NL1024679C1 - Sluitorgaan en fietsslot voorzien van een dergelijk sluitorgaan. - Google Patents

Description

Sluitorgaan en fietsslot voorzien van een dergelijk sluitorgaan

De uitvinding heeft betrekking op een sluitorgaan dat een 5 gesloten en een niet-gesloten toestand kent, omvattende een althans in hoofdzaak U-vormig lichaam, een staaf die in het U-vormig lichaam kan schuiven en een slot voor het in de gesloten toestand vastzetten van de staaf. Een sluitorgaan van dit type is bekend uit EP-A 1 256 678. Een voordeel van 10 het inventieve sluitorgaan ten opzichte van het bekende sluitorgaan is dat het inventieve sluitorgaan zodanig kan worden uitgevoerd dat in de gesloten toestand de staaf volledig in het U-vormig lichaam is opgenomen en dus niet met bijvoorbeeld een tang kan worden beetgepakt. Het 15 sluitorgaan volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat de staaf parallel aan de benen van het U-vormig lichaam kan schuiven en dat nabij een uiteinde de staaf is voorzien van een dwarsuitsteeksel dat zich in een open positie buiten de benen van het U-vormige lichaam 20 bevindt en dat zich in een gesloten positie tussen de benen van het ü-vormige lichaam bevindt. Het sluitorgaan kan daarbij zodanig zijn uitgevoerd dat bijvoorbeeld een aan het sluitorgaan gekoppelde kettingschalm of een stalen oog tussen de benen van het ü-vormig lichaam wordt getrokken en 25 door het sluitorgaan nagenoeg volledig zal worden bedekt, waardoor het bijzonder moeilijk wordt het sluitorgaan te forceren.

Een gunstige uitvoeringsvorm waarbij het slot met een 30 minimum aan materiaal kan worden gerealiseerd heeft als kenmerk dat het slot een cilinderslot omvat, waarvan een hartlijn althans nagenoeg loodrecht op de benen van het U-vormig lichaam verloopt. Het lichaam bestaat dan bij voorkeur uit één stuk metaal, bij voorkeur vervaardigd uit 35 een harde of hardbare staalsoort, waarin twee gaten zijn 1024679 2 geboord voor het aanbrenger» van het cilinderslot en voor het laten passeren van de staaf. Het cilinderslot is bij voorkeur met behulp van een in het vakgebied bekende spanbus vastgezet/ waarvan bekend is dat hij nagenoeg niet 5 te verwijderen is.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft als kenmerk dat de staaf is voorzien van een in een langsrichting verlopende sleuf of uitsparing, zodanig dat 10 de staaf althans in de niet-gesloten toestand langs een door het slot bediend uitsteeksel kan schuiven. Bij voorkeur is daarbij de sleuf slechts in een deel van de staaf aangebracht, zodanig dat twee uiteinden van de sleuf dicht zijn en de staaf niet uit het sluitorgaan kan vallen. 15

Een verdere gunstige en eenvoudig te realiseren uitvoeringsvorm van de inventieve inrichting heeft als kenmerk dat in de sleuf tenminste één verbreding is aangebracht, waar het uitsteeksel.in de afgesloten toestand 20 althans deels in valt. Door het uitsteeksel bijvoorbeeld uit te voeren als een afgeplatte cilinder, kan het uitsteeksel in een eerste stand van het slot door de sleuf glijden en in een tweede stand, ter plaatse van de verbreding, de staaf blokkeren.

25

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk dat tussen het cilinderslot en de staaf een tussenstuk is aangebracht dat aan een zijde is verbonden met het cilinderslot en aan de andere zijde is voorzien van een 30 uitsteeksel. Om een maximale sterkte te waarborgen is het tussenstuk bij voorkeur vervaardigd uit een harde of hardbare staalsoort.

1024679 3

Een zeer robuuste uitvoeringsvorm heeft als kenmerk dat de staaf en het dwarsuitsteeksel uit één stuk materiaal zijn vervaardigd, bij voorkeur uit staal.

5 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk dat de staaf is voorzien van een additioneel dwarsuitsteeksel, dat in de gesloten toestand deels in het U-vormig lichaam is ondergebracht. Op die wijze kan worden voorkomen dat krachten op het cilinderslot of een tussenstuk worden 10 overgebracht als een wig wordt geslagen tussen het dwarsuitsteeksel en het U-vormig lichaam.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een fietsslot, omvattende een ketting en een sluitorgaan zoals dit in het 15 voorgaande is beschreven. Doordat het sluitorgaan maar één schalm van de ketting deels hoeft te omvatten, kan het sluitorgaan zeer compact worden uitgevoerd, wat het gebruikscomfort aanzienlijk vergroot.

20 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij:

Fig. IA een mogelijke uitvoeringsvorm van een sluitorgaan volgens de uitvinding in zijaanzicht in een niet-25 gesloten toestand weergeeft;

Fig. 1B deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht in een gesloten toestand weergeeft;

Fig. 2A deze uitvoeringsvorm in een niet-gesloten toestand samen met een ketting weergeeft; 30 Fig. 2B deze uitvoeringsvorm in een gesloten toestand samen met een ketting weergeeft;

Fig. 3A een alternatieve uitvoeringsvorm van een sluitorgaan volgens de uitvinding in zijaanzicht in een niet-gesloten toestand weergeeft; 1024679 4

Fig. 3B deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht in een gesloten toestand weergeeft;

Fig. 4A een mogelijke uitvoeringsvorm in vooraanzicht weergeeft; 5 Fig. 4B een alternatieve uitvoeringsvorm met een versterkt tussenstuk in vooraanzicht weergeeft; Fig. 4c deze uitvoeringsvorm met een versterkt tussenstuk en zijplaten in vooraanzicht weergeeft;

Fig. 5A een staaf met een smalle sleuf weergeeft; 10 Fig. 5B deze staaf in doorsnede volgens lijn AA' weergeeft;

Fig. 6A een staaf met een brede sleuf weergeeft;

Fig. 6B deze staaf in doorsnede volgens lijn BB' weergeeft; 15 Fig. 7A een staaf met een asymmetrische sleuf weergeeft;

Fig. 7B deze staaf in doorsnede volgens lijn CC* weergeeft;

Fig. 8 een ketting voorzien van een ring en een sluitorgaan volgens de uitvinding weergeeft; 20 Fig. 9 een voorwerp voorzien van een oog en een sluitorgaan volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. IA geeft een mogelijke uitvoeringsvorm van een sluitorgaan volgens de uitvinding in zijaanzicht in een 25 niet-gesloten toestand weer, bestaande uit een U-vormig lichaam 1, waarin een blind gat 2 is geboord of gefreesd waarin een staaf 3 kan schuiven. In staaf 3 is een doorn 4 bevestigd, die bijvoorbeeld een ketting of een oog kan worden gehaakt, waarna staaf 3 naar binnen kan worden 30 gedrukt en met behulp van een cilinderslot 5 kan worden vastgezet. In de Hier getoonde uitvoeringsvorm is cilinderslot voorzien van een uitsteeksel 6 dat in een sleuf 7 kan schuiven, waarbij sleuf 7 is voorzien van een verbreding waarin uitsteeksel 6 bij het in de gesloten 1024679 5 toestand brengen van het sluitorgaan wordt rondgedraaid/ een en ander zodanig dat staaf 3 niet langer kan bewegen. Fig. 1B geeft deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht in een gesloten toestand weer, waarbij uitsteeksel 6 over een hoek 5 van negentig graden is gedraaid en in de in de figuur niet zichtbare verbreding vast zit.

Het U-vormige lichaam 1 van het sluitorgaan kan uit één stuk zijn vervaardigd, waarbij de kamer tussen de benen 10 wordt uitgefreesd en de twee gaten voor staaf 3 en voor cilinderslot 5 worden geboord of gefreesd. Het is ook mogelijk ü-vormig lichaam 1 uit drie stukken plaat samen te lassen. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van roestvast staal dat zeer sterk en corrosiebestendig is of van een 15 andere harde of hardbare staalsoort. Cilinderslot 5 is met behulp van een in het vakgebied bekende, hier niet getoonde spanbus vastgezet, waarvan bekend is dat hij nagenoeg niet te verwijderen is.

20 Fig. 2A geeft deze uitvoeringsvorm in een niet-gesloten toestand samen met een uiteinde van een ketting 8 weer. De laatste schalm van ketting 8 wordt op doorn 4 gehaakt, waarna staaf 3 naar binnen wordt gedrukt. Daarbij schuift uitsteeksel 6 van cilinderslot 5 in sleuf 7. Fig. 2B geeft 25 deze uitvoeringsvorm in een gesloten toestand weer, waarbij doorn 4 en een deel van de laatste schalm van ketting 8 zich tussen de benen van ü-vormig lichaam 1 bevinden en waarbij uitsteeksel 6 zich in een verbreding 9 van sleuf 7 bevindt. Cilinderslot 5 is op slot gedraaid, waardoor 30 uitsteeksel 6 over een hoek van negentig graden is gedraaid en staaf 3 wordt geblokkeerd.

Fig. 3A geeft een alternatieve uitvoeringsvorm van een sluitorgaan volgens de uitvinding in zijaanzicht weer, 35 waarbij tussen cilinderslot 5 en staaf 3 een tussenstuk 10 1024679 6 is aangebracht, een en ander zodanig dat uitsteeksel 6 van cilinderslot 5 in tussenstuk 10 valt, terwijl een stalen uitsteeksel 11 van tussenstuk 10 in groef 7 van staaf 3 valt. Uitsteeksel 6 van cilinderslot 5 is doorgaans 5 vervaardigd uit een relatief zacht materiaal, zoals messing, terwijl tussenstuk 10 en uitsteeksel 11 uit een harde staalsoort vervaardigd kunnen zijn. Bovendien schept dit de mogelijkheid om uitsteeksel 11 zwaarder uit te voeren dan uitsteeksel 6 en om afwijkende groefconstructies 10 te gebruiken. In de hier getoonde uitvoeringsvorm zijn staaf 3 en doorn 4 uit een stalen staaf vervaardig, door overtollig materiaal te verspanen. Bovendien is voorzien in een additionele doorn 12, waarmee kan worden voorkomen dat het sluitorgaan wordt geforceerd door een wig te slaan 15 tussen doorn 4 en U-vormig lichaam 1. In de hier getoonde uitvoeringsvorm steekt staaf 3 aan de achterzijde uit U-vormig lichaam 1, wat voor bijzondere toepassingen het bedieningscomfort kan vergroten, bijvoorbeeld als het . sluitorgaan op een lastig te bereiken plaats moet worden 20 aangebracht.

Fig. 3B geeft deze uitvoeringsvorm in zijaanzicht in een gesloten toestand weer, waarbij staaf 3 is vastgezet met behulp van uitsteeksel 6 dat samen met tussenstuk 10 over 25 een hoek van negentig graden is gedraaid, waarbij uitsteeksel 11 in de in de figuur niet zichtbare verbreding van groef 7 vast zit. Additionele doorn 12 is in deze gesloten toestand deels in U-vormig lichaam 1 geschoven, waardoor een wig die tussen doorn 4 en U-vormig lichaam 1 30 wordt geslagen feitelijk tussen doorn 4 en additionele doorn 12 terecht komt en weinig schade kan aanrichten aan uitsteeksel 11.

Fig. 4A geeft een mogelijke uitvoeringsvorm in vooraanzicht 35 weer, met cilinderslot 5, staaf 3 en tussenstuk 10 met 1024679 7 stalen uitsteeksel 11 dat hier dezelfde vorm heeft als uitsteeksel 6 van cilinderslot 5.

Fig. 4B geeft een uitvoeringsvorm met een versterkt 5 tussenstuk in vooraanzicht weer, waarbij staaf 3 en doorn 4 uit een stuk staaf zijn vervaardigd door overtollig materiaal te verspanen, zodanig dat staaf 3 deels is afgeplat en is voorzien van een bredere sleuf 7 waarin een breder uitgevoerd uitsteeksel 11 kan bewegen.

10

Fig. 4c geeft deze uitvoeringsvorm met een versterkt tussenstuk, overeenkomstig de in Fig. 4B getoonde uitvoeringsvorm weer, waarbij op de zijkanten van U-vormig lichaam 1 zijplaten 13a,13b zijn gelast, waardoor in een 15 gesloten toestand staaf 3 en doorn 4 nog moeilijker te bereiken zijn.

Fig. 5A geeft een staaf 3 met een smalle sleuf 7 weer, . overeenkomstig Fig. 4A, die direct kan samenwerken met een 20 uitsteeksel 6 van een cilinderslot 5, welk uitsteeksel 6 is weergegeven in de niet-gesloten toestand en in de gesloten toestand, waarbij het zich in de verbreding 9 bevindt. Fig. 5B geeft de staaf in doorsnede volgens lijn AA' weer, met staaf 3, doorn 4 en sleuf 7.

25

Fig. 6A geeft een staaf 3 met een brede sleuf 7 weer, overeenkomstig Fig. 4B, die kan samenwerken met een uitsteeksel 11 van een tussenstuk 10, welk uitsteeksel 11 is weergegeven in de niet-gesloten toestand en in de 30 gesloten toestand, waarbij het zich in de verbreding 9 bevindt. Tevens is staaf 3 voorzien van een additionele doorn 12, zoals weergegeven in Fig. 3A en Fig. 3B.

Fig. 6B geeft de staaf in doorsnede volgens lijn BB' weer, met staaf 3, additionele doorn 12 en sleuf 7.

35 1024679 8

Fig. 7A geeft een staaf 3 met een asymmetrische sleuf 7 weer, dat kan samenwerken met een cirkelsegmentvormig uitsteeksel 11 van een tussenstuk 10, welk uitsteeksel 11 is weergegeven in de niet-gesloten toestand en in de 5 gesloten toestand, waarbij het zich in de verbreding 9 bevindt. Tevens is staaf 3 voorzien van een additionele doorn 12, zoals weergegeven in Fig. 3A en Fig. 3B.

Fig. 7B geeft de staaf in doorsnede volgens lijn CC' weer, met staaf 3, additionele doorn 12 en sleuf 7.

10

Fig. 8 geeft als toepassingsvoorbeeld een ketting 8 voorzien van een ring 14 en een sluitorgaan volgens de uitvinding weer. Ketting 8 wordt bijvoorbeeld doof het frame en rond een boom geslagen, waarna het vrije uiteinde 15 door ring 14 wordt gehaald. Op dit vrije uiteinde wordt het sluitorgaan bevestigd, waardoor het vrije uiteinde niet meer door de ring kan worden gehaald.

Fig. 9 geeft als toepassingsvoorbeeld een voorwerp 15 dat 20 is voorzien van een vast verankerd oog 16 dat door een opening in bijvoorbeeld een wand 17 wordt gestoken. Doorn 4 van het sluitorgaan wordt door het oog 16 gehaald en het sluitorgaan wordt in de gesloten toestand gebracht, waarna voorwerp 15 vast aan wand 17 is bevestigd terwijl oog 16 25 vrijwel onbereikbaar is.

1024679

Claims (10)

1. Sluitorgaan dat een gesloten en een niet-gesloten toestand kent, omvattende een althans in hoofdzaak U-vormig 5 lichaam, een staaf die in het U-vormig lichaam kan schuiven en een slot voor het in de gesloten toestand vastzetten van de staaf, met het kenmerk, dat de staaf parallel aan de benen van het U-vormig lichaam kan schuiven en dat nabij een uiteinde de staaf is voorzien van een dwarsuitsteeksel 10 dat zich in een open positie buiten de benen van het U- vormige lichaam bevindt en dat zich in een gesloten positie tussen de benen van het U-vormige lichaam bevindt.

2. Sluitorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 het slot een cilinderslot omvat, waarvan een hartlijn althans nagenoeg loodrecht op de benen van het U-vormig lichaam verloopt.

3. Sluitorgaan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 20 de staaf is voorzien van een in een langsrichting verlopende sleuf of uitsparing, zodanig dat de staaf althans in de niet-gesloten toestand langs een door het slot bediend uitsteeksel kan schuiven.

4. Sluitorgaan volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de sleuf of uitsparing slechts in een deel van de staaf is aangebracht, zodanig dat twee uiteinden van de sleuf dicht zijn.

5. Sluitorgaan volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in de sleuf of uitsparing tenminste één verbreding is aangebracht, waar het uitsteeksel in de afgesloten toestand althans deels in valt. 1024679

6. Sluitorgaan volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tussen het cilinderslot en de staaf een tussenstuk is aangebracht dat aan een zijde is verbonden met het cilinderslot en aan de andere zijde is voorzien van een 5 uitsteeksel dat kan samenwerken met de sleuf of uitsparing.

7. Sluitorgaan volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tussenstuk is vervaardigd uit staal.

8. Sluitorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de staaf en het dwarsuitsteeksel uit één stuk materiaal zijn vervaardigd.

9. Sluitorgaan volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 15 de staaf is voorzien van een additioneel dwarsuitsteeksel, dat in de gesloten toestand deels in het U-vormig lichaam is ondergebracht.

10. Fietsslot, omvattende een ketting en een sluitorgaan 20 volgens een der voorgaande conclusies. 1024679