voorzien van voeten 70. Wegnemen van genoemde pennen maakt wegtrekken van de poten 62 mogelijk, waarna deze in ingeschoven toestand in het betreffende framedeel 12 kunnen worden 20 op geborgen.
In figuur 6 is schematisch in gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, tijdens opzetten van een mast 100. Daarbij is door het eerste portaal 22, het tweede portaal 46 en het grondelement 2 een stijve driehoek gevormd, door koppeling van het tweede 25 portaal 46 aan het eerst portaal 22 met derde bevestigingsmiddelen 52, 54. Het vrije einde 28 van het eerste portaal 22 draagt eerste bevestigingsmiddelen 30 via een zwenkas 56. De mast 100 is in de eerste bevestigingsmiddelen 30 vastgeklemd, op eerder beschreven wijze met klemdelen 41, 42, waarbij de mast 100 zich ongeveer horizontaal, althans 30 slechts licht hellend uitstrekt. De mast 100 kan eenvoudig in deze positie 10 worden gebracht, bijvoorbeeld door één persoon. Vervolgens wordt het ondereinde 60 van de mast 100 in de richting van het grondelement 2 ge druilt, zodanig dat een eerste klemdeel 41 vast met het ondereinde 60 verbonden, naar een tweede klemdeel 42 van de tweede 5 bevestigingsmiddelen 40 wordt bewogen, alwaar dit met bouten 45 kan worden vastgezet. De mast 100 strekt zich alsdan ongeveer verticaal uit. Omlaag brengen van de mast 100 kan op dezelfde wijze in tegengestelde richting worden verkregen.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins is beperkt tot de 10 in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen met name bij een uitvoeringsvorm als beschreven aan de hand van figuur 4 de tweede bevestigingsmiddelen 40 zwenkbaar zijn 15 aangebracht, waardoor, door verschuiving van de eerste bevestigingsmiddelen 30 langs de mast 100 de stand van de mast 100 ten opzichte van een verticaal vlak V kan worden aangepast, bijvoorbeeld wanneer het grondelement 2 zich niet, althans niet voldoende horizontaal uitstrekt. Ook kunnen andere koppelmiddelen voor het of elk portaal 22, 46 20 aan het grondelement 2 en/of de mast 100 en/of elkaar worden voorzien, bijvoorbeeld als beschreven in NL 1011083, hierin door referentie opgenomen. Het eerste portaal 22 en/of tweede portaal 46 kunnen ook anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als kokerprofielen, buizen en dergelijke. Het zal duidelijk zijn dat vele verschillende vormen bevestigingsmiddelen, 25 in het bijzonder klemmiddelen kunnen worden toegepast, binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. Ook kunnen de profielen 4, 4A andere doorsneden hebben en anders zijn gevormd. De mast kan ook aan meerdere zijden worden ondersteund door eerste en/of tweede portalen. Het grondelement en/of de poten kunnen zijn voorzien van 30 verankeringsmiddelen, bijvoorbeeld voor verankering aan betonnen of 11 stalen rijplaten zoals Stelcon® platen, voor nog grotere stabiliteit.
Op gemerkt wordt dat het gebruik vanuit plaatmateriaal gevormde profielen ook voordelig is bij de bekende inrichting.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door 5 de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

Claims (15)

1. Inrichting (1) voor het opstellen van een mast of dergelijke voorzien van ten minste één paal (100), welke inrichting (1) een grondelement (2) en ten minste één eerste portaal (22) omvat, althans tijdens gebruik zwenkbaar verbonden met het grondelement, waarbij genoemd eerste 5 portaal (22) eerste bevestigingsmiddelen (30) draagt voor koppeling met de paal (100), met het kenmerk, dat het grondelement (2) is voorzien van tweede bevestigingsmiddelen (40) voor koppeling met de paal (100).
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij een tweede portaal (46) is voorzien, althans tijdens gebruik verbonden met het grondelement (2), 10 waarbij het tweede portaal (46) is voorzien van derde bevestigingsmiddelen (51) voor koppeling met het eerste portaal (22) en/of de paal (100).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het grondelement althans gedeeltelijk is opgebouwd uit profielen (4, 4A) die zijn gezet, althans (2) gevormd uit plaatmateriaal.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste het eerste portaal (22) althans in hoofdzaak is vervaardigd uit profielen (32, 34) die zijn gezet, althans gevormd uit plaatmateriaal.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het grondelement (2) ten minste twee framedelen (12) omvat, naast elkaar 20 opgesteld, waarbij een eerste einde (24) van het eerste portaal (22) tussen de twee framedelen (12) is opgesteld en daarmee zwenkbaar is verbonden.
6. Inrichting volgens conclusie 2 en 5, waarbij het tweede portaal (46) met een eerste einde (49) tussen de twee framedelen (12) is opgesteld en daarmee zwenkbaar is verbonden, tegenover het eerste einde (24) van het 25 eerste portaal (22), zodanig dat het eerste (22) en tweede portaal (46) tussen de beide framedelen (12) kunnen worden opgeborgen.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het grondelement (2) is ingericht voor het opnemen van verzwaringselementen (20) zoals tegels, in bovenaanzicht gezien aan ten minste twee zijden van de bevestigingsmiddelen (30, 40) voor de paal (100).
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee, bij voorkeur drie of vier poten (62) zijn voorzien, koppelbaar of gekoppeld met het grondelement (2).
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de poten (62) uitschuifbaar zijn.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de poten (62) opbergbaar zijn binnen het grondelement (2).
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een met de grondelementen (2) op elkaar gestapeld aantal grondelementen (2) met het of elk daarbij behorend portaal (22, 46) en eventueel de poten (62) 15 daarin opgenomen stapelbaar is.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste de eerste en/of de tweede bevestigingsmiddelen (30, 40) zwenkbaar zijn bevestigd aan respectievelijk het eerste portaal en het grondelement (2).
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste 20 (30) en/of de tweede bevestigingsmiddelen (40) klemmiddelen (41, 42) zijn, in het bijzonder klemmiddelen welke ten minste één klemplaat (41, 42) omvatten voorzien van een gebogen of gehoekte vervorming passend rond een paal (100) met een cirkelvormige of veelhoekige doorsnede.
14. Werkwijze voor het opzetten van een mast of dergelijke, voorzien 25 van een paal, waarbij een grondelement op een bodem wordt geplaatst en een portaal onder een hoek met een verticaal vlak wordt opgesteld, verbonden met het grondelement, waarna de paal ongeveer horizontaal, althans een hoek insluitend met genoemd verticaal vlak wordt geplaatst en nabij een einde van het eerste portaal aangebrachte eerste 30 bevestigingsmiddelen wordt gekoppeld, waarna de paal rond genoemde eerste bevestigingsmiddelen wordt verzwenkt tot een ongeveer verticale stand en met behulp van tweede bevestigingsmiddelen in genoemde stand TTrovrlf xrocf oro»7o+· 1* Ol UI/ T
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het eerste portaal wordt 5 ondersteund door een tweede portaal, waarbij de tweede bevestigingsmiddelen zijn aangebracht aan het grondelement.
NL1017796A 2001-04-09 2001-04-09 Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke. NL1017796C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017796A NL1017796C2 (nl) 2001-04-09 2001-04-09 Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke.
PCT/NL2002/000247 WO2002081845A1 (en) 2001-04-09 2002-04-08 Apparatus and method for erecting a lamp post or the like

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017796A NL1017796C2 (nl) 2001-04-09 2001-04-09 Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke.
NL1017796 2001-04-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017796C2 true NL1017796C2 (nl) 2002-10-10

Family

ID=19773204

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017796A NL1017796C2 (nl) 2001-04-09 2001-04-09 Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1017796C2 (nl)
WO (1) WO2002081845A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2854186B1 (fr) * 2003-04-23 2006-01-27 Luc Meynard Plots articules de dressage sur base fixe ou mobile
GB2467933B (en) * 2009-02-19 2014-06-18 Znd Uk Ltd Fencing support base
CN102619148B (zh) * 2012-04-13 2013-12-25 四川电力送变电建设公司 组合式货运索道支架
CN103326274B (zh) * 2013-06-29 2016-03-23 国家电网公司 一种绝缘抱杆起立工具
GB2529685A (en) * 2014-08-29 2016-03-02 Cpd Powerline Ltd Pole erection apparatus and method

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4590718A (en) * 1984-02-13 1986-05-27 Grumman Aerospace Corporation Portable, adjustable structure and method of erecting same
US5794387A (en) * 1997-03-20 1998-08-18 Musco Corporation Device and method to lift and manipulate poles which are mounted onto a base
WO2000043615A1 (en) * 1999-01-20 2000-07-27 Rocad Engineering Apparatus to support a lamp post, and such a lamp post

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4590718A (en) * 1984-02-13 1986-05-27 Grumman Aerospace Corporation Portable, adjustable structure and method of erecting same
US5794387A (en) * 1997-03-20 1998-08-18 Musco Corporation Device and method to lift and manipulate poles which are mounted onto a base
WO2000043615A1 (en) * 1999-01-20 2000-07-27 Rocad Engineering Apparatus to support a lamp post, and such a lamp post

Also Published As

Publication number Publication date
WO2002081845A1 (en) 2002-10-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6464196B1 (en) Apparatus and method for a temporary spread footing
US4083156A (en) Apparatus for bracing a tilt-up wall panel
US5461832A (en) Transportable foldable building and method of erecting a transportable foldable building
NL1017796C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het opzetten van een lichtmast of dergelijke.
EP3585944B1 (en) Crowd control and management barriers
US3017893A (en) Collapsible building structure
US8056678B2 (en) Modular ladder assembly
NL2012595B1 (nl) Verkeersregelinrichting en werkwijze voor het oprichten daarvan.
NL1011083C2 (nl) Inrichting voor de ondersteuning van een lichtmast en een dergelijke lichtmast.
EP2872694B1 (en) Mobile bridge and method for erecting such a mobile bridge
US6357550B1 (en) Elevated accommodation assembly
NL1033653C1 (nl) Inrichting voor het ondersteunen van een mededelingenbord.
NL1010684C2 (nl) Mast voor gebruik als zendmast, lichtmast en dergelijke.
NL2029242B1 (en) Tiltable Mast
BE1023689B1 (nl) Een systeem voor het dragen van reclamedoeken of panelen, en werkwijzen voor het opstellen en afbreken ervan
CN215368706U (zh) 一种不落地的楼板支撑结构
BE1028727B1 (nl) Set voor tijdelijk hekwerk
US5012894A (en) Scaffold erection structure
US10299619B1 (en) Event drapery upright and base plate supports
EP0495954A1 (en) Hoardings for a construction site
JP5163861B2 (ja) 仮設門扉の支柱立設具及びその支柱立設構造
CN213449771U (zh) 一种预埋式电力施工用安全围栏杆
JPH0332571Y2 (nl)
JPS6218621Y2 (nl)
GB2299351A (en) Crossing equipment

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071101