BE1026985A1 - Aandrijving voor een buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen - Google Patents

Aandrijving voor een buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen Download PDF

Info

Publication number
BE1026985A1
BE1026985A1 BE20195036A BE201905036A BE1026985A1 BE 1026985 A1 BE1026985 A1 BE 1026985A1 BE 20195036 A BE20195036 A BE 20195036A BE 201905036 A BE201905036 A BE 201905036A BE 1026985 A1 BE1026985 A1 BE 1026985A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
drive
pipe rail
rail trolley
driven wheel
coupling means
Prior art date
Application number
BE20195036A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026985B1 (nl
Inventor
Joris Bogaerts
Original Assignee
B&A Automation Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B&A Automation Bvba filed Critical B&A Automation Bvba
Priority to BE20195036A priority Critical patent/BE1026985B1/nl
Priority to EP20152606.8A priority patent/EP3682728A1/en
Publication of BE1026985A1 publication Critical patent/BE1026985A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026985B1 publication Critical patent/BE1026985B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/143Equipment for handling produce in greenhouses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Handcart (AREA)

Abstract

Aandrijving (1) die uitgevoerd is als een aparte eenheid en die gekoppeld kan worden aan een buisrailwagen (2) en die minstens een aangedreven wiel (12), een elektrische aandrijfmotor (13), een batterij (14), aanstuurmiddelen (29), koppelmiddelgedeelten voor het koppelen van de aandrijving (1) aan de buisrailwagen (2) bevat, evenals een scharnieras (21) die zich uitstrekt dwars op de richting (BB') van de wielas (16), waarbij een gedeelte (20) van de aandrijving (1), dat het aangedreven wiel (12) bevat, een roterende beweging kan maken rond de scharnieras (21) met de bedoeling dit gedeelte (20) pendelend op to hangen aan de buisrailwagen (2).

Description

© BE2019/5036 Aandrijving voor sen buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen. 3 De huidige uitvinding heeft betrekking op een aandrijving voor een buisrailwagen. ; Zulke buisrailwagen kan bijvoorbeeld een buisrailkar zijn cf een ouisrailhoogtewerker.
: PRuisrailwagens worden typisch gebruikt in tuinbouwserres waar ze dienen om aan de planten te kunnen werken of om groenten en vruchten te oogsten, Hierbij rijden de buisrailwagens over een paar buizen, typisch verwarmingsbulzen voor het verwarmen van de tuinbouwserre, | Volgens de stand van de techniek worden zulke buisraiiwagens ; 20 manueel over de buizen voortceduwd, waarbij de duwende ; persoon met de heup of dij tegen de bulsrailwagen duwt en | tevens met beide handen een duwende kracht oo de : buisrailwagen uitoefent. | 25 Het op deze manier voortduwen van de buisrailwagens is een | zeer zwaar karwei, zeker wanneer de buisrallwagen is 9 voigeladen met gecogste groenten of fruit. Het is dan nog zo dat in de volgeladen toestand de buisrailwagens doorgaans grote afstanden dienen af te leggen naar een losplaats of stokkeerplaats, waar de geoogste groenten en fruit worden afgeladen,
© BE2019/5036 Tijdens de oogst zijn in één tuinbouwserre voorts al gauw tientailen van zulke buisrailwagens gelijktijdig in gebruik, bijvoorbeeld typisch een tiental buisrailwagens tussen de 3 rijen met de planten waar er geplukt cf gecogst wordt, een { tiental buisrailwagens voor het afladen van de oogst en een [ tiental buisrailwagens die in een wachtrij staan Lot zij op { hun beurt in gebruik worden genomen voor het oogsten van | groenten of fruit, | Kortom, de omvang van het prooleem is ook redelijk groot, 9 De huidige uitvinding heeft dan ook als dcel een oplossing | te bieden aan het voorncemde probleem en/of andere | 15 problemen. : Meer bepaald is het een doel van de uitvinding een : aandrijving voor een buisrailwagen aan te reiken die het 9 werk van plukkers of plantenverzorgers sterk verlicht, die 9 20 gemakkelijk bij de reeds bestaande buisrailwagens kan worden 9 toegepast, die zeer praktisch in gebruik is en die ceen al 9 te hoge kosten met zich meebrengt.
Hiertoe betreft de huidige uitvinding een aandrijving voor æen buisrailwagen, meer bepaald voor het voortbewegen van de buisrailwagen over een paar buizen van bijvoorbeeld sen Tuinbouwserre, waarbij de aandrijving uitgevoerd is als een aparte eenheid die gekoppeld kan worden aan een culsrailwagen en die minstens de volgende elementen omvat: —- een aangedreven wiel dat door het aankoppelen van de aandrijving aan de buisrailwagen in contact wordt gebracht met éên van de voornoemde buizen;
> BE2019/5036 - een elektrische aandrijfmotor voor het aandrijven van het aangedreven wiel; - een batterij voor het elektrisch voeden van de elektrische motor; aanstuurmiddeien voor het aansturen van het aangedreven { wiel; 9 « xoppeimiddelgedeelkten voor het koppelen van de aandrijving 9 aan de bulsrailwagen;: en, 9 - sen scharnieras die zich uitstrekt dwars op een centrale | 10 wielas van het aangedreven wiel, waarbij een gedeelte van | de aandrijving, dat het aangedreven wiel bevat, een | roterende Deweging kan maken rond de scharnieras met de | bedoeling dit gedeelte pendelend op Le hangen aan de | buisrailwagen, 9 15 9 Een eerste groot voordeel van zulke aandrijving voor een 9 buisrailwagen volgens de uitvinding is uiteraard dat het een 9 xrachtig hulpmiddel is voor het voortbewegen van een 9 buisrailwagen over de buizen van een cuinbouwserre, waarbij | 20 plukkers en piantenverzorgers gespaard olijven van de zware 9 fysieke inspanningen die het manueel voortduwen van zulke 9 buisrailwagens vergt. | Een ander voordeel van zulke aandrijving voor een buisrallwagen volgens de uitvinding is dat ze op eenvoudige wijze aan een buisrailwagen kan gekoppeld worden met behulp van de koppelmiddelgedeelten.
Nog een voordeel van zuike aandrijving volgens de uitvinding is dat de aandrijving een elektrische motor bevat die wordt gevoed vanuit een batterij, zodat de aandrijving als een aparte, autonome eenheid kan functioneren,
° BE2019/5036 Voorts wordt hierdoor vermeden dat uitlaatgassen in de tuinbouwserre worden verspreid, { 3 Nog een groot voordeel van zulke aandrijving volgens de { uitvinding is dat een gedeelte dat het aangedreven wiel | bevat pendelend wordt opgehangen aan de buisrailwagen, zodat 9 zen goed contact met de betreffende buis waarover de | buisrallwacen rijdt, wordt verzekerd, 9 10 In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een aandrijving 9 volgens de uitvinding bevat de aandrijving hierbij trouwens | liefst een centraal gedeelte dat gevormd wordt door een 9 docsvormige batterijeenheid, waaraan een hangend gedeelte | 15 scharnierend is opgehangen voor een pendelende beweging rond | de voornoemde scharnieras die zich uitstrekt dwars op de [ centrale wielas, waarbij het hangend gedeelte de elektrische | sandrijfmotor en het aangedreven wiel omvat, | 20 Ben groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een 9 aandrijving overeenkomstig de uitvinding is dat het gewicht : van de elektrische motor zorgt voor seen goed contact met de 9 betreffende buis waarmee het aangedreven wiel in contact | wordt gebracht, 9 25 9 Bovendien wordt aldus tevens een aandrukkracht op de buis | uitgeoefend die het slippen van het aangedreven wiel over 9 de betreffende buis tegengaat, 9 30 In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een aandrijving volgens de uitvinding is de aandrijvingdraagbaar ultgevoerd zodat ze door een persoon kan worden gedragen. Hiertoe is de aandrijving bij voorkeur voorzien van een 5 handgreep en bedraagt het gewicht ervan lielst niet meer dan 20 kg en liever nog niet meer dan 15 kg. Een groot voordeel van zulke draagbare uitvoering van een ; aandrijving volgens de uitvinding is dat een persoon de : 10 aandrijving naar een te verplaatsen buisrailwagen kan dragen om ze aldaar te koppelen aan de buisrailwagen voor de voortbeweging ervan, Hierbij is het de bedoeling dat de aandrijving volcens de uitvinding vemakkelijk aan te koppelen is aan een buisralivagen en al even gemakkelijk terug van deze buisraiiwagen kan worden ontkoppeld en er terug van worden 9 weggenomen, | 20 Op deze manier kan één enkele aandrijving gebruikt worden | om achtereenvolgens meerdere buisrailwagens aan te drijven. | Deze wijze van uitvoering draagt ook bij aan het beperken | van de kosten, aangezien niet elke buisrailwagen met een 9 25 aandrijving dient te worden uitgerust die permanent op de # betreffende buisrailwagen wordt gemonteerd.
Nog een voordeel van een draagbare uitvoering van een aandrijving volgens de uitvinding bestaat erin dat de aandrijving naar een oplaadpunt kan cedragen worden voor het opladen van de batterij, wearbij aldus miet een helebuisrallwagen tot bij zulk oplaadpunt dient te worden gebracht.
Nog een voorkeurdragend aspect van een aandrijving volgens ; > de uitvinding bestaat erin dat de elektrische aandrijfmotor ; ervan een uitgaande as heeft en het aangedreven wiel een ; centrale wielas heeft, die zich uitstrekken in het verlengde van elkaar, ; 12 Bi? voorkeur is er volgens de uitvinding tussen de uitgaande | as van de elektrische aandrijving en het aancedreven wiel : een planetaire tandwieloverbrenging voorzien die in het | aangedreven wiel is ingebouwd. ; 15 Op deze manier wordt een zeer compact geheel verkregen dat : kan uitgevoerd worden met een relatief klein gewicht in een : door een operator draagbare vorm, | De uitvinding heeft tevens betrekking cp sen combinatie van : 20 zen aandrijving volgens de uitvinding en een buisrailwagen. volgens de uitvinding is zulke combinatie voorzien van koppelmiddelen die gevormd worden door de koppelmiddelgedeelten op de aandrijving en docr complementaire koppelmiddelgedeelten die voorzien zijn op de buisrailwagen, uiteraard met de bedoeling de aandrijving gemakkelijk op de buisrailwagen te kunnen aanbrengen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van zulke combinatie van een aandrijving en een buisrailwacen volgens de uitvinding zijn de koppelmiddelgedeelten van de aandrijving voorzien op de achterzijde van de batterij en zijn de
/ BE2019/5036 koppeimiddeigedesiten van de buisrailwagen voorzien op het [rame van de cuisrailwagen, ; Voorts vormen de compiementaire Kkoppeilmiddalgedeslten bij 3 voorkeur samen een zwaluwstaartverbinding en zijn de | koppelmiddelen Liefst tevens voorzien van | vergrendelingsmiddelen, waarbij het afkoppelen van de 9 aandrijving van de buisrailwagen kan worden verhinderd door | het vergrendelen van de koppeimiddelen en waarbij andersom | 10 bet afkoppelen van de aandrijving van de buisrailwagen kan 9 worden toegelaten door het ontgrendelen van de kopoeilmiddelen. | Met zulke uitvoering van een combinatie van een zandrijving : 15 en een buisrailwagen volgens de uitvinding kan de 9 aandrijving zeer gemakkelijk aan een buisrailwagen worden : gexonppeld en er terug van worden losgemaakt. 9 Bovendien verhinderen de vergrendelingsmiddelen dat de [ 20 aandrijving na het aankoppelen zonder ingrijpen van de | operator terug zou loskomen, zodat een veilige werking ervan is verzekerd.
Zuike uitvoeringvorm maakt ook het gebruik van zulke aandrijving voor het achtereenvolgens aandrijven van meerdere buisrailwagens mogelijk.
ln nog «een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een combinatie van een aandrijving en een buisrailwagen volgens de uitvinding is de buisrailwagen zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde voorzien van koppelmiddelgedeelten, zodatgd BE2019/5036 een aandrijving zowel aan de voorzijde van de buisrailwagen als aan de achterzijde ervan kan aangekoppeld worden, zen aandrijving voigens de uitvinding is geschikt om een 5 buisrailwagen aan te drijven door het uitoefenen van een duwkracht Legen de buisrailwagen in de rijrichting.
De voornoemde uitvoeringsvorm van een combinatie van een ; aandrijving en een buisrailwagen volgens de uitvinding laat 18 toe de buisrailwagen zowel aan te drijven door een duwende kracht aan de voorzijde van de buisrailwagen uit te velenen, als door een duwende kracht aan de achterzijde van de buisraiiwagen uit te oefenen, | 15 Dit is nuttig wanneer de rijrichting dient te worden : omgekeerd. 9 Stel bijvoorbeeld dat de aandrijving is gekoppeld aan de ; voorzijde van de buisrailwagen en deze bijgevolg wordt : 2Ù sangedreven in sen eerste richting, bijvoorbeeld tijdens het | oogsten van de groenten en/of het fruit. | Nadat het oogsten is beëindigd, dient de buisrailwagen in de tegenovergestelde richting te worden aangedreven, bijvoorbeeld om de buisrailwagen Le bewegen naar een aflaacplaars voor het afladen van de groenten en/caf het Éruit.
Dit kan dan simpelweg gebeuren door eerst de aandrijving aan de voorzijde van de buisrailwagen los te koppelen en de aandrijving daarna terug aan te brengen aan de achterzijde van de buisrailwagen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een | aandrijving voor een buisrailwagen, evenals sen combinatie # 5 van een gandrijving en een buisrailwagen volgens de 9 uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande 9 figuren, waarin: | figuur 1 in perspectief een combinatie volgens de | 10 uitvinding van een aandrijving en een buisrailwagen 9 weergeeft in een niet gekoppelde toestand en die 3 geplaatst is op een buizenstel; figuur 2 in perspectief enkel de aandrijving en de 9 wielen van de buisrailwagen uit figuur 1 weergeeft op 9 15 het voornoemde buizenstel; # figuur 3 in perspectief en op grotere schaal de : aandrijving weergeeft die in figuur L met FZ is 9 aangeduid; F figuren 4 en 5 een bovenaanzicht en een onderaanzicht 9 20 weergeven op de aandrijving respectievelijk volgens de 9 pijlen F4 en F5 aangeduid in figuur 3; # figuren 6 en 7 zijaanzichten zijn op de aandrijving 9 respectievelijk voigens de pijlen F6 en F7 aangeduid # in figuur 3: figuren 8 en © zichten weergeven op de aandrijving uit figuur 3, respectievelijk sen vooraanzicht volgens pijl PS aangeduid in figuur 5 en een achteraanzicht volgens 2171 F9 aangeduid in figuur 6; figuren 10 en 11 meer realistische weergaven zijn van dezelfde aandrijving weergegeven in figuur 3, waarbij het pendelend cedeeite ervan zich respectievelijk ineen ingetrokken toestand en een uitgezwaaide toestandbevindt; figuren 12 en 13 in perspectief en uitvergroot het { pendelend gedeelte respectievelijk aangeduid met F12 { 5 en F13 in de figuren 10 en 11, in de betreffende | toestand weergeven, { De aandrijving 1 volgens de uitvinding, die is weergegeven | in de figuren 3 tot 11, is bedoeld om een buisrailwagen 2 9 10 te doen voortbewegen over sen paar buizen 3 en 4 van 9 bijvoorbeseid een tuinbouwserre. 9 Een combinatie 5 van een aandrijving 1 overeenkomstig de | uitvinding en een buisrailwagen 2, die weergegeven is in / 15 figuur 1, vormt tevens het onderwerp van deze uitvinding. | zoals duidelijk is geïllustreerd in figuur 1 is de 9 aandrijving 1 uitgevoerd als een aparte eenheid die op | eenvoudige wijze gekoppeld kan worden aan de buisrailwagen 9 20 2. 9 De buisrailwagen 2 is voorzien van een onderstel 6 dat : ondersteund is op het paar buizen 3 en 4 door middel van, 9 in dit geval, drie paren wielen 7, 8 en 9 die permanent # 25 onder het onderstel 6 zijn voorzien, wat is geïllustreerd 9 in figuur 2. 9 De buisrailwagen 2 bevat voorts een platform 10 dat via een | frame il met het onderstel 6 is verbonden,
+4 BE2019/5036 Het platform 10 kan Dijvoorbeeld dienst doen als laacplatform voor het stapelen van dozen of kratten met # groenten of fruit. { > Het platform 10 kan Levens gebruikt worden door een operator | om erop Le staan tijdens het werken aan planten en het kan { hiertoe in bepaalde uitvoeringsvormen op en neer beweegbaar | zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met behulp van sen 9 schaarmechanisme of dergelijke meer. 9 10 [ Uiteraard kan de concrete uitvoering van de buisrailwagen 2 9 volledig verschillen van deze die getoond is in de figuren. 9 De aandrijving Ì bevat sen aangedreven wiel 12 dat door het # 15 aankoppelen van de aandrijving 1 aan de buisrailwagen 2 in ‘ contact wordt gebracht: met één van de voornoemde buizen 3 | of 4, 9 In de aangekoppelde toestand van de aandrijving Ì vormt dit 9 20 aangedreven wiel 12 aldus een bijkomend wiel aan de | buisrailwagen 2 waarmee een duwende kracht Legen de 9 buisrailwagen 2 kan worden uitgeoefend teneinde deze te doen 9 bewegen in een bepaalde rijrichting AA’. 9 25 De aandrijving l is verder voorzien van sen elektrische 9 aandrijifmotor 13 voor het aandrijven van het aangedreven wiel 12. Deze elektrische motor 13 wordt gevoegd met behulp van een batterij 14.
Deze batterij 14 heeft bij voorkeur een capaciteit om een autonomie van de aandrijving te verzekeren gedurende éên dag. Het geheel, bestaande uit de elektrische aandrijfmotor 13 en het aangedreven wiel 12, is meer in detail weergegeven in de figuren 12 en 13, Hierbij heeft de elektrische aandrijfmotor 13 een uitgaande as 15 en heeft het aangedreven wiel 12 sen centrale wielas 9 16, die zich uitstrekken in het verlengde van elkaar volgens | een richting BB. : Tussen de uitgaande as 15 van de elektrische aandrijving 13 : 15 en het aangedreven wiel 12 is bij voorkeur een planetaire : Landwisloverbrenging voorzien die zoveel als mocelijk en : iiefst helemaal in het aangedreven wiel 12 is ingebouwd. | Op deze wijze wordt een uiterst compacte aandrijving 1 | 20 gerealiseerd.
Volgens de uitvinding bedraagt hierbij de uitwendige diameter M van het aangedreven wiel 12 Îiefst niet meer dan 12 cm.
in de weergegeven uilvoeringsvorm is de aandrijving 1 draagbaar uitgevoerd, zodat een persoon ze kan dragen, Hiertoe is de zandrijving 1 van een handgreep 17 voorzien, Volgens de uitvinding wordt het gewicht van de aandrijving bij voorkeur ook zo beperkt mogelijk gehouden.
Dit gewicht bedraagt liefst niet meer dan 20 ka en liever zelfs niet meer dan 15 kg. De aandrijving l weergegeven in de figuren bevat voorts een centraal gecdesite 18 dat gevormd wordt door een doosvormige batterijeenheid 19, waaraan een hangend gedeelte 20 | scharnierend is opgehangen voor sen vendelende beweging rond een soharnieras 21. # id Deze scharnieras 21 strekt zich uit in een richting CC” 9 dwars op de richting BB’ van de wielas 16 en de uitgaande [ as 15. : In de gekoppelde toestand van de aandrijving 1] aan de ì 15 buisrailwagen 2 is richting CC” van de scharnier-as 21 : parallel aan de rijrichting AA’, : Het hangend gedeelte 20 kan een relatief beperkte roterende : beweging maken rond deze scharnier-as 21 met de bedoeling : 20 dit hangend gedeelte 20 gpendelend op te hangen aan de : buisrailwagen 2, Zoals is gelïlliustreerd in de figuren 12 en 13, kan het nangend gedeelte 20 vendelen over een hoek X russen een ingetrokken toestand die is weergegeven in figuur 12 en een uitgezwaaide toestand die is weergegeven in figuur 12.
De maximale waarde van de hoek X bedraagt in dit geval om en bij 10°, maar in andere uitvoeringsvormen kan de pendelbeweging over een grotere hoek X uitwijken,
= BE2019/5036 In de getoonde uitvoeringsvorm van de figuren bevat het hangend gedeelte 20 het aangedreven wiel 12 en de elektrische aandrijfmotor 13. ; & Hierbij grijpt de scharnieras 21 in op de elektrische aandrijfmotor 13 aan de zijde 22 ervan die het verst af is gelegen van het aangedreven wiel 12, In de figuren 12 en 13 is nog weergegeven dat in de hier besproken uitvoeringvorm het hangend gedeelte 20 is opgehangen met behulp van een bevestiginoselement 23 dat onderaan op het centraal gedeelte 18 van de aandrijving 1 wordt gemonteerd. 9 15 Dit bevestigingselement 23 is uitgevoerd als een holle, ì metalen platte doos of koker 24, waarin onder andere de 9 roterende scharnieras 21 is voorzien. ì Dit bevestigingseiement 23 strekt zich volgens de lengte uit : 20 in een richting DD” die, in de gemonteerde toestand van dit | bevestigingselement 23 op de aandrijving 1, parallel is aan : de breedterichting FF” van de aandrijving 1. : In de ingetrokken toestand van het hangend gedeelte 20 strekken de uitgaande as 15 en de wielas 16 zich uit parallel aan de richting DD’, wat 18 weergegeven in figuur 212. In een uitgezwaaide toestand van het hangend gedeelte 20 maken de uitgaande as 15 en de wielas 16 een hoek X met de evenwijdige EE” aan de richting DD’ die in het rotatievlak van deze uitgaande as 15 en wielas 16 is gelegen, wat is weergegeven in figuur 13.
: In het bevestigingselement 23 is tevens een spiraalveer 25voorzien die een drukkracht uitoefent tussen hat | bevestigingselement 23 en het hangend gedeelte 20 en aldus | het nangend gedeelte 20 in de uitgezwaaide toestand tracht 9 5 te brengen. ) Na het koppelen van de aandrijving 1 aan de buisrailwagen 2 { is de richting DD” volgens de lengte van het | bevestigingselement 23 parallel aan een horizontale richting 9 20 HH, althans voor zover de buizen 3 en 4 in seen horizontaal # viak zijn opgesteld, wat normaal het geval is in een | Luinbouwserre, 9 Deze horizontale richting HH’ is parallel! aan de | 15 breedterichting FF” van de aandrijving Î en strekt zich uit 9 dwars op de rijrichting AA’ van de buisrailwagen Z of dus | dwars op de richting waarin de buizen 3 en 4 zich | uitstrekken, 9 20 Door de pendelende ophanging van het geheel, bestaande uit | het aangedreven wiel 12 en de elektrische aandrijfmotor 13 9 aan het centraal gedeelte 1€ van de aandrijving, wordt een 9 goed contact met de betreffende buis 3 verzekerd. 9 25 Hierbij zorgen het gewicht van de elektrische aandrijfmotor 9 13 evenals de drukkracht uitgeosfend door de spiraalveer 25 | ervoor dat het aangedreven wiel 12 stevig Legen de buis 3 9 wordt aangedrukt, zodat de aandrijfkracht afkomstic van deaandrijving 1 voldoende reactiekracht kan vinden op de buis
3 en aldus kan omgezet worden in een kracht voor het voortbewegen van de buisrailwagen 2.
De handgreep 17 van de aandrijving 1 wordt in het getcond voorbeeld gevormd door een L-vormige buis 26 die met één been 27 zijdelings is aangebracht tegen het centraal : gedeelte 18 en waarvan het andere been 28 de handgreep 17 | 5 vormt die zich uitstrekt over de breedte van het centraal { gedeelte 18 op enige afstand G daarvan. 9 De aandrijving 1 is tevens voorzien van aanstuurmiddelen 29 voor het aansturen van de elektrische aandrijfmotor 13 en | 10 dus van het aangedreven wiel 12. 3 In de uitvoeringsvorm die is weergegeven in de {figuren | onvatten deze aanstuurmiddelen 293 sen stoctbiok 30 dat | bedoeld is om te worden aangestoten door het lichaam van een 9 153 bestuurder, meer bepaaid ter hoogte van het dijbeen of de | heupen, 9 Het stootbiok 30 wordt bij voorkeur gevormd door een | rubberen luchtbalg waarin schakeimiddelen 31 zijn voorzien 9 20 voor het aan- en uitschakelen van de aandrijving 1, | respectievelijk bij het aanstoten en het niet meer aanstoten 9 van het stootblok 30 met het lichaam. 9 Bij voorkeur is het stcotblok 30 aangebracht op de handgreep 9 25 17, maar het is uiteraard volgens de uitvinding niet 9 uitgesloten het stootblok 30 op andere gedeelten van de aandrijving 1 te voorzien, in nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een aandrijving volgens de uitvinding is het stootblok 30 zodanig uitgevoerd dat de positie ervan op ds aandrijving 1, of in dit geval meer bepaald op de handgreep 17,
< BE2019/5036 gemakkelijk kan ingesteld worden door een verplaatsing of | verdraaiing ervan. | Het stootbliok 20 heeft bij voorkeur een breedte E van om en | 5 bij 140 mm, een hoogte S van om en bij 70 mm en een dikte T { van om en bij 50 mm, al zijn uiteraard uitvoerinagsvormen { waarbij het stootbiok 30 met andere afmetingen is uitgevoerd { niet van de uitvinding uitgesloten. | 10 De aandrijving 1 is volgens de uitvinding voorts bij | voorkeur tevens voorzien van schakelmiddelen 32 voor het | aan- an uitschakelen van de aandrijving 1; van | instelmiddelen 33 voor het instellen van de snelheid waarmee | het aangedreven wiel 12 wordt aangedreven en van | 15 oplaadmiddelen 34 voor het opladen van de batterij 14. # De aandrijving 1 is voicens de uitvinding tevens voorzien 9 van koppeimiddelcedeelten 35 voor het koppelen van de 9 aandrijving 1 aan de buisrailwagen 2. 9 20 9 Meer bepaald is sen combinatie 5 volgens de uitvinding van | zen aandrijving 1 en een buisrailwagen 2 voorzien van koppelmiddelen 36 die gevormd worden door cie koppelmiddelgedeeiten 35 op de aandrijving 1 en door compiementaire Konpelmiddelgedeelten 37 die voorzien zijn op de buisrailwagen 2. Deze koppelmiddeigedeeiten 35 van de aandrijving 1 zijn bij voorkeur voorzien op de achterzijde 38 van de batterij 14 en de complementaire koppelmiddelgedeelten 37 van de buisrailwagen 37 zijn liefst voorzien op het frame 11 van de buisrailwagen 2, al is het volgens de uitvinding nietuitgesloten de kcoopelmiddeigedeelten 35 en 37 op andere pilaatsen te voorzien, In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een combinatie 5 volgens de uitvinding vormen de conpiementaire : koppelmiddelgedesiten 35 Ge 37 samen een zwaluwstaartverbinding, waarbij de koppelmiddelen 36 tevens voorzien zijn van vergrendelingemiddelen. ; 10 Hierbij is het de bedoeling dat het afkoppelen van de | aandrijving 1 van de buisrailwagen 2 kan worden verhinderd | door het vergrendelen van de Kkoppeimiddelen 36 met deze ; vergrendelingsmiddelen, Andersom kan het afkoppelen van de aandrijving ! van de buisrailwagen £ net worden toegelaten door het ontgrendelen | van de xocpelmiddelen 36 met deze vergrendelingsmiddelen. ; Op deze wijze is een veilige werking van de aandrijving 1 | 20 verzekerd, | Een interessante uitvceringsvocrm van een combinatie 5 van | een aandrijving len een bulsrailwagen 2 is de buisrailwacen 2 zowel aan de voorzijde 39 als aan de achterzijde 40 te voorzien van koppelmiddeligedeeiten 37, zodat een aandrijving i zowel aan ge voorzijde 39 van buisrailwagen 2 als aan de achterzijge 40 ervan kan gekoppeld worden.
Aldus kan gemakkelijk de rijrichting AA’ worden omgekeerd, zoals reeds in de introductie werd toegelicht.
Nog een voordelig kenmerk van de uitvinding bestaat erin de handgreep 17 bedienbaar uit te voeren voor een aansturing van de koppelimiddelgedeelten 35 en/cf van de voornoemde vergrengelingsmiddelen, | 5 | Bij voorkeur worden de koppelmiddelgedeelten 35 en/of # vergrendelingsmiddelen hierbij aangestuurd door zen 9 draaiende beweging aan de handgreep 17, 9 190 In de hiervoor beschreven uitvosringsvorm is het duidelijk | de bedoeling de aandrijving 1 volgens de uitvinding : gemakkelijk aan een buisrailwagen 2 te kunnen koppelen en { er terug van los te maken, bijvoorbeeld om de aandrijving | op een andere plaats op de buisrailwagen 2 te bevestigen of : 15 op een andere buisrailwagen 2. in een andere toepassing kan zulke aandrijving 1 volgens de 9 uitvinding uiteraard ook gebruikt worden om als permanent 9 cnderdeel van de buisraiiwagen 2 dienst Le doen, in welk | 20 geval onderdelen zoals de handgreep 17 en de aanstuurmiddelen 29 onder de vorm van een stootbiok 30 niet noodzakelijk dienen Le worden toegepast. voorts is het in dit laatste geval cok niet meer nodig de aandrijving 1 uit te voeren als een door een operator draagbaar geheel.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvorm van een aandrijving L en een combinatie 5 van een aandrijving 1 en een buisrailwagen 2 volgens de uitvinding, doch zulke aandrijving 1 en zulke combinatie 5
Ar
EU BE2019/5036 van een aandrijving 1 en een buisrailwagen 2 kan on andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden,

Claims (9)

  1. Conclusies
  2. | Le Aandrijving {1} voor een buisrailwagen (2), meer bepaald voor het voortbewegen van de buisrailwagen (2) | over een paar buizen (3, 4} van bijvoorbeeld een 9 tuinbouwserre, daardoor gekenmerkt dat de aandrijving 9 (12 uitgevcerd is als een aparte eenheid die gekoppeld 9 kan worden aan een buisrailwagen (2) en die minstens 9 10 de volgende elementen omvat: 9 - een aangedreven wiel (12) dat door het aankoppelen 9 van de aandrijving {1} aan de buisrailwagen (2) in | contact wordt gebracht met één van de voornoemde buizen 9 (3,4);
  3. sen elektrische aandrijfmolor (13) voor het aandrijven van het aangedreven wiel {12}; - een batterij {14} voor het elektrisch voeden van de elektrische motor {13}; | - aanstuurmiddelen {29} voor het aansturen van het 9 20 aangedreven wiel {12}; - koppeimidselgedeeiten voor het koppelen van de | aandrijving {1} aan de buisrailwagen {2}: en, 9 - een scharnieras (21) die zich uitstrekt volgens een | richting (CC’} dwars op een centrale wielas (BB”} van | 25 het aangedreven wiel {12}, waarbij een gedeelte (20) 9 van de aandrijving (1), dat het aangedreven wiel {12} 9 bevat, een roterende beweging kan maken rond de # scharnieras (21) met de bedoeling dit gedeelte {20} 9 pendelend op te hangen aan de buisrailwagen {2}.
  4. “2 BE2019/5036 =. Aandrijving (13 volgens conclusie L; daardoor gekenmerkt dat de aandrijving (1) draagbaar is door een à persoon en hiertoe voorzien is van een handgreep {17}, 5 3. Aandrijving (l1} volgens conclusie 1 of 2, daardoor { gekenmerkt dat het gewicht ervan niet meer dan 20 kg [ bedraagt en liever niet meer dan 15 kg bedraagt. # ë., Aandrijving {1} volgens één of meerdere van de 9 30 voorgaande conciusies, dsardoor gekenmerkt dat de | aandrijving {1} een centraal gedeelte (18) bevat dat | gevormd wordt goor sen doosvormige batterijeenheid : {13}, waaraan een hangend gedeelte (20) scharnierend 3 is opgehangen voor een pendelende beweging rond de 9 15 voornoemde scharnieras {21} die zich uitstrekt in een | richting (BB’} dwars op de centrale wielas {BB'}, 9 waarbij het hangend gedeelte (20) de elektrische : aandrijfmotor (13) en het aangedreven wiel (12! omvat, 9 20
  5. 5. Aandrijving {1} volgens éên of meerdere van de 9 voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dal de # elektrische aandrijfmotor {13} een uitgaande as {15} 9 heeft en het aangedreven wiel (12) een wielas (16) | neeft, die zich uitstrekken volgens een richting {BB} in het verlengde van elkaar.
  6. 6, Aandrijving {13 volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat tussen de uitgaande as (15) van de ciektrische aandrijving (13} en het aangedreven wiel 32 (12} een pianetaire tandwieloverbrenging is voorzien die in het aangedreven wiel (12) is ingebouwd.
  7. 7 Aandrijving {13 volgens conclusie 6, daardoor gekermmerkt dat de uitwendige diameter (M) van het aangedreven wiel {12} niet meer dan 12 cm bedraagt, | 5
  8. 8. Aandrijving (1) volgens conclusies 2 en 4, daardoor 9 gexenmerkt dat de handgreep (17) gevormd wordt dcor een # L-vormige buis {26} die met één been (27) zijdelings is aangebracht tegen het centraal gedeelte (18) en { waarvan het andere been (28) de handgreep (17) vormt 9 10 die zich uitstrekt over de breedte van het centraal | gedeelte {15} op enige afstand (Ci daarvan, 9 3. Aandrijving (1) volgens conclusie 2 of 8, daardoor gekenmerkt dat de handgreep (17) tevens bedienbaar is 9 15 voor een aansturing van de koppelmiddelgedeelten (35). 9 10. Aandrijving {13 volgens conciusies 3, daardoor 9 qexenmerkt dat de korpeimiddeigedeelien (35) worden 9 aangestuurd door een draaiende bewecing aan de 9 20 handgreep {17}.
    il. Aandrijving (1) volgens een of meerdere van de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat de aanstuormiddelen (29) een stootblok (30) omvatten die bedoeld is om te worden aangestoten door het lichaam van een bestuurder, meer bepaald ter hoogte van het dijbeen of de heupen.
    12. Aandrijving (13 volgens conclusie il, daardoor gekenmerkt dat de stootblok {30} gevormd wordt door een rubberen luchtbalg waarin schakeïmiddelen {31} zijn voorzien voor het aan- en uitschakelen van de
    & 65 BE2019/5036 | aandrijving (1}, respectievelijk bij het aanstoten en : net niet meer aanstoten van de stootblok (30) met het Lichaam, { 5 13. Aandrijving {1} volgens conclusies 2 en 11, daardoor [ gekenmerkt dat de stootblok {303 is aangebracht op de 9 handgreep {17}. | 14. Aandrijving {L} volgens één of meerdere van de | 10 conciusies 11 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de | positie van de stootblok (30} kan ingesteld worden door | een verplaatsing of verdraaling ervan. 9 15, Aandrijving (1) volgens één of meerdere van de : 15 voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de F aandrijving {13 voorzien is van schakelmiddelen (323 { voor het aan- en uitschakelen van de aandrijving {1}, 9 van instelmiddelen {33} voor het instellen van de | snelheid waarmee het aancedreven wiel (12) wordt 9 20 aangedreven en van oplaadmiddelen (34} voor het opladen van de batterij {14},
    16. Combinatie (5) van een aandrijving (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies en een buisrailwagen (2), daardoor gekenmerkt dat de combinatie (5) voorzien is van koppelmiddelen {36} die gevormd worden door de koppelmiddelgedeelten {35} op de aandrijving {1} an door complementaire koppelmiddelgedeelten (37) die voorzien zijn op de buisrailwagen (23,
    17. Combinatie (5; volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de koppeimiddelgedeelten (35) van de aandrijving (1) voorzien zijn op de achterzijde (35) | van de batterij {14} en de koppelmiddelgedeelten (37) { 5 van de buisrailwacgen {2} voorzien zijn op het {rame
  9. 9 {11} van de buisrailwagen (2}. 9 18. Combinatie {5} voigens conclusie 17, daardoor | gekenmerkt dat de complementaire koppelmiddelgedesiten | 10 (35, 37) samen een Zwaäaluwstaartverbinding vormen en waarbij de koppeimiddelen {36} tevens voorzien zijn van | vergrendelingemiddelen waarbij het afkoppelen van de 3 aandrijving {1} van de buisrailwagen (2) kan worden | verhinderd door het vergrendelen van de kcopelmiddelen 9 15 (36) en waarbij andersom het afkoppelen van de | aandrijving (1) van de buisrailwagen (2) kan worden | toegelaten door het ontgrendelen van de koppelmiddelen 9 20 19, Combinatie (5) volgens één of meerdere van de 9 conciusies 16 tot 18, daardoor gekenmerkt dat de | buisrailwagen {2} zowel aan de voorzijde (39) als san # de achterzijde (40) voorzien is van koppelmiddelgedeeiten {37%}, zodat een aandrijving (1) 25 zowel aan de voorzijde (39) van de buisrailwagen (2) ais aan de achterzijde (40) ervan kan gekoppeld worden,
BE20195036A 2019-01-21 2019-01-21 Aandrijving voor een buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen BE1026985B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195036A BE1026985B1 (nl) 2019-01-21 2019-01-21 Aandrijving voor een buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen
EP20152606.8A EP3682728A1 (en) 2019-01-21 2020-01-20 Drive for a tube-rail cart and combination of such a drive and a tube-rail cart

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195036A BE1026985B1 (nl) 2019-01-21 2019-01-21 Aandrijving voor een buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026985A1 true BE1026985A1 (nl) 2020-08-17
BE1026985B1 BE1026985B1 (nl) 2020-08-24

Family

ID=65529201

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195036A BE1026985B1 (nl) 2019-01-21 2019-01-21 Aandrijving voor een buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3682728A1 (nl)
BE (1) BE1026985B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1030487B1 (nl) * 2022-04-28 2023-12-04 B&A Automation Duwbeugel voor een buisrailwagen

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1020506C2 (nl) * 2002-05-01 2003-11-21 Altech Logistiek B V Werkwagen voor kassen.
BE1020545A3 (nl) * 2012-02-28 2013-12-03 B & A Automation Bvba Buisrailwagen.
BE1020660A3 (nl) * 2012-05-18 2014-02-04 B & A Automation Bvba Buisrailwagen.
NL2009716C2 (nl) * 2012-10-29 2014-05-01 Steenks Service B V Buisrailwagen.
KR101386705B1 (ko) * 2013-03-15 2014-04-18 주식회사 경서시스템 틸팅되는 안내바퀴를 구비한 경작지용 운반기계 및 이를 구비한 운반 시스템

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026985B1 (nl) 2020-08-24
EP3682728A1 (en) 2020-07-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1026985B1 (nl) Aandrijving voor een buisrailwagen en combinatie van zulke aandrijving en een buisrailwagen
US9738299B2 (en) Mother daughter cart system
US3878958A (en) Hand truck with unloading linkage
CN104860231A (zh) 电动搬运车
US2058125A (en) Apparatus for unloading cars
CN205417625U (zh) 一种大棚蔬菜瓜果采摘运输车
US2993323A (en) Machine for harvesting berries
CN105174138A (zh) 底盘结构
CN206520631U (zh) 一种温室大棚采摘辅助升降手推车
CN112075202A (zh) 一种菊花采摘车
US2411228A (en) Portable cart dumping apparatus
CN104097704A (zh) 履带式田间搬运车
CN109131478B (zh) 一种配电箱的移动辅助装置
JP3090386U (ja) 軌陸両用搬送台車
CN108861062A (zh) 一种便于放置不同宽度电缆盘的放置架
US1623910A (en) Snow bemoveb
CN213111073U (zh) 一种移动式提升机
CN212447725U (zh) 一种用于农业机器人的搬运设备
KR20100031918A (ko) 작업용 대차
US2725584A (en) Street sweeper
CN207449937U (zh) 一种建筑用工地推车
CN209700746U (zh) 一种生产宠物食品的粉料运输装置
CN212677796U (zh) 一种菊花采摘车
KR200253207Y1 (ko) 농작물 운반수레
US1142944A (en) Truck.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200824