BE1027634B1 - Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding - Google Patents

Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding Download PDF

Info

Publication number
BE1027634B1
BE1027634B1 BE20195659A BE201905659A BE1027634B1 BE 1027634 B1 BE1027634 B1 BE 1027634B1 BE 20195659 A BE20195659 A BE 20195659A BE 201905659 A BE201905659 A BE 201905659A BE 1027634 B1 BE1027634 B1 BE 1027634B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor panel
locking
floor
panel according
panels
Prior art date
Application number
BE20195659A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027634A1 (nl
Inventor
Rick Jan De
Original Assignee
Flooring Ind Ltd Sarl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Ind Ltd Sarl filed Critical Flooring Ind Ltd Sarl
Priority to BE20195659A priority Critical patent/BE1027634B1/nl
Priority to CN202080070366.XA priority patent/CN114502808A/zh
Priority to PCT/IB2020/059238 priority patent/WO2021070022A1/en
Priority to EP20793446.4A priority patent/EP4041965A1/en
Priority to CA3147288A priority patent/CA3147288A1/en
Priority to US17/764,620 priority patent/US20220341187A1/en
Publication of BE1027634A1 publication Critical patent/BE1027634A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027634B1 publication Critical patent/BE1027634B1/nl
Priority to CONC2022/0002021A priority patent/CO2022002021A2/es
Priority to ZA2022/02878A priority patent/ZA202202878B/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02038Flooring or floor layers composed of a number of similar elements characterised by tongue and groove connections between neighbouring flooring elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/10Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials
    • E04F15/107Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials composed of several layers, e.g. sandwich panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0107Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges
    • E04F2201/0115Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges with snap action of the edge connectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0123Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels parallel to the abutting edges
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0138Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels perpendicular to the main plane
    • E04F2201/0146Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels perpendicular to the main plane with snap action of the edge connectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement
    • E04F2201/0161Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement with snap action of the edge connectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/02Non-undercut connections, e.g. tongue and groove connections
    • E04F2201/023Non-undercut connections, e.g. tongue and groove connections with a continuous tongue or groove
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/04Other details of tongues or grooves
    • E04F2201/042Other details of tongues or grooves with grooves positioned on the rear-side of the panel
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/04Other details of tongues or grooves
    • E04F2201/043Other details of tongues or grooves with tongues and grooves being formed by projecting or recessed parts of the panel layers

Abstract

Een vloerpaneel bevat tegenoverliggende randen die koppeldelen bevatten om twee vloerpanelen te koppelen. Deze koppeldelen bevatten vergrendelvlakken: eerste en tweede vergrendelvlakken aan de eerste rand met ingesloten hoek tussen 90° en 175°; en derde en vierde vergrendelvlakken aan de tweede rand met ingesloten hoek tussen 90° en 175°. Het eerste vergrendelvlak zit dichter bij de bovenkant van het vloerpaneel dan het tweede vergrendelvlak. De hoek met het oppervlak van het vloerpaneel van het eerste vergrendelvlak is kleiner is dan deze van het tweede vergrendelvlak. De hoek met het oppervlak van het vloerpaneel van het derde vergrendelvlak is kleiner dan deze van het vierde vergrendelvlak. Het tweede vergrendelvlak is voorzien voor interactie met het vierde vergrendelvlak van een gekoppeld paneel. Het eerste vergrendelvlak is voorzien voor interactie met het derde vergrendelvlak van een gekoppeld paneel.

Description

Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding Deze uitvinding heeft betrekking op een vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, in het bijzonder voor het vormen van een vloerbekleding die op een ondergrond kan worden geïnstalleerd.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op vloerpanelen die aan minstens twee tegenoverliggende randen voorzien zijn van koppeldelen die toelaten dat de vloerpanelen mechanisch aan elkaar kunnen gekoppeld worden. Voorbeelden van dergelijke vloerpanelen zijn onder meer beschreven in WO97/47834, WO01/98603, US
6.769.219, WO2006/032398 en WO 2004/074597.
Het doel van de uitvinding is het beschikbaar stellen van vloerpanelen die gemakkelijker — dit wil zeggen met minder kracht — aan elkaar gekoppeld kunnen worden bij de installatie van de vloerbekleding.
Hiertoe heeft de uitvinding betrekking op een vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding. Dit vloerpaneel bevat een substraat en een decoratieve laag. Het vloerpaneel is rechthoekig, hetzij langwerpig, hetzij vierkant; en bevat dus een eerste paar tegenoverliggende randen en een tweede paar tegenoverliggende randen. Het eerste paar tegenoverliggende randen bevat eerste koppeldelen die toelaten dat meerdere van dergelijke vloerpanelen onderling aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Deze eerste koppeldelen vormen een eerste vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling in het vlak van de vloerpanelen en loodrecht op de betreffende randen bewerkstelligt, en ook een tweede vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt. Deze eerste koppeldelen zijn hoofdzakelijk in het materiaal van het vloerpaneel zelf, en bij voorkeur in voornoemd substraat verwezenlijkt. Voor het realiseren van het eerste vergrendelsysteem bevatten deze eerste koppeldelen vergrendeldelen die in de gekoppelde toestand het uit elkaar schuiven van eerste koppeldelen verhinderen. De voornoemde vergrendeldelen zijn voorzien van vergrendelvlakken. Het vergrendeldeel van het koppeldeel aan de eerste rand van het eerste paar tegenoverliggende randen bevat een eerste en een tweede vergrendelvlak. Het eerste en het tweede vergrendelvlak zijn aanliggend, waarbij het eerste vergrendelvlak en het tweede vergrendelvlak een convex onderdeel vormen van het koppeldeel waartoe deze vergrendelvlakken behoren.
Tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak is er een ingesloten hoek tussen 90° en 175°. Bij voorkeur is deze ingesloten hoek meer dan 100°, bij hogere voorkeur meer dan 120°, bij hogere voorkeur meer dan 140°. Bij voorkeur zijn het eerste vergrendelvlak en het tweede vergrendelvlak van elkaar gescheiden door een buiglijn of een gekromd buigvlak.
Het vergrendeldeel van het koppeldeel aan de tweede rand van het eerste paar tegenoverliggende randen bevat een derde en een vierde vergrendelvlak.
Het derde en het vierde vergrendelvlak zijn aanliggend.
Het derde vergrendelvlak en het vierde vergrendelvlak vormen een concaaf onderdeel van het koppeldeel waartoe deze vergrendelvlakken behoren.
Tussen het derde en het vierde vergrendelvlak is er een ingesloten hoek tussen 90° en 175°. Bij voorkeur is deze ingesloten hoek meer dan 100°, bij hogere voorkeur meer dan 120°, bij hogere voorkeur meer dan 140°. Bij voorkeur zijn het derde en het vierde vergrendelvlak van elkaar gescheiden door een buigliin of een gekromd buigvlak.
Het eerste vergrendelvlak bevindt zich dichter bij de bovenkant van het vloerpaneel dan het tweede vergrendelvlak.
De hoek van het eerste vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel is kleiner dan de hoek van het tweede vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel.
De hoek van het derde vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel is kleiner dan de hoek van het vierde vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel.
Het tweede vergrendelvlak is voorzien voor interactie met het vierde vergrendelvlak van een gekoppeld gelijkaardig paneel.
Het eerste vergrendelvlak is voorzien voor interactie met het derde vergrendelvlak van een gekoppeld gelijkaardig paneel.
Het is niet noodzakelijk dat er contact is tussen het eerste en het derde vergrendelvlak enerzijds en/of tussen het tweede en het vierde vergrendelvlak anderzijds in gekoppelde toestand van de panelen.
Het is mogelijk dat er speling is tussen vergrendelvlakken voorzien voor interactie met elkaar.
Wel zal vanaf een bepaalde belasting in horizontale richting van de koppeling tussen de gekoppelde panelen er contact ontstaan tussen vergrendelvlakken voorzien voor interactie met elkaar; mogelijks door een elastische of zelfs plastische vervorming van koppeldelen.
Bij voorkeur is er in gekoppelde toestand contact tussen het tweede en het vierde vergrendelvlak; of zal er bij belasting in horizontale richting het eerst contact ontstaan tussen het tweede en het vierde vergrendelvlak en pas bij verdere belasting tussen het eerste en het derde vergrendelvlak. Het is echter niet uitgesloten dat in gekoppelde toestand van twee panelen er contact is zowel tussen de eerste en de derde vergrendelvlakken als tussen de tweede en de vierde vergrendelvlakken.
Vloerpanelen volgens de uitvinding kunnen gemakkelijker geïnstalleerd worden, omdat minder kracht overwonnen moet worden om de eerste koppeldelen — en dus twee panelen - mechanisch in elkaar te koppelen; terwijl de sterkte van de koppeling nog altijd voldoende hoog is. Dit betekent dat de nodige trekkracht om gekoppelde panelen horizontaal uit elkaar te trekken nog altijd voldoende hoog is.
Bij voorkeur is de hoek van het eerste vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel ten minste 10° - en bij voorkeur minder dan 20° - kleiner dan de hoek van het tweede vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel. Dergelijke uitvoeringsvormen verminderen de kracht die nodig is om de eerste koppeldelen — en dus twee panelen — mechanisch in elkaar te koppelen; terwijl nog altijd een goede koppeling van de panelen in horizontale richting bekomen wordt. Dit betekent dat de nodige trekkracht om gekoppelde panelen horizontaal uit elkaar te trekken nog altijd voldoende hoog is.
Bij voorkeur is de hoek van het derde vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel ten minste 10° - en bij voorkeur minder dan 20° - kleiner is dan de hoek van het vierde vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel. Dergelijke uitvoeringsvormen verminderen de kracht die nodig is om de eerste koppeldelen — en dus twee panelen — mechanisch in elkaar te koppelen; terwijl nog altijd een goede koppeling van de panelen in horizontale richting bekomen wordt. Dit betekent dat de nodige trekkracht om gekoppelde panelen horizontaal uit elkaar te trekken nog altijd voldoende hoog is.
Bij voorkeur bevinden het eerste, het tweede, het derde en het vierde vergrendelvlak zich allen in de onderste helft van de dikte van het vloerpaneel. Dit vergemakkelijkt verder het mechanisch koppelen van twee panelen.
Bij voorkeur is de oppervlakte van het eerste grensvlak groter dan de oppervlakte van het tweede grensvlak. Dergelijke uitvoeringsvormen verminderen nog meer de kracht die nodig is om twee dergelijke panelen mechanisch met elkaar te koppelen.
Bij voorkeur bedraagt de oppervlakte van het tweede grensvlak ten minste één derde, en bij voorkeur minstens de helft, van de oppervlakte van het eerste grensvlak. Dergelijke uitvoeringsvormen bieden een balans tussen enerzijds mechanisch koppelen met lage kracht van de panelen, terwijl de koppeling in horizontale richting voldoende sterk is.
Bij voorkeur is de oppervlakte van het derde grensvlak groter dan de oppervlakte van het vierde grensvlak. Dergelijke uitvoeringsvormen verminderen nog meer de kracht die nodig is om twee dergelijke panelen mechanisch met elkaar te koppelen.
Bij voorkeur bedraagt de oppervlakte van het vierde grensvlak ten minste één derde, en bij voorkeur minstens de helft, van de oppervlakte van het derde grensvlak. Dergelijke uitvoeringsvormen bieden een balans tussen enerzijds mechanisch koppelen met lage kracht van de panelen, terwijl de koppeling in horizontale richting voldoende sterk is.
In voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding is de ingesloten hoek tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak kleiner dan de ingesloten hoek tussen het derde en het vierde vergrendelvlak. Volgens dergelijke uitvoeringsvormen kunnen toleranties bij de productie van de eerste koppeldelen opgevangen worden, waarbij nog altijd panelen bekomen worden die gemakkelijker geïnstalleerd kunnen worden; en waarbij een koppeling met voldoende treksterkte in horizontale richting van de koppeling bekomen wordt.
Bij voorkeur is het verschil enerzijds tussen de hoek van het eerste vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel en anderzijds de hoek van het derde vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel groter dan het verschil tussen enerzijds de hoek van het tweede vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel en anderzijds de hoek van het vierde vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel. Het is het voordeel van dergelijke uitvoeringsvormen dat bij horizontale belasting van de koppeling er contact is of eerst contact ontstaat tussen het tweede en het vierde vergrendelvlak, en pas daarna tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak. Aangezien het tweede vergrendelvlak verticaler is dan het eerste, betekent dit een hogere weerstand van de koppeling tegen horizontale belastingen.
Bij voorkeur is het verschil tussen enerzijds de hoek van het tweede vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel en anderzijds de hoek van het vierde vergrendelvlak met het oppervlak van het vloerpaneel in absolute waarde kleiner is dan 3°, bij voorkeur in absolute waarde kleiner dan 2°. Dergelijke uitvoeringsvormen zorgen ervoor dat er in gekoppelde toestand er een verzekerd contact is tussen het tweede en het vierde vergrendelvlak, eerder dan direct tussen het eerste en het tweede 5 vergrendelvlak. Dit is nuttig om hoge waardes te bekomen van de treksterkte waarmee de panelen aan elkaar gekoppeld zijn in horizontale richting. Bij voorkeur bevat het koppeldeel aan de eerste rand van het eerste paar tegenoverliggende randen een horizontaal gerichte lip - bij voorkeur aan de onderzijde van het vloerpaneel -, en een opwaarts gerichte haak aan het distale uiteinde van de lip.
Hierbij bevinden het eerste en het tweede vergrendelvlak zich aan de binnenzijde van deze opwaarts gerichte haak. Bij hogere voorkeur bevindt de horizontale lijn in verticale richting gelegen in het midden tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak zich in de onderste helft van de afstand tussen het hoogst gelegen punt van de opwaarts gerichte haak en het laagste punt van de bovenzijde van de lip. Bij hogere voorkeur bevindt deze lijn zich in de onderste 40% van de afstand tussen het hoogst gelegen punt van de opwaarts gerichte haak en het laagste punt van de bovenzijde van de lip.
Bij voorkeur dragende uitvoeringsvormen zijn de eerste koppeldelen zodanig geconfigureerd dat twee van dergelijke panelen aan deze randen door middel van een wentelbeweging en/of door middel van horizontaal schuiven aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Bij voorkeur bedraagt de hoek tussen het tweede vergrendelvlak en het oppervlak van het vloerpaneel tussen 48° en 72°, bij hogere voorkeur is deze hoek meer dan 55°. Bij hogere voorkeur is deze hoek minder dan 65°. Dergelijke uitvoeringsvormen bieden voldoende sterkte in horizontale richting van de koppeling.
Bij voorkeur bestaan de eerste koppeldelen uit een tand en uit een groef die de vergrendeldelen bevatten. Bij hogere voorkeur zijn de eerste koppeldelen uitgevoerd zodat twee van dergelijke vloerpanelen aan deze randen door middel van horizontaal schuiven en/of door middel van wentelen mechanisch gekoppeld kunnen worden. Dergelijke horizontaal koppelbare vloerpanelen volgens de uitvinding kunnen met minder moeite, dit wil zeggen met minder kracht, horizontaal in elkaar geschoven worden.
Bij voorkeur bij uitvoeringsvormen waarbij de koppeldelen uit een tand en een groef bestaan die de vergrendeldelen bevatten, is aan het eerste paar tegenoverliggende randen de groef begrensd door een onderste lip en een bovenste lip — bij hogere voorkeur strekt de onderste lip zich zijdelings uit tot voorbij het distaal uiteinde van de bovenste lip -; en bevat de onderste lip een opwaarts gerichte haak aan zijn distale uiteinde.
Het eerste en het tweede vergrendelvlak bevinden zich aan de binnenzijde van deze opwaarts gerichte haak.
Bij voorkeur is de onderste lip in gekoppelde conditie minstens gedeeltelijk elastisch verbogen en levert zodoende een spankracht op die ervoor zorgt dat de gekoppelde vloerpanelen naar elkaar toe gedwongen worden; waarbij de vloerpanelen tegen elkaar aangedrukt worden aan het of dicht bij het oppervlak van de vloerpanelen.
Dit zorgt voor een krachtiger koppeling van de vloerpanelen.
Bij voorkeur zijn de eerste koppeldelen zo uitgevoerd dat in gekoppelde toestand de horizontale afstand tussen enerzijds de verticale lijn door het midden in verticale richting tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak en anderzijds het vlak aan of dicht bij het oppervlak van de gekoppelde panelen waar de gekoppelde panelen afdichtend bij elkaar aansluiten, kleiner is dan 5.5 mm, bij hogere voorkeur kleiner dan 5 mm, bij hogere voorkeur kleiner dan 4 mm.
Normaliter vergen vloerpanelen met dergelijke korte eerste koppeldelen meer kracht om te koppelen dan vloerpanelen met langere eerste koppeldelen.
De uitvinding zorgt er voor dat dergelijke panelen met korte eerste koppeldelen toch met minder inspanning (dit wil zeggen door uitoefening van minder kracht) mechanisch gekoppeld kunnen worden, terwijl de sterkte van de koppeling in horizontale richting tot voldoende is.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het vloerpaneel langwerpig en bevindt het eerste paar tegenoverliggende randen zich aan de lange zijden van het vloerpaneel.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het vloerpaneel langwerpig en bevindt het eerste paar tegenoverliggende randen zich aan de korte zijden van het vloerpaneel.
Bij voorkeur bevat het tweede paar tegenoverliggende randen tweede koppeldelen die toelaten dat meerdere van dergelijke vloerpanelen onderling aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Deze tweede koppeldelen vormen aan het tweede paar tegenoverliggende randen een derde vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling bewerkstelligt in het vlak van de vloerpanelen en loodrecht op de betreffende randen, en ook een vierde vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling bewerkstelligt dwars op het vlak van de panelen. Deze tweede koppeldelen aan het tweede paar tegenoverliggende randen zijn hoofdzakelijk verwezenlijkt in het materiaal van het vloerpaneel zelf, en meer speciaal in voornoemd substraat.
Bij voorkeur zijn de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zodanig geconfigureerd dat twee van dergelijke panelen aan deze randen door middel van een wentelbeweging en/of door middel van horizontaal schuiven aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Bij voorkeur zijn de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zodanig geconfigureerd dat twee dergelijke panelen aan deze randen door middel van horizontaal schuiven aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Bij voorkeur zijn de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zodanig geconfigureerd dat twee van dergelijke vloerpanelen aan deze randen door middel van een neerwaartse beweging van één paneel ten opzichte van het andere aan elkaar kunnen worden gekoppeld. In combinatie met uitvoeringsvormen waarbij de eerste koppeldelen uitgevoerd zijn zodat deze eerste koppeldelen door middel van een wentelbeweging gekoppeld kunnen worden, kunnen dergelijke vloerpanelen door middel van een zogenaamde “fold-down” beweging tot een vloerbekleding geïnstalleerd worden.
In voorkeursvormen van de uitvinding waarbij tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zodanig geconfigureerd zijn dat twee van dergelijke vloerpanelen aan deze randen door middel van een neerwaartse beweging van één paneel ten opzichte van het andere aan elkaar kunnen worden gekoppeld, zijn de voornoemde tweede koppeldelen hoofdzakelijk gevormd uit het materiaal van voornoemd substraat en in één deel daarmee uitgevoerd. Het derde vergrendelsysteem is minstens gevormd uit een neerwaarts gerichte bovenste haakvormige gedeelte dat zich aan de ene rand van voornoemd paar tegenoverliggende randen bevindt, en ook uit een opwaarts gericht onderste haakvormige gedeelte dat zich aan de andere tegenoverliggende rand van voornoemd paar tegenoverliggende randen bevindt. De haakvormige gedeelten kunnen door middel van voornoemde neerwaartse beweging achter elkaar ingehaakt worden. Voornoemd bovenste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip met een neerwaarts gericht vergrendelelement, terwijl voornoemd onderste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip met een opwaarts gericht vergrendelelement. In uitvoeringen volgens de vorige paragraaf bevat het vierde vergrendelsysteem bij voorkeur minstens in één van de tweede koppeldelen één of meerdere uitsteeksels die ingrijpen in één of meerdere ondersnijdingen in het andere van de tweede koppeldelen van het gekoppelde vloerpaneel.
Bij voorkeur is in het vierde vergrendelsysteem een separaat vergrendelelement voorzien in de vorm van een beweegbaar en/of vervormbaar inzetstuk dat voor een verticale vergrendeling verzorgt waarbij het inzetstuk ingrijpt in ondersnijdingen in beide gekoppelde randen van gekoppelde vloerpanelen.
Bij voorkeur bevatten de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen de kenmerken zoals beschreven in om het even dewelke uitvoeringsvorm voor de eerste koppeldelen. Dergelijke vloerpanelen laten toe om beide paren randen met minder kracht te koppelen, terwijl toch een voldoend sterke horizontale koppeling bekomen wordt. Bij hogere voorkeur is het paneel langwerpig en bevindt het tweede paar tegenoverliggende randen zich aan de korte zijde van het vloerpaneel. Bij nog hogere voorkeur is de hoek met het oppervlak van het vloerpaneel van het tweede vergrendelvlak van de eerste koppeldelen kleiner — en bij voorkeur ten minste 5° kleiner — dan de hoek met het oppervlak van het vloerpaneel van het tweede vergrendelvlak van de tweede koppeldelen. Dergelijke vloerpanelen zijn bijzonder interessant. De tweede koppeldelen bevinden zich aan de korte zijde van het vloerpaneel. De kracht per eenheid van te koppelen lengte is hoger aan de korte zijde dan aan de lange zijden, wegens de hogere hoek van het tweede vergrendelvlak van de tweede koppeldelen dan de hoek van het tweede vergrendelvlak van de eerste koppeldelen. Wegens de (veel) kleinere te koppelen lengte aan de korte zijde van het vloerpaneel is dit geen nadeel (de totale benodigde kracht om te koppelen is gelijk aan de kracht per eenheid van te koppelen lengte vermenigvuldigd met de te koppelen lengte), terwijl een hogere sterkte in horizontale richting van deze koppeling aan de korte zijde bekomen wordt. Te vermelden is ook dat de randen van vloerpanelen nooit volledig recht zijn, wat extra kracht vraagt voor het koppelen.
Dergelijke onrechtheden zijn eerder te verwachten aan de lange zijde, waardoor het interessant is om het ontwerp van de koppeldelen aan het paar randen aan de lange zijde zo te ontwerpen dat minder kracht nodig is om deze te koppelen.
Bij voorkeur bestaat het substraat van het vloerpaneel uit verschillende lagen.
Bij voorkeur is het vloerpaneel hoofdzakelijk samengesteld uit één of meer basislagen en minstens één toplaag.
Bij voorkeur bevat het vloerpaneel een laminaatpaneel met een substraat bevattende of uit MDF (Medium Density Fiberboard) of bevattende of uit HDF (High Density Fiberboard). In een voorkeursuitvoering is het vloerpaneel een engineered-wood paneel.
Bij voorkeur heeft het vloerpaneel een dikte van meer dan 4.5 mm.
In een voorkeursuitvoering is het vloerpaneel een resiliënt vloerpaneel; bij hogere voorkeur van het soepele type is.
Met soepele vloerpanelen worden vloerpanelen bedoeld die, wanneer ze, in het geval van een rechthoekig paneel, bijvoorbeeld van minder dan 50 centimeter breed, aan één van beide korte zijden van het paneel worden ingeklemd en hierbij over een lengte van 100 centimeter uitsteken en niet worden ondersteund, de panelen onder invloed van hun eigen gewicht gaan doorbuigen, waarbij deze doorbuiging ter hoogte van het vrije uiteinde ten opzichte van het ingeklemde uiteinde minimaal 10 centimeter bedraagt.
Voor deze doorbuiging wordt een doorbuigtijd beschouwd van 10 seconden, waarbij het paneel vanuit een vlakke horizontale positie vertrekt.
Een soepel of een resiliënt kunststofvloerpaneel volgens de uitvinding, en meer speciaal nog zulke vinyltegel, vertoont bij voorkeur één van de volgende kenmerken: - het vloerpaneel is hoofdzakelijk samengesteld uit één of meer basislagen en minstens een toplaag, waarbij de toplaag op zich al dan niet uit meerdere lagen kan opgebouwd zijn;
- de toplaag bevat hierbij minstens een decoratieve laag, bij voorkeur in de vorm van een bedrukking, bij voorkeur aangebracht op een folie of film; - de toplaag omvat minstens een doorschijnende of een doorzichtige slijtlaag; - het vloerpaneel is hoofdzakelijk opgebouwd uit een thermoplastisch materiaal, bij voorkeur uit een zacht thermoplastisch materiaal; - het vloerpaneel, of althans minstens de één of meer basislagen ervan, is/zijn hoofdzakelijk opgebouwd uit polyvinylchloride, meer speciaal uit zacht polyvinylchloride, meer speciaal voorzien van weekmakers of dergelijke; een opbouw “hoofdzakelijk” op basis van PVC dient breed te worden geïnterpreteerd aangezien een groot aantal additieven, bijvoorbeeld vulmiddelen, kunnen worden ingezet in PVC vloeren; - het vloerpaneel bevat minstens één versterkingslaag, bij voorkeur gevormd uit vezels, meer speciaal versterkingsvezels, zoals glasvezels.
Opgemerkt wordt dat “zacht PVC” een term is die uitdrukt dat het om soepel PVC handelt, met andere woorden PVC dat relatief vlot buigbaar is. Het begrip zacht PVC is algemeen gekend in de techniek. Zulk zacht PVC bestaat uit PVC dat week gemaakt is, bij voorkeur door middel van tijdens het productieproces toegevoegde weekmakers. Afhankelijk van de toegevoegde hoeveelheid weekmaker kunnen uiteraard verschillende soepelheidsgraden bekomen worden.
Onder een weekmaker dient eender welke stof te worden verstaan die door toevoeging in een meer soepel PVC resulteert. Typische voorbeelden zijn ftalaatweekmakers en isosorbideweekmakers.
Onder PVC dat week gemaakt is, kan uiteraard ook PVC worden verstaan, of een samenstelling op basis van PVC worden verstaan, dat, bijvoorbeeld doordat het gemodificeerd is, op zich de eigenschap heeft van soepel te zijn.
Bij voorkeur bevat het substraat een thermoplastisch matrixmateriaal, bij voorkeur polyvinylchloride (PVC) — bij hogere voorkeur bevat het substraat een laag die geschuimd PVC bevat -, polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE). Bij hogere voorkeur bevat het substraat één of meerdere vulmiddelen, bij voorkeur gekozen uit de lijst van steen, houtvezel, krijt, kalksteen en kalk. Bij voorkeur is het substraat voorzien van minstens één versterkingslaag, bij voorkeur in glasvezel.
In een voorkeursuitvoering is het vloerpaneel een Luxury Vinyl Tile (LVT). In een voorkeursuitvoering is het vloerpaneel een Stone Plastic Composite (SPC) of een Wood Plastic Composite (WPC). Bij voorkeur heeft een vloerpaneel volgens de uitvinding van het resiliënte type of van het soepele type een dikte die kleiner of gelijk is aan 4.5 millimeter; bij hogere voorkeur kleiner of gelijk aan 4 millimeter. Om de kenmerken volgens de uitvinding te tonen, zijn hierna enkele uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin - figuur 1 schematisch in bovenaanzicht een vloerpaneel toont volgens de uitvinding; - figuur 2 de doorsnede toont volgens lijn II-II van het vloerpaneel volgens de uitvinding van figuur 1; - figuren 3 en 4 details tonen van koppeldelen van het vloerpaneel van figuren len 2; - figuur 5 twee vloerpanelen volgens figuren 1 en 2 in gekoppelde toestand weergeeft, - figuur 6 een detail van de koppeling van figuur 5 toont; - figuur 7 de koppeling toont aan de korte kant van twee vloerpanelen zoals getoond in figuur 1; en - figuur 8 illustreert hoe vloerpanelen volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding via een zogenaamde “fold down” beweging geïnstalleerd kunnen worden tot een vloerbekleding. Gelijke elementen zijn in de verschillende figuren met hetzelfde referentiecijfer weergegeven.
Figuur 1 toont schematisch in bovenaanzicht een vloerpaneel volgens de uitvinding. Figuur 2 toont de doorsnede volgens lijn II-IT van het vloerpaneel volgens de uitvinding van figuur 1. Figuren 3 en 4 tonen details van koppeldelen van het vloerpaneel van figuren 1 en 2. Figuur 5 geeft twee vloerpanelen volgens figuren l en 2 weer in gekoppelde toestand. Figuur 6 toont een detail van de koppeling van figuur 5.
Het vloerpaneel (1) geïllustreerd in figuren 1-8 is een vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding.
Het vloerpaneel heeft een dikte T.
Dit vloerpaneel (1) bevat een substraat (10) — bijvoorbeeld uit HDF (High Density Fiberboard) en een decoratieve laag (12). Het vloerpaneel (1) van het voorbeeld is rechthoekig.
Het heeft een eerste paar tegenoverliggende randen (2,3) en een tweede paar tegenoverliggende randen (4,5). Het eerste paar tegenoverliggende randen (2,3) bevat eerste koppeldelen (6,7) die toelaten dat meerdere van dergelijke vloerpanelen (1) onderling aan elkaar kunnen worden gekoppeld, op de manier zoals getoond in figuur 5, door middel van een wentelbeweging of door middel van het horizontaal in elkaar schuiven van de koppeldelen.
Deze eerste koppeldelen (6-7) vormen een eerste vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling bewerkstelligt in het vlak van de vloerpanelen en loodrecht op de betreffende randen, en ook een tweede vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt.
Deze eerste koppeldelen (6-7) zijn in het substraat (10) verwezenlijkt.
Voor het realiseren van het eerste vergrendelsysteem bevatten deze eerste koppeldelen (6,7) vergrendeldelen die in de gekoppelde toestand het uit elkaar schuiven van eerste koppeldelen verhinderen.
De eerste koppeldelen bestaan uit een tand (40) en uit een groef (42) die de vergrendeldelen bevatten.
Deze eerste koppeldelen (tand 40 en groef 42) zijn uitgevoerd zodat twee van dergelijke vloerpanelen aan deze randen door middel van horizontaal schuiven en ook door middel van wentelen mechanisch gekoppeld kunnen worden.
De groef (42) is aan het eerste paar tegenoverliggende randen begrensd door een onderste lip (33) en een bovenste lip (44). De onderste lip (33) strekt zich zijdelings uit tot voorbij het distaal uiteinde van de bovenste lip (44). De onderste lip (33) heeft een opwaarts gerichte haak (34) aan zijn distale uiteinde.
De vergrendeldelen zijn voorzien zijn van vergrendelvlakken (21, 22, 23, 24). Het vergrendeldeel van het koppeldeel (6) aan de eerste rand (2) van het eerste paar tegenoverliggende randen bevat een eerste (21) en een tweede (22) vergrendelvlak.
Het eerste (21) en het tweede (22) vergrendelvlak bevinden zich aan de binnenzijde van de opwaarts gerichte haak (34). Het eerste vergrendelvlak bevindt zich dichter bij de bovenkant van het vloerpaneel dan het tweede vergrendelvlak.
Het eerste en het tweede vergrendelvlak zijn aanliggend, in het voorbeeld van elkaar gescheiden door een buiglijn (27). Het eerste vergrendelvlak en het tweede vergrendelvlak vormen een convex onderdeel (30) van het koppeldeel waartoe deze vergrendelvlakken behoren.
Het vergrendeldeel van het koppeldeel (7) aan de tweede rand (3) van het eerste paar tegenoverliggende randen bevat een derde (23) en een vierde (24) vergrendelvlak.
Het derde (23) en het vierde (24) vergrendelvlak zijn aanliggend, in het voorbeeld van elkaar gescheiden door een buiglijn (29). Het derde vergrendelvlak (23) en het vierde vergrendelvlak (24) vormen een concaaf onderdeel (28) van de het koppeldeel waartoe deze vergrendelvlakken behoren.
Het eerste, het tweede, het derde en het vierde vergrendelvlak bevinden zich allen in de onderste helft van de dikte (T) van het vloerpaneel.
De hoek y1 (in het voorbeeld 47°) van het eerste vergrendelvlak (21) met het oppervlak (15) van het vloerpaneel is kleiner dan de hoek y» (in het voorbeeld 60°) van het tweede vergrendelvlak (22) met het oppervlak (15) van het vloerpaneel.
De hoek y; (in het voorbeeld 50°) van het derde vergrendelvlak (23) met het oppervlak (15) van het vloerpaneel is kleiner dan de hoek y4 (in het voorbeeld 60°) van het vierde vergrendelvlak (24) met het oppervlak (15) van het vloerpaneel.
Het tweede vergrendelvlak is voorzien voor interactie met het vierde vergrendelvlak van een gekoppeld gelijkaardig paneel.
Het eerste vergrendelvlak is voorzien voor interactie met het derde vergrendelvlak van een gekoppeld gelijkaardig paneel.
Tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak is er een ingesloten hoek a van 165°. Tussen het derde en het vierde vergrendelvlak een is er een ingesloten hoek B tussen 172°. In het voorbeeld is de oppervlakte van het eerste grensvlak groter dan de oppervlakte van het tweede grensvlak.
De oppervlakte van het tweede grensvlak is in het voorbeeld 42% van de oppervlakte van het eerste grensvlak.
De oppervlakte van het derde grensvlak is groter dan de oppervlakte van het vierde grensvlak.
Zoals duidelijk wordt in figuur 5, is de onderste lip in gekoppelde conditie gedeeltelijk elastisch naar onder verbogen Dit levert een spankracht (F) op die ervoor zorgt dat de gekoppelde vloerpanelen naar elkaar toe gedwongen worden: de vloerpanelen worden tegen elkaar aangedrukt worden aan het of dicht bij het oppervlak van de vloerpanelen.
De eerste koppeldelen van het voorbeeld zijn zo uitgevoerd dat in gekoppelde toestand (zie figuur 5) de horizontale afstand (A) tussen enerzijds de verticale lijn (V1) door het midden in verticale richting tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak en anderzijds het vlak aan of dicht bij het oppervlak van de gekoppelde panelen waar de gekoppelde panelen afdichtend bij elkaar aansluiten 5 mm is.
Bij het koppelen van twee dergelijke vloerpanelen door middel van een wentelbeweging moeten de grensvlakken van de tand (40) tegen de grensvlakken aan de binnenzijde van de opwaarts gerichte haak (34) duwen. Doordat het eerste grensvlak een lagere hoek met het oppervlak van het vloerpaneel heeft dan het tweede grensvlak, en doordat het derde grensvlak een lagere hoek maakt met het oppervlak van het vloerpaneel dan het vierde grensvlak, komt het contact tussen de grensvlakken van de tand en de grensvlakken van de haak tijdens het koppelen later tot stand. Hierdoor is minder kracht nodig om deze koppeling uit te voeren door middel van de wentelbeweging van de tand (40) in de groef (42). Door de gemaakte keuze in het voorbeeld van de hoeken van de vergrendelvlakken met het oppervlak van het vloerpaneel, is er in gekoppelde toestand contact tussen het tweede en het vierde vergrendelvlak; en net geen contact tussen het eerste en het derde vergrendelvlak. Bij een belasting op de koppeling die de gekoppelde panelen uit elkaar wil schuiven, zal er door vervorming van de koppeldelen ook contact ontstaan tussen het eerste en het derde vergrendelvlak, waardoor de sterkte van de horizontale koppeling bekomen wordt.
Figuur 7 toont de koppeling aan hun korte kanten van twee vloerpanelen volgens het voorbeeld van figuur 1. Voor de referentiecijfers wordt verwezen naar figuren 1 en 7.
Het tweede paar tegenoverliggende randen (4,5) van het vloerpaneel 1 bevat tweede koppeldelen (8,9) die toelaten dat meerdere van dergelijke vloerpanelen (1) onderling aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Deze tweede koppeldelen (8-9) vormen aan het tweede paar tegenoverliggende randen (4-5) een derde vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling in het vlak van de vloerpanelen en loodrecht op de betreffende randen bewerkstelligt, en ook een vierde vergrendelsysteem dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt. Deze tweede koppeldelen aan het tweede paar tegenoverliggende randen zijn hoofdzakelijk in het materiaal van het vloerpaneel zelf, en meer speciaal in voornoemd substraat, verwezenlijkt. De tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zijn zodanig geconfigureerd dat twee van dergelijke vloerpanelen aan deze randen door middel van een neerwaartse beweging van één paneel ten opzichte van het andere aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Het derde vergrendelsysteem is gevormd uit een neerwaarts gericht bovenste haakvormige gedeelte (49) dat zich aan de ene rand van voornoemd paar tegenoverliggende randen bevindt, en uit een opwaarts gericht onderste haakvormige (50) gedeelte dat zich aan de andere tegenoverliggende rand van voornoemd paar tegenoverliggende randen bevindt. De haakvormige gedeelten kunnen door middel van een neerwaartse beweging (M) achter elkaar ingehaakt worden. Het bovenste haakvormige gedeelte (49) bestaat uit een lip (52) met een neerwaarts gericht vergrendelelement (54). Het onderste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip (56) met een opwaarts gericht vergrendelelement (57).
Het neerwaartse gerichte vergrendelelement bevat uitsteeksels (60, 61) die ingrijpen in ondersnijdingen (63, 64) in het opwaarts gerichte vergrendelelement van het gekoppelde vloerpaneel.
Figuur 8 illustreert hoe vloerpanelen volgens het hierboven beschreven voorbeeld van de uitvinding via een zogenaamde “fold down” (FD) beweging geïnstalleerd kunnen worden tot een vloerbekleding. Een vloerpaneel 1 heeft aan de lange zijde de koppeldelen zoals uitgelegd in figuren 2-6; en aan de korte zijde koppeldelen zoals uitgelegd in figuur 7. Aan de lange zijde kan het vloerpaneel via wentelen gekoppeld worden aan de lange kant van reeds geïnstalleerde vloerpanelen. Dit vloerpaneel kan dan verder neergeklapt worden, waarbij de haken van de korte kanten in elkaar gekoppeld worden via deze neerwaartse beweging. Dit wordt koppelen door middel van “fold down” genoemd.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk vloerpaneel kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Zo bijvoorbeeld wordt opgemerkt dat alhoewel in figuur 1 een langwerpig paneel is weergegeven, de uitvinding ook kan worden toegepast in vierkante vloerpanelen. Ook zijn de randen van het eerste paar tegenoverliggende randen in figuur 1 met de randen 2-3 van de lange zijden aangeduid, doch het is duidelijk dat per definitie het eerste paar randen ook aan de korte zijden zou kunnen aanwezig zijn, terwijl het tweede paar randen dan aan de lange zijden aanwezig is.

Claims (44)

Conclusies
1. Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding; waarbij dit vloerpaneel (1) een substraat (10) bevat en een decoratieve laag (12); waarbij dit vloerpaneel (1) rechthoekig is, hetzij langwerpig, hetzij vierkant, en dus een eerste paar tegenoverliggende randen (2,3) en een tweede paar tegenoverliggende randen (4,5) bevat; waarbij het eerste paar tegenoverliggende randen (2,3) eerste koppeldelen (6,7) bevatten die toelaten dat meerdere van dergelijke vloerpanelen (1) onderling aan elkaar kunnen worden gekoppeld, waarbij deze eerste koppeldelen (6-7) een eerste vergrendelsysteem vormen dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling in het vlak van de vloerpanelen en loodrecht op de betreffende randen bewerkstelligt, alsmede een tweede vergrendelsysteem vormen dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt; waarbij deze eerste koppeldelen (6-7) hoofdzakelijk in het materiaal van het vloerpaneel zelf, en bij voorkeur in voornoemd substraat, verwezenlijkt zijn; waarbij voor het realiseren van het eerste vergrendelsysteem deze eerste koppeldelen (6,7) vergrendeldelen bevatten die in de gekoppelde toestand het uit elkaar schuiven van eerste koppeldelen verhinderen; waarbij de voornoemde vergrendeldelen voorzien zijn van vergrendelvlakken (21, 22, 23, 24); daardoor gekenmerkt dat het vergrendeldeel van het koppeldeel (6) aan de eerste rand (2) van het eerste paar tegenoverliggende randen een eerste (21) en een tweede (22) vergrendelvlak bevat, waarbij het eerste en het tweede vergrendelvlak aanliggend zijn - bij voorkeur van elkaar gescheiden door een buiglijn (27) of een gekromd buigvlak - waarbij het eerste vergrendelvlak en het tweede vergrendelvlak een convex onderdeel (30) vormen van het koppeldeel waartoe deze vergrendelvlakken behoren; waarbij er tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak een ingesloten hoek (a) is tussen 90° en 175° - en bij voorkeur meer dan 100°, bij hogere voorkeur meer dan 120°, bij hogere voorkeur meer dan 140°; waarbij het vergrendeldeel van het koppeldeel (7) aan de tweede rand (3) van het eerste paar tegenoverliggende randen een derde (23) en een vierde (24) vergrendelvlak bevat, waarbij het derde en het vierde vergrendelvlak aanliggend zijn — bij voorkeur van elkaar gescheiden door een buiglijn (29) of een gekromd buigvlak -; waarbij het derde vergrendelvlak (23) en het vierde vergrendelvlak (24) een concaaf onderdeel (28) vormen van de het koppeldeel waartoe deze vergrendelvlakken behoren; waarbij er tussen het derde en het vierde vergrendelvlak een ingesloten hoek (B) is tussen 90° en 175° - en bij voorkeur meer dan 100°, bij hogere voorkeur meer dan 120°, bij hogere voorkeur meer dan 140° -; waarbij het eerste vergrendelvlak zich dichter bij de bovenkant van het vloerpaneel bevindt dan het tweede vergrendelvlak; waarbij de hoek (y1) van het eerste vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel kleiner is dan de hoek (y) van het tweede vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel; waarbij de hoek (y3) van het derde vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel kleiner is dan de hoek (y4) van het vierde vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel; waarbij het tweede vergrendelvlak voorzien is voor interactie met het vierde vergrendelvlak van een gekoppeld gelijkaardig paneel; waarbij het eerste vergrendelvlak voorzien is voor interactie met het derde vergrendelvlak van een gekoppeld gelijkaardig paneel.
2. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek (y1) van het eerste vergrendelvlak (21) met het oppervlak (15) van het vloerpaneel ten minste 10° - en bij voorkeur minder dan 20° - kleiner is dan de hoek (y2) van het tweede vergrendelvlak (22) met het oppervlak van het vloerpaneel.
3. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek (y3) van het derde vergrendelvlak (23) met het oppervlak (15) van het vloerpaneel ten minste 10° - en bij voorkeur minder dan 20° - kleiner is dan de hoek(y4) van het vierde vergrendelvlak (24) met het oppervlak (15) van het vloerpaneel.
4. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste, het tweede, het derde en het vierde vergrendelvlak zich allen in de onderste helft van de dikte (T) van het vloerpaneel bevinden.
5. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de oppervlakte van het eerste grensvlak groter is dan de oppervlakte van het tweede grensvlak.
6. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de oppervlakte van het tweede grensvlak ten minste één derde, en bij voorkeur minstens de helft, bedraagt van de oppervlakte van het eerste grensvlak.
7. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de oppervlakte van het derde grensvlak groter is dan de oppervlakte van het vierde grensvlak.
8. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de oppervlakte van het vierde grensvlak ten minste één derde, en bij voorkeur minstens de helft, bedraagt van de oppervlakte van het derde grensvlak.
9. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ingesloten hoek (à) tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak kleiner is dan de ingesloten hoek (B) tussen het derde en het vierde vergrendelvlak.
10. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verschil enerzijds tussen de hoek (y1) van het eerste vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel en anderzijds de hoek (y3) van het derde vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel groter is dan het verschil tussen enerzijds de hoek (y2) van het tweede vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel en anderzijds de hoek (y4) van het vierde vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel.
11. Vloerpaneel volgens conclusie 10, waarbij het verschil tussen enerzijds de hoek (y2) van het tweede vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel en anderzijds de hoek (y4) van het vierde vergrendelvlak met het oppervlak (15) van het vloerpaneel in absolute waarde kleiner is dan 3°, bij voorkeur in absolute waarde kleiner dan 2°.
12. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het koppeldeel aan de eerste rand van het eerste paar tegenoverliggende randen een horizontaal gerichte lip (33) bevat - bij voorkeur aan de onderzijde van het vloerpaneel -, en een opwaarts gerichte haak (34) aan het distale uiteinde van de lip; waarbij het eerste
(21) en het tweede (22) vergrendelvlak zich aan de binnenzijde van deze opwaarts gerichte haak bevinden.
13. Vloerpaneel volgens conclusie 12; waarbij de horizontale lijn in verticale richting gelegen in het midden tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak; zich bevindt in de onderste helft van de afstand tussen het hoogst gelegen punt van de opwaarts gerichte haak en het laagste punt van de bovenzijde van de lip; bij voorkeur bevindt deze lijn zich in de onderste 40% van de afstand tussen het hoogst gelegen punt van de opwaarts gerichte haak en het laagste punt van de bovenzijde van de lip.
14. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste koppeldelen zodanig geconfigureerd zijn dat twee van dergelijke panelen aan deze randen door middel van een wentelbeweging aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
15. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek (y2) tussen het tweede vergrendelvlak en het oppervlak van het vloerpaneel tussen 48° en 72° bedraagt, bij voorkeur meer dan 55° en bij voorkeur minder dan 65°.
16. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies; waarbij de eerste koppeldelen bestaan uit een tand (40) en uit een groef (42) die de vergrendeldelen bevatten, bij voorkeur zijn de eerste koppeldelen uitgevoerd zodat twee van dergelijke vloerpanelen aan deze randen door middel van horizontaal schuiven en/of door middel van wentelen mechanisch gekoppeld kunnen worden.
17. Vloerpaneel volgens conclusie 16; waarbij aan het eerste paar tegenoverliggende randen de groef (42) begrensd is door een onderste lip (33) en een bovenste lip (44), bij voorkeur waarvan de onderste lip (33) zich zijdelings uitstrekt tot voorbij het distaal uiteinde van de bovenste lip; en waarbij de onderste lip (33) een opwaarts gerichte haak (34) bevat aan het distale uiteinde van de onderste lip; waarbij het eerste (21) en het tweede (22) vergrendelvlak zich aan de binnenzijde van deze opwaarts gerichte haak bevinden.
18. Vloerpaneel volgens conclusie 17, waarbij de onderste lip (33) in gekoppelde conditie minstens gedeeltelijk elastisch verbogen is en zodoende een spankracht (F) oplevert die ervoor zorgt dat de gekoppelde vloerpanelen naar elkaar toe gedwongen worden; waarbij de vloerpanelen tegen elkaar aangedrukt worden aan het of dicht bij het oppervlak van de vloerpanelen.
19. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste koppeldelen zo zijn uitgevoerd dat in gekoppelde toestand de horizontale afstand (A) tussen enerzijds de verticale lijn (V1) door het midden in verticale richting tussen het eerste en het tweede vergrendelvlak en anderzijds het vlak aan of dicht bij het oppervlak van de gekoppelde panelen waar de gekoppelde panelen afdichtend bij elkaar aansluiten, kleiner is dan 5.5 mm, bij voorkeur kleiner dan 5 mm, bij hogere voorkeur kleiner dan 4 mm.
20. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vloerpaneel langwerpig is en het eerste paar tegenoverliggende randen zich aan de lange zijden bevindt.
21. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vloerpaneel langwerpig is en het eerste paar tegenoverliggende randen zich aan de korte zijden bevindt.
22. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies 1 — 21, waarbij het tweede paar tegenoverliggende randen (4,5) tweede koppeldelen (8,9) bevatten die toelaten dat meerdere van dergelijke vloerpanelen (1) onderling aan elkaar kunnen worden gekoppeld; waarbij deze tweede koppeldelen (8-9) aan het tweede paar tegenoverliggende randen (4-5) een derde vergrendelsysteem vormen dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling in het vlak van de vloerpanelen en loodrecht op de betreffende randen bewerkstelligt, alsmede een vierde vergrendelsysteem vormen dat in een gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen bewerkstelligt; waarbij deze tweede koppeldelen aan het tweede paar tegenoverliggende randen hoofdzakelijk in het materiaal van het vloerpaneel zelf, en meer speciaal in voornoemd substraat, zijn verwezenlijkt.
23. Vloerpaneel zoals in conclusie 22, waarbij de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zodanig geconfigureerd zijn dat twee van dergelijke panelen (1)
aan deze randen door middel van een wentelbeweging aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
24. Vloerpaneel volgens een van de conclusies 22 - 23, waarbij de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zodanig geconfigureerd zijn dat twee dergelijke panelen aan deze randen door middel van horizontaal schuiven aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
25. Vloerpaneel volgens een van de conclusies 22-24; waarbij de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen zodanig geconfigureerd zijn dat twee van dergelijke vloerpanelen aan deze randen door middel van een neerwaartse beweging van één paneel ten opzichte van het andere aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
26. Vloerpaneel volgens conclusie 25, waarbij voornoemde tweede koppeldelen hoofdzakelijk zijn gevormd uit het materiaal van voornoemd substraat en in één deel daarmee zijn uitgevoerd, waarbij het derde vergrendelsysteem minstens gevormd is uit een neerwaarts gerichte bovenste haakvormige gedeelte (8) dat zich aan de ene rand van voornoemd paar tegenoverliggende randen bevindt, alsmede een opwaarts gericht onderste haakvormige (50) gedeelte dat zich aan de andere tegenoverliggende rand van voornoemd paar tegenoverliggende randen bevindt, welke haakvormige gedeelten door middel van voornoemde neerwaartse beweging (M) achter elkaar kunnen worden ingehaakt; waarbij voornoemd bovenste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip (52) met een neerwaarts gericht vergrendelelement (54), terwijl voornoemd onderste haakvormige gedeelte bestaat uit een lip (56) met een opwaarts gericht vergrendelelement (57).
27. Vloerpaneel volgens conclusie 26; waarbij in het vierde vergrendelsysteem minstens één van de tweede koppeldelen één of meerdere uitsteeksels (60, 61) bevat die ingrijpen in één of meerdere ondersnijdingen (63, 64) in het andere van de tweede koppeldelen van het gekoppelde vloerpaneel.
28. Vloerpaneel volgens één van de conclusies 26 of 27, waarbij in het vierde vergrendelsysteem een separaat vergrendelelement voorzien is in de vorm van een beweegbaar en/of vervormbaar inzetstuk dat voor een verticale vergrendeling verzorgt waarbij het ingrijpt in ondersnijdingen in beide gekoppelde randen van gekoppelde vloerpanelen.
29. Vloerpaneel volgens één van de conclusies 22 — 28; waarbij de tweede koppeldelen aan het tweede paar randen de kenmerken bevatten zoals beschreven voor de eerste koppeldelen in om het even dewelke van de conclusies 1 — 19.
30. — Vloerpaneel volgens één van conclusies 22 — 29, waarbij het vloerpaneel langwerpig is en het tweede paar tegenoverliggende randen zich aan de korte zijden bevindt.
31. Vloerpaneel volgens conclusie 29 en volgens conclusie 30, waarbij de hoek met het oppervlak van het vloerpaneel van het tweede vergrendelvlak van de eerste koppeldelen kleiner is — en bij voorkeur ten minste 5° kleiner is — dan de hoek met het oppervlak van het vloerpaneel van het tweede vergrendelvlak van de tweede koppeldelen.
32. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het substraat uit verschillende lagen bestaat.
33. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vloerpaneel (1) hoofdzakelijk is samengesteld uit één of meer basislagen en minstens één toplaag (12).
34. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij dit vloerpaneel een laminaatpaneel bevat met een substraat bevattende of uit MDF (Medium Density Fiberboard) of bevattende of uit HDF (High Density Fiberboard).
35. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vloerpaneel een engineered-wood paneel is.
36. Vloerpaneel volgens één van de conclusies 34 of 35, waarbij het vloerpaneel een dikte (T) heeft van meer dan 4.5 mm.
37. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies 1 — 33, waarbij het vloerpaneel een resiliënt vloerpaneel is.
38. Vloerpaneel volgens conclusie 37, waarbij het vloerpaneel een vloerpaneel van het soepele type is.
39. Vloerpaneel volgens één van de conclusies conclusie 37 - 38, waarbij het substraat een thermoplastisch matrixmateriaal bevat, bij voorkeur polyvinylchloride (PVC), polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE).
40. Vloerpaneel volgens conclusie 39, waarbij het substraat één of meerdere vulmiddelen bevat, bij voorkeur gekozen uit de lijst van steen, houtvezel, krijt, kalksteen en kalk.
41. Vloerpaneel volgens één van de conclusies 37 - 40, waarbij het vloerpaneel een Luxury Vinyl Tile (LVT) is.
42. Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies 37 - 40, waarbij het vloerpaneel een Stone Plastic Composite (SPC) of een Wood Plastic Composite (WPC) is.
43. Vloerpaneel volgens één van de conclusies 37 - 42, waarbij het substraat voorzien is van minstens één versterkingslaag, bij voorkeur in glasvezel.
44. Vloerpaneel volgens één van de conclusies 37 - 43; waarbij het vloerpaneel een dikte (T) vertoont die kleiner of gelijk is aan 4.5 millimeter; bij voorkeur kleiner of gelijk aan 4 millimeter.
BE20195659A 2019-10-08 2019-10-08 Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding BE1027634B1 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195659A BE1027634B1 (nl) 2019-10-08 2019-10-08 Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding
CN202080070366.XA CN114502808A (zh) 2019-10-08 2020-10-02 用于形成地板覆面的地板面板
PCT/IB2020/059238 WO2021070022A1 (en) 2019-10-08 2020-10-02 Floor panel for forming a floor covering
EP20793446.4A EP4041965A1 (en) 2019-10-08 2020-10-02 Floor panel for forming a floor covering
CA3147288A CA3147288A1 (en) 2019-10-08 2020-10-02 Floor panel for forming a floor covering
US17/764,620 US20220341187A1 (en) 2019-10-08 2020-10-02 Floor panel for forming a floor covering
CONC2022/0002021A CO2022002021A2 (es) 2019-10-08 2022-02-24 Panel de piso para formar un revestimiento de piso
ZA2022/02878A ZA202202878B (en) 2019-10-08 2022-03-09 Floor panel for forming a floor covering

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195659A BE1027634B1 (nl) 2019-10-08 2019-10-08 Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027634A1 BE1027634A1 (nl) 2021-04-30
BE1027634B1 true BE1027634B1 (nl) 2021-05-06

Family

ID=68392648

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195659A BE1027634B1 (nl) 2019-10-08 2019-10-08 Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding

Country Status (8)

Country Link
US (1) US20220341187A1 (nl)
EP (1) EP4041965A1 (nl)
CN (1) CN114502808A (nl)
BE (1) BE1027634B1 (nl)
CA (1) CA3147288A1 (nl)
CO (1) CO2022002021A2 (nl)
WO (1) WO2021070022A1 (nl)
ZA (1) ZA202202878B (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2025115B1 (en) * 2020-03-12 2021-10-19 Northann Building Solutions LLC Decorative surface covering element, surface covering element covering, and method of producing such a decorative surface covering element
EP3971364A1 (de) * 2020-09-17 2022-03-23 Surface Technologies GmbH & Co. KG Paneel
WO2023233251A1 (en) 2022-06-01 2023-12-07 Flooring Industries Limited, Sarl Wall or ceiling panel, connection member and assembly of a wall or ceiling panel and a connection member

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20040250492A1 (en) * 2001-11-02 2004-12-16 Arnaud Becker Device for assembling panel edges
DE102009019492A1 (de) * 2009-05-04 2010-11-11 Akzenta Paneele + Profile Gmbh Verriegelungssystem für Paneele
US8978335B2 (en) * 2005-09-07 2015-03-17 Tilo Gmbh Panel for mechanical connection with a further panel by means of pivoting

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1010487A6 (nl) 1996-06-11 1998-10-06 Unilin Beheer Bv Vloerbekleding bestaande uit harde vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
DE10001076C1 (de) 2000-01-13 2001-10-04 Huelsta Werke Huels Kg Paneelelement
BE1013569A3 (nl) 2000-06-20 2002-04-02 Unilin Beheer Bv Vloerbekleding.
EP1267012A1 (en) * 2001-06-14 2002-12-18 Benope N.V. A combined set comprising at least a first and a second floor covering laminated panel
US8375673B2 (en) * 2002-08-26 2013-02-19 John M. Evjen Method and apparatus for interconnecting paneling
NZ542034A (en) 2003-02-24 2007-04-27 Valinge Innovation Ab Lock together floorboards with fibre matt surface
SE526596C2 (sv) * 2004-01-13 2005-10-11 Vaelinge Innovation Ab Flytande golv med mekanisk låssystem som möjliggör rörelse mellan golvskivorna
US7516588B2 (en) * 2004-01-13 2009-04-14 Valinge Aluminium Ab Floor covering and locking systems
BE1016216A5 (nl) 2004-09-24 2006-05-02 Flooring Ind Ltd Vloerpaneel en vloerbekleding samengesteld uit dergeljke vloerpanelen.
EP3483357A1 (en) * 2007-11-07 2019-05-15 Välinge Innovation AB Set of floor panels comprising a mechanical locking system for vertical snap folding
US8353140B2 (en) * 2007-11-07 2013-01-15 Valinge Innovation Ab Mechanical locking of floor panels with vertical snap folding
EP4198221A1 (en) * 2009-12-22 2023-06-21 Flooring Industries Limited, SARL Panel, covering and method for installing such panels
PL2423410T3 (pl) * 2010-08-27 2013-07-31 Barlinek Sa Panel budowlany z ulepszonymi środkami ryglującymi do rozłącznego łączenia z panelami budowlanymi tego samego rodzaju
EP2946047B1 (en) * 2013-01-11 2019-03-13 Flooring Industries Limited, SARL Floor panel for forming a floor covering
KR102603527B1 (ko) * 2014-02-26 2023-11-17 아이4에프 라이센싱 엔뷔 커버링을 형성하기 위하여 유사한 패널과 상호 연결 가능한 패널
EP3198089B1 (en) * 2014-09-26 2021-03-31 Flooring Industries Limited, SARL Floor panel for forming a floor covering and method for manufacturing a floor panel.
BE1023545B1 (nl) * 2015-10-23 2017-04-28 Flooring Industries Limited, Sarl Set van vloerpanelen voor het vormen van een vloerbekleding
BE1023779B1 (nl) * 2015-12-31 2017-07-24 Flooring Industries Limited Sarl Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding
US11208814B2 (en) * 2018-01-11 2021-12-28 Flooring Industries Limited, Sarl Set of floor panels and method for installing this set of floor panels
BE1027789B1 (nl) * 2019-11-25 2021-06-22 Flooring Ind Ltd Sarl Paneel met koppeldelen
BE1028185B1 (nl) * 2020-04-03 2021-11-04 Flooring Ind Ltd Sarl Paneel
JP2023521641A (ja) * 2020-04-07 2023-05-25 ベーリンゲ、イノベイション、アクチボラグ 係止システムを備える建築パネル
US20230175260A1 (en) * 2021-12-06 2023-06-08 Välinge Innovation AB Pretensioned mechanical locking device for building panels

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20040250492A1 (en) * 2001-11-02 2004-12-16 Arnaud Becker Device for assembling panel edges
US8978335B2 (en) * 2005-09-07 2015-03-17 Tilo Gmbh Panel for mechanical connection with a further panel by means of pivoting
DE102009019492A1 (de) * 2009-05-04 2010-11-11 Akzenta Paneele + Profile Gmbh Verriegelungssystem für Paneele

Also Published As

Publication number Publication date
WO2021070022A1 (en) 2021-04-15
EP4041965A1 (en) 2022-08-17
CN114502808A (zh) 2022-05-13
BE1027634A1 (nl) 2021-04-30
ZA202202878B (en) 2023-11-29
US20220341187A1 (en) 2022-10-27
CO2022002021A2 (es) 2022-04-08
CA3147288A1 (en) 2021-04-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1027634B1 (nl) Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding
BE1023779B1 (nl) Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding
US11668104B2 (en) Floor panel for forming a floor covering
BE1018802A3 (nl) Paneel, meer speciaal vloerpaneel.
BE1020433A3 (nl) Paneel.
KR102276876B1 (ko) 기계식 잠금 시스템을 갖는 건축용 패널
BE1018600A5 (nl) Vloerpaneel.
BE1020053A3 (nl) Paneel, meer speciaal vloerpaneel.
KR101175060B1 (ko) 기계적 잠금 에지를 갖는 플라스틱으로 만들어진 바닥 패널
KR102184061B1 (ko) 플로어 커버링을 형성하기 위한 플로어 패널, 이러한 플로어 패널들로 형성된 플로어 커버링 및 이러한 플로어 패널들을 제조하기 위한 방법
US10697185B2 (en) Floor panel for forming a floor covering
BE1021833B1 (nl) Paneel
BE1020576A3 (nl) Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
EA044804B1 (ru) Панель пола для образования покрытия пола
BE1029034B1 (nl) Set van vloerpanelen en werkwijze voor het installeren van deze set van vloerpanelen
CN211396461U (zh) 一种设置有机械锁定系统的塑胶地板
BE1021392B1 (nl) Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen
CN112012428A (zh) 一种设置有机械锁定系统的塑胶地板
EA044721B1 (ru) Панель пола для образования напольного покрытия

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210506