BE1020545A3 - Buisrailwagen. - Google Patents

Description

Buisrailwagen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een buisrailwagen. -

Meer bepaald heeft de huidige uitvinding betrekking op zulke buisrailwagen die bedoeld is om over buizen van een tuinbouwserre te rijden, welke buizen dienst doen als rails, waarbij de buisrailwagen voorzien is van een platform waarop een persoon kan staan, van aandrijfmiddelen voor het voortbewegen van de buisrailwagen over de buizen en van bedieningsmiddelen waarmee een persoon de aandrijfmiddelen kan bedienen.

Zulke buisrailwagens zijn reeds bekend volgens de stand van de techniek en ze. worden gebruikt in de tuinbouw om verzorgers doorheen de tuinbouwserre te verplaatsen, bijvoorbeeld om de groei van de planten in de serre te controleren en om de planten te verzorgen cf om planten of vruchten te oogsten en deze geoogste planten of vruchten af te voeren.

De buizen, waarover zulke buisrailwagens rijden, bestaan hierbij uit een paar verwarmingsbuizen die zoals rails van een spoorvoertuig parallel aan elkaar doorheen de serre lopen.

Bij de bekende buisrailwagens worden de aandrijfmiddelen gevormd door een elekrische motor die gevoed wordt via een batterij en bestaan de bedieningsmiddelen doorgaans uit één of meerdere schakêlmiddelen, bijvoorbeeld uit een schakelaar waarmee' '.kan * geschakeld worden tussen vooruit rijden en achteruit rijden, een regelknop voor het traploos regelen van de rijsnelheid van de. buisrailwagen,. _______ een noodstopschakelaar en zo meer.

Soms is voor het regelen van de rijsnelheid een pedaal voorzien die met een voet kan worden bediend.

Een nadeel van de bekende buisrailwagens bestaat er echter in dat het instellen van de juiste rijsnelheid vaak lastig is.

Het is immers, inderdaad .zo dat tijdens het rijden de verzorger op bepaalde - plaatsen meer werk te verrichten heeft dan op andere, bijvoorbeeld omdat op deze plaatsen de planten meer verzorging vragen óf er meer geoogst kan worden en dergelijke meer.

Wanneer de rijsnelheid van de buisrailwagen is ingesteld, kan het op bepaalde momenten gebéuren dat de verzorger de snelheid van de buisrailwagen niet volledig kan volgen en hij zich daardoor meer naar achteren of naar voren op het platform beweegt naargelang de zin waarin de buisrailwagen rijdt, respectievelijk bij het vooruit of achteruit rijden van de buisrailwagen.

In extreme gevallen .dient de rijsnelheid, van de buisrailwagen te worden aangepast door met de hand de betreffende regelknop van de bedieningsmiddelert te verstellen tot in een andere stand, of door met een voet een pedaal meer of minder in te drukken, wat echter in combinatie met het te verrichten handwerk aan de planten omslachtig is.

De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel aan het voornoemde nadeel van. de bekende buisrailwagens en eventueel aan andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een buisrailwagen die bedoeld is om over buizen van een tuinbouwserre te rijden, welke buizen dienst doen als rails, waarbij de buisrailwagen voorzien is van een platform waarop een persoon kan staan, van aandrijfmiddelen voor het voortbewegen van de buisrailwagen over de buizen en van bedieningsmiddelen waarmee een persoon de aandrijfmiddelen kan bedienen en waarbij de buisrailwagen bijkomend voorzien is van één of meerdere detectoren die een signaal genereren dat kan variëren naargelang de positie van de persoon op het platform en van een sturing die de aandrijfmiddelen automatisch aanstuurt op basis van één of meerdere signalen gegenereerd door één of meerdere van de voornoemde detectoren.

Een groot- voordeel'- van'- zulke buisrailwagen is dat de detector en of detectoren in functie van de positie van de verzorger op het platform een ander signaal genereert of genereren, welk signaal of signalen door de sturing gebruikt kunnen worden om de rijsnelheid van de buisrailwagen op gepaste wijze aan te passen.

Bijvoorbeeld kan zulke detector een bepaalde limietpositie op het platform bewaken en zodra de verzorger deze limietpositie overschrijdt een signaal genereren, bijvoorbeeld een elektrisch signaal, dat de sturing in een andere mode brengt voor een aansturing van de aandr.ij fmiddelen .naar., een hogere - dan .wel. lagere.snelheid . .. naargelang het geval.

De sturing van de buisrailwagen kan met andere woorden zodanig zijn dat, tijdens het rijden van de buisrailwagen, bij een zekere verplaatsing van de persoon op het platform volgens dé rijrichting in een zin tegenovergesteld aan de · zin waarin de buisrailwagen rijdt, de aandrijfmiddelen worden aangestuurd naar een lagere snelheid.

Alternatief of in combinatie daarmee kan de sturing van de. buisrailwagen zodanig zijn dat, tijdens· het rijden van de buisrailwagen, bij een zekere verplaatsing van de persoon op het platform volgens de rijrichting in dezelfde zin als de zin waarin de buisrailwagen rijdt, de aandrijfmiddeleh worden aangestuurd naar een hogere snelheid. ...

In een andere uitvoeringsvorm kan zulke detector bijvoorbeeld continu, de afstand tot een persoon op hèt platform meten en de sturing continu aansturen.

Volgens een voorkeurdragende. uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding is de sturing zodanig dat, tijdens het rijden van de buisrailwagen, bij een zekere verplaatsing van de persoon op het platform volgens de rijrichting in een zin tegenovergesteld aan de zin waarin de buisrailwagen rijdt, de aandrijfmiddelen worden aangestuurd naar een lagere snelheid en eventueel andersom........

Zulke uitvoeringsvorm van een buisrailwagen volgens de uitvinding .lost- het-~in-de— inleiding— genoemde—p.robleem--pp—-dat optreedt in het geval een verzorger tijdens het werken de buisrailwagen niet meer kan volgen, omdat deze buisrailwagen aan een te hoge snelheid rijdt om de uit te voeren taken tè' kunnen vervullen.

Door detectie van de positie van de verzorger en de snelheid aan te passen in functie van zijn positie kan een verzorger bij een buisrailwagen volgens de uitvinding zonder bijkomende zorgen omtrent het besturen van de buisrailwagen gewoon' verder werken.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een buisrailwagen, meer bepaald een bladsnijkar, volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in perspectief een buisrailwagen volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een bovenaanzicht volgens pijl F2 weergeeft op de buisrailwagen uit figuur 1; figuur 3 een bovenaanzicht volgens pijl F3 weergeeft op de buisrailwagen uit figuur 1; en, figuur 4 een· vooraanzicht volgens pijl F4 weergeeft op de buisrailwagen uit figuur 1.

De in de figuren 1 tot 4 weergegeven buisrailwagen 1 is, zoals de naam het zegt, een wagentje dat bedoeld is om over buizen 2 te rijden, meer bepaald over buizen 2 van een tuinbouwserre.

Hierbij zijn deze buizen 2 doorgaans een paar verwarmingsbuizen 2, die parallel aan elkaar zijn aangebracht, en die aldus dienst doen als rails voor de buisrailwagen 1.

In het getoonde voorbeeld is de buisrailwagen 1 uitgevoerd als een bladsnijkar 1 die bedoeld is om op lage'hoogte te worden gebruikt, waarbij de bladsnijkar 1 voorzien is van een platform 3 dat dienst doet als een- werkplatformpje 3 voor een persoon 4 (enkel schematisch weergegeven in figuren 2 en 3) die in de tuinbouwserre bepaalde verrichtingen dient uit te voeren, zoals hét snijden van bladeren of het oogsten van planten of vruchten, en waarbij het platform 3 zich op slechts geringe hoogte boven de buizen 2 bevindt.

Het platform 3 van de bladsnijkar 1 is aangebracht op een . metalen onderstel 5, welk onderstel 5 steunt op de buizen 2 met behulp van wielen 6 of rollen 6.

Voor het aandrijven van deze rollen of wielen 6 is de bladsnijkar 1 tevens voorzien van aandrijfmiddelen 7, welke gevormd worden door een elektrische motor 8 die wordt aangedreven door een batterij 9 en waarbij deze aandrijfmiddelen 7 geïntegreerd zijn in een verhoogd voorste gedeele 10 én een verhoogd achterste gedeelte 11, dié van elkaar gescheiden zijn door middel van het laag platform 3.

Het verhoogde achterste gedeelte 11 is, net als het platform 3, tevens vlak uitgevoerd, zodat een persoon eventueel- ook- op -dit -verhoogde achterste - gedeelte 11. kan.. .....

staan.

Teneinde· zoveel mogelijk te vermijden dat een persoon van de bladsnijkar 1 zou vallen, is voorts aan het uiterste achtereinde 12 van de bladsnijkar 1 op het verhoogde achterste gedeelte 11 tevens een zich verticaal uitstrekkende steun of leuning 13 voorzien.

Het verhoogde voorste gedeelte 10 van de bladsnijkar 1 is niet bedoeld om op te staan en is aanliggend aan het platform 3 voorzien van een rechtopstaand frame 14 waarin aan de bovenzijde 15 een bedieningspaneel 16 is gemonteerd' met handbediende bedieningsmiddelen 17, waarmee een persoon de aandrijfmiddelen 7 kan bedienen.

Deze handbediende bedieriihgsmiddelen 17 bevatten in het getoonde voorbeeld een schakelaar 18, waarmee de rij zin kan worden ingesteld,.....hetzij vooruit, hetzij achteruit; een regelknop 19 waarmee de rijsnelheid van de bladsnijkar 1 traploos kan worden ingesteld en een noodstop 20.

Op ' het bedieninspaneel 16 is tevens een elektrische aansluiting 21 voorzien voor het opladen van de batterij 9.

Uiteraard is een uitvoeringsvorm met al de voornoemde kenmerken slechts één van de vele mogelijkheden en is het volgens de uitvinding geenszins uitgesloten de concrete configuratie van de bladsnijkar 1 gans anders uit te voeren.

Kenmerkend aan de uitvinding is het feit dat de bladsnijkar 1 bijkomend voorzien is van een detector 22, meer bepaald in dit geval slechts één detector 22, maar het kunnen er volgens de uitvinding ook meerdere zijn, waarbij deze detector 22 in het getoonde voorbeeld tevens in het bedieningspaneel 16 is geïntegreerd, . wat schematisch in het bovenaanzicht en het zijaanzicht van de figuren 2 en 3 is weergegeven met een vierkant.

Deze detector 22 is een af standssensor 22 die naar het platform 3 is gericht en waarmee de afstand D, min of meer gemeten volgens de rijrichting AA', tussen de persoon 4 op · het platform 3 en een vast punt 23 op de bladsnijkar 1 ter plaatse van de detector 22, contactloos kan worden gedetecteerd.

De detector 22 genereert in functie van de gemeten afstand . D een elektrisch signaal 24, bijvoorbeeld een digitaal signaal 24, dat gebruikt wordt als ingangssignaal 24 voor een sturing 25 die de aandrijfmiddelen 7 automatisch aanstuurt en die tevens in het bedieningspaneel 16 is geïntegreerd.

De sturing 25 kan bijvoorbeeld bestaan uit een elektronische controller 25 die het ingangssignaal afkomstig van de detector 22 omzet in een stuursignaal 26, bijvoorbeeld een analoog spanningsstuursignaal 26 dat geschikt is om de aandrijfmiddelen 7 zodanig aan te sturen dat de gewenste snelheidsverandering van de bladsnijkar 1 wordt bekomen.

Bijvoorbeeld kan de sturing 25 een stuursignaal 26 genereren dat de snelheid van de buisrailwagen 1 proportioneel aanpast in functie van de door de afstandsmeter 22 gemeten afstand D.

Bij voorkeur zal de -.aanpassing van de rijsnelheid van de bladsnijkar 1 omgekeerd evenredig zijn met de gemeten afstand D, doch ook andere niet-lineaire verbanden tussen gemeten afstand . D en ..gewenste snelheidsverandering V kunnen worden toegepast.

De voornoemde afstandssensor 22 kan de sturing 25 bijvoorbeeld continu- activeren, maar even goed kan anders te werk worden gegaan waarbij de sturing discontinu wordt geactiveerd, bijvoorbeeld telkens wanneer een bepaalde grenswaarde van de afstand D wordt overschreden of dergelijke.

Bij voorkeur is de sturing zodanig dat, tijdens het rijden van de bladsnijkar 1, bij een zekere verplaatsing van de persoon 4 op het platform 3 volgens de rijrichting AA' in een zin tegenovergesteld aan de zin waarin de bladsnijkar 1 rijdt, de aandrijfmiddelen 7 worden aangestuurd naar een lagere snelheid.

Op deze manier wordt een automatische snelheidsregeling van de bladsnijkar T bekomen, waarbij de bladsnijkar 1 naar een lagere snelheid wordt gestuurd, wanneer de persoon 4 op de bladsnijkar 1 zich tegen de rij zin op het platform 3 beweegt omwille van het vele werk aan de planten waarlangs hij voorbij rijdt.

Naargelang de bladsnijkar 1 voorwaarts rijdt dan wel achterwaarts, zal de persoon 4 bij teveel werk zich respectievelijk naar achteren dan wel naar voren op het platform 3 bewegen, zodat de sturing 25 in beide situaties anders dient te reageren.

Eventueel kan er bijkomend voor gezorgd worden dat de sturing 25 zodanig is dat, tijdens het rijden van de bladsnijkar 1, bij één zékere verplaatsing van de persoon 4 op het platform 3 volgens de rijrichting AA', doch in dezelfde zin als de zin waarin de bladsnijkar 1 rijdt, de aandrijfmiddelen 7 worden aangestuurd naar een hogeré snelheid.

Hierdoor wordt uiteraard het omgeekeerde effect bekomen, namelijk dat de rijsnelheid van de bladsnijkar 1 door de sturing 25 wordt opgedreyen, wanneer de persoon 4 op het Plattform 3 het werk aan de planten waarlangs hij rijdt gemakkelijk lijkt aan te kunnen.

Uiteraard zijn allerhande mogelijke stuursystemen volgens de uitvinding mogelijk.

Bijvoorbeeld kan' als alternatief de bladsnijkar. of buisrailwagen 1 worden uitgerust met minstens twee detectoren, elk onder de vorm van een sensor die het doorbreken van .een lineaire stralenbundel detecteert, respectievelijk een voorste sensor waarvan de betreffende stralenbundel zich uitstrekt over het platform 3 dwars op de rijrichting AA' nabij de voorzijde van de bladsnijkar of buisrailwagen 1 en een achterste sensor waarvan de betreffende stralenbundel zich uitstrekt over het platform .3 dwars .-op de rijrichting A' nabij - de achterzijde van-de- ------. ..

bladsnijkar of buisrailwagen 1.

De voornoemde twee sensoren kunnen hierbij bijvoorbeeld lichtsensoren zijn die de onderbreking van een lichtstraalbundel detecteren.

Uiteraard is het de bedoeling dat de sturing 25 in zulke uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding telkens wordt geactiveerd, wanneer één van de voornoemde sensoren een onderbreking van de betreffende stralenbundel detecteert,, dus op een discontinue manier.

Bijvoorbeeld kan de sturing 25 bij het voorwaarts rijden van de buisrailwagen 1 de rijsnelheid van de buisrailwagen 1 inperken, wanneer door de achterste sensor wordt gedetecteerd dat de betreffende achterste stralenbundel door het passeren van de persoon 4 op de buisrailwagen 1 . wordt onderbroken en bijvoorbeeld kan de sturing 25 de rijsnelheid van de buisrailwagen 1 weer opdrijven, wanneer .: de voorste sensor zulke onderbreking van de betreffende voorste stralenbundel detecteert.

De stand van de schakelaar 18 bepaalt of de buisrailwagen 1 voorwaarts of achterwaarts rijdt, en deze stand van de schakelaar 18 kan gemakkelijk. eveneens aan de sturing 25 worden gekoppeld, zodat de sturing 25 kan worden omgekeerd bij wijziging van de stand van deze schakelaar 18 en aldus steeds het gewenste effect op de rijsnelheid van de buisrailwagen 1 kan worden bekomen.

In nog een andere uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding zijn er één of meerdere detectoren voorzien aan het platform 3 waarop de persoon 4 staat/ bijvoorbeeld druksensoren die in staat zijn de druk veroorzaakt door het gewicht van de persoon 4 op het platform 3 te detecteren.

Hierbij kan bijvoorbeeld op het platform 3 een drukgevoelige mat worden voorzien.

Als alternatief kan het platform 3 uitgerust zijn met een vloerplaat die centraal of eventueel op een andere positie voorzien is van een staafscharnier.

In zulke uitvoeringsvorm kan er bijvoorbeeld voor gezorgd worden dat bij een verplaatsing van de persoon 4 over het platform 3, waarbij de staafscharnier wordt overschreden, de vloerplaat een zekere knik ondergaat, waarbij door het knikken van de plaat een detector of druksensor of dergelijke kan worden geactiveerd, zodat opnieuw de aandrijfmiddelen 7' kunnen worden aangestuurd voor hét veranderen van de rijsnelheid van de buisrailwagen 1 en dit in functie van de positie van de persoon 4 op het platform 3.

In nog een andere uitvoeringsvorm kan eventueel ook gebruik gemaakt worden van detectoren in de vorm van één of meerdere druksensoren, mechanische contacten, indrukknoppen of dergelijke die voorzien zijn aan een leuning 13 van de buisrailwagen 1 en die door de persoon 4 op het platform 3 kunnen worden ingedrukt of geactiveerd, bijvoorbeeld door met zijn lichaam tegen de leuning 13 te leunen.

Als alternatief kan de leuning 13 zelf drukgevoelig worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door de leuning 13 vart een drukgevoelige staaf te voorzien.

Aldus kan opnieuw in functie van de positie van de persoon 4 op het platform 3 een signaal 24 worden gecreëerd dat bedoeld is om via de sturing 25 de aandrijfmiddelen 7 aan te sturen.

In de getoonde figuren 1 tot 4 was de buisrailwagen 1 steeds een bladsnijkar 1 doch andere uitvoeringsvormen van buisrailwagens 1, bedoeld om tevens op grotere hoogte te kunnen werken zijn niet uitgesloten.

Hiertoe kan de buisrailwagen 1 bijvoorbeeld voorzien worden van een in hoogte verstelbare schaarheftafel met werkplateau, eventueel met een beveiliging onder de vorm van een scheefstandmelder.

Hoewel in de bespreking steeds sprake is van een buisrailwagen, is het duidelijk dat de huidige uitvinding ook betrekking heeft op wagens of dergelijke voorzien op wielen of rupsen of dergelijke, en voorzien van een platform waarop een persoon kan staan, en van aandrijfmiddelen voor het voortbewegen van de wagen, bijvoorbeeld over zand . of een verharding en van bedieningsmiddelen waarmee een persoon de aandrijfmiddelen kan bedienen, waarbij de wagen bijkomend voorzien is van één of meerdere detectoren die een signaal genereren dat kan variëren naargelang de positie van de persoon op het platform en van een sturing die de aandrijfmiddelen automatisch- aanstuurt- op basis- van één of -meerdere . .. - -signalen gegenereerd door één of meerdere van de voornoemdë detectoren.

Zulke wagen op banden of rupsen of dergelijke kan tevens alle overige kenmerken vertonen zoals beschreven en/of zoals vermeld in de afhankelijke conclusies, uitgenomen dan de kenmerken welke specifiek afgestemd zijn voor de toepassing op buizenrails.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een buisrailwagen 1 volgens de uitvinding, dóch zulke buisrailwagen 1 volgens de uitvinding kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten : het kader van de uitvinding te treden.

Claims (9)

1. Buisrailwagen (1) die bedoeld is om over buizen (2) van een tuinboüwserrè te rijden, welke buizen (2) dienst doen als rails, waarbij de buisrailwagen. (.Ij voorzien is van een platform (3) waarop een persoon (4) kan staan, van aandrijfmiddelen (7) voor het voortbewegen van de buisrailwagen (1) over de buizen (2) en van bedieningsmiddelen (17) waarmee een persoon (4) de aandrijfmiddelen (7) kan bedienen, daardoor gekenmerkt dat de buisrailwagen (1) bijkomend voorzien is van één of meerdere detectoren' (22) die een signaal (24) genereren dat kan variëren naargelang de positie van de persoon (4) op het platform (3) en van een sturing (25) die de aandrijfmiddelen (7) automatisch aanstuurt op . basis van één of meerdere signalen (24) gegenereerd door één of meerdere van de voornoemde detectoren (22).

2. Buisrailwag'en (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buisrailwagen (1) minstens twee detectoren (22) bevat elk onder de vorm van een sensor die het doorbreken van een lineaire stralenbundel detecteert, respectievelijk een voorste' ' sensor waarvan de betreffende stralenbundel 'zichuitstrekt over het platform (3) dwars op de rijrichting (AA') nabij de voorzijde van de buisrailwagen (1) en een achterste sensor waarvan de betreffende stralenbundel zich uitstrekt over het platform (3) dwars op de rijrichting (AA') nabij de achterzijde van de buisrailwagen (1).

3. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde twee sensoren lichtsensoren zijn die de onderbreking van een lichtstraalbundel detecteren.

4. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de sturing (25) discontinu wordt geactiveerd, meer bepaald telkens wanneer één van de voornoemde sensoren een. onderbreking van de betreffende stralenbundel detecteert.

5. Buisrailwagen (1) volgens één van de voorgaande . conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buisrailwagen (1) is voorzien van minstens één detector (22) in de vorm van eën afstandssensor (22), waarmee de afstand (D) tussen een persoon (4) op het platform (3) en een vast punt (22) op de buisrailwagen (1) ter plaatse van de detector. (22) contactloos kan worden gedetecteerd.

6. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt, dat de voornoemde afstandssensor (22) de sturing (25) 'continu activeert.

7. Buisrailwagen (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de sturing (25) de snelheid van de buisrailwagen (1) aanpast en dit omgekeerd evenredig met de door de afstandsmeter gemeten afstand (D).

8. Buisrailwagen·' (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buisrailwagen (1) een bladsnijkar (1) is.

9. Buisrailwagen (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de buisrailwagen (1) is voorzien van een in hoogte verstelbare schaarheftafel met werkplateau.