BE1021392B1 - Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen - Google Patents

Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen Download PDF

Info

Publication number
BE1021392B1
BE1021392B1 BE2012/0490A BE201200490A BE1021392B1 BE 1021392 B1 BE1021392 B1 BE 1021392B1 BE 2012/0490 A BE2012/0490 A BE 2012/0490A BE 201200490 A BE201200490 A BE 201200490A BE 1021392 B1 BE1021392 B1 BE 1021392B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
floor panel
floor
panels
locking element
locking
Prior art date
Application number
BE2012/0490A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Flooring Industries Limited, Sarl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flooring Industries Limited, Sarl filed Critical Flooring Industries Limited, Sarl
Priority to US14/377,292 priority Critical patent/US9771721B2/en
Priority to BR112014018892A priority patent/BR112014018892A8/pt
Priority to KR1020147025162A priority patent/KR102069909B1/ko
Priority to PCT/IB2013/050781 priority patent/WO2013118030A2/en
Priority to EP13712906.0A priority patent/EP2812510B1/en
Priority to RU2014136350A priority patent/RU2628345C2/ru
Priority to CN201380008098.9A priority patent/CN104160101B/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1021392B1 publication Critical patent/BE1021392B1/nl
Priority to US15/712,489 priority patent/US10214918B2/en
Priority to US16/280,294 priority patent/US10612249B2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02038Flooring or floor layers composed of a number of similar elements characterised by tongue and groove connections between neighbouring flooring elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/10Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials
    • E04F15/105Flooring or floor layers composed of a number of similar elements of other materials, e.g. fibrous or chipped materials, organic plastics, magnesite tiles, hardboard, or with a top layer of other materials of organic plastics with or without reinforcements or filling materials
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/0004Joining sheets, plates or panels in abutting relationship
    • F16B5/0008Joining sheets, plates or panels in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edge
    • F16B5/0012Joining sheets, plates or panels in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edge a tongue on the edge of one sheet, plate or panel co-operating with a groove in the edge of another sheet, plate or panel
    • F16B5/0016Joining sheets, plates or panels in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edge a tongue on the edge of one sheet, plate or panel co-operating with a groove in the edge of another sheet, plate or panel with snap action
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0153Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is parallel to the abutting edges, possibly combined with a sliding movement
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0169Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is perpendicular to the abutting edges and parallel to the main plane, possibly combined with a sliding movement
    • E04F2201/0176Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by rotating the sheets, plates or panels around an axis which is perpendicular to the abutting edges and parallel to the main plane, possibly combined with a sliding movement with snap action of the edge connectors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/05Separate connectors or inserts, e.g. pegs, pins, keys or strips
    • E04F2201/0523Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape
    • E04F2201/0552Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape adapted to be rotated around an axis parallel to the joint edge
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/05Separate connectors or inserts, e.g. pegs, pins, keys or strips
    • E04F2201/0523Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape
    • E04F2201/0564Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape depending on the use of specific materials
    • E04F2201/0588Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape depending on the use of specific materials of organic plastics with or without reinforcements or filling materials

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, waarbij dit vloerpaneel (1) hoofdzakelijk bestaat uit kunststof; waarbij dit vloerpaneel (1) een decoratieve bovenzijde (36) vertoont; waarbij het vloerpaneel (1) aan minstens één paar tegenoverliggende randen (4-5) koppeldelen (8-9) die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld, waarbij deze koppeldelen (4-5) zowel een vergrendeling in een eerste richting (V) loodrecht op het vlak van de vloerpanelen (1) alsook in een tweede richting (H) loodrecht op de betreffende rand (4- 5) en in het vlak van de vloerpanelen (1) bewerkstelligen, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voornoemde koppeldelen (9) een afzonderlijk vergrendelelement (28) omvat dat bij gekoppelde toestand voorziet in minstens een vergrendeling in de voornoemde eerste richting (V).

Description

Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen.
Deze uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, alsmede op een vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen, alsook op een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen. Meer algemeen kan zij ook worden toegepast bij andere panelen dan vloerpanelen, dus voor het vormen van bekledingen, andere dan vloerbekledingen.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een paneel, meer speciaal een vloerpaneel van het type dat hoofdzakelijk is vervaardigd uit kunststof, en meer specifiek nog uit soepele of zachte kunststof, waarbij deze panelen aan minstens twee tegenoverliggende randen koppeldelen omvatten van het type dat toelaat dat twee van dergelijke panelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Vloerpanelen die als dusdanig zijn uitgevoerd zijn ondermeer gekend uit het US 2002/0189183 en het WO 2011/077311. De hierbij aangewende koppeldelen zijn eendelig met de vloerpanelen uitgevoerd en voorzien in een vergrendeling in een eerste richting gelegen in het vlak van de vloerpanelen en loodrecht op de betreffende randen, alsook in een vergrendeling in een tweede richting, loodrecht op het vlak van de panelen. Uit deze documenten is ook bekend dat de koppeldelen aan minstens twee tegenoverliggende randen zodanig kunnen worden uitgevoerd dat zij toelaten om twee dergelijke vloerpanelen met elkaar te koppelen, door middel van een neerwaartse beweging, waarmee bedoeld wordt dat één vloerpaneel bij zijn rand door middel van een neerwaartse beweging wordt vastgedrukt of vergrendeld een de rand van een ander vloerpaneel. Dergelijke koppeldelen zijn ook gekend onder de benaming “push lock”.
Uit het WO 2011/077311 is het verder bekend om “push lock” koppeldelen slechts aan één paar zijden van vloerpanelen van bovenvermeld type toe te passen en te combineren met koppeldelen aan het ander paar zijden die door middel van een wentelbeweging kunnen gekoppeld worden. In dit geval spreekt met van een “fold down” systeem. Bij panelen die hoofdzakelijk bestaan uit hout of houtgebaseerde plaatmaterialen is het voornoemde “fold-down” systeem bijzonder populair, voornamelijk omwille van het vergrote installatiegemak dat aan de hand van dergelijk “fold-down” systeem kan worden bereikt. In het geval van vloerpanelen die hoofdzakelijk zijn vervaardigd uit kunststof, en meer specifiek nog uit soepele of zachte kunststof, laten zij te wensen over. De soepele kunststof van de panelen kan leiden tot een onvoldoende stevigheid van de koppeling. Bovendien zijn vloerpanelen van het bovenvermeld type aanzienlijk onderhevig aan uitzetten en/of krimpen onder invloed van temperatuursveranderingen. Ten gevolge van dit uitzetten en/of krimpen kunnen de vloerpanelen ter hoogte van hun aanliggende randen gaan open staan, in geval van krimp, of omhoog stuiken, in het geval van uitzetting, waardoor vooral in het geval van zogenaamde “push lock” verbindingen of fold-down systemen, de koppeldelen uit elkaar kunnen losgedrukt worden. Het risico tot opstuiken bij uitzetten hangt samen met de beperkte buigstijfheid die dergelijke panelen bezitten.
De uitvinding beoogt in de eerste plaats alternatieve panelen, meer speciaal vloerpanelen, die hoofdzakelijk zijn opgebouwd uit kunststof. Volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt er tevens gestreefd naar een oplossing voor één of meer van de voornoemde problemen met vloerpanelen uit kunststof, gekend uit de stand van de techniek.
Hiertoe betreft de uitvinding volgens een eerste aspect een vloerpaneel, voor het vormen van een vloerbekleding, waarbij dit vloerpaneel hoofdzakelijk bestaat uit kunststof; waarbij dit vloerpaneel een decoratieve bovenzijde vertoont; waarbij het vloerpaneel aan minstens één paar tegenoverliggende randen koppeldelen bevat die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld, waarbij deze koppeldelen zowel een vergrendeling in een eerste richting loodrecht op het vlak van de vloerpanelen alsook in een tweede richting loodrecht op de betreffende rand en in het vlak van de vloerpanelen bewerkstelligen, met als kenmerk dat minstens één van de voomoemde koppeldelen een afzonderlijk element, meer speciaal een afzonderlijk vergrendelelement omvat, waarbij dit vergrendelelement in de gekoppelde toestand van twee van dergelijke vloerpanelen aan de betreffende randen voorziet in minstens een vergrendeling in de voornoemde eerste richting en/of een vast klikken van de respectievelijke koppeldelen van twee van dergelijke panelen middels een neerwaartse koppelbeweging toestaat of mogelijk maakt. Bij voorkeur wordt omvatten de voornoemde koppeldelen geïntegreerde mechanische vergrendelmiddelen die een vergrendeling in de voomoemde tweede richting, namelijk een horizontale richting, bewerkstelligen. Doordat gewerkt wordt met een afzonderlijk vergrendelelement, kunnen de koppeldelen van het vloerpaneel verder worden geoptimaliseerd. Meer in het bijzonder kan door het toepassen van een afzonderlijk vergrendelelement gewerkt worden met alternatieve materialen, namelijk met materialen verschillend van het basismateriaal van het paneel, waarbij deze materialen specifieke eigenschappen, zoals druksterkte en/of elasticiteit, kunnen vertonen, waardoor eventueel een meer gunstige vergrendeling van de vloerpanelen kan worden verkregen. Zodoende kunnen zulke afzonderlijke vergrendelelementen uit kunststof of uit metaal worden verwezenlijkt, waardoor relatief sterke, doch toch nog gemakkelijk beweegbare vergrendelgedeelten kunnen worden gerealiseerd die bijvoorbeeld met een minimaal contactoppervlak relatief grote krachten kunnen opnemen.
Met “afzonderlijk vergrendelelement” wordt een vergrendelelement bedoeld dat afzonderlijk wordt geproduceerd en in het paneel wordt aangebracht, hetzij fabrieksmatig of door de gebruiker of installateur. Het afzonderlijk vergrendelelement kan hierbij zowel los in een daartoe voorziene uitsparing of dergelijke aan het vloerpaneel aangebracht zijn, of vast aan het vloerpaneel bevestigd worden, bijvoorbeeld door het vergrendelelement mechanisch te vergrendelen in een aangepaste uitsparing, of nog door het vast te lijmen in een daartoe voorziene uitsparing of door het op enige andere wijze vast te maken aan het paneel. Bij voorkeur is het afzonderlijke vergrendelelement fabrieksmatig ingebracht, bij voorkeur machinaal. Echter, het is niet uitgesloten dat, zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden, het afzonderlijk vergrendelelement door de gebruiker of installateur zal worden aangebracht.
Onder het “afzonderlijk vergrendelelement” dient volgens de uitvinding in de eerste plaats een element te worden verstaan dat vrij lokaal in het betreffende vloerpaneel, meer bepaald in de rand van het vloerpaneel aanwezig is, waarbij dit, bij voorkeur, uitsluitend in een verticale vergrendeling voorziet, dit in tegenstelling tot vergrendelelementen zoals gekend uit het WO 2007/141605, waarbij zulk vergrendelelement een wezenlijk onderdeel van de rand vormt en zowel in de vergrendeling in horizontale alsook in verticale richting voorziet. Het voornoemde afzonderlijk vergrendelelement betreft dan ook bij voorkeur een element, meer speciaal een strip, die zich aan één van de laterale zijden van de randprofileringen bevindt.
Opgemerkt wordt dat het gebruik van een afzonderlijk vergrendelelement dat vrij lokaal in de rand van een vloerpaneel wordt aangebracht ondermeer reeds gekend is uit de octrooidocumenten WO 2009/066153 en US 7,454,875, voor het vergrendelen van relatief dikke en/of starre vloerpanelen, meer speciaal laminaatvloerpanelen.
Tot op heden lag het niet voor de hand dergelijke afzonderlijke vergrendelelementen toe te passen bij relatief dunne vloerpanelen, bijvoorbeeld bij vloerpanelen van 5 mm of dunner, en zeker niet bij de zoals hierna nog beschreven soepele vloerpanelen, meer speciaal zogenaamde LVT vloerpanelen. Enerzijds werd er van uitgegaan dat, doordat kunststof uit zichzelf soepel is, steeds de elasticiteit van het basismateriaal van de panelen kan worden aangewend om elastisch achter elkaar aangrijpende vergrendeldelen hieruit te vormen. In het geval van push-lock koppeldelen of folddown systemen moest echter naar een evenwicht gezocht worden waarbij de koppeldelen voldoende elastisch zijn om de betreffende vergrendeldelen tot achter elkaar vast te drukken, en deze koppeldelen, alsook het vloerpaneel zelf waaruit deze gevormd zijn, toch voldoende star zijn om een stevige koppeling en een voldoende drukvaste vloerbekleding te bekomen. Het bekomen evenwicht is in veel gevallen ontoereikend gebleken. Anderzijds werd er vanuit gegaan dat een stabiele integratie van een afzonderlijk element in een dun paneel, dat bovendien uit een beweeglijk of soepel materiaal bestaat, namelijk samendrukbare kunststof, onmogelijk was. De uitvinder heeft onverwachter wijze vastgesteld dat de integratie van dergelijke afzonderlijke vergrendelelementen toch mogelijk is en dat hiermee onverwacht goede resultaten kunnen worden bereikt, in het bijzonder voor push-lock koppeldelen en/of fold-down systemen.
Zoals hierboven reeds aangegeven komt de huidige uitvinding vooral tot haar recht wanneer deze wordt toegepast bij vloerpanelen die hoofdzakelijk zijn vervaardigd uit soepele of zachte kunststof, of met andere woorden bij soepele panelen.
Met soepele panelen worden panelen bedoeld die, wanneer ze, in het geval van een rechthoekig paneel, bijvoorbeeld van minder dan 50 centimeter breed, aan één van beide korte zijden van het paneel worden ingeklemd en hierbij over een lengte van 100 centimeter uitsteken en niet worden ondersteund, de panelen onder invloed van hun eigen gewicht gaan doorbuigen, waarbij deze doorbuiging ter hoogte van het vrije uiteinde ten opzichte van het ingeklemde uiteinde minimaal 10 centimeter bedraagt. Voor deze doorbuiging wordt een doorbuigtijd beschouwd van 10 seconden en waarbij het paneel vanuit een vlakke horizontale positie vertrekt.
Een moeilijkheid bij vloerpanelen die hoofdzakelijk bestaan uit soepele of zachte kunststof, is de mogelijks beperkte dimensionele stabiliteit ervan. Wanneer meerdere van dergelijke vloerpanelen in gekoppelde toestand zijn, kunnen bij temperatuurschommelingen belangrijke belastingen of vervormingen van de vloerpanelen ontstaan, en meer in het bijzonder in de buurt van de koppeldelen van deze vloerpanelen. Dit kan aanleiding geven tot problemen bij een vloerbekleding die is samengesteld uit dergelijke panelen, en voornamelijk wanneer het hierbij een zogenaamde zwevende vloerbekleding betreft, waarbij de panelen louter aan hun randen met naburige panelen zijn gekoppeld, en dus niet via een eventuele lijmverbinding of andere verbinding met de ondergrond zijn verbonden. Meer specifiek betreffen deze problemen ondermeer het ontstaan van spleten ter hoogte van de randen van de vloerpanelen; het omhoog stuiken van de vloerpanelen, meer speciaal ter hoogte van de randen van de vloerpanelen; het loskomen of met andere woorden het verbreken van de koppeling van de vloerpanelen; en dergelijke. Uit de stand van de techniek, bijvoorbeeld uit het US 2011/296780 of het US 2012/135203 is het gekend de dimensionele stabiliteit van dergelijke vloerpanelen enigszins te verhogen door één of meerdere in de zachte kunststof ingebedde glasvezellagen toe te passen. Dergelijke glasvezellaag draagt echter niet bij tot de sterkte van de onderlinge koppeling tussen de panelen zelf.
Het, volgens de uitvinding, toepassen van een afzonderlijk vergrendelelement bij soepele vloerpanelen laat toe om een nog betere onderlinge koppeling van de panelen te bekomen. Meer speciaal kan door het toepassen van een afzonderlijk vergrendelelement een sterkere koppeling van de vloerpanelen worden bekomen, waarbij deze sterkere koppeling voornamelijk sprekend is in de voornoemde eerste richting loodrecht op het vlak van de vloerpanelen. De uitvinding laat derhalve toe zwevende vloerbekledingen te vormen aan de hand van soepele panelen, welke stabiel blijven bij een groter bereik van temperatuurschommelingen.
De huidige uitvinding komt verder in het bijzonder tot haar recht wanneer deze wordt toegepast bij vloerpanelen van het type dat algemeen wordt aangeduid door de Engelse term “Résilient floor panels”. Onder dit type vloerpanelen ressorteert ondermeer een vinyl paneel, meer speciaal een zogenaamde vinyl tegel, en in het bijzonder een paneel van het zogenaamde LVT-type (“Luxury Vinyl Tile”) of VCT-type (“Vinyl Composite Tile”, ook wel “Vinyl Composition Tile genoemd”). Het betreft hierbij doorgaans panelen uit zogenaamd zacht PVC (Polyvinylchloride), dat gebruikelijk is vervaardigd uit PVC waarin weekmakers of dergelijke zijn verwerkt. Bij voorkeur wordt minstens 12 gewichtpercent weekmaker toegepast in de PVC mix, eventuele vulmiddelen, zoals krijt, niet in beschouwing genomen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm betreft het een paneel, meer in het bijzonder een vloerpaneel waarbij de koppeldelen, aan minstens één paar tegenoverliggende zijden, toelaten om twee van dergelijke vloerpanelen door middel van een neerwaartse beweging van één vloerpaneel ten opzichte van het andere aan elkaar te koppelen. Meer speciaal, in dwarsdoorsnede gezien, door middel van een neerwaartse translatiebeweging. Dit type koppeling wordt soms ook wel aangeduid als een koppeling van het type “push” of “fold-down”. De huidige uitvinding komt vooral tot haar recht bij panelen die, aan tenminste één paar tegenoverliggende zijden, bij voorkeur aan de korte zijden in het geval van een rechthoekig paneel, koppeldelen omvatten die, zoals voornoemd, door middel van een neerwaartse beweging aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Een dergelijke koppeling kan het installatiegemak vergroten. Opgemerkt wordt dat hier zowel koppeldelen worden bedoeld die op zichzelf automatisch volledig kunnen gekoppeld worden door middel van een neerwaartse beweging, als koppeldelen die, naast de neerwaartse beweging, nog een bijkomende handeling vereisen om de koppeling volledig te maken. Dergelijke bijkomende handeling kan bijvoorbeeld de koppeling van een volgend vloerpaneel of een vloerpaneel in een aangrenzende rij inhouden. In dit laatste geval wordt gesproken van “side push”, vermits door middel van het vloerpaneel in de aangrenzende rij een zijdelingse drukkracht op een afzonderlijk vergrendelelement wordt uitgeoefend, waardoor dit vergrendelelement in een positie komt waarin het de vergrendeling in de voornoemde eerste richting bewerkstelligt. Dergelijke side push systemen zijn op zich gekend voor starre panelen, bijvoorbeeld uit het WO 2008/004960.
Volgens de uitvinding vertoont het vloerpaneel een decoratieve bovenzijde. Bij voorkeur is het vloerpaneel hoofdzakelijk samengesteld uit een substraat en een toplaag. Het is duidelijk dat de voomoemde toplaag niet noodzakelijk uit kunststof hoeft te bestaan. Deze toplaag kan ondermeer dienen als decoratieve laag en/of als slijtlaag. De toplaag kan op zich ook uit meerdere lagen bestaan, zoals bijvoorbeeld een decoratieve laag en een slijtlaag. Volgens een variante is het vloerpaneel vrij van afzonderlijke toplaag, zodat het vloerpaneel op zich het substraat vormt of uitmaakt.
Bij voorkeur omvat voomoemde toplaag minstens een decoratieve laag in de vorm van een bedrukking. Hierdoor kan het uitzicht van het paneel, of het uitzicht van het decoratief oppervlak, vrij gekozen worden en een willekeurig decoratief karakter gegeven worden. Zo bijvoorbeeld kan de voomoemde decoratieve laag een bedrukte folie betreffen, meer speciaal een bedrukte thermoplastische folie. Bij voorkeur bevindt zich boven de bedrukte folie een slijtlaag op basis van thermoplastisch materiaal, bijvoorbeeld op basis van PVC of zacht PVC. Het toepassen van een bedrukte folie, meer speciaal een bedrukte thermoplastische folie, samen met een thermoplastische slijtlaag levert voordelen op voor wat betreft het optreden van slijtage bij dergelijke panelen. Bij het koppelen van meerdere van dergelijke panelen kunnen namelijk soms kleine hoogteverschillen optreden tussen de decoratieve bovenzijden van twee gekoppelde panelen. In dergelijke gevallen is de toplaag vooral in de randgebieden onderhevig aan slijtage. Het gebruik van een thermoplastische folie en een dito slijtlaag leidt tot een inperking van deze slijtage, gezien zij ietwat samendrukbaar kan zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld op zichzelf uit PVC of zacht PVC kan bestaan.
Zoals voomoemd omvat de toplaag bij voorkeur minstens een doorschijnende of doorzichtige slijtlaag. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm is de voomoemde slijtlaag onder de vorm een transparante thermoplastische slijtlaag aanwezig. Bij voorkeur is de voomoemde slijtlaag vrij van corundumdeeltjes of andere slijtvaste deeltjes.
De toplaag kan zijn afgewerkt met een laklaag, die als vloeibare laag wordt aangebracht op de voomoemde slijtlaag en/of decoratieve laag en vervolgens uitgehard is. Bij voorkeur betreft het een laklaag die door UV-licht kan worden uitgehard. Bij voorkeur wordt een laklaag aangebracht boven op de eventuele slijtlaag.
Bij voorkeur betreft het vloerpaneel volgens de uitvinding een vloerpaneel waarbij dit vloerpaneel, of althans minstens het substraat van het vloerpaneel, hoofdzakelijk is opgebouwd uit een thermoplastisch materiaal, bij voorkeur uit een zacht thermoplastisch materiaal. Voor de opbouw van dergelijk vloerpaneel bestaan verschillende mogelijkheden, waarvan er hieronder twee mogelijkheden worden toegelicht.
Volgens een eerste en meest voorkeurdragende mogelijkheid is het vloerpaneel, of althans toch minstens het substraat van het vloerpaneel, opgebouwd uit meerdere lagen materiaal, bij voorkeur lagen uit thermoplastisch materiaal, meer speciaal uit zacht thermoplastisch materiaal. De verschillende lagen thermoplastisch materiaal van het substraat kunnen eventueel onderling één of meerdere glasvezellagen, zoals een glasvezeldoek of glasvezelvlies insluiten. Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het substraat uit twee zachte PVC lagen die onderling een glasvezellaag insluiten, bij voorkeur een glasvezelvlies of zogenaamde “non-woven”. Bij voorkeur omvatten deze lagen van het substraat verder nog vulmiddelen, zoals een aandeel krijt. Bij voorkeur vertonen de panelen een densiteit gelegen tussen 1250 en 2250 kilogram per kubieke meter.
Volgens een tweede mogelijkheid is het substraat van het vloerpaneel opgebouwd uit één enkele laag thermoplastisch materiaal, meer speciaal zacht thermoplastisch materiaal.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het vloerpaneel, of althans minstens het substraat van het vloerpaneel, hoofdzakelijk opgebouwd uit Polyvinylchloride, meer speciaal uit zacht Polyvinylchloride, namelijk PVC dat weekmakers bevat. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van PVC bekomen uit een PVC homopolymeer van suspensie kwaliteit met een K-waarde tussen 50 en 80, of zelfs nog beter tussen 60 en 67.
Voornamelijk bij vloerpanelen met een substraat uit zacht PVC, doch ook bij andere vloerpanelen, is het eventuele blokkerlichaam van het afzonderlijk vergrendelelement bij voorkeur uitgevoerd uit harde PVC, bij voorkeur PVC dat cadmium of zink stabilisatoren omvat. De harde PVC van het vergrendelelement, meer speciaal het blokkeerlichaam, biedt zo een antwoord op de soepelheid van het substraat. Bovendien kan de combinatie zachte PVC van het substraat en harde PVC van het blokkeerlichaam aanleiding geven tot een optimale mogelijkheid voor recyclage. Bovendien zijn extrusietechnieken, of coëxtrusietechnieken zeer geschikt voor het realiseren van dergelijke vergrendelelementen.
Bij voorkeur bestaat het eventuele bevestigingsgedeelte uit dezelfde of een gelijkaardige kunststof als het blokkeerlichaam.
Bij voorkeur bestaat de kunststof van het eventuele scharniergedeelte uit polyurethaan.
Opgemerkt wordt dat het vloerpaneel van de uitvinding bij voorkeur een substraat vertoont dat weekmakers bevat. Bij dergelijke vloerpanelen is het toepassen van een afzonderlijk vergrendelelement bijzonder interessant. Temperatuurschommelingen leiden bij dergelijke vloerpanelen immers tot een uitlogen van de aanwezige weekmakers, hetgeen extra dimensionele veranderingen kan inhouden. Bovendien kan de soepelheid van dergelijke panelen na verloop van tijd afnemen, hetgeen de kwaliteit van de koppeling zou kunnen beïnvloeden. Door het toepassen van een afzonderlijk vergrendelelement kan deze veroudering minstens gedeeltelijk worden omzeild. Volgens een specifieke uitvoeringsvorm betreft het een vloerpaneel waarbij dit vloerpaneel een substraat vertoont dat weekmaker van het type DINP bevat, meer in het bijzonder met een massa verhouding van 20% tot 40%, hierbij eventueel vulmateriaal buiten beschouwing gelaten.
Volgens een variante betreft het een vloerpaneel waarbij dit vloerpaneel hoofdzakelijk vrij is van weekmakers.
Zoals voomoemde kan het vloerpaneel van de uitvinding naast de kunststof ook een vulmateriaal, bij voorkeur kalk of een kalkachtig materiaal. Het toepassen van een vulmateriaal heeft voornamelijk tot doel om de nodige hoeveelheid kunststof te verminderen en/of om het paneel zwaarder te maken. Een zwaarder paneel heeft in sommige gevallen het voordeel dat het paneel stabieler is en/of makkelijker op zijn plaats blijft tijdens het plaatsen en/of na installatie.
Bij voorkeur is het afzonderlijk vergrendelelement uitgevoerd als een inzetstuk, bij voorkeur in de vorm van een strip, waarbij dit inzetstuk aanwezig is in een daartoe voorziene uitsparing in één van de voomoemde randen van het vloerpaneel, en waarbij dit afzonderlijk vergrendelelement minstens een gedeelte bevat dat zijdelings beweegbaar is, en zodoende met een vergrendelgedeelte aan een aangrenzend gelijkaardig vloerpaneel kan samenwerken, waarbij deze samenwerking dan bij voorkeur resulteert in voomoemde vergrendeling in de eerste richting.
Bij voorkeur is het voornoemde zijdelings beweegbaar gedeelte elastisch beweegbaar, zodanig dat dit gedeelte tijdens het koppelen van twee van dergelijke vloerpanelen, tegen een elastische kracht in, opzij wordt bewogen om daarna in een vergrendelende positie terug te komen. Zo bijvoorbeeld kan het zijdelings beweegbaar gedeelte hoofdzakelijk bestaan uit een wentelbaar blokkeerlichaam. Bij voorkeur is het afzonderlijk vergrendelelement minstens samengesteld uit enerzijds een bevestigingsgedeelte en anderzijds een wentelbaar blokkeerlichaam. Bij voorkeur is het blokkeerlichaam via een scharniergedeelte met het bevestigingsgedeelte verbonden. Het toepassen van een scharniergedeelte laat toe een relatief star blokkeerlichaam elastisch te bevestigen aan een star bevestigingsgedeelte. Op deze manier kan elastische beweeglijkheid van het blokkeerlichaam worden gecombineerd met een goede vergrendelsterkte in voomoemde eerste richting. Bij voorkeur strekt het voornoemde blokkeerlichaam zich in gekoppelde toestand uit over een verticale afstand die kleiner is dan 1,9 keer de verticale afstand gedefinieerd door het bevestigingsgedeelte. Deze verhouding vormt een compromis tussen enerzijds het bekomen van een voldoende stevige vergrendeling, meer bepaald een verticale vergrendeling en anderzijds een voldoende stevige verbinding van het afzonderlijk vergrendelelement.
Bij voorkeur bestaat het afzonderlijk vergrendelelement hoofdzakelijk uit een strip uit synthetisch materiaal. Het toepassen van synthetisch materiaal laat toe om het afzonderlijk vergrendelelement de gewenste eigenschappen te geven op vlak van elasticiteit, druksterkte. Verder biedt het toepassen van synthetisch materiaal nagenoeg onbeperkte mogelijkheden voor de vormgeving van het afzonderlijk vergrendelelement. Dit is met name van belang wanneer de dikte van het vloerpaneel en hierdoor de afmetingen van het afzonderlijk vergrendelelement zeer gering zijn, bijvoorbeeld bij vloerpanelen met een dikte van 5 millimeter of minder. Bij voorkeur bestaat het afzonderlijk vergrendelelement hoofdzakelijk uit een gecoëxtrudeerde strip, die, gezien in dwarsdoorsnede, zones van synthetisch materiaal met verschillende eigenschappen, meer speciaal materialen van verschillende flexibiliteit vertoont. Bij voorkeur is het voomoemde eventuele scharniergedeelte uit een meer flexibel materiaal vervaardigd dan het blokkeergedeelte en/of het bevestigingsgedeelte.
Bij voorkeur bevatten de voornoemde koppeldelen achter elkaar hakende vergrendeldelen, respectievelijk in de vorm een naar boven gericht vergrendeldeel dat aan een eerste lip aan een eerste van voomoemde twee randen is aangebracht en een naar onderen gericht vergrendeldeel dat aan een tweede lip aan de tweede van voomoemde twee randen is aangebracht, waarbij deze achter elkaar hakende vergrendeldelen een vergrendeling in de voomoemde horizontale richting bewerkstelligen. Bij voorkeur strekt het naar boven gericht vergrendeldeel, in dwarsdoorsnede gezien, zich over een hoogte uit die minstens 24% van de totale dikte van het vloerpaneel bedraagt. Bij voorkeur neemt de dikte van de eerste lip, in dwarsdoorsnede gezien, af in een richting van het midden van het vloerpaneel naar het vrije uiteinde van de eerste lip, bij voorkeur hoofdzakelijk doordat de bovenzijde van de eerste lip al dan niet trapsgewijs naar beneden verloopt.
In het geval van een naar boven gericht vergrendeldeel vertoont dit bij voorkeur nog één of meer van de volgende eigenschappen: - de eigenschap dat het hoogste punt van het naar boven gericht vergrendeldeel zich in een horizontaal vlak bevindt, waarbij dit horizontaal vlak zich uitstrekt tussen het onderoppervlak en het bovenoppervlak van de uitsparing waarin het afzonderlijk vergrendelelement aan het paneel is bevestigd; - de eigenschap dat het hoogste punt van het naar boven gericht vergrendeldeel zich in een horizontaal vlak bevindt, waarbij dit horizontaal vlak H2 het eventuele blokkeerlichaam snijdt, hetzij in gekoppelde toestand, hetzij in niet-gekoppelde toestand, hetzij in beide; - de eigenschap dat het hoogste punt van het naar boven gericht vergrendeldeel zich in een horizontaal vlak bevindt, waarbij dit horizontaal vlak zich uitstrekt boven het vergrendelgedeelte, waarmee het eventuele blokkeerlichaam samenwerkt.
Elk van deze eigenschappen afzonderlijk of in combinatie leiden tot een meer stevige verbinding van twee van dergelijke panelen, zowel in de eerste als in de tweede richting.
Bij voorkeur betreft het paneel van de uitvinding een rechthoekig vloerpaneel, hetzij langwerpig, hetzij vierkant; waarbij het voomoemde paar tegenoverliggende randen een eerste paar randen vormt, terwijl de overige twee tegenoverliggende randen een tweede paar randen vormt; waarbij aan het tweede paar randen van het vloerpaneel koppeldelen zijn voorzien van het type dat toelaat dat twee van dergelijke vloerpanelen langsheen de betreffende randen door middel van een wentelbeweging met elkaar gekoppeld kunnen worden, waarbij deze koppeldelen in een verticale en een horizontale vergrendeling voorzien en bij voorkeur eendelig met het vloerpaneel zijn uitgevoerd. Bij voorkeur zijn de koppeldelen aan het tweede paar randen hoofdzakelijk uitgevoerd in de vorm van een tand en een groef. Bij voorkeur zijn de vloerpanelen, meer bepaald de koppeldelen, zodanig geconfigureerd dat de panelen aan het eerste paar randen automatisch in elkaar kunnen worden gevoegd als het gevolg van een neerwaarts wentelen langsheen het tweede paar randen, meer speciaal zodanig dat meerdere panelen systematisch volgens het zogenaamde “fold-down” principe kunnen worden geïnstalleerd.
De huidige uitvinding is, hoewel niet beperkend, bijzonder geschikt voor dunne vloerpanelen, meer speciaal voor vloerpanelen die een dikte vertoont van 3 millimeter tot en met 6 millimeter en meer speciaal nog van 3 millimeter tot en met 5 millimeter.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding vertoont het vloerpaneel volgende kenmerken: - het vloerpaneel is hoofdzakelijk samengesteld uit, enerzijds, een kern of een substraat, waarbij deze kern of dit substraat uit materiaal is opgebouwd dat het basismateriaal van het vloerpaneel vormt, en uit, anderzijds, een toplaag, met andere woorden een oppervlaktelaag, welke toplaag op zich al dan niet uit meerdere lagen is opgebouwd; - de voornoemde koppeldelen van het betreffende paar randen zijn hoofdzakelijk uitgevoerd in de vorm van een tand en een groef; en de voornoemde koppeldelen bevatten geïntegreerde mechanische vergrendelmiddelen die een vergrendeling in de voomoemde tweede richting, namelijk een horizontale richting, bewerkstelligen; - de voomoemde koppeldelen, inclusief de geïntegreerde mechanische vergrendelmiddelen, zijn, zoals voomoemd, gerealiseerd met een afzonderlijk element dat een verbinding door vastklikken van de respectievelijke koppeldelen van twee van dergelijke panelen middels een neerwaartse translatiebeweging, namelijk in de verticale richting, toestaat of mogelijk maakt; - het basismateriaal van het vloerpaneel waaruit de voomoemde kern is opgebouwd bevat hoofdzakelijk zacht thermoplastisch materiaal en waarbij dit thermoplastisch materiaal eventueel een vulmateriaal bevat; - en de voomoemde toplaag een bedrukte thermoplastische folie en een transparante thermoplastische slijtlaag bevat, waarbij voomoemde transparante thermoplastische slijtlaag dunner is dan 0,85 millimeter en vrij is van vulmaterialen.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op een vloerbekleding die is samengesteld uit vloerpanelen zoals hierboven beschreven.
Het paneel of vloerpaneel van de uitvinding bevat bij voorkeur minstens één versterkingslaag, bij voorkeur gevormd uit vezels, meer speciaal versterkingsvezels, zoals glasvezels. Het gebruik van een dergelijke versterkingslaag, en in het bijzonder een versterkingslaag met vezels, verhoogt de dimensionele stabiliteit van de vloervloerpanelen. Dit is vooral van belang bij los te verleggen vloerpanelen omdat door toepassing van vezels de uitzetting en/of krimp van het paneel onder invloed van de temperatuurverschillen aanzienlijk kan worden gereduceerd. Hierdoor kan men de kans dat de gekoppelde vloervloerpanelen van elkaar loskomen ten gevolge van uitzetting en/of krimp verder minimaliseren. Opgemerkt wordt dat de voomoemde versterkingsvezels in allerhande vormen kunnen voorkomen, zoals ook in de vorm van bijvoorbeeld een doek, een vlies of een net, meer speciaal bijvoorbeeld een glasvezeldoek of een glasvezel vlies. Bij voorkeur worden, in dwarsdoorsnede van het paneel gezien, voornoemde vezels toegepast in één of meerdere horizontale lagen. Bij voorkeur bevindt minstens één van voomoemde lagen zich ter hoogte van het voornoemde afzonderlijk vergrendelelement. Hierdoor ontstaat het voordeel dat, gezien uit het oogpunt van verbindingseigenschappen, het vloerpaneel op het meest kritische niveau, namelijk ter plaatse van het vergrendelelement, optimaal vormstabiel wordt gehouden.
In het geval één versterkingslaag, bijvoorbeeld één laag met vezels, wordt toegepast, bevindt deze laag zich bij voorkeur in het midden of nagenoeg in het midden van het paneel. Zodoende wordt een symmetrische opbouw van het vloerpaneel verkregen, wat voordelen biedt op vlak van stabiliteit van het vloerpaneel. Volgens een bijzondere voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden twee of meer versterkingslagen toegepast, welke zich bij voorkeur op een afstand van elkaar bevinden. In het geval van twee versterkingslagen, worden deze, in dwarsdoorsnede gezien, bij voorkeur aan weerszijden van de neutrale lijn van het vloerpaneel gesitueerd. Hierdoor ontstaat het voordeel dat buigkrachten in beide richtingen kunnen worden tegengewerkt. Vooral bij relatief soepele vloerpanelen die hoofdzakelijk uit zacht PVC zijn vervaardigd is dit bijzonder voordelig.
De uitvinding heeft verder nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen zoals hierboven beschreven, waarbij deze werkwijze minstens volgende stappen omvat: - het vormen van het vloerpaneel uit een kunststof; - het aanbrengen van profileringen ter hoogte van één of meerdere randen van het vloerpaneel; - het aanbrengen van lijm in een uitsparing, aanwezig in de betreffende rand van het vloerpaneel en voorzien voor het aanbrengen van een afzonderlijk vergrendelelement; - het aanbrengen van een afzonderlijk vergrendelelement, in voomoemde uitsparing. Bij voorkeur gebeurt de stap van het aanbrengen van het afzonderlijk vergrendelelement door middel van een vormwiel waarmee het de daartoe voorziene uitsparing in de rand van het vloerpaneel wordt aangebracht.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een paneel weergeeft met de kenmerken van de uitvinding; figuren 2 en 3 op grotere schaal een dwarsdoorsnede weergeven respectievelijk volgens de op figuur 1 weergegeven lijnen II-II en III-III; figuur 4 weergeeft hoe twee vloerpanelen aan de randen uit figuur 3 met elkaar kunnen worden gekoppeld; figuren 5 tot 7 weergeven hoe dergelijke vloerpanelen aan de randen weergegeven op figuur 2 kunnen worden gekoppeld; figuur 8 op grotere schaal het afzonderlijke vergrendelelement weergeeft dat in het paar randen van figuur 2 is aangebracht; figuren 9 en 10 in perspectief weergeven hoe de lange en de korte randen van het vloerpaneel uit figuur 1 met gelijkaardige vloerpanelen kunnen worden gekoppeld, waarbij figuur 10 op grotere schaal een zicht geeft op het gebied dat in figuur 9 is aangeduid met F10.
In de figuren 1 tot 7 is een uitvoeringsvorm van een paneel 1 volgens de uitvinding weergegeven, dat als een vloerpaneel is uitgevoerd.
In het weergegeven voorbeeld is het paneel 1 als een langwerpige rechthoekige strip uitgevoerd, en bezit dus een eerste paar tegenoverliggende randen 2-3, die in dit geval de lange zijden van het paneel 1 vormen, en een tweede paar tegenoverliggende randen 4-5, die de korte zijden van het paneel 1 vormen.
Zoals meer in detail in de figuren 2 en 3 is weergegeven bezitten beide paren van tegenoverliggende randen 2-3 en 4-5 koppeldelen 6-7, respectievelijk 8-9, die toelaten dat meerdere van dergelijke panelen 1 onderling aan elkaar kunnen worden gekoppeld.
Zoals specifiek weergegeven in de figuren 3 en 4 zijn koppeldelen 6-7 aan het eerste paar tegenoverliggende randen 2-3 zodanig geconfigureerd dat twee van dergelijke panelen aan deze randen 2-3 door middel van een wentelbeweging W op een vergrendelende wijze aan elkaar kunnen worden gekoppeld. De koppeldelen 6-7 vormen hierbij een eerste vergrendelsysteem dat een vergrendeling in het vlak van de panelen 1 en loodrecht op de voornoemde randen 2-3 bewerkstelligt, dus in dit geval in de horizontale richting H, alsmede een tweede vergrendelsysteem dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen 1 bewerkstelligt, in dit geval dus in de verticale V of de in de inleiding genoemde eerste richting. De koppeldelen 6-7 zijn hiertoe opgebouwd als een tand 10 en een groef 11, die in de verticale vergrendeling voorzien, en vergrendeldelen 12-13 bevatten die in de gekoppelde toestand het uit elkaar schuiven van tand en groef verhinderen.
Hierbij geniet het de voorkeur dat, zoals weergegeven, de groef 11 begrensd is door een onderste lip 14 en een bovenste lip 15, en dat de vergrendeldelen 12 en 13 zijn uitgevoerd de vorm van met elkaar samenwerkende uitsteeksels, respectievelijk aan de onderzijde van de tand 10 en aan de bovenzijde van de onderste lip 14. De samenwerking geschiedt via daartoe voorziene vergrendelvlakken 16 en 17. Zoals nog weergegeven geniet het tevens de voorkeur dat de onderste lip 14 zich zijdelings uitstrekt tot voorbij het distale uiteinde van de bovenste lip 15, meer speciaal zodanig dat het vergrendel vlak 17 zich volledig in het gedeelte van de onderste lip 14 bevindt dat buiten de bovenste lip 15 is gelegen.
Zoals schematisch weergegeven in de figuren 5 tot 7 zijn de koppeldelen 8-9 aan het tweede paar tegenoverliggende randen 4-5 zodanig geconfigureerd dat twee van dergelijke panelen 1 door middel van een neerwaartse beweging M van één paneel ten opzichte van het andere aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Deze neerwaartse beweging M wordt hierna nog nader toegelicht.
Zoals duidelijk zichtbaar in figuur 7, vormen de koppeldelen 8-9 hierbij een eerste vergrendelsysteem dat een vergrendeling dwars op het vlak van de panelen 1 bewerkstelligt, in dit geval dus in de verticale richting V, alsmede een tweede vergrendelsysteem dat een vergrendeling in het vlak van de panelen 1 en loodrecht op de voornoemde randen 4-5 bewerkstelligt, dus in dit geval in de horizontale richting H. Hierbij vormt de verticale richting de in de inleiding genoemde eerste richting, en de horizontale richting de aldaar genoemde tweede richting.
Het tweede vergrendelsysteem of de geïntegreerde mechanische vergrendelmiddelen zijn hoofdzakelijk gevormd uit een naar boven gericht onderste haakvormig gedeelte 18 dat zich aan de rand 5 bevindt, alsmede een naar onderen gericht bovenste haakvormig gedeelte 19 dat zich aan de tegenoverliggende rand 4 bevindt, welke haakvormige gedeelten door voornoemde neerwaartse beweging M achter elkaar kunnen worden ingehaakt. Het onderste haakvormige gedeelte 18 bestaat uit een lip 20 die zich zijdelings vanaf de onderrand van het paneel 1 uitstrekt en die is voorzien van een naar boven gericht vergrendelelement 21 met een vergrendelvlak 22, terwijl het bovenste haakvormige gedeelte 19 bestaat uit een lip 23 die zich zijdelings vanaf de bovenrand van het paneel 1 uitstrekt en die is voorzien van een naar onderen gericht vergrendelelement 24 met een vergrendelvlak 25.
Het eerste vergrendelsysteem van de randen 4-5 aan de korte zijden wordt gevormd door vergrendeldelen of vergrendelgedeelten 26-27. Volgens de uitvinding omvatten de koppeldelen 8-9 hiertoe een afzonderlijke element of afzonderlijke vergrendelelement 28 dat in gekoppelde toestand, zoals weergegeven in figuur 7, voorziet in minstens een vergrendeling in de voomoemde eerste richting, of verticale richting V. In het voorbeeld bevindt het afzonderlijke vergrendelelement 28 zich in het vrouwelijke koppeldeel 9, meer speciaal nabij het proximale uiteinde 29 van het onderste haakvormige gedeelte 18.
Zoals weergegeven op de figuren 5 tot 8 is het afzonderlijk vergrendelelement 28 uitgevoerd als een inzetstuk in de vorm van een strip en is voorzien in een uitsparing 30 in één van de randen 5. Het afzonderlijk vergrendelelement 28 bevat, in dit geval, een wentelbaar blokkeerlichaam 31 dat, zoals onder andere weergegeven op figuur 6, zijdelings beweegbaar is, en zodoende met het vergrendelgedeelte 26 van een aangrenzend vloerpaneel 1 kan samenwerken. Het blokkeerlichaam 31 is elastisch beweegbaar en komt naar het einde van de neerwaartse beweging M in een vergrendelende positie terecht, zoals weergegeven in figuur 7. In de vergrendelende positie maakt het blokkeerlichaam 31 contact met het vergrendelgedeelte 26 van een aangrenzend vloerpaneel 1. Dit contact resulteert in de voornoemde vergrendeling in de eerste richting V.
Het hier weergegeven afzonderlijk vergrendelelement 28 omvat verder nog een bevestigingsgedeelte 32, waarbij het blokkeerlichaam 31 via een scharniergedeelte 33 met het bevestigingsgedeelte 32 is verbonden. In dit geval is een klempassing van het bevestigingsgedeelte 32 in de uitsparing 30 toegepast. Volgens een belangrijk alternatief is het bevestigingsgedeelte 32 met het paneel 1 verbonden minstens doordat het in een dergelijke uitsparing 30 is gelijmd.
Het afzonderlijk vergrendelelement bestaat in de voorbeelden uit een gecoëxtrudeerde strip, die, gezien in het vlak van de figuren 5 tot 8, zones van synthetisch materiaal met verschillende eigenschappen vertoont, waarbij de zone van het schamiergedeelte 33 uit een meer flexibel materiaal is vervaardigd van de zone van het blokkeerlichaam 31 en de zone van het bevestigingsgedeelte 32.
Opgemerkt wordt dat de koppeldelen 8-9 in wezen ook als een tand- en groefkoppeling kunnen worden aanzien, waarbij het vergrendeldeel 26 als een tand fungeert, terwijl de groef waarin deze tand plaatsneemt gedefinieerd is door het vergrendeldeel 27 dat als bovenste lip fungeert, en het eerste haakvormige gedeelte 18 dat als onderste lip fungeert.
Opgemerkt wordt dat de ruimte tussen het verticaal actieve vergrendeldeel 27 en het horizontaal actieve vergrendelelement 21, welke ook met opening H is aangeduid, als een vrouwelijk deel fungeert, terwijl het vergrendelelement 24 als een mannelijk deel is uitgevoerd dat in het vrouwelijk deel past.
Het paneel 1 uit de voorbeelden is hoofdzakelijk gevormd op basis van zacht Polyvinylchloride (pvc). Meer specifiek bevat het een substraat dat op basis van zacht pvc is verwezenlijkt, welk substraat in de figuren met referentie 34 is aangeduid. In deze figuren is dit substraat schematisch als één laag afgebeeld. In de werkelijkheid kan dit zowel één laag zijn, als meerdere lagen, waarbij niet alle uit pvc hoeven te bestaan. Op het substraat is normalerwijze een toplaag 35 aangebracht, die in de figuren ook door slechts één laag is weergegeven, doch in werkelijkheid ook uit meerdere lagen kan bestaan. De toplaag 35 heeft minstens tot doel een decoratieve bovenzijde 36 aan het paneel 1 te verschaffen, bij voorkeur in de vorm van een gedrukt decor en, minstens in het geval van een vloerpaneel, er voor te zorgen dat een slijtvast oppervlak wordt geboden.
Zoals aangeduid in figuur 7 vertonen de panelen een totale dikte T. De dikte T heeft bij voorkeur een waarde gelegen tussen 3 en 10 mm. In bijzonder een praktische uitvoering zal deze tussen 3 en 6 mm gelegen zijn.
Het voorbeeld uit de figuren vertoont verder ook nog het voorkeurdragend kenmerk dat het naar boven gericht vergrendeldeel 21 zich, in dwarsdoorsnede gezien, zich over een hoogte Hl uitstrekt die minstens 24% van de totale dikte T van het vloerpaneel 1 bedraagt. Het hoogste punt van dit naar boven gericht vergrendeldeel 21 bevindt zich hierbij in een horizontaal vlak H2 gelegen tussen het onderoppervlak 37 en het bovenoppervlak 38 van de uitsparing 30 en/of in een horizontaal vlak H2 dat het blokkeerlichaam 31 snijdt, in dit geval zowel in gekoppelde toestand als in niet-gekoppelde toestand. Bovendien strekt het horizontaal vlak H2 zich uit boven het vergrendelgedeelte 26, waarmee het blokkeerlichaam 31 samenwerkt.
Opgemerkt wordt dat de voornoemde koppeldelen, zowel 6-7 als 8-9, zoals weergegeven, met uitzondering van het voornoemde afzonderlijk vergrendelelement, bij voorkeur eendelig uit het materiaal van het eigenlijke paneel 1 zijn gevormd, meer speciaal uit het substraatmateriaal. Als een gevolg hiervan bestaan de koppeldelen op zich ook hoofdzakelijk uit zacht pvc. Opgemerkt wordt dat deze gedeelten van de koppeldelen 6-7 en 8-9 bij voorkeur gevormd zijn door middel van een machinale bewerking, meer speciaal freesbewerkingen. Freestechnieken die toelaten om vergrendelende koppeldelen aan de randen van de panelen aan te brengen zijn onder meer bekend uit WO 97/47834. Mits de keuze van gepaste frezen en een geschikte instelling hiervan kunnen dan ook geschikte profileringen, bijvoorbeeld zoals in de figuren zijn weergegeven, worden gerealiseerd.
In figuren 8 en 9 is schematisch weergegeven hoe de panelen 1 kunnen worden geïnstalleerd. Teneinde de werkwijze uiteen te zetten zijn een aantal van de panelen 1 extra onderscheidend nogmaals met referenties IA, 1B en IC aangeduid. De panelen 1 worden rij per rij gelegd en aan elkaar gekoppeld. Om te bekomen dat de panelen 1-1A-1B-1C zowel aan de randen 2-3 als 4-5 worden gekoppeld, omvat de werkwijze minstens volgende stappen: - het installeren van een eerste paneel IA dat bedoeld is deel uit te maken van een eerste rij van panelen; - het koppelen van een tweede paneel 1B aan voomoemd eerste paneel IA, zulks aan eerste randen 2-3, waarbij dit tweede paneel 1B bedoeld is deel uit te maken van een tweede rij, volgend op voornoemde eerste rij van panelen; - het in de tweede rij koppelen van een derde paneel IC zowel aan het voomoemde tweede paneel 1B, als aan het eerste paneel IA, waarbij het derde paneel IC aan het eerste paneel IA wordt gekoppeld door middel van een wentelbeweging waarbij het derde paneel IC vanuit een opwaarts gewentelde positie in hoofdzakelijk hetzelfde vlak als het eerste en tweede paneel wordt gebracht, terwijl als een gevolg van deze beweging en de daarbij gecreëerde neerwaartse beweging de haakvormige gedeelten 18-19 tussen het derde en tweede paneel in elkaar aangrijpen.
Het is duidelijk dat normalerwijze tussen het installeren van het eerste paneel IA en het daaraan koppelen van het tweede paneel 1B, eerst ook alle verdere panelen van de rij waarin het eerste paneel IA zich bevindt, worden gelegd. Het koppelen van het tweede paneel 1B aan het eerste paneel IA gebeurt uiteraard ook door het paneel 1B bij zijn rand 2 via een wentelbeweging W zoals weergegeven in figuur 4 aan de rand 3 van het eerste paneel IA, en eventuele andere panelen uit de rij van het paneel IA, te verbinden.
Bij het verbinden van het paneel IC aan het paneel IA wordt eveneens een wentelbeweging W zoals in figuur 4 toegepast. Hierbij vindt aan de korte randen 4-5 een neerwaartse beweging M plaats, waardoor de koppeldelen 8 en 9 in elkaar gevoegd worden.
Met deze neerwaartse beweging M wordt in zeer brede zin elke vorm van beweging bedoeld waarbij, in een doorsnede zoals in figuren 5 tot 7 gezien, het ene paneel vanuit een hogere positie ten opzichte van het andere naar beneden gelaten wordt. Deze beweging M hoeft niet noodzakelijk een rechtlijnige beweging te zijn en tijdens deze beweging kunnen zich tijdelijk vervormingen in de panelen en meer speciaal in de haakvormige gedeelten 18 en 19 voordoen.
Theoretisch kan gewerkt worden met een in doorsnede gezien rechtlijnige of nagenoeg rechtlijnige neerwaartse beweging M, om een paneel IC in een paneel 1B te voegen, hetgeen betekent dat het rechtse paneel in figuur 6, gezien in doorsnede, eenvoudig recht naar beneden gedrukt wordt tot in de positie van figuur 7.
Er wordt nog opgemerkt dat de voorbeelden uit de figuren ook weergeven dat de voomoemde lip 20 van het onderste haakvormige gedeelte 18 van het midden van het vloerpaneel 1 naar het vrije uiteinde van deze lip toe in dikte afneemt, althans toch minstens over een gedeelte van deze lip 20. In het voorbeeld is deze eigenschap bekomen doordat de bovenzijde van de lip 20 trapsgewijs naar beneden verloopt en aldus een dieper gelegen gedeelte 39 van deze lip 20 wordt gevormd, in dit geval vlak voor het naar boven gericht vergrendelgedeelte 21.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke vloerpanelen, vloerbekledingen en werkwijzen voor het vervaardigen ervan kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (25)

  1. Conclusies.
    1. - Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, waarbij dit vloerpaneel (1) hoofdzakelijk bestaat uit kunststof; waarbij dit vloerpaneel (1) een decoratieve bovenzijde (36) vertoont; waarbij het vloerpaneel (1) aan minstens één paar tegenoverliggende randen (4-5) koppeldelen (8-9) die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen aan elkaar kunnen worden gekoppeld, waarbij deze koppeldelen (4-5) zowel een vergrendeling in een eerste richting (V) loodrecht op het vlak van de vloerpanelen (1) alsook in een tweede richting (H) loodrecht op de betreffende rand (45) en in het vlak van de vloerpanelen (1) bewerkstelligen, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de voomoemde koppeldelen (9) een afzonderlijk vergrendelelement (28) omvat dat bij gekoppelde toestand voorziet in minstens een vergrendeling in de voomoemde eerste richting (V).
  2. 2. - Vloerpaneel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1) van het soepele type is.
  3. 3. - Vloerpaneel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1) een vinyl paneel is, meer speciaal een zogenaamde vinyl tegel, en in het bijzonder een paneel van het zogenaamde LVT-type (“Luxury Vinyl Tile”) of VCT-type (“Vinyl Composite Tile”, ook wel “Vinyl Composition Tile genoemd”).
  4. 4. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1) hoofdzakelijk is samengesteld uit een substraat (34) en een toplaag (35).
  5. 5. - Vloerpaneel volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (35) minstens een decoratieve laag bevat, bij voorkeur in de vorm van een bedrukking.
  6. 6. - Vloerpaneel volgens conclusie 4 of 5, daardoor gekenmerkt dat de toplaag (35) minstens een doorschijnende of doorzichtige slijtlaag omvat.
  7. 7. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1), of althans minstens het substraat (34) (l)van het vloerpaneel, hoofdzakelijk is opgebouwd uit een thermoplastisch materiaal, bij voorkeur uit een zacht thermoplastisch materiaal.
  8. 8. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1), of althans minstens het substraat (34) van het vloerpaneel (1), hoofdzakelijk is opgebouwd uit Polyvinylchloride, meer speciaal uit zacht Polyvinylchloride.
  9. 9. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1) een substraat (34) vertoont dat weekmakers bevat.
  10. 10. - Vloerpaneel volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1) hoofdzakelijk vrij van weekmakers is.
  11. 11. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel (1) minstens één versterkingslaag bevat, bij voorkeur gevormd uit vezels, meer speciaal versterkingsvezels, zoals glasvezels.
  12. 12. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de koppeldelen (8-9) van het type zijn dat toelaat om twee van dergelijke vloerpanelen door middel van een neerwaartse beweging (M) van één vloerpaneel (1) ten opzichte van het andere aan elkaar te koppelen.
  13. 13. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het afzonderlijk vergrendelelement (28) is uitgevoerd als een inzetstuk, bij voorkeur in de vorm van een strip, waarbij dit inzetstuk aanwezig is in een daarvoor voorziene uitsparing (30) in één van de voomoemde randen van het vloerpaneel (1) , en waarbij dit afzonderlijk vergrendelelement minstens een gedeelte (31) bevat dat zijdelings beweegbaar is, en zodoende met een vergrendelgedeelte (32) aan een aangrenzend gelijkaardig vloerpaneel kan samenwerken.
  14. 14. - Vloerpaneel volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat het voomoemde zijdelings beweegbaar gedeelte (31) elastisch beweegbaar is, zodanig dat dit gedeelte tijdens het koppelen van twee van dergelijke vloerpanelen (1), tegen een elastische kracht in, opzij wordt bewogen om daarna in een vergrendelende positie terug te komen.
  15. 15. - Vloerpaneel volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt het voomoemde afzonderlijk vergrendelelement (28) één of een combinatie van twee of meerdere van volgende kenmerken vertoont: - dat het zijdelings beweegbaar gedeelte hoofdzakelijk bestaat uit een wentelbaar blokkeerlichaam (31); - dat het afzonderlijk vergrendelelement minstens is samengesteld uit enerzijds een bevestigingsgedeelte en anderzijds een wentelbaar blokkeerlichaam (31); - dat het afzonderlijk vergrendelelement minstens is samengesteld uit enerzijds een bevestigingsgedeelte en anderzijds een wentelbaar blokkeerlichaam (31), waarbij het blokkeerlichaam via een scharniergedeelte (33) met het bevestigingsgedeelte (32) is verbonden; - dat het afzonderlijk vergrendelelement hoofdzakelijk bestaat uit een strip uit synthetisch materiaal; - dat het afzonderlijk vergrendelelement hoofdzakelijk bestaat uit een geco-extrudeerde strip, die, gezien in dwarsdoorsnede, zones van synthetisch materiaal met verschillende eigenschappen, meer speciaal materialen van verschillende flexibiliteit vertoont; - dat het afzonderlijk vergrendelelement minstens is samengesteld uit enerzijds een bevestigingsgedeelte en anderzijds een wentelbaar blokkeerlichaam (31), waarbij het blokkeerlichaam (31) via een scharniergedeelte (33) met het bevestigingsgedeelte (32) is verbonden en waarbij het afzonderlijk vergrendelelement hoofdzakelijk bestaat uit een gecoëxtrudeerde strip, die, gezien in dwarsdoorsnede, zones van synthetisch materiaal met verschillende eigenschappen, meer speciaal materialen van verschillende flexibiliteit vertoont, waarbij het schamiergedeelte (33) uit een meer flexibel materiaal is vervaardigd dat het blokkeergedeelte; - dat het afzonderlijk vergrendelelement (28) in een uitsparing (30) is aangebracht, waarbij middelen zijn voorzien die het vergrendelelement (28) in de uitsparing (30) vasthouden, waarbij deze middelen bij voorkeur gevormd worden door één of meerdere van volgende mogelijkheden: een klempassing van een gedeelte van het vergrendelelement in de uitsparing, een lijmverbinding of dergelijke, een mechanische vergrendeling tussen een gedeelte van het vergrendelelement en de wand (38) van de uitsparing (30).
  16. 16. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het afzonderlijk vergrendelelement minstens een beweegbaar blokkeerlichaam (31) bevat en waarbij het voomoemde blokkeerlichaam (31) in gekoppelde toestand zich over een verticale afstand uitstrekt die kleiner is dan 1,9 keer de verticale afstand gedefinieerd door de bevestigingsvoorzieningen voor het afzonderlijk vergrendelelement (28).
  17. 17. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voomoemde koppeldelen achter elkaar hakende vergrendeldelen (18-19) bevatten, respectievelijk in de vorm een naar boven gericht vergrendeldeel (21) dat aan een eerste lip aan een eerste van voomoemde twee randen is aangebracht en een naar onderen gericht vergrendeldeel (24) dat aan een tweede lip aan de tweede van voornoemde twee randen is aangebracht, waarbij deze achter elkaar hakende vergrendeldelen (18-19) een vergrendeling in de voomoemde tweede of horizontale richting (H) bewerkstelligen.
  18. 18. - Vloerpaneel volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat het naar boven gericht vergrendeldeel (21), in dwarsdoorsnede gezien, zich over een hoogte (Hl) uitstrekt die minstens 24% van de totale dikte (Tl) van het vloerpaneel (1) bedraagt.
  19. 19. - Vloerpaneel volgens conclusie 17 of 18, daardoor gekenmerkt dat de eerste lip, in dwarsdoorsnede gezien, van het midden van het vloerpaneel (1) naar het vrije uiteinde van de eerste lip toe in dikte afneemt, hoofdzakelijk doordat de bovenzijde van de eerste lip al dan niet trapsgewijs naar beneden verloopt.
  20. 20. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel rechthoekig is, hetzij langwerpig rechthoekig, hetzij vierkant; waarbij het voornoemde paar tegenoverliggende randen (4-5) een eerste paar randen vormt, terwijl de overige twee tegenoverliggende randen (2-3) een tweede paar randen vormt; waarbij aan het tweede paar randen van het vloerpaneel (1) koppeldelen (6-7) zijn voorzien van het type dat toelaat dat twee van dergelijke vloerpanelen (1) langsheen de betreffende randen door middel van een wentelbeweging (W) met elkaar gekoppeld kunnen worden, waarbij deze koppeldelen in een verticale en een horizontale vergrendeling voorzien en bij voorkeur eendelig met het vloerpaneel (1) zijn uitgevoerd.
  21. 21. - Vloerpaneel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vloerpaneel een dikte (Tl) vertoont van 3 millimeter tot en met 6 millimeter en meer speciaal nog van 3 millimeter tot en met 5 millimeter.
  22. 22. - Vloerpaneel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat - het vloerpaneel hoofdzakelijk is samengesteld uit, enerzijds, een kern of een substraat (34), waarbij deze kern of dit substraat uit materiaal is opgebouwd dat het basismateriaal van het vloerpaneel (1) vormt, en uit, anderzijds, een toplaag, met andere woorden een oppervlaktelaag, welke toplaag op zich al dan niet uit meerdere lagen is opgebouwd; - dat de voomoemde koppeldelen (8-9) hoofdzakelijk zijn uitgevoerd in de vorm van een tand en een groef; - dat het basismateriaal van het vloerpaneel (1) waaruit de voomoemde kem is opgebouwd hoofdzakelijk zacht thermoplastisch materiaal bevat, waarbij dit thermoplastisch materiaal eventueel een vulmateriaal bevat; en - dat de voornoemde toplaag een bedrukte thermoplastische folie en een transparante thermoplastische slijtlaag bevat, waarbij voomoemde transparante thermoplastische slijtlaag dunner is dan 0,85 millimeter en vrij is van vulmaterialen.
  23. 23. - Paneel dat de kenmerken volgens één van de voorgaande conclusies vertoont, waarbij dit paneel in de plaats van een vloerpaneel een paneel is dat bedoeld is voor het vormen van een bekleding anders dan een vloerbekleding.
  24. 24. - Bekleding, meer speciaal een vloerbekleding, daardoor gekenmerkt dat ze samengesteld is uit panelen, meer speciaal vloerpanelen volgens één van voorgaande conclusies.
  25. 25. - Werkwijze voor het vervaardigen van panelen, meer speciaal vloerpanelen, volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij deze werkwijze minstens volgende stappen omvat: - het vormen van het paneel (1), meer speciaal vloerpaneel, uit een kunststof; - het aanbrengen van profileringen ter hoogte van één of meerdere randen (4-5) van het vloerpaneel; - het aanbrengen van het afzonderlijk element, meer speciaal het afzonderlijk vergrendelelement (28) aan het paneel, meer speciaal het vloerpaneel, bij voorkeur fabrieksmatig, waarbij dit element, meer speciaal vergrendelelement, eventueel aan het paneel (1) bevestigd wordt door middel van een lijmverbinding of dergelijke.
BE2012/0490A 2012-02-07 2012-07-12 Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen BE1021392B1 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US14/377,292 US9771721B2 (en) 2012-02-07 2013-01-30 Floor panel for forming a floor covering, floor covering formed from such floor panels and method for manufacturing such floor panels
BR112014018892A BR112014018892A8 (pt) 2012-02-07 2013-01-30 painel de piso para formar uma cobertura de piso, uma cobertura de piso formada desses painéis de piso, e processo para manufatura desses painéis de piso
KR1020147025162A KR102069909B1 (ko) 2012-02-07 2013-01-30 플로어 커버링을 형성하기 위한 플로어 패널, 그러한 플로어 패널들로부터 형성된 플로어 커버링 및 그러한 플로어 패널들의 제작 방법
PCT/IB2013/050781 WO2013118030A2 (en) 2012-02-07 2013-01-30 Floor panel for forming a floor covering, floor covering formed from such floor panels and method for manufacturing such floor panels.
EP13712906.0A EP2812510B1 (en) 2012-02-07 2013-01-30 Floor panel for forming a floor covering, floor covering formed from such floor panels and method for manufacturing such floor panels
RU2014136350A RU2628345C2 (ru) 2012-02-07 2013-01-30 Панель пола для формирования настила пола, настил пола, сформированный из таких панелей пола, и способ изготовления таких панелей пола
CN201380008098.9A CN104160101B (zh) 2012-02-07 2013-01-30 用于形成地板覆层的地板镶板,由这种地板镶板形成的地板覆层以及制造这种地板镶板的方法
US15/712,489 US10214918B2 (en) 2012-02-07 2017-09-22 Floor panel forming a floor covering, floor covering formed from such floor panels and methods for manufacturing such floor panels
US16/280,294 US10612249B2 (en) 2012-02-07 2019-02-20 Floor panel for forming a floor covering, floor covering formed from such floor panels and method for manufacturing such floor panels

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AZU20120003 2012-02-07
AZ20120003 2012-02-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021392B1 true BE1021392B1 (nl) 2015-11-13

Family

ID=46798913

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0490A BE1021392B1 (nl) 2012-02-07 2012-07-12 Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021392B1 (nl)

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202009004530U1 (de) * 2009-01-16 2009-06-18 Flooring Industries Ltd. Fußbodenpaneel

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202009004530U1 (de) * 2009-01-16 2009-06-18 Flooring Industries Ltd. Fußbodenpaneel

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10612249B2 (en) Floor panel for forming a floor covering, floor covering formed from such floor panels and method for manufacturing such floor panels
BE1023779B1 (nl) Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding
US10753103B2 (en) Floor panel for forming a floor covering
BE1020433A3 (nl) Paneel.
BE1024157B1 (nl) Set van vloerpanelen en werkwijze voor het installeren van deze set van vloerpanelen.
DE602004010914T3 (de) Satz von Fussbodenpaneelen
CN104968873A (zh) 用于形成地板覆层的地板镶板,由这种地板镶板形成的地板覆层以及制造这种地板镶板的方法
CN102695838A (zh) 地板镶板的机械锁定系统
CN105658883A (zh) 用于地板镶板的机械锁定系统
CN101563511A (zh) 地板元件、用于地板元件的锁紧系统、地面覆盖物和将这种地板元件组成地面覆盖物的方法
EP2402527A3 (en) A flooring system comprising a plurality of floor panels
DE202010018550U1 (de) Paneel
CN102725464A (zh) 用于地板镶板的机械锁定系统及其榫舌
CH711305A1 (de) Fussbodenelement.
KR20190126378A (ko) 플로어 커버링을 형성하기 위한 플로어 패널
BE1021392B1 (nl) Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen
BE1021943B1 (nl) Vloerpaneel, vloerbekleding gevormd uit dergelijke vloerpanelen,werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke vloerpanelen en daarbij aangewend vergrendelelement.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200731