BE1026388B1 - Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan - Google Patents

Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan Download PDF

Info

Publication number
BE1026388B1
BE1026388B1 BE20185417A BE201805417A BE1026388B1 BE 1026388 B1 BE1026388 B1 BE 1026388B1 BE 20185417 A BE20185417 A BE 20185417A BE 201805417 A BE201805417 A BE 201805417A BE 1026388 B1 BE1026388 B1 BE 1026388B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
rod
mudguard
passage
assembly according
shaped recess
Prior art date
Application number
BE20185417A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026388A1 (nl
Inventor
Dirk Vens
Original Assignee
Curana Invest Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Curana Invest Bvba filed Critical Curana Invest Bvba
Priority to BE20185417A priority Critical patent/BE1026388B1/nl
Priority to EP19180739.5A priority patent/EP3584147B1/en
Publication of BE1026388A1 publication Critical patent/BE1026388A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026388B1 publication Critical patent/BE1026388B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J15/00Mud-guards for wheels
    • B62J15/02Fastening means; Stays

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)

Abstract

Samenstel van een spatbord (1), een stang (4) die voorzien is om het spatbord (1) met een fiets (2) te verbinden, en een bevestigingsorgaan (6) waarmee de stang (4) bevestigbaar is aan het spatbord (1), waarbij het bevestigingsorgaan (6) een basisdeel (7) omvat dat voorzien is om zich met een zijde tegenaan het binnenste wandoppervlak (3) van het spatbord (1) uit te strekken, waarbij deze zijde een gootvormige uitsparing (8) omvat zodat deze gootvormige uitsparing (8) afgedekt wordt door het binnenste wandoppervlak (3) en een doorgang vormt, waarbij de stang (4) voorzien is om zich roteerbaar uit te strekken doorheen deze doorgang en dat het bevestigingsorgaan (6) en/of het spatbord (1) één of meerdere weerhoudmiddelen (9a, 9b, 9c, 9d) omvat om de rotatie van de stang (4) in de doorgang te beperken.

Description

Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan
Deze uitvinding betreft een samenstel van
-een spatbord voor een fiets, omvattende een binnenste wandoppervlak dat voorzien is om na installatie op een fiets naar een fietsband gericht te zijn;
-een stang die voorzien is om het spatbord met een vast onderdeel van de fiets te verbinden, en
-een bevestigingsorgaan dat bevestigbaar is aan het spatbord en waarmee de stang bevestigbaar is aan het spatbord ter hoogte van het binnenste wandoppervlak.
Om een spatbord te bevestigen aan een onderdeel van een fiets wordt er vaak gebruik gemaakt van een stang. De stang wordt dan enerzijds bevestigd aan het spatbord en anderzijds aan een vast onderdeel van de fiets zoals het frame, de bagagedrager, de wielas, enz.
Uit esthetische overwegingen wordt er soms geopteerd om de stang bevestigen aan het spatbord ter hoogte van het binnenste wandoppervlak van het spatbord, zodat de stang niet of slechts een weinig zichtbaar is ter hoogte van het spatbord. De stang wordt dan bevestigd met behulp van slechts een schroef of met behulp van een bevestigingsorgaan en een schroef. Wanneer men werkt met een schroef alleen, voorziet men bijvoorbeeld de stang van een opening waardoorheen de schroef zich kan uitstrekken. Het voordeel van te werken met slechts een schroef, is dat men een solide verbinding krijgt en de positie van het spatbord ten opzichte van het wiel weinig wijzigt tijdens het gebruik van de fiets. Het nadeel is echter dat men moet voorzien in een aangepaste stang en dat het spatbord gevoelig is aan breuk ter hoogte van de schroef, wanneer er krachten worden uitgeoefend op het spatbord. Wanneer men ervoor opteert om gebruik te maken van een bijkomend bevestigingsorgaan, wordt dit bevestigingsorgaan verbonden met het spatbord en wordt de stang bevestigd aan het bevestigingsorgaan. Om het bevestigingsorgaan te bevestigen aan het spatbord, maakt men meestal gebruik van een schroef. Wanneer het spatbord belast wordt, is het risico
BE2018/5417 op breuk van het spatbord kleiner, maar is het risico op ongewenst loskomen van de stang groot. Het bevestigen van de stang aan het spatbord is hier ook complexer.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om een samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan te vervaardigen, waarbij het bevestigingsorgaan toelaat om de stang op een eenvoudige en een voldoende solide manier te bevestigen aan het spatbord en waarbij het risico op ongewenst loskomen van de stang of breuk van het spatbord, bij belasting op het spatbord, laag is.
Deze doelstelling wordt bereikt door te voorzien een samenstel van
-een spatbord voor een fiets, omvattende een binnenste wandoppervlak dat voorzien is om na installatie op een fiets naar een fietsband gericht te zijn;
-een stang die voorzien is om het spatbord met een vast onderdeel van de fiets te verbinden, en
-een bevestigingsorgaan dat bevestigbaar is aan het spatbord en waarmee de stang bevestigbaar is aan het spatbord ter hoogte van het binnenste wandoppervlak, waarbij het bevestigingsorgaan een basisdeel omvat dat voorzien is om zich met een zijde nagenoeg tegenaan het binnenste wandoppervlak uit te strekken, waarbij deze zijde een gootvormige uitsparing omvat zodat deze gootvormige uitsparing afgedekt wordt door het binnenste wandoppervlak en de uitsparing een doorgang vormt, waarbij de stang voorzien is om zich uit te strekken in deze doorgang en minstens twee ten opzichte van elkaar geroteerde posities in deze doorgang kan innemen en dat het bevestigingsorgaan en/of het spatbord één of meerdere weerhoudmiddelen omvat die de mogelijke posities van de stang in de doorgang beperken, zodat de stang twee uiterste geroteerde posities kan innemen in de doorgang die zich volgens een rotatiehoek ten opzichte van elkaar uitstrekken.
Hier strekt de stang zich uit doorheen de genoemde doorgang. De stang zit dus geklemd tussen het bevestigingsorgaan en het spatbord. Hierdoor is het risico laag dat de stang ongewenst zal loskomen bij belasting van het spatbord. Ook is de kans klein dat het spatbord beschadigd raakt ter hoogte van de stang, tijdens belasting van het
BE2018/5417 spatbord. Dit is ook een eenvoudig tot stand te brengen verbinding. Men moet hier enkel het basisdeel gaan aanbrengen tegenaan het binnenste wandoppervlak van het spatbord en dit bij voorkeur terwijl de stang zich reeds bevindt in de gootvormige uitsparing. Het bevestigingsorgaan zelf kan via een klikverbinding, een magnetische verbinding, een schroefverbinding, verlijming enz. bevestigd worden aan het spatbord. Bij voorkeur is de stang voorzien om zich roteerbaar uit te strekken en kan deze stang slechts een beperkte rotatie uitvoeren door de aanwezigheid van de weerhoudmiddelen. De stang heeft hier dan twee uiterste posities en een oneindig aantal posities tussen deze uiterste posities. De stang kan echter ook een beperkt aantal vaste posities gaan innemen die geroteerd zijn ten opzichte van elkaar waarbij er dan twee uiterste posities zijn en geen of een beperkt aantal posities tussen deze uiterste posities. Bij deze laatste optie kan, nadat de stang bevestigd is aan het spatbord, de stang hier al dan niet nog gaan bewegen vanuit de ene positie naar een andere positie. Zo is het mogelijk dat men voorafgaand aan het verbinden van de stang aan het spatbord, men de stang reeds in de gewenste positie in de uitsparing moet aanbrengen.
De genoemde rotatiehoek kan relatief klein zijn, bijvoorbeeld 10°, 5° of 1°. Deze rotatiehoek kan echter ook 80°, 60°, 50°, 40°, 30°, 20° of 15° zijn. Hoe kleiner de rotatiehoek, hoe steviger de verbinding tussen het spatbord en de fiets en hoe kleiner de bewegingsmogelijkheden van het spatbord ten opzichte van het wiel tijdens het gebruik van de fiets. De stang heeft hier een zekere, maar beperkte bewegingsvrijheid. De stang kan hierdoor eenvoudiger aan een vast onderdeel van de fiets bevestigd worden. Dit omdat men de stang kan roteren in de doorgang wanneer de stang reeds bevestigd is aan het spatbord en/of men vooraf de stang in de gewenste positie kan aanbrengen in de uitsparing, zodat men eenvoudig de stang zo kan gaan positioneren dat deze goed bevestigbaar is aan het gewenste onderdeel van de fiets. Wanneer de stang zich roteerbaar uitstrekt doorheen de doorgang, zorgt dit ervoor dat het spatbord belastingen op het spatbord beter kan gaan opvangen, gezien een beperkte beweging van het spatbord ten opzichte van het fietswiel mogelijk is.
BE2018/5417
Bij voorkeur is de stang voorzien om zich roteerbaar uit te strekken en zijn de één of meerdere weerhoudmiddelen voorzien om de rotatie van de stang in de doorgang beperken. De weerhoudmiddelen gaan hier een rotatie van de stang toelaten, wanneer de stang bevestigd is aan het spatbord met behulp van het bevestigingsorgaan, waarbij deze rotatie wel beperkt is. De doorgang zal zich hier bij voorkeur hoofdzakelijk volgens een bepaalde lengterichting uitstrekken. De stang is hier roteerbaar omheen een as die zich uitstrekt volgens de doorgang. De stang is dan roteerbaar omheen een as die zich doorheen de doorgang uitstrekt en/of die zich nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan de lengterichting van de doorgang. Verder bij voorkeur strekt het spatbord zich uit volgens een lengterichting en heeft het spatbord een symmetrievlak gezien volgens de lengterichting, waarbij de doorgang zich dan bij voorkeur nagenoeg loodrecht uitstrekt op dit symmetrievlak.
De gootvormige uitsparing mondt aan weerszijden uit zodat de stang zich er doorheen kan uitstrekken en heeft een opening die voorzien is om afgedekt te worden door het binnenste wandoppervlak.
De genoemde weerhoudmiddelen kunnen zich ter hoogte van de doorgang uitstrekken, maar kunnen zich ook op een afstand van de doorgang uitstrekken. De stang omvat bij voorkeur opeenvolgend een eerste been, een tussenstuk en een tweede been, waarbij de genoemde benen voorzien zijn om zich hoofdzakelijk aan weerszijden van een fietsband uit te strekken en het tussenstuk voorzien is om zich doorheen de doorgang uit te strekken.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het bevestigingsorgaan, in het bijzonder het basisdeel, de één of meerdere weerhoudmiddelen. Hier kan men dan gaan voorzien in standaard spatborden, zoals bijvoorbeeld spatborden die via extrusie vervaardigd worden, gezien men hier geen genoemde weerhoudmiddelen moet gaan voorzien op het spatbord. Het bevestigingsorgaan zelf zorgt hier voor de beperking van de rotatie waardoor men eenvoudig het gewenste bevestigingsorgaan kan voorzien voor ieder type van stang en waardoor men ook eenvoudig de gewenste beperking van
BE2018/5417 de genoemde rotatiehoek kan voorzien. Zo kan men dan bijvoorbeeld voorzien in bevestigingsorganen die een maximale rotatie van de stang van 5°, 10°, 20°, 50°, enz. toelaten.
Verder bij voorkeur vormen de één of meerdere weerhoudmiddelen een begrenzing van de gootvormige uitsparing. Deze één of meerdere weerhoudmiddelen vormen hier dan mee de gootvormige uitsparing. Ze maken dus deel uit van de omranding van de gootvormige uitsparing, waardoor ze zeer goed in staat zijn om de posities van de stang te beperken. Hier moet men dan niet gaan voorzien in een bevestigingsorgaan met aparte weerhoudmiddelen, maar moet men enkel voorzien in een gootvormige uitsparing.
Ook verder bij voorkeur strekken de één of meerdere weerhoudmiddelen zich uit ter hoogte van een einddeel van de gootvormige uitsparing. Zoals hierboven aangeduid mondt een gootvormige uitsparing aan weerszijden uit zodat de gootvormige uitsparing dan ook steeds aan weerszijden een einddeel omvat. De weerhoudmiddelen kunnen hier aparte onderdelen zijn of kunnen ook mee een genoemd einddeel van de uitsparing vormen. Nog meer bij voorkeur strekken, ter hoogte van beide genoemde einddelen, zich één of meerdere weerhoudmiddelen uit. Op deze manier kan men de posities beter gaan beperken, gezien men op twee plaatsen, die zich op een afstand van elkaar bevinden, gaat beperken. De verbinding tussen de stang en het spatbord is hierdoor meer solide.
In een alternatieve uitvoeringsvorm strekken de één of meerdere weerhoudmiddelen zich uit ter hoogte van een centraal deel van de gootvormige uitsparing.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekt de stang zich uit volgens een vlak en heeft de stang een neutrale positie in de gootvormige uitsparing, waarbij het vlak waarin de stang zich uitstrekt, een hoek van nagenoeg 90° maakt ten opzichte van het raakvlak aan het spatbord, ter hoogte van de gootvormige uitsparing, waarbij de maximale rotatie van de stang vanuit de neutrale positie in de ene richting, groter is
BE2018/5417 dan in de andere richting. De maximale rotatie in de genoemde andere richting kan bijvoorbeeld kleiner zijn dan 5°. De ideale positie om de stang te verbinden met de fiets, is wanneer de stang zich in zijn neutrale positie bevindt in de gootvormige uitsparing. Echter door de opbouw van de fiets en/of het gewenste onderdeel van de fiets waaraan men de stang wenst te bevestigen, is het mogelijk dat men de stang niet of niet eenvoudig kan gaan verbinden met een vast onderdeel van de fiets wanneer de stang zich in deze neutrale positie bevindt. Bij voorkeur gaat men dan de stang naar boven toe gaan roteren. Dit omdat er naar boven toe meer bevestigingspunten zijn en ook omdat dit een stevigere verbinding gaat teweegbrengen die nog goed krachten kan opvangen die op het spatbord inwerken, dan wanneer men op een lagere positie de stang verbindt. Met andere woorden een rotatie in één richting is vaak voldoende. Wanneer er krachten worden uitgeoefend op het spatbord, kan de stang gaan roteren in de uitsparing, wanneer de stang voorzien is om zich roteerbaar uit te strekken in de doorgang. Hoe groter de mogelijke rotatie, hoe groter de bewegingsvrijheid. Een te grote bewegingsvrijheid van het spatbord is echter ongewenst, gezien dit ervoor zorgt dat het spatbord teveel kan gaan bewegen ten opzichte van de onderdelen van de fiets. Door er hier voor te zorgen dat mogelijke rotatie van de stang vanuit de neutrale positie in de ene richting, groter is dan in de andere richting, kan men er hier voor zorgen dat er enkel rotatie mogelijk is vanuit de neutrale richting in de gewenste richting of alleszins de mogelijke rotatie in de andere richting sterk gaan beperken, waardoor de totale mogelijke rotatie klein is, maar toch nog voldoende om een eenvoudige bevestiging aan een vast onderdeel van de fiets mogelijk te maken.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de gootvormige uitsparing, gezien volgens een richting doorheen de doorgang, opeenvolgend een eerste einddeel, een middendeel en een tweede einddeel en omvat de stang opeenvolgend een eerste been, een tussenstuk en een tweede been, waarbij de genoemde benen voorzien zijn om zich hoofdzakelijk aan weerszijden van een fietsband uit te strekken en het tussenstuk voorzien is om zich doorheen de doorgang uit te strekken, waarbij het tussenstuk opeenvolgend omvat een eerste arm, een centraal deel en een tweede arm, zodat de armen de verbinding vormen tussen de respectievelijke benen en het centrale deel,
BE2018/5417 waarbij de lengte van het centrale deel nagenoeg overeenkomt met de lengte van het middendeel en het centrale deel voorzien is om zich nagenoeg volledig uit te strekken in het middendeel en elke arm voorzien is om zich minstens gedeeltelijk uit te strekken in een respectievelijk einddeel. De vormgeving van de gootvormige uitsparing is hier aangepast aan de vormgeving van de stang, waardoor een goede en stevige verbinding tot stand wordt gebracht.
Verder bij voorkeur is het middendeel langwerpig en is het centrale deel staafvormig en roteerbaar opgesteld in het middendeel omheen een as die zich nagenoeg uitstrekt volgens de lengterichting van het middendeel. De rotatie van het centrale deel op zich, is hier dan bij voorkeur niet of slechts een weinig beperkt. Met andere woorden de weerhoudmiddelen strekken zich bij voorkeur niet uit ter hoogte van het middendeel. Tijdens de rotatie van het centrale deel zullen de armen gaan bewegen. De weerhoudmiddelen kunnen dan zo worden opgesteld dat ze mogelijke beweging van de armen beperken. Bij voorkeur strekt een genoemd weerhoudmiddel zich hier uit ter hoogte van een genoemd einddeel. Het genoemd weerhoudmiddel gaat hier dan de beweging van de arm in het einddeel gaan beperken en zo de rotatie van de stang gaat beperken.
Nog meer bij voorkeur omvat de gootvormige uitsparing een bodem die zich uitstrekt tegenover de zijde van de gootvormige uitsparing die voorzien is om afgedekt te worden door het binnenste wandoppervlak, waarbij de afstand van de bodem van een genoemd einddeel tot het binnenste wandoppervlak, afneemt in de richting van het middendeel. De vormgeving van de einddelen is hier dan aangepast aan die van de armen. De randen van de einddelen kunnen hier eenvoudig zo uitgevoerd zijn dat, tijdens de rotatie van de stang en dus tijdens de beweging van de arm in zijn respectievelijke einddeel, de stang in contact kan komen met deze randen, waardoor de beweging van de arm beperkt wordt en dus de rotatie van de stang beperkt is. Deze randen kunnen hier dan eenvoudig zo uitgevoerd zijn dat ze de genoemde weerhoudmiddelen vormen.
BE2018/5417
Verder bij voorkeur vormt deze bodem ter hoogte van het einddeel een stompe hoek met of maakt deze bodem ter hoogte van het einddeel een buiging van minder dan 90° ten opzichte van, het middendeel.
Verder in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vormt elk arm een stompe hoek met of maakt elke arm een buiging van minder dan 90° ten opzichte van, het centrale deel.
Verder in een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm komt de genoemde stompe hoek of buiging van minder dan 90° van een genoemde arm, nagenoeg overeen met de stompe hoek of buiging van minder dan 90° van de bodem van het respectievelijke einddeel. Zo is de vorm van de gootvormige uitsparing volledig aangepast aan de vorm van het tussenstuk.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het spatbord nagenoeg een symmetrievlak gezien volgens zijn lengterichting, en is de doorgang voorzien om zich hoofdzakelijk loodrecht uit te strekken op dit symmetrievlak. Wanneer de uitsparing een genoemd middendeel omvat, strekt het middendeel zich hoofdzakelijk loodrecht uit op het symmetrievlak. De stang is bij voorkeur voorzien om zich roteerbaar uit te strekken doorheen deze doorgang en is hier dan verder bij voorkeur roteerbaar om een as die zich hoofdzakelijk loodrecht uitstrekt op het symmetrievlak. Indien de stang opeenvolgend omvat een eerste been, een tussenstuk en een tweede been, waarbij de genoemde benen voorzien zijn om zich hoofdzakelijk aan weerszijden van een fietsband uit te strekken en het tussenstuk voorzien is om zich doorheen de doorgang uit te strekken, zullen de uiteinden van de benen die voorzien zijn om bevestigd te worden aan een vast fietsonderdeel, naar boven of naar beneden bewegen tijdens de rotatie van de stang. Hierdoor is de bevestiging van de stang aan een vast fietsonderdeel eenvoudig.
Bij voorkeur omvat het binnenste wandoppervlak van het spatbord een uitsteeksel, die een beweging van de stang doorheen de doorgang beperkt in een bevestigde toestand van de stang aan het spatbord. Dit uitsteeksel zorgt ervoor dat de stang niet of slechts
BE2018/5417 beperkt kan bewegen volgens de richting van de doorgang, waardoor de stang zich niet uit de doorgang kan bewegen in bevestigde toestand. Dit zorgt voor een voldoende stevige verbinding tussen het spatbord en de stang. Het is eenvoudig om het binnenste wandoppervlak van een uitsteeksel te voorzien. Zo kan men bijvoorbeeld een spatbord gaan extruderen dat een opstaand element omvat over de volledige lengte van het spatbord.
Verder in een specifieke uitvoeringsvorm omvat het binnenste wandoppervlak twee genoemde uitsteeksels, waarbij deze uitsteeksels zich uitstrekken volgens de lengterichting van het spatbord en voorzien zijn om zich aan weerszijden van de doorgang uit te strekken. Zo wordt de beweging van de stang doorheen de doorgang langs weerszijden beperkt. Een dergelijk spatbord kan eenvoudig via extrusie worden verkregen.
Bij voorkeur omvat het bevestigingsorgaan een uitstekend element en omvat het spatbord een overeenkomstige opening waarin het uitstekend element klikbaar opneembaar is of omgekeerd, ter bevestiging van het bevestigingsorgaan aan het spatbord. Op deze manier hoeft men niet in aparte bevestigingsmiddelen te voorzien, waardoor de bevestiging zeer vlot kan gebeuren. Uiteraard kan men ervoor opteren om het bevestigingsorgaan bijkomend te gaan bevestigen aan het spatbord met bijvoorbeeld een schroef. Men kan hiervoor bijvoorbeeld een bevestigingsorgaan vervaardigen dat reeds voorzien is van een doorgang voor een schroef. Dit uitstekend element kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een onderdeel van het bevestigingsorgaan, dat buigzaam verbonden is met een ander onderdeel van het bevestigingsorgaan, zodat dit uitstekend element eenvoudig in de opening klikbaar is.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het bevestigingsorgaan voorzien om een uiterste rand van het spatbord, gezien volgens de lengterichting van het spatbord, te begrenzen. Het bevestigingsorgaan vormt dan een eindrand of bijvoorbeeld een spatlap. Wanneer het spatbord een metalen spatbord is, vervaardigd via extrusie, heeft
BE2018/5417 het spatbord scherpe eindranden. Het bevestigingsorgaan beschermt dan één van deze eindranden.
In een specifieke uitvoeringsvorm omvat het spatbord nagenoeg een symmetrievlak gezien volgens zijn lengterichting, twee genoemde uitsteeksels ter hoogte van zijn binnenste wandoppervlak die zich volgens de lengterichting van het spatbord uitstrekken op een afstand van elkaar en langs weerszijden van het symmetrievlak, waarbij het basisdeel voorzien is om zich nagenoeg tegenaan het binnenste wandoppervlak uit te strekken en tussen beide uitsteeksels. Verder bij voorkeur is het basisdeel dan geklemd en/of geschoven tussen beide uitsteeksels, waardoor de verbinding tussen het bevestigingsorgaan het spatbord voldoende stevig is.
Verder bij voorkeur omvat het bevestigingsorgaan een randdeel dat voorzien is om een uiterste rand van het spatbord te begrenzen gezien volgens de lengterichting van het spatbord, een eerste bevestigingsdeel en een tweede bevestigingsdeel, waarbij de genoemde bevestigingsdelen en het basisdeel verbonden zijn met het randdeel en zich naast elkaar uitstrekken en op een afstand van elkaar, en waarbij het spatbord twee zijranden omvat die zich aan weerszijden van het symmetrievlak en volgens de lengterichting uitstrekken, waarbij het eerste en het tweede bevestigingsdeel voorzien zijn om zich nagenoeg tegenaan het binnenste wandoppervlak uit te strekken en tussen een respectievelijk uitsteeksel en een zijdelingse rand van het spatbord.
Het doel van de uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een fiets omvattende een samenstel zoals hierboven beschreven.
Bij voorkeur strekt de stang van deze fiets zich uit volgens een vlak en heeft deze stang een neutrale positie in de gootvormige uitsparing, waarbij het vlak waarin de stang zich uitstrekt een hoek van nagenoeg 90° maakt ten opzichte van het raakvlak aan het spatbord, ter hoogte van de gootvormige uitsparing, waarbij de maximale rotatie van de stang vanuit de neutrale positie in de richting naar boven toe, groter is dan in de richting naar beneden toe.
BE2018/5417
In de hierna volgende beschrijving wordt een samenstel volgens deze uitvinding meer in detail omschreven. Deze beschrijving dient enkel om de kenmerken van de uitvinding verder te verduidelijken, en kan dus niet aanzien worden als een beperking van de in de conclusies van deze octrooiaanvraag opgeëiste bescherming voor deze uitvinding, noch van het toepassingsgebied ervan.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hier bijgevoegde figuren, waarvan
-figuur 1 een zijaanzicht van een fiets weergeeft, waarbij deze fiets twee samenstellen volgens de uitvinding omvat;
-figuur 2 een zijaanzicht van een fiets weergeeft, waarbij deze fiets twee samenstellen volgens de uitvinding omvat;
-figuur 3 een detailweergave is van een perspectiefvoorstelling van een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding, waarbij de stang bevestigd is aan het spatbord;
-figuur 4 een detailweergave is van een perspectiefvoorstelling van de eerste uitvoeringsvorm van het samenstel, tijdens de bevestiging van de stang aan het spatbord;
-figuur 5 een doorsnede weergeeft van de eerste uitvoeringsvorm van het samenstel ter hoogte van de stang, waarbij de stang bevestigd is aan het spatbord;
-figuur 6 een perspectiefvoorstelling is van het bevestigingsorgaan van de eerste uitvoeringsvorm van het samenstel;
-figuur 7 een zijaanzicht is van het bevestigingsorgaan van de eerste uitvoeringsvorm van het samenstel;
-figuur 8 een detailweergave is van een bovenaanzicht van de stang;
-figuur 9 een detailweergave is van een perspectiefvoorstelling van het spatbord.
-figuur 10 een schematische weergave is van figuur 5, waarbij enkel de stang en het basisdeel zijn weergegeven en waarop de rotatieas wordt weergegeven;
BE2018/5417
-figuur 11 een schematische doorsnede weergeeft van de eerste uitvoeringsvorm van het samenstel, loodrecht op de rotatieas ter hoogte van een einddeel, waarbij enkel de stang en het basisdeel zijn weergegeven en waarbij de neutrale positie van de stang in de uitsparing is weergegeven in volle lijn en de uiterste posities zijn weergeven in stippellijn;
-figuur 12 een schematische weergave is van een doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van het samenstel ter hoogte van de stang, waarbij enkel de stang en het basisdeel zijn weergegeven en waarbij de rotatieas wordt weergegeven;
-figuur 13 een schematische doorsnede weergeeft van de tweede uitvoeringsvorm van het samenstel, loodrecht op de rotatieas ter hoogte van het middendeel, waarbij enkel de stang en het basisdeel zijn weergegeven en waarbij de neutrale positie van de stang in de uitsparing is weergegeven in volle lijn en de uiterste posities zijn weergeven in stippellijn;
-figuur 14 een schematische weergave is van een doorsnede van een derde en vierde uitvoeringsvorm van het samenstel ter hoogte van de stang, waarbij enkel de stang en het basisdeel zijn weergegeven en waarbij de rotatieas wordt weergegeven;
-figuur 15 een schematische doorsnede weergeeft van de derde uitvoeringsvorm van het samenstel, loodrecht op de rotatieas ter hoogte van het middendeel, waarbij enkel de stang en het basisdeel zijn weergegeven;
-figuur 16 een schematische doorsnede weergeeft van de vierde uitvoeringsvorm van het samenstel, loodrecht op de rotatieas ter hoogte van het middendeel, waarbij enkel de stang en het basisdeel zijn weergegeven;
Het samenstel zoals weergegeven in de figuren omvat een spatbord (1), een bevestigingsorgaan (6) en een stang (4). Het spatbord (1) is een spatbord (1) voor een fiets (2). Met behulp van het bevestigingsorgaan (6) en de stang (4), is het spatbord (1) bevestigbaar aan een fiets (2). In de figuren 1 en 2 zijn twee uitvoeringsvormen van fietsen (2) omvattende twee samenstellen volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. Elke fiets (2) omvat een eerste samenstel waarbij het spatbord
BE2018/5417 (1) een achterspatbord (1) is, dat voorzien is om na installatie op een fiets (2), zich ter hoogte van een achterband uit te strekken. Elke fiets (2) omvat ook een tweede samenstel waarbij het spatbord (1) een voorspatbord (1) is, dat voorzien is om na installatie op een fiets (2), zich ter hoogte van een voorband uit te strekken.
In figuren 3 tot 11 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding meer in detail weergegeven. In figuren 12 en 13 wordt een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding weergegeven en in figuren 14, 15 en 16 worden een derde en een vierde uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding weergegeven.
Bij de eerste en de tweede uitvoeringsvorm zijn de stang (4) en het spatbord (1) op gelijke wijze uitgevoerd, enkel het bevestigingsorgaan (6) verschilt. Bij de derde en de vierde uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een ander type stang (4) en een ander type van bevestigingsorgaan (6), maar komt het type spatbord (1) overeen met het type spatbord (1) van de eerste en de tweede uitvoeringsvorm.
De eerste uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is als volgt opgebouwd:
Het spatbord (1), zoals in detail weergegeven in figuur 9, is via extrusie vervaardigd en omvat een binnenste wandoppervlak (3) dat voorzien is om, na installatie op een fiets (2), naar een fietsband gericht te zijn. Het spatbord (1) strekt zich uit volgens een lengterichting en heeft nagenoeg een symmetrievlak dat zich uitstrekt volgens de lengterichting. Het spatbord (1) omvat twee zijranden (15) die zich aan weerszijden van het symmetrievlak uitstrekken en volgens de lengterichting. Het spatbord (1) omvat ook twee eindranden gezien volgens de lengterichting. Het binnenste wandoppervlak (3) omvat verder twee langwerpige uitsteeksels (10) die zich over de volledige lengterichting uitstrekken en die zich op een afstand van elkaar en symmetrisch ten opzichte van het symmetrievlak uitstrekken. Ter hoogte van een
BE2018/5417 genoemde eindrand die voorzien is om zich achteraan een wiel uit te strekken, omvat het spatbord (1) een dwarsende opening (13).
De stang (4), zoals in detail weergegeven in figuur 8, omvat opeenvolgend een eerste been (4a), een tussenstuk en een tweede been (4a), waarbij de benen (4a) voorzien zijn om zich langs weerszijden van de fietsband uit te strekken en zo aan weerszijden van het symmetrievlak van het spatbord (1). Het tussenstuk omvat opeenvolgend een eerste arm (4b), een centraal deel (4c) en een tweede arm (4b), zodat de armen (4b) de verbinding vormen tussen de respectievelijke benen (4a) en het centrale deel (4c). Alle onderdelen van de stang (4) zijn staafvormig en hebben een cirkelvormige doorsnede. De armen (4b) maken elk een stompe hoek met het centrale deel (4c).
Het bevestigingsorgaan (6), zoals goed zichtbaar in figuren 6 en 7, omvat een randdeel (11), dat voorzien is om de eindrand van het spatbord (1) te begrenzen dat zich het dichtst bevindt van de genoemde opening (13), een eerste bevestigingsdeel (14), een basisdeel (7) en een tweede bevestigingsdeel (14), waarbij de genoemde bevestigingsdelen (14) en het basisdeel (7) verbonden zijn met het randdeel (11) en zich naast elkaar uit strekken en op een afstand van elkaar. Het basisdeel (7) is buigzaam verbonden met het randdeel (11) en omvat een uitstekend element (12) dat klikbaar opneembaar is in de opening (13) ter bevestiging van het bevestigingsorgaan (6) aan het spatbord (1). Het basisdeel (7) is voorzien om zich met een zijde tegenaan het binnenste wandoppervlak (3) van het spatbord (1) uit te strekken, waarbij deze zijde een gootvormige uitsparing (8) omvat zodat deze gootvormige uitsparing (8) afgedekt wordt door het binnenste wandoppervlak (3) en de uitsparing (8) een doorgang vormt.
De gootvormige uitsparing (8) omvat opeenvolgend een eerste einddeel (8a), een middendeel (8b) en een tweede einddeel (8a). Het middendeel (8b) is langwerpig en heeft een lengte die nagenoeg overeenkomt met de lengte van het centrale deel (4c). De gootvormige uitsparing (8) omvat een bodem die zich uitstrekt tegenover de zijde van de gootvormige uitsparing (8) die voorzien is om afgedekt te worden door het
BE2018/5417 binnenste wandoppervlak (3), waarbij de afstand van de bodem van beide einddelen (8a) tot het binnenste wandoppervlak (3), afneemt in de richting van het middendeel (8b). Ter hoogte van elk einddeel (8a), maakt de bodem ook een buiging van minder dan 90° ten opzichte van het middendeel (8b). Het middendeel (8b) is voorzien om zich nagenoeg loodrecht uit te strekken op het symmetrievlak van het spatbord (1).
Om de stang (4) te bevestigen aan het spatbord (1) gaat men als volgt te werk: eerst brengt men de stang (4) aan in de gootvormige uitsparing (8). Dit is goed zichtbaar in figuur 4. Men brengt de stang (4) zo aan dat het centrale deel (4c) zich uitstrekt in het middendeel (8b) en de armen (4b) zich elk deels uitstrekken in een respectievelijk einddeel (8a). De vormgeving van de einddelen (8a) is zodanig dat de armen (4b) nagenoeg volledig aanliggen tegen de genoemde bodem van het respectievelijke einddeel (8a). Dan bevestigt men het bevestigingsorgaan (6) aan het spatbord (1), door de bevestigingsdelen (14) en het basisdeel (7) zo tegengaan het binnenste wandoppervlak (3) te verschuiven, dat het basisdeel (7) tussen de uitsteeksels (10) komt te liggen en de bevestigingsdelen (14) tussen een respectievelijk uitsteeksel (10) een genoemde zijrand (15) en dit totdat het uitstekend element (12) in de opening (13) van het spatbord (1) klikt. De uitsteeksels (10) strekken zich hier aan weerszijden van de uitsparing (8), en dus de doorgang, uit. Het basisdeel (7) wordt geschoven tussen deze uitsteeksels (10) en zit er tussen geklemd. Dit is goed zichtbaar in figuur 5. Eventueel kan men bijkomend nog een schroef aanbrengen doorheen een schroefopening (16) van het basisdeel (7) om de verbinding tussen het bevestigingsorgaan (6) en het spatbord (1) te verstevigen. Dit laatste is echter niet noodzakelijk.
De zijranden (15), samen met de uitsteeksels (10), zorgen ervoor dat de stang (4) zich nagenoeg niet kan bewegen volgens de richting van de doorgang eens de stang (4) bevestigd is aan het spatbord (1). De zijranden (15) en de uitsteeksels (10) vormen een zijdelings begrenzing van de stang (4). De stang (4) strekt zich roteerbaar uit doorheen de doorgang. Het centrale deel (4c) kan hier vrij roteren in het middendeel (8b) omheen een as (A) die zich uitstrekt volgens de lengterichting van het middendeel (8b) en zich
BE2018/5417 centraal uitstrekt doorheen het middendeel (4c). Dit is goed zichtbaar in figuur 10. Deze as (A) strekt zich hier dus nagenoeg loodrecht uit op het symmetrievlak van het spatbord (1). Het symmetrievlak van het spatbord (1) is voorzien om zich opstaand uit te strekken in gebruik van de fiets (2). Tijdens de rotatie van de stang (4) zullen de armen (4b) en benen (4a) dus ofwel naar boven roteren of naar beneden roteren. Door de vormgeving van de einddelen (8a), kunnen de armen (4b) tijdens de rotatie in contact komen met de randen (9a) van hun respectievelijk einddeel (8a). Dit is goed zichtbaar in figuur 11. In figuur 11 wordt de neutrale positie van de stang (4) in de uitsparing (8) weergegeven in volle lijn. In deze neutrale positie maakt de stang (4) een hoek van nagenoeg 90° met het raakvlak van het spatbord (1), ter hoogte van de uitsparing (8). De stang (4) kan hier naar boven toe gaan roteren vanuit de neutrale stand en ook naar onder toe gaan roteren vanuit de neutrale stand. Door de vormgeving van de randen (9a) kan de stang (4) over een grotere hoek naar boven toe gaan roteren. Dit betekent dat wanneer de stang (4) bevestigd is aan het spatbord (1), maar nog niet aan een vast onderdeel van de fiets (5a, 5b), dat men meer naar boven toe kan gaan roteren dan naar onder toe, vanuit de neutrale positie. De mogelijke rotatie van de stang (4) is hier beperkt en de mogelijke rotatie naar boven toe is groter dan de mogelijke rotatie naar beneden toe. Deze randen (9a) van de einddelen (8a) vormen hier dan weerhoudmiddelen (9a) die de rotatie van de stang (4) doorheen de doorgang beperken en zorgen dat er twee uiterste posities van de stang (4) mogelijk zijn die een rotatiehoek ten opzichte van elkaar maken.
In figuren 12 en 13 wordt een tweede uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding weergegeven. Hier wordt er enkel gebruik gemaakt van een ander type bevestigingsorgaan (6) in vergelijking met de eerste uitvoeringsvorm. De vormgeving van de gootvormige uitsparing (8) is hier anders, waardoor de rotatieas (A) van de stang (4) zich op een afstand van het middendeel (4c) uitstrekt i.p.v. centraal door het middendeel (4c). Het symmetrievlak van het spatbord (1) is voorzien om zich opstaand uit te strekken in gebruik van de fiets (2). Tijdens de rotatie van de stang (4) zullen de armen (4b) en benen (4a) dus ofwel naar boven roteren of naar beneden roteren. Door de vormgeving van het middendeel (8b), kan het centrale deel (4c) tijdens de rotatie in
BE2018/5417 contact komen met de randen (9b) van het centrale deel (4c). Dit is goed zichtbaar in figuur 13. In figuur 13 wordt de neutrale positie van de stang (4) in de uitsparing (8) weergegeven in volle lijn. In deze neutrale positie maakt de stang (4) een hoek van nagenoeg 90° met het raakvlak van het spatbord (1), ter hoogte van de uitsparing (8). De stang (4) kan hier naar boven toe gaan roteren vanuit de neutrale stand en ook naar onder toe gaan roteren vanuit de neutrale stand. Door de vormgeving van de randen (9b) kan de stang (4) over dezelfde hoek gaan roteren naar boven toe als naar beneden toe. Deze randen (9b) van het centrale deel (4c) vormen hier dan weerhoudmiddelen (9b) die de rotatie van de stang (4) doorheen de doorgang beperken en zorgen dat er twee uiterste posities van de stang (4) mogelijk zijn die een rotatiehoek ten opzichte van elkaar maken.
In figuren 14, 15 en 16 worden een derde en een vierde uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding weergegeven. Hier wordt er gebruik gemaakt van een ander type bevestigingsorgaan (6) en een ander type van stang (4) in vergelijking met de eerste uitvoeringsvorm. De vormgeving van de gootvormige uitsparing (8) en van het centrale deel (4c) van de stang (4) is hier anders. Ter hoogte van het middendeel (8b) omvat uitsparing (8) een inkeping (18) en het centrale (4c) omvat een in deze inkeping (18) opneembaar uitsteeksel (17). De rotatieas (A) strekt zich uit volgens de lengterichting van het middendeel (8b) en strekt zich centraal uit doorheen het middendeel (4c). Het symmetrievlak van het spatbord (1) is voorzien om zich opstaand uit te strekken in gebruik van de fiets (2). Bij de derde uitvoeringsvorm, zoals zichtbaar in figuur 15, kan het uitsteeksel (17) in contact komen met de randen (9c) van de inkeping (18). Tijdens de rotatie van de stang (4) zullen de armen (4b) en benen (4a) hier ofwel naar boven roteren of naar beneden roteren. Dit is goed zichtbaar in figuur
15. Deze randen (9c) van de inkeping (18) vormen hier dan weerhoudmiddelen (9c) die de rotatie van de stang (4) doorheen de doorgang beperken. Bij de vierde uitvoeringsvorm, zoals zichtbaar in figuur 16, omvat de inkeping (18) tandvormige groeven (9d) waarin het uitsteeksel (17) kan aangrijpen. Door te kiezen in welke groef (9d) men het uitsteeksel (17) aanbrengt, legt men de positie van de stang (4) t.o.v. het
BE2018/5417 bevestigingsorgaan (6) vast. Deze posities zijn geroteerd ten opzichte van elkaar. Deze groeven (9d) vormen hier de weerhoudmiddelen (9d).
Bij de drie eerste uitvoeringsvormen kan de stang (4) een beperkte rotatie uitvoeren zodat men, nadat de stang (4) bevestigd is aan het spatbord (1), en voordat de stang (4) bevestigd is aan een vast onderdeel (5a, 5b) van de fiets (2), de uiteinden van de benen (4a) die voorzien zijn om bevestigd te worden aan een vast onderdeel (5a, 5b) van de fiets (2), naar boven en naar beneden bewegen. Op deze manier kan men kiezen waar men de stang (4) gaat bevestigen aan het fietsonderdeel (5a, 5b) en aan welk 10 fietsonderdeel (5a, 5b). Dit is goed zichtbaar in figuren 1 en 2, waarbij de stangen (4) op verschillende hoogtes aan het frame (5a) bevestigd zijn en zelfs éénmaal aan de wielas (5b).

Claims (17)

  1. BE2018/5417
    1. Samenstel van
    -een spatbord (1) voor een fiets (2), omvattende een binnenste wandoppervlak (3) dat voorzien is om na installatie op een fiets (2) naar een fietsband gericht te zijn;
    -een stang (4) die voorzien is om het spatbord (1) met een vast onderdeel (5a, 5b) van de fiets (2) te verbinden, en
    -een bevestigingsorgaan (6) dat bevestigbaar is aan het spatbord (1) en waarmee de stang (4) bevestigbaar is aan het spatbord (1) ter hoogte van het binnenste wandoppervlak (3), met het kenmerk dat het bevestigingsorgaan (6) een basisdeel (7) omvat dat voorzien is om zich met een zijde nagenoeg tegenaan het binnenste wandoppervlak (3) uit te strekken, waarbij deze zijde een gootvormige uitsparing (8) omvat zodat deze gootvormige uitsparing (8) afgedekt wordt door het binnenste wandoppervlak (3) en de uitsparing (8) een doorgang vormt, waarbij de stang (4) voorzien is om zich uit te strekken in deze doorgang en minstens twee ten opzichte van elkaar geroteerde posities in deze doorgang kan innemen en dat het bevestigingsorgaan (6) en/of het spatbord (1) één of meerdere weerhoudmiddelen (9a, 9b, 9c, 9d) omvat die de mogelijke posities van de stang in de doorgang beperken, zodat de stang (4) twee uiterste geroteerde posities kan innemen in de doorgang die zich volgens een rotatiehoek ten opzichte van elkaar uitstrekken.
  2. 2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de stang (4) voorzien is om zich roteerbaar uit te strekken en de één of meerdere weerhoudmiddelen (9a, 9b, 9c, 9d) voorzien zijn om de rotatie van de stang (4) in de doorgang beperken.
    BE2018/5417
  3. 3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het bevestigingsorgaan (6), in het bijzonder het basisdeel (7), de één of meerdere weerhoudmiddelen (9a, 9b, 9c, 9d) omvat.
  4. 4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de één of meerdere weerhoudmiddelen (9a, 9b, 9c, 9d) een begrenzing vormen van de gootvormige uitsparing (8).
  5. 5. Samenstel volgens conclusie 3 en 4, met het kenmerk dat de één of meerdere weerhoudmiddelen (9a, 9b, 9c, 9d) zich uitstrekken ter hoogte van een einddeel (8a) van de gootvormige uitsparing (8).
  6. 6. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de stang (4) zich uitstrekt volgens een vlak en de stang (4) een neutrale positie in de gootvormige uitsparing (8) heeft, waarbij het vlak waarin de stang (4) zich uitstrekt een hoek van nagenoeg 90° maakt ten opzichte van het raakvlak aan het spatbord (1), ter hoogte van de gootvormige uitsparing (8), waarbij de maximale rotatie van de stang (4) vanuit de neutrale positie in de ene richting, groter is dan in de andere richting.
  7. 7. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gootvormige uitsparing (8), gezien volgens een richting doorheen de doorgang, opeenvolgend omvat een eerste einddeel (8a), een middendeel (8b) en een tweede einddeel (8a) en de stang (4) opeenvolgend omvat een eerste been (4a), een tussenstuk en een tweede been (4a), waarbij de genoemde benen (4a) voorzien zijn om zich hoofdzakelijk aan weerszijden van een fietsband uit te strekken en het tussenstuk voorzien is om zich doorheen de doorgang uit te strekken, waarbij het tussenstuk opeenvolgend omvat een eerste arm (4b), een centraal deel (4c) en een tweede arm (4b), zodat de armen (4b) de verbinding vormen tussen de respectievelijke benen (4a) en het centrale deel (4c), waarbij de lengte van het centrale deel (4c) nagenoeg overeenkomt met de lengte van het middendeel (8b) en het centrale deel (4c) voorzien is om zich nagenoeg
    BE2018/5417 volledig uit te strekken in het middendeel (8b) en elke arm (4b) voorzien is om zich minstens gedeeltelijk uit te strekken in een respectievelijk einddeel (8a).
  8. 8. Samenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het middendeel (8b) langwerpig is en het centrale deel (4c) staafvormig is en roteerbaar is opgesteld in het middendeel (8b) omheen een as (A) die zich nagenoeg uitstrekt volgens de lengterichting van het middendeel (8b).
  9. 9. Samenstel volgens conclusie 6 en 8, met het kenmerk dat de gootvormige uitsparing (8) een bodem omvat die zich uitstrekt tegenover de zijde van de gootvormige uitsparing (8) die voorzien is om afgedekt te worden door het binnenste wandoppervlak (3), waarbij de afstand van de bodem van een genoemd einddeel (8a) tot het binnenste wandoppervlak (3), afneemt in de richting van het middendeel (8b).
  10. 10. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het spatbord (1) nagenoeg een symmetrievlak omvat gezien volgens zijn lengterichting, en dat de doorgang voorzien is om zich hoofdzakelijk loodrecht uit te strekken op dit symmetrievlak.
  11. 11. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het binnenste wandoppervlak (3) een uitsteeksel (10) omvat, die een beweging van de stang (4) doorheen de doorgang beperkt in een bevestigde toestand van de stang (4) aan het spatbord (1).
  12. 12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het binnenste wandoppervlak (3) twee genoemde uitsteeksels (10) omvat, waarbij deze uitsteeksels (10) zich uitstrekken volgens de lengterichting van het spatbord (1) en voorzien zijn om zich aan weerszijden van de doorgang uit te strekken.
    BE2018/5417
  13. 13. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bevestigingsorgaan (6) een uitstekend element (12) omvat en het spatbord (1) een overeenkomstige opening (13) waarin het uitstekend element (12) klikbaar opneembaar is of omgekeerd, ter bevestiging van het bevestigingsorgaan (6) aan het spatbord (1).
  14. 14. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bevestigingsorgaan (6) voorzien is om een uiterste rand van het spatbord (1) te begrenzen, gezien volgens de lengterichting van het spatbord (1).
  15. 15. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het spatbord (1) nagenoeg een symmetrievlak omvat gezien volgens zijn lengterichting, twee genoemde uitsteeksels (10) omvat ter hoogte van zijn binnenste wandoppervlak (3) die zich volgens de lengterichting van het spatbord (1) uitstrekken op een afstand van elkaar en langs weerszijden van het symmetrievlak, waarbij het basisdeel (7) voorzien is om zich nagenoeg tegenaan het binnenste wandoppervlak (3) uit te strekken en tussen beide uitsteeksels (10).
  16. 16. Fiets (2) omvattende een samenstel zoals weergegeven in één of meerdere van de conclusies 1 tot 15.
  17. 17. Fiets (2) volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de stang (4) zich uitstrekt volgens een vlak en de stang (4) een neutrale positie in de gootvormige uitsparing (8) heeft, waarbij het vlak waarin de stang (4) zich uitstrekt een hoek van nagenoeg 90° maakt ten opzichte van het raakvlak aan het spatbord (1), ter hoogte van de gootvormige uitsparing (8), waarbij de maximale rotatie van de stang (4) vanuit de neutrale positie in de richting naar boven toe, groter is dan in de richting naar beneden toe.
BE20185417A 2018-06-19 2018-06-19 Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan BE1026388B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185417A BE1026388B1 (nl) 2018-06-19 2018-06-19 Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan
EP19180739.5A EP3584147B1 (en) 2018-06-19 2019-06-18 Assembly of a mudguard, a bar and a fastening member

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185417A BE1026388B1 (nl) 2018-06-19 2018-06-19 Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026388A1 BE1026388A1 (nl) 2020-01-21
BE1026388B1 true BE1026388B1 (nl) 2020-01-28

Family

ID=62975782

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185417A BE1026388B1 (nl) 2018-06-19 2018-06-19 Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3584147B1 (nl)
BE (1) BE1026388B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2001018872A (ja) * 1999-07-09 2001-01-23 Ogk Giken Kk フェンダー装置
EP2006196A1 (en) * 2007-06-21 2008-12-24 Ivan Passuello Safety release for fender
ITPD20090248A1 (it) * 2009-09-01 2011-03-02 Eurofender S R L Fissaggio del cavallotto porta aste reggi parafango al parafango delle biciclette.
ITPD20100069A1 (it) * 2010-03-09 2011-09-10 Cofin Gmbh Dispositivo per il fissaggio di aste di supporto parafango ad un parafango di bicicletta
DE102009061085B3 (de) * 2009-12-22 2012-10-18 Sks Metaplast Scheffer-Klute Gmbh Vorrichtung zur Befestigung einer Strebe an einem Radschützer eines Fahrrads sowie Anordnung der Strebe an dem Radschützer

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2001018872A (ja) * 1999-07-09 2001-01-23 Ogk Giken Kk フェンダー装置
EP2006196A1 (en) * 2007-06-21 2008-12-24 Ivan Passuello Safety release for fender
ITPD20090248A1 (it) * 2009-09-01 2011-03-02 Eurofender S R L Fissaggio del cavallotto porta aste reggi parafango al parafango delle biciclette.
DE102009061085B3 (de) * 2009-12-22 2012-10-18 Sks Metaplast Scheffer-Klute Gmbh Vorrichtung zur Befestigung einer Strebe an einem Radschützer eines Fahrrads sowie Anordnung der Strebe an dem Radschützer
ITPD20100069A1 (it) * 2010-03-09 2011-09-10 Cofin Gmbh Dispositivo per il fissaggio di aste di supporto parafango ad un parafango di bicicletta

Also Published As

Publication number Publication date
EP3584147B1 (en) 2021-10-27
EP3584147A1 (en) 2019-12-25
BE1026388A1 (nl) 2020-01-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193571C (nl) Rolmaat met verbeterde verbinding tussen veer en meetlint.
DE4327971A1 (de) Fahrradgepäckträger
BE1026388B1 (nl) Samenstel van een spatbord, een stang en een bevestigingsorgaan
NL2012933B1 (en) Connector for connecting profiled-section elements.
NL8702358A (nl) Drager voor het demontabel bevestigen aan een trekhaakinrichting.
EP2229311A1 (de) Anordnung zum halten von taschen an einem fahrrad
DE3702767C2 (nl)
NL2005291C2 (nl) Tashaaksysteem.
BE1028014B1 (nl) Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen
WO2005053459A1 (fr) Meuble de stockage et de presentation de produits
FR2676904A1 (fr) Appareil de support d'accessoires personnels detachable utilisable avec des dispositifs de panneaux.
FR2733787A1 (fr) Mecanisme de roulement pour une porte coulissante
DE102009005222A1 (de) Fahrrad mit Kettenschutz und Fahrradrahmen
EP2670631B1 (fr) Ensemble et procede pour maintenir un pare-chocs et vehicule comprenant un tel ensemble.
NL7907622A (nl) Boven het voorwiel van een fiets te bevestigen bagagedrager.
NL2011193C2 (en) Attachment of channel elements.
NL1032124C2 (nl) Bevestigingssamenstel.
NL1011545C2 (nl) Doekconstructie.
DE102006061866B4 (de) Vorrichtung zum Verbinden eines Fahrradständers mit einem Fahrrad
DE202006015307U1 (de) Gurtöse
EP0198772B1 (fr) Accessoire antivol articulé pour véhicules à moteur et à volant
FR1432697A (fr) Perfectionnements au dispositif de suspension pour dossiers de classement
NL1024679C1 (nl) Sluitorgaan en fietsslot voorzien van een dergelijk sluitorgaan.
NL1031144C1 (nl) Verbeterd scharnier voor een warenhuis.
FR3042167A1 (fr) Dispositif d'extension de benne pour vehicule automobile

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200128