BE1028014B1 - Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen - Google Patents

Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen Download PDF

Info

Publication number
BE1028014B1
BE1028014B1 BE20205051A BE202005051A BE1028014B1 BE 1028014 B1 BE1028014 B1 BE 1028014B1 BE 20205051 A BE20205051 A BE 20205051A BE 202005051 A BE202005051 A BE 202005051A BE 1028014 B1 BE1028014 B1 BE 1028014B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bicycle
rails
mudguard
rail
base
Prior art date
Application number
BE20205051A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028014A1 (nl
Inventor
Dirk Vens
Original Assignee
Curana Invest Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Curana Invest Bv filed Critical Curana Invest Bv
Priority to BE20205051A priority Critical patent/BE1028014B1/nl
Priority to DK21153804.6T priority patent/DK3854666T3/da
Priority to EP21153804.6A priority patent/EP3854666B1/en
Publication of BE1028014A1 publication Critical patent/BE1028014A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028014B1 publication Critical patent/BE1028014B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J15/00Mud-guards for wheels
    • B62J15/02Fastening means; Stays

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)

Abstract

Samenstel van een eerste fietsonderdeel (1) en een tweede fietsonderdeel (2), waarbij het eerste fietsonderdeel (1) omvat een spoor met minstens één langwerpige rail (3) en het tweede fietsonderdeel (2) is vormpassend verschuifbaar is langsheen dit spoor en omvat een vervormelement (4) dat roteerbaar is omheen een as (A), en dit tussen minstens eerste stand waarbij het vervormelement (4) verschuifbaar is langsheen het spoor, de minstens ene rail (3) zich in een basispositie bevindt en zo het tweede fietsonderdeel (2) verschuifbaar verbonden is met het eerste fietsonderdeel (1) en een tweede stand waarbij het vervormelement (4) voorzien is om zo aan te grijpen op de minstens ene rail (3) dat deze minstens ene rail (3) lokaal vervormd is ten opzichte van de basispositie, waardoor verschuiving van het vervormelement (4) langsheen het spoor belemmerd wordt.

Description

! BE2020/5051 Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen Deze uitvinding betreft een samenstel van een eerste fietsonderdeel en een tweede fietsonderdeel, waarbij deze fietsonderdelen onderling met elkaar verbindbaar zijn en het eerste fietsonderdeel hiervoor omvat een spoor met minstens één langwerpige rail, waarbij het tweede fietsonderdeel verbindbaar is met het spoor en verschuifbaar is langsheen dit spoor.
Een fiets is opgebouwd uit verschillende fietsonderdelen die met elkaar verbonden zijn. Bepaalde fietsonderdelen zijn met behulp van bouten en moeren, schroeven, enz.
bevestigd aan elkaar. Dit type van bevestiging is geschikt voor onderdelen die steeds op dezelfde positie met elkaar verbonden worden. Bij de productie van de fietsonderdelen voorziet men deze fietsonderdelen van de nodige doorgangen/openingen/gaten. Echter niet alle fietsonderdelen nemen bij elke fiets dezelfde positie in. Wanneer men gebruik maakt van bouten, schroeven en dergelijke, betekent dit dat men ofwel moet voorzien in meerdere gaten in de fietsonderdelen, waarbij dan niet alle gaten worden gebruikt, wat het uitzicht niet ten goede komt, of dat men tijdens de montage van de verschillende fietsonderdelen nog gaten moet gaan boren, wat omslachtig is. Er bestaan ook andere types van verbinding tussen fietsonderdelen. Afneembare lichtjes die werken op batterijen kunnen bijvoorbeeld op volgende eenvoudige wijze verbonden worden met het stuur of de bagagedrager van een fiets: er wordt een bevestigingsmiddel voor het afneembaar lichtje verbonden met het stuur of de bagagedrager en dit bijvoorbeeld door het bevestigingsmiddel vast te klemmen op het stuur of de bagagedrager. Dit bevestigingsmiddel omvat dan twee opstaande rails die zich tegenover elkaar en op een afstand van elkaar uitstrekken.
Deze rails vormen een spoor met een eerste uiteinde en tweede uiteinde, waarbij het bevestigingsmiddel een eindrand omvat ter hoogte van het tweede uiteinde. Het afneembaar lichtje omvat een aanhechtelement dat vormpassend schuifbaar is tussen de rails en dit vanaf het eerste uiteinde tot het aanhechtelement botst tegen de genoemde eindrand. Dit is een eenvoudig tot stand te brengen verbinding. Echter dergelijke types van verbinding zijn minder geschikt voor fietsonderdelen die
? BE2020/5051 gedurende een langere tijd met elkaar verbonden moeten blijven en waarop veel krachten worden uitgeoefend tijdens het fietsen, en dit omdat bij dit type van verbinding het risico op ongewenst loskomen groter is dan bij de klassiekere verbindingen met bouten of schroeven. De verbinding tussen een fietsspatbord en een stang die het fietsspatbord verbindt met een ander fietsonderdeel zoals het frame, de bagagedrager, de wielas, of dergelijke, is een verbinding die veel krachten ondervindt tijdens het gebruik van de fiets. Voor deze verbinding wordt daarom vaak gebruik gemaakt van een bout en een moer. Echter de positie van de stang ten opzichte van het spatbord is afhankelijk van het fietstype en van de fietsgrootte.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om fietsonderdelen op een eenvoudige manier te kunnen verbinden met elkaar en dit in de gewenste positie ten opzichte van elkaar en dit zonder dat het risico op ongewenst loskomen van de fietsonderdelen al te groot is.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een samenstel van een eerste fietsonderdeel en een tweede fietsonderdeel, waarbij deze fietsonderdelen onderling met elkaar verbindbaar zijn en het eerste fietsonderdeel hiervoor omvat een spoor met minstens één langwerpige rail, waarbij het tweede fietsonderdeel verbindbaar is met het spoor en verschuifbaar is langsheen dit spoor, en waarbij het tweede fietsonderdeel omvat een vervormelement dat in een verbonden toestand van de twee fietsonderdelen roteerbaar is omheen een as die zich opstaand uitstrekt ten opzichte van het spoor, en dit tussen minstens twee standen, zijnde een eerste stand waarbij het vervormelement verschuifbaar is langsheen het spoor, de minstens ene rail zich in een basispositie bevindt en zo het tweede fietsonderdeel verschuifbaar verbonden is met het eerste fietsonderdeel langsheen het spoor en een tweede stand waarbij het vervormelement voorzien is om zo aan te grijpen op de minstens ene rail dat deze minstens ene rail lokaal vervormd is ten opzichte van de basispositie en verschuiving van het vervormelement langsheen het spoor belemmerd wordt en zo het tweede fietsonderdeel op een vaste positie verbonden is met het eerste fietsonderdeel. Hier is er dan een eerste verbonden toestand waarbij het tweede fietsonderdeel verschuifbaar verbonden is met het eerste fietsonderdeel en het vervormelement zich in zijn eerste stand bevindt.
Het vervormelement is hier voorzien om vanuit de eerste verbonden toestand aan te grijpen op de minstens ene rail en het zo vervormen van deze minstens ene rail, voor vastzetten van de fietsonderdelen ten opzichte van elkaar in een gewenste positie en het zo vormen van een tweede verbonden toestand.
In de tweede verbonden toestand wordt de verschuiving van het tweede fietsonderdeel ten opzichte van het eerste fietsonderdeel langsheen het spoor belemmerd.
De basispositie van de minstens ene rail is de positie waarbij er geen krachten van buitenaf worden uitgeoefend op de rail en dus het vervormelement geen krachten uitoefent op de rail.
Doordat het vervormelement dan gaat aangrijpen op de minstens ene rail in de tweede stand, oefent het vervormelement krachten uit op de rail waardoor de rail lokaal vervormd.
Bij de eerste verbonden toestand is het eerste fietsonderdeel reeds met het tweede fietsonderdeel verbonden, maar zijn de fietsonderdelen nog verschuifbaar ten opzichte van elkaar.
In deze eerste verbonden toestand kan men op een zeer eenvoudige wijze de fietsonderdelen in de gewenste onderlinge positie brengen, om dan in deze positie het vervormelement te roteren naar zijn tweede stand om het tweede fietsonderdeel vast te zetten ten opzichte van het eerste fietsonderdeel en dit ter vorming van een genoemde tweede verbonden toestand.
Het tweede fietsonderdeel is hier dus op verschillende posities verbindbaar met het eerste fietsonderdeel, zodat men steeds kan opteren voor de meest gewenste positie.
In de tweede verbonden toestand wordt verschuiving van het tweede fietsonderdeel zo belemmerd dat tijdens het normaal gebruik van de fiets, het tweede fietsonderdeel zijn gewenste positie ten opzichte van het eerste fietsonderdeel behoudt.
Ook het roteren van het vervormelement rondom de genoemde as, wanneer de fietsonderdelen zich in de eerste verbonden toestand bevindt, kan op een eenvoudige manier plaatsvinden.
Zo kan men het vervormelement zo uitvoeren dat men met een handwerktuig, zoals een inbussleutel, het vervormelement kan gaan roteren.
Men kan het vervormelement ook voorzien van een knop of dergelijke die men met de hand kan vastgrijpen om het vervormelement te gaan roteren.
Eventueel kan het tweede fietsonderdeel voorzien zijn van één of meerdere bijkomende elementen die de rotatie vanuit de tweede stand naar de eerste stand bijkomend verhinderen.
Het eerste fietsonderdeel kan eender welk fietsonderdeel zijn waaraan men iets wenst te bevestigen. Zo kan het eerste fietsonderdeel een spatbord, een bagagedrager, een frame, een stuur zijn, enz.
Het spoor kan slechts één rail omvatten en is dan een monorail. Het vervormelement strekt zich dan bij voorkeur uit rondom deze rail en omvat bijvoorbeeld twee opstaande pinnen die zich, in de eerste verbonden toestand, aan weerszijden van de rail uitstrekken en die zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de langsrichting van de rail. Bij het roteren vanuit de eerste stand naar de tweede stand, gaan deze pinnen dan duwen tegen rail en dit ter hoogte van twee plaatsen van de rail die zich op een afstand van elkaar bevinden gezien volgens de langsrichting, om zo de rail te ververvormen. Het spoor kan echter ook twee rails omvatten die zich naast elkaar uitstrekken en dit op een afstand van elkaar. Zo kunnen deze twee rails zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken en zich uitstrekken volgens een rechte of een boog, zodat het tweede fietsonderdeel dan verschuifbaar is volgens deze rechte of deze boog. Met nagenoeg evenwijdig aan elkaar wordt aangeduid dat ze zich uitstrekken volgens richtingen die bij voorkeur een hoek maken met elkaar van minder dan 10°, nog meer bij voorkeur minder dan 5° en nog meer bij voorkeur minder dan 1° en het meest bij voorkeur betekent dit dat ze zich volgens dezelfde richting of boog uitstrekken. De genoemde as strekt zich dan bij voorkeur nagenoeg loodrecht uit op deze rechte of steeds nagenoeg loodrecht uit op de raaklijn aan deze boog. Met nagenoeg loodrecht op wordt bij voorkeur een hoek tussen 80° en 90° aangeduid, nog meer bij voorkeur een hoek tussen de 85° en 90° en nog meer bij voorkeur een hoek tussen 89° en 90° en het meest bij voorkeur een hoek van 90°. Het tweede fietsonderdeel kan ook eender welk fietsonderdeel zijn dat dan voorzien is om bevestigd te zijn aan een spatbord, een bagagedrager, een frame, een stuur zijn, enz.
Dit tweede fietsonderdeel kan dan bijvoorbeeld een verlichtingselement omvatten, een bevestigingselement voor een tas zijn, een bevestigingselement voor een stang aan een
> BE2020/5051 spatbord zijn, een bevestigingselement voor een profiel dat voorzien zich uit te strekken ter hoogte van het binnenste wandoppervlak van het spatbord om zo lokaal het spatbord te versterken en/of om kabels af te dekken, een bevestigingselement om een vork aan een spatbord te bevestigen, enz.
Het bevestigingselement omvat dan bijvoorbeeld onderdelen die met de benen van een vork verbindbaar zijn.
Wanneer het spoor twee rails omvat, kan het vervormen van deze rails op verschillende wijzen plaatsvinden.
Wanneer het vervormelement zich verschuifbaar omheen beide rails uitstrekt in de eerste verbonden toestand, kan het vervormelement tijdens het roteren van de eerste stand naar de tweede stand de rails lokaal naar binnen toe gaan duwen, dus naar de andere rail toe gaan duwen.
Wanneer het vervormelement zich verschuifbaar tussen beide rails uitstrekt in de eerste stand, dan kan het vervormelement tijdens het roteren van de eerste stand naar de tweede stand de rails lokaal naar buiten toe gaan duwen, dus van elkaar weg gaan duwen.
Zo kan het vervormelement, gemeten doorheen de genoemde as en volgens een vlak loodrecht op deze as, bijvoorbeeld een minimale afmeting hebben die nagenoeg overeenkomt met de afstand tussen de twee rails in hun basispositie en een maximale afmeting die ietwat groter is dan de afstand tussen de rails in hun basispositie.
Zo kan de minimale afmeting hoogstens 3 mm kleiner zijn dan de genoemde afstand, bij voorkeur hoogstens 1 mm en nog meer bij voorkeur hoogstens 0,50 mm.
Met ietwat groter wordt aangeduid dat de maximale afmeting minstens 0,1 mm, bij voorkeur minstens 0.2 mm en het meest bij voorkeur minstens 0.3 mm groter is dan de genoemde afstand.
Zo kan deze maximale afmeting 0,4 mm, 0.5 mm, 1 mm of 3 mm groter zijn dan de genoemde afstand.
De rotatie vanuit de tweede stand naar de eerste stand wordt hier ook belemmerd door de vervormde rails, waardoor de kans op een ongewenste rotatie vanuit de tweede stand klein is bij normaal gebruik van de fiets.
De één of twee rails kunnen vervormd worden en zijn hiervoor bijvoorbeeld vervaardigd uit kunststof, aluminium, enz.
Zo kunnen de één of twee rails deel uitmaken van een spatbord en dan bijvoorbeeld via extrusie vervaardigd zijn.
Spatborden hebben een zekere stijfheid, maar zijn toch wat vervormbaar, waardoor deze één of twee rails ook vervormbaar zijn.
De één of twee rails hebben een bepaalde dikte, die voldoende is zodat ze zorgen voor een stevige bevestiging in de tweede verbonden toestand, maar die toch niet te groot is zodat de één of twee rails nog de nodige flexibiliteit hebben en er niet al teveel kracht nodig is om de één of twee rails lokaal te vervormen, zodat het vervormen van de één of twee rails mogelijk is met behulp van mankracht en eventueel een handwerktuig.
Wanneer er twee rails zijn, kan één rail stijver worden voorzien, zodat dan slechts één van de twee rails voorzien is te vervormen door het vervormelement.
Bij één rail, kan deze rail zich uitstrekken naast een stijver onderdeel, waarbij het vervormelement dan bijvoorbeeld voorzien is om zich tussen de rail en dit stijver onderdeel uit te strekken in een verbonden toestand.
Deze verbinding is een rechtstreekse verbinding tussen de twee genoemde fietsonderdelen.
Door hier te werken met een genoemd spoor, hoeft men geen gaten te boren in de fietsonderdelen om deze fietsonderdelen met elkaar te kunnen verbinden, waardoor dergelijke verbindingen esthetisch zijn en minder omslachtig tot stand te brengen zijn.
In een specifieke uitvoeringsvorm omvat het spoor twee rails die zich tegenover elkaar en op een afstand van elkaar uitstrekken en is het vervormelement voorzien om zich tussen de rails of omheen beide rails uit te strekken in een verbonden toestand van de twee fietsonderdelen.
Bij voorkeur is dan, in de genoemde tweede stand van het vervormelement, het vervormelement voorzien om aan te grijpen op beide genoemde rails om zo beide rails lokaal te vervormen ten opzichte van hun basisposities.
In een bepaalde uitvoeringsvorm wordt het tweede fietsonderdeel gebruikt om de rails uiteen te duwen en zo nog een bijkomend fietsonderdeel te bevestigen aan de rails.
Dit is bij voorbeeld nuttig, indien men een (U-vormig) profiel wenst vast te zetten omheen de rails.
Door de rails lokaal uiteen te duwen kan men op een eenvoudige wijze, het profiel wanneer het zich uitstrekt omheen beide rails, vastzetten op de rails.
Zo kan het gewenst zijn om een spatbord te verstevigen met een bijkomend profiel of om kabels af te dekken die zich uit strekken ter hoogte van het binnenste wandoppervlak van het spatbord.
Verder bij voorkeur bij deze specifieke uitvoeringsvorm, strekken de rails zich uit volgens een langsrichting en nagenoeg evenwijdig naast elkaar en dit op een afstand van elkaar gemeten volgens een breedterichting loodrecht op deze langsrichting, waarbij in de eerste stand van het vervormelement en in een verbonden toestand van de fietsonderdelen, het vervormelement verschuifbaar is langsheen de rails volgens deze langsrichting.
Deze langsrichting kan zich uitstrekken volgens een rechte, maar kan zich evengoed uitstrekken volgens een kromme of een cirkelboog.
Het spoor strekt zich hier uit volgens de langsrichting.
Doordat de genoemde as zich opstaand uitstrekt ten opzichte van het spoor, kan men hier eenvoudig door rotatie voorzien dat het vervormelement door de rotatie vanuit de eerste stand naar de tweede stand krachten gaat uitoefenen op de rails om deze rails volgens de breedterichting te gaan vervormen om zo verschuiving volgens de langsrichting te gaan belemmeren.
Verder bij voorkeur strekt de genoemde as zich nagenoeg loodrecht uit op het vlak dat zich uitstrekt volgens de breedterichting en de raaklijn aan de langsrichting ter hoogte van deze as.
Wanneer de langsrichting zich uitstrekt volgens een rechte, komt de raaklijn steeds overeen met de langsrichting.
Bij voorkeur bij de specifieke uitvoeringsvorm, is het vervormelement voorzien om zich uit te strekken tussen de rails in een verbonden toestand van de fietsonderdelen en omvat het vervormelement minstens twee verschillende afmetingen en dit gemeten doorheen de as en gezien volgens een vlak loodrecht op deze as, zijnde een eerste afmeting die nagenoeg gelijk is aan of kleiner is dan de afstand gemeten tussen de twee rails in hun basispositie ter hoogte van het vervormelement in een verbonden toestand van de fietsonderdelen en een tweede afmeting die groter is dan de genoemde afstand.
Het vervormelement kan hier bijvoorbeeld eenvoudig zo roteerbaar verbonden zijn omheen de genoemde as, dat in de eerste stand het vervormelement zo gepositioneerd is dat de eerste afmeting zich uitstrekt vanaf de ene rail naar de rail toe, dus volgens de genoemde breedterichting, waarbij het vervormelement dan voorzien is om na de rotatie van de eerste stand naar de tweede stand, zo gepositioneerd te zijn dat de tweede afmeting zich uitstrekt vanaf de ene rail naar de andere rail, en dus de rails lokaal worden uiteengeduwd door het vervormelement.
Zo kan het vervormelement een nagenoeg ellipsvormige doorsnede hebben volgens een vlak loodrecht op de as, waarbij de as zich nagenoeg uitstrekt doorheen het middelpunt.
De excentriciteit van deze ellipsvormige doorsnede is bij voorkeur minder dan 0,5, nog meer bij voorkeur minder dan 0,3 zodat de rails beperkt naar buiten worden geduwd.
Gezien het vervormelement zich hier tussen de rails uitstrekt, kan men het tweede fietsonderdeel compact gaan uitvoeren, bijvoorbeeld op een zodanige wijze dat het tweede fietsonderdeel zich nagenoeg niet voorbij de rails uitstrekt gezien volgens een vlak loodrecht op de as in een genoemde verbonden toestand.
Dit is nuttig wanneer het tweede fietsonderdeel bijvoorbeeld dienst doet als bevestigingselement om een ander fietsonderdeel te bevestigen aan het eerste fietsonderdeel.
Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het eerste fietsonderdeel een spatbord is en het tweede fietsonderdeel gebruikt wordt om een stang te bevestigen aan het spatbord.
Dit is ook het geval wanneer het eerste fietsonderdeel een stuur of een bagagedrager is en het tweede fietsonderdeel gebruikt wordt om een verlichtingselement te bevestigen aan het eerste fietsonderdeel.
Met behulp van een dergelijk samenstel waarbij het tweede fietsonderdeel dienst doet als bevestigingselement, kan men op weinig zichtbare wijze, twee grotere fietsonderdelen met elkaar verbinden en dit in de gewenste onderlinge positie.
Zo kunnen, wanneer het eerste fietsonderdeel een spatbord is en het tweede fietsonderdeel een bevestigingselement is voor een stang aan een spatbord, de rails zich uitstrekken ter hoogte van een binnenste wandoppervlak van het spatbord dat voorzien is om na installatie op een fiets naar een fietsband gericht te zijn.
Nog meer bij voorkeur omvat het vervormelement een schijf met een basisdeel en twee duwdelen waarbij, gezien volgens een vlak loodrecht op de as, het basisdeel zich tussen de twee duwdelen uitstrekt, de twee duwdelen zich tegenover elkaar bevinden en het basisdeel nagenoeg cirkelvormig is, waarbij de genoemde eerste afmeting de diameter is van het basisdeel en de genoemde tweede afmeting groter is dan de diameter van het basisdeel en waarbij de genoemde as zich centraal uitstrekt doorheen de schijf.
Bij voorkeur is het vervormelement deze schijf.
De duwdelen kunnen zich nagenoeg 180° tegenover elkaar uitstrekken, zodat een rotatie van de schijf over 90° voldoende is om van de eerste stand naar de tweede stand te roteren.
De schijf en eventuele andere onderdelen van het tweede fietsonderdeel kunnen dan zo zijn opgebouwd dat slechts een rotatie van 90° vanuit de eerste stand naar de tweede stand en omgekeerd mogelijk is.
De vorm van de duwdelen is bij voorkeur van dien aard dat tijdens het roteren van de eerste stand naar de tweede stand, de rails geleidelijk aan naar buiten toe worden geduwd.
De schijf zelf kan voorzien zijn van een centrale opening waarop een handwerktuig, zoals een inbussleutel, kan gaan aangrijpen en dit om de rotatie te bewerkstelligen.
Echter het vervormelement kan bijvoorbeeld niet enkel de schijf omvatten, maar ook nog een bijkomende knop die verbonden is met de schijf om de schijf te kunnen roteren.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het tweede fietsonderdeel een basiselement dat verschuifbaar verbindbaar is met de genoemde één of twee rails, waarbij het vervormelement roteerbaar verbonden is met het basiselement omheen een as, waarbij in een verbonden toestand van de fietsonderdelen, deze as de genoemde as is die zich opstaand uitstrekt ten opzichte van het spoor.
Dit basiselement kan dan voorzien zijn om de functie van het tweede fietsonderdeel uit te voeren en dit terwijl het vervormelement er dan enkel moet voor zorgen dat het tweede fietsonderdeel op de gewenste positie ten opzichte van het eerste fietsonderdeel vastgezet kan worden.
Zo kan het basiselement, wanneer het tweede fietsonderdeel dienst doet als bevestigingselement om een ander fietsonderdeel aan het eerste fietsonderdeel te bevestigen, dan een bevestigingsonderdeel omvatten zodat het ander fietsonderdeel bevestigbaar is aan het eerste fietsonderdeel met behulp van het tweede fietsonderdeel.
Bijvoorbeeld wanneer het eerste fietsonderdeel een stuur is, dan is het tweede fietsonderdeel bijvoorbeeld een bevestigingselement voor een verlichtingselement.
Het basiselement van het tweede fietsonderdeel kan hier dan voorzien zijn van een bevestigingsonderdeel waarop het verlichtingselement zich kan vastklikken.
Het eerste fietsonderdeel kan echter ook een spatbord zijn, waarbij het tweede fietsonderdeel dan een bevestigingselement is om een stang te bevestigen aan het spatbord, waarbij het basiselement van het tweede fietsonderdeel dan bijvoorbeeld een goot/geul omvat waarin de stang opneembaar is.
Verder bij voorkeur, en dit bij de bovengenoemde specifieke uitvoeringsvorm, in een verbonden toestand van de fietsonderdelen, heeft het basiselement een maximale afmeting gemeten volgens de breedterichting die nagenoeg overeenkomt met de maximale overeenkomstige afstand tussen de rails zodat het basiselement geleidend verschuifbaar is tussen de rails, waarbij in de eerste stand van het vervormelement, het vervormelement zich uitstrekt binnen de contouren van het basiselement gezien volgens de breedterichting en dat in de tweede stand, het vervormelement zich uitstrekt voorbij de contouren van het basiselement gezien volgens de breedterichting en dit aan weerszijden van het basiselement. Doordat het vervormelement in de tweede stand zich voorbij de contouren van het basiselement uitstrekt gezien volgens de breedterichting en dit aan weerszijden van het basiselement, zal het vervormelement lokaal de rails uiteenduwen. Dit basiselement zorgt hier dan voor de verbinding tussen de fietsonderdelen in de genoemde eerste verbonden toestand, waardoor men zeer eenvoudig het vervormelement kan gaan roteren naar de tweede stand.
Het tweede fietsonderdeel kan ook enkel het vervormelement bevatten. Het vervormelement omvat dan bijvoorbeeld een opening waardoorheen een bevestigingselement zoals een kabelbinder zich kan uitstrekken of omvat een drukknop of dergelijk waaraan een verlichtingselement of dergelijke bevestigbaar is.
Wanneer het spoor van het eerste fietsonderdeel twee rails omvat, kan het tweede fietsonderdeel hier ook enkel gebruikt worden om de rails uiteen te duwen. Door het uiteenduwen van de rails wordt het mogelijk om een element dat zich los uitstrekt omheen beide rails, vast te zetten op de rails.
Ook verder bij voorkeur is elke rail langwerpig en vormt een groef die zich uitstrekt volgens de langsrichting en omvat het basiselement twee tegenover elkaar gelegen uitsteeksels die corresponderen aan de genoemde groeven, waarbij de uitsteeksels voorzien zijn om aan te grijpen in de groeven in een genoemde verbonden toestand van de fietsonderdelen. Zo is het basiselement eenvoudig en geleidend verschuifbaar verbonden met de rails en dus ook het tweede fietsonderdeel eenvoudig verschuifbaar met het eerste fietsonderdeel in de eerste verbonden toestand. Door te werken met
I BE2020/5051 dergelijke groeven en uitsteeksels, zal het tweede fietsonderdeel niet ongewenst loskomen van het eerste fietsonderdeel tijdens het verschuiven van het tweede fietsonderdeel in de eerste verbonden toestand en dit om tot de gewenste positie van het tweede fietsonderdeel ten opzichte van het eerste fietsonderdeel te komen. Ook de rotatie van het vervormelement vanuit de eerste stand in de eerste verbonden toestand, naar de tweede stand 1s hier eenvoudig, gezien het tweede fietsonderdeel hier niet zal loskomen tijdens deze rotatie. Men hoeft dan ook enkel het vervormelement te gaan roteren om te komen tot de tweede verbonden toestand en eventueel het tweede fietsonderdeel wat vast te houden zodat het niet verschuift tijdens de rotatie.
Verder bij voorkeur vormt elke rail een genoemde groef die U-vormig is en omvat het basiselement twee tegenover elkaar gelegen genoemde uitsteeksels die corresponderen aan deze groeven van de rails. De rails hebben dan bijvoorbeeld een L-vormige dwarsdoorsnede, een T-vormige dwarsdoorsnede, een paddenstoelvormige dwarsdoorsnede, enz. Wanneer deze rails zich opstaand uitstrekken van een genoemd binnenste wandoppervlak of een genoemd buitenste wandoppervlak van een spatbord, dan vormen dit wandoppervlak en deze rails dan samen U-vormige groeven.
In een specifieke uitvoeringsvorm omvat het eerste fietsonderdeel een spatbord en bij voorkeur is het eerste fietsonderdeel dan een spatbord. Allerhande fietsonderdelen worden bevestigd aan een voorspatbord of een achterspatbord. Zo kan men verlichtingselementen, een bagagedrager, een stang, het frame, enz. gaan bevestigen aan een spatbord. De positie van verschillende fietsonderdelen ten opzichte van een spatbord, en meer bepaald de positie volgens de langsrichting van het spatbord, is afhankelijk van het type fiets. Het is dan ook gewenst dat men op een eenvoudige wijze andere fietsonderdelen op de gewenste positie kan bevestigen aan het spatbord, gezien volgens de langsrichting van dit spatbord, waarvoor het samenstel volgens de uitvinding zeer geschikt is. Metalen spatborden, zoals spatborden die hoofdzakelijk vervaardigd zijn uit aluminium, worden meestal vervaardigd via extrusie. Deze spatborden omvatten een binnenste wandoppervlak dat voorzien is om gericht te zijn naar de fietsband in de gemonteerde toestand van een fiets en een buitenste wandoppervlak dat zich tegenover dit binnenste wandoppervlak uitstrekt. Het is via extrusie eenvoudig om een genoemd wandoppervlak te voorzien van rails die zich uitstrekken volgens de langsrichting en dit opstaand vanaf één van de wandoppervlakken.
Verder bij voorkeur strekken de rails zich opstaand uit vanaf een binnenste wandoppervlak van het spatbord dat voorzien is om na installatie op een fiets naar een fietsband gericht te zijn. Het binnenste wandoppervlak van het spatbord is minder zichtbaar. Wanneer het tweede fietsonderdeel voldoende compact wordt uitgevoerd, betekent dit dat die zichtbaarheid van het tweede fietsonderdeel gering is, waardoor dit tweede fietsonderdeel dan zeer geschikt is om dienst te doen als bevestigingsorgaan voor een ander fietsonderdeel, zoals een fietsstang, aan een spatbord. Nog meer bij voorkeur strekken de rails zich uit volgens de langsrichting van het spatbord.
Bij voorkeur bij de laatstgenoemde specifieke uitvoeringsvorm, is het tweede fietsonderdeel een bevestigingsorgaan voor het bevestigen van een stang aan het spatbord. Het bevestigingsorgaan omvat dan het genoemde vervormelement en eventueel bijkomend een genoemd basiselement. Wanneer de rails zich bijvoorbeeld uitstrekken vanaf het binnenste wandoppervlak van het spatbord, dan kan het basiselement voorzien zijn om zich met een zijde nagenoeg tegenaan dit binnenste wandoppervlak uit te strekken, waarbij deze zijde bijvoorbeeld een gootvormige uitsparing omvat zodat deze gootvormige uitsparing afgedekt wordt door het binnenste wandoppervlak en de uitsparing samen met het binnenste wandoppervlak een doorgang vormt, waarbij de stang voorzien is om zich uit te strekken in deze doorgang. Hier strekt de stang, in gemonteerde toestand van de fiets, zich uit doorheen de genoemde doorgang. De stang zit dus geklemd tussen het bevestigingsorgaan en het spatbord. Hierdoor is het risico laag dat de stang ongewenst zal loskomen bij belasting van het spatbord en dit is ook een esthetische verbinding. De opstaande rails beperken hier bijkomend de verplaatsing van de stang doorheen de doorgang.
In de hiernavolgende beschrijving wordt een samenstel volgens deze uitvinding meer in detail omschreven.
Deze beschrijving dient enkel om de kenmerken van de uitvinding verder te verduidelijken, en kan dus niet aanzien worden als een beperking van de in de conclusies van deze octrooiaanvraag opgeëiste bescherming voor deze uitvinding, noch van het toepassingsgebied ervan.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hier bijgevoegde figuren, waarbij -figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van een samenstel van een spatbord en een bevestigingsorgaan voor het bevestigen van een stang aan een spatbord, waarbij het spatbord slechts gedeeltelijk wordt weergegeven; -figuur 2 een zijaanzicht is van het bevestigingsorgaan weergegeven in figuur 1; -figuur 3 een bovenaanzicht is van het bevestigingsorgaan weergegeven in figuur 1, waarbij het vervormelement zich in een eerste stand bevindt; -figuur 4 een bovenaanzicht is van het bevestigingsorgaan weergegeven in figuur 1, waarbij het vervormelement zich in een tweede stand bevindt; -figuur 5 een onderaanzicht is van het bevestigingsorgaan weergegeven in figuur 1, waarbij het vervormelement zich in de eerste stand bevindt; -figuur 6 een onderaanzicht is van het bevestigingsorgaan weergegeven in figuur 1, waarbij het vervormelement zich in de tweede stand bevindt; -figuur 7 een perspectiefvoorstelling is van het gedeelte van het spatbord weergegeven in figuur 1; -figuur 8 een opengewerkt perspectief is van het bevestigingsorgaan weergegeven in figuur 1; -figuur 9 een doorsnede is van het bevestigingsorgaan bevestigd aan de rails van het spatbord en dit volgens een vlak loodrecht op de as waaromheen het vervormelement roteerbaar is, waarbij het vervormelement zich in de eerste stand bevindt; -figuur 10 een doorsnede is van het bevestigingsorgaan bevestigd aan de rails van het spatbord en dit volgens een vlak loodrecht op de as waaromheen het vervormelement roteerbaar is, waarbij het vervormelement zich in de tweede stand bevindt;
-figuur 11 een perspectiefvoorstelling is van het samenstel volgens de uitvinding weergegeven in figuur 1 en van een stang die met behulp van het bevestigingsorgaan bevestigd 1s aan het spatbord;
-figuur 12 een schematische weergave is van een alternatieve uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding, waarbij het eerste fietsonderdeel één rail omvat en enkel deze rail zichtbaar is en het tweede fietsonderdeel een vervormelement omvat, waarbij het vervormelement schematisch is weergegeven en zich in de eerste stand bevindt;
-figuur 13 een schematische weergave is van het samenstel weergegeven in figuur 12 en dit in de tweede stand van het vervormelement;
-figuur 14 een perspectiefvoorstelling is van een specifieke uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding omvattende een spatbord en een tweede fietsonderdeel dat verbindbaar is met het spatbord, waarbij dit tweede fietsonderdeel gebruikt wordt om een vork te verbinden met het spatbord en deze vork ook is weergegeven;
-figuur 15 een andere perspectiefvoorstelling is van de specifieke uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 14;
-figuur 16 aan de rechterzijde een doorsnede weergeeft zoals weergegeven in figuur 9 van een samenstel volgens de uitvinding omvattende een spatbord en een bevestigingsorgaan, waarbij het bevestigingsorgaan enkel een vervormelement omvat, en een U-vormig profiel bevestigd is aan het spatbord en aan de linkerzijde een doorsnede weergeeft volgens de stippellijn weergegeven aan de rechterzijde, waarbij slechts het gedeelte van het spatbord is weergegeven dat zich tussen de rails uitstrekt en waarbij zowel aan de rechterzijde als aan de linkerzijde, het vervormelement zich in de eerste stand bevindt;
-figuur 17 een weergave is van figuur 16, waarbij het vervormelement zich in de tweede stand bevindt.
De figuren geven een samenstel weer van een spatbord (1) en een bevestigingsorgaan (2) voor het bevestigen van een stang (16) aan het spatbord (1). Figuur 11 geeft weer hoe een stang (16) bevestigbaar is aan het spatbord (1) met behulp van het bevestigingsorgaan (2). Het bevestigingsorgaan (2) is hier rechtstreeks verbindbaar met het spatbord (1). Het spatbord (1) vormt hier dan een eerste fietsonderdeel (1) en het bevestigingsorgaan (2) een tweede fietsonderdeel (2), waarbij deze fietsonderdelen (1, 2) met elkaar verbindbaar zijn en voorzien zijn om met elkaar verbonden te zijn bij een gemonteerde fiets.
Het spatbord (1) omvat twee rails (3) en het bevestigingsorgaan (2) omvat een vervormelement (4) en een basiselement (5) die samen bevestigbaar zijn aan deze rails (3), om de onderlinge verbinding tot stand te brengen.
Het spatbord (1) omvat een binnenste wandoppervlak (6) dat voorzien is om naar een fietsband gericht te zijn en een tegenover dit binnenste wandoppervlak (6) gelegen buitenste wandoppervlak (7). Het spatbord (1) strekt zich uit volgens een boogvormige langsrichting.
Het spatbord (1) omvat twee rails (3) die zich elk uitstrekken volgens de genoemde langsrichting en dit op een afstand van elkaar, gezien volgens een breedterichting loodrecht op de langsrichting.
Deze rails (3) strekken zich uit vanaf het binnenste wandoppervlak (6) en vormen zo uitsteeksels ten opzichte van het binnenste wandoppervlak (6) en ze strekken zich uit over de volledige lengte van het spatbord (1). Deze rails (3) hebben elk nagenoeg dezelfde dwarsdoorsnede en dit langs hun volledige lengte en deze dwarsdoorsnede 1s paddenstoelvormig, zijnde de vorm van een opstaande rechthoek met daarop een hoed, zodat elk rail (3) twee U-vormige groeven vormt samen met het binnenste wandoppervlak (6), waarbij deze groeven zich aan weerszijden van de rail (3) uitstrekken en dit over de volledige lengte van het spatbord (1). Het vervormelement (4) is roteerbaar verbonden met het basiselement (5) en dit omheen een rotatieas (A). Het vervormelement (4) is een nagenoeg ellipsvormige schijf met een beperkte excentriciteit.
Dit vervormelement (4) bevat hier een basisdeel (11) met een cirkelvormige doorsnede en twee duwdelen (12), waarbij het basisdeel (11) zich tussen de duwdelen (12) uitstrekt en duwdelen (12) zich tegenover elkaar uitstrekken.
Het basisdeel (11) omvat twee tegenover elkaar gelegen inkepingen waardoor de doorsnede wat afwijkt van een precieze cirkelvorm.
Centraal omvat het vervormelement (4) een zeshoekige opening (10) waarin een inbussleutel kan aangrijpen voor het roteren van het vervormelement (4) ten opzichte van het basiselement (5) en dit omheen een as (A) die zich centraal uitstrekt doorheen het vervormelement (4). Het vervormelement (4) en het basiselement (5) zijn zo opgebouwd dat het vervormelement (4) over een hoek van 90° kan geroteerd worden tussen een eerste stand en een tweede stand.
Het basiselement (5) is langwerpig en is voorzien zich zo tussen de rails (3) uit te strekken dat de langsrichting van het basiselement (5) zich uitstrekt volgens de langsrichting van de rails (3) in een verbonden toestand van het spatbord (1) en het bevestigingsorgaan (2). Het basiselement (5) heeft ook een bepaalde breedte die voorzien is zich volgens de genoemde breedterichting uit te strekken in een verbonden toestand.
De diameter van het basisdeel (11) van de schijf komt nagenoeg overeen met de breedte van het basiselement (5) en het vervormelement (4) is zo roteerbaar verbonden met het basiselement (5) dat in de eerste stand de duwdelen (12) zich centraal uitstrekken ten opzichte van het basiselement (5) gezien volgens de breedterichting en het vervormelement (4) zich uitstrekt binnen de contouren van het basiselement (5) gezien volgens de breedterichting, waarbij in de tweede stand de duwdelen (12) zich uitstrekken ter hoogte van de randen van basiselement (5) en zich uitstrekken voorbij de contouren van het basiselement (5) gezien volgens de breedterichting en dit aan weerszijden van het basiselement (5). De rotatie is beperkt over 90° en dit tussen de genoemde standen.
Het basiselement (5) omvat hiervoor aanslagdelen waarmee de duwdelen (12) in contact komen tijdens de rotatie en zo de rotatie beperkt is en zich niet voorbij de eerste stand kan begeven bij een rotatie vanuit de tweede stand naar de eerste stand.
De inkepingen van het basisdeel (11) en elementen van het basiselement (5) die voorzien zijn om aan te grijpen in deze inkepingen verhinderen rotatie voorbij de tweede stand en dit bij een rotatie vanuit de eerste stand naar de tweede stand, en belemmeren ook de rotatie vanuit de tweede stand terug naar de eerste stand.
De randen van het basiselement (5) zijn elk gevormd door een uitsteeksel (9) dat zich uitstrekt volgens de lengterichting van het basiselement (5) en dat vormpassend is met een respectievelijk groef van de tegenover elkaar gelegen en naar elkaar gerichte groeven van het spatbord (1) die gevormd worden door het binnenste wandoppervlak (6) en de rails (3), en de afstand tussen deze uitsteeksels (9) is zodanig dat het basiselement (5) vormpassend verschuifbaar is tussen de rails (3), waarbij de uitsteeksels (9) zich hoofdzakelijk uitstrekken in de genoemde tegenover elkaar en naar elkaar gerichte groeven in een verbonden toestand van het spatbord (1) en het bevestigingsorgaan (2). Met behulp van het basiselement (5) is het bevestigingsorgaan (2) dan ook verschuifbaar verbindbaar met het spatbord (1). Zoals hierboven reeds beschreven, is het vervormelement (4) zo roteerbaar verbonden met het basiselement (5) en heeft het zo’n afmetingen dat, in een verbonden toestand en gezien volgens de breedterichting, in de eerste stand van het vervormelement (4), het vervormelement (4) zich niet uitstrekt voorbij het basiselement (5), gezien volgens de breedterichting en zo het bevestigingsorgaan (2) eenvoudig verschuifbaar is langsheen de rails (3). In de tweede stand van het vervormelement (4), strekt het vervormelement (4) zich uit voorbij het basiselement (5), gezien volgens de breedterichting, en dit aan weerszijden van het basiselement (5) om zo lokaal de rails (3) uit elkaar te duwen. Dit is goed zichtbaar in de figuren 3, 4, 5, 6, 9 en 10, waarbij figuren 3, 5 en 9 de situatie weergegeven in de eerste stand van het vervormelement (4) en zichtbaar is dat de rails (3) zich in hun basispositie bevinden (figuur 9) en waarbij figuren 4, 6 en 10 de situatie weergeven in de tweede stand van het vervormelement (4) en zichtbaar is dat de rails (3) lokaal uiteengeduwd zijn (figuur 10). De rotatieas (A) van het vervormelement (4) strekt, in een verbonden toestand van het spatbord (1) en het bevestigingsorgaan (2), zich loodrecht uit op een vlak gevormd door de genoemde breedterichting en een raaklijn aan de langsrichting ter hoogte van deze rotatieas (A).
Het basiselement (5) omvat een gleuf (8) die geschikt is om een deel van een stang (16) op te nemen. Om een stang (16) te bevestigen aan het spatbord (1), brengt men hier de stang (16) aan in deze gleuf (8), waarna men het bevestigingsorgaan (2) schuift tussen de rails (3) van het spatbord (1) en dit terwijl het vervormelement (4) zich in de eerste stand bevindt. Men verschuift het bevestigingsorgaan (2) ten opzichte van het spatbord (1) en dit totdat de gewenste positie van de stang (16) ten opzichte van het spatbord (1) wordt bekomen. Dan roteert men het vervormelement (4) met behulp van een inbussleutel en zet men dus het bevestigingsorgaan (2) op de gewenste positie vast ten opzichte van het spatbord (1). Dit is een zeer eenvoudige en bovendien esthetische manier om een stang (16) te bevestigen aan een spatbord (1). Bij de alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven in figuren 12 en 13 omvat het eerste fietsonderdeel (1) slechts één rail (3) en is het spoor dus een monorail (3). Het vervormelement (4) van het tweede fietsonderdeel (2) vervormt hier deze ene rail (3) bij de rotatie vanuit de eerste stand naar de tweede stand. Het vervormelement (4) strekt zich uit rondom de rail (3) en omvat twee opstaande pinnen die zich, in de eerste verbonden toestand, aan weerszijden van de rail (3) uitstrekken en die zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de langsrichting van de rail (3) (zie figuur 12). Bij het roteren vanuit de eerste stand naar de tweede stand, gaan deze pinnen dan duwen tegen rail (3) en dit ter hoogte van twee plaatsen van de rail (3) die zich op een afstand van elkaar bevinden gezien volgens de langsrichting, om zo de rail (3) te vervormen (zie figuur 13).
In figuur 14 wordt een specifiek samenstel weergegeven en een vork. De vork omvat een brug die zich boven het spatbord (1) bevindt en twee benen (15) die zich vanaf de brug neerwaarts uitstrekken aan weerszijden van het spatbord (1). De benen (15) zijn dan voorzien om verbonden te worden met de wielas (niet weergegeven). De vork is met behulp van het tweede fietsonderdeel (2) bevestigd aan het spatbord (1). Het spatbord (1) is opgebouwd zoals het spatbord (1) weergegeven in figuren 1 en 7. Het tweede fietsonderdeel (2) omvat een vervormelement (4) en een basiselement (5) dat gelijkaardig 1s opgebouwd als het vervormelement (4) en het basiselement (5) weergegeven in figuren 3, 4, 5, 6 en 8 en ook aanhechtelementen (14) die verbonden zijn met het basiselement (5). Met behulp van het basiselement (5) en het vervormelement (4) is het tweede fietsonderdeel (2) in de gewenste positie verbindbaar met het spatbord (1). De vormgeving van het basiselement (5) en het vervormelement
(4) kan hier ook zijn opgebouwd op een andere wijze die onder de beschermingsomvang valt van dit octrooi.
In een verbonden toestand van het tweede fietsonderdeel (2) en het spatbord (1) strekken de genoemde aanhechtelementen (14) van het tweede fietsonderdeel (2) zich respectievelijk links en rechts uit van het spatbord (1), zodat het tweede fietsonderdeel (2) dan voorzien is om zich tussen de benen (15) van de vork uit te strekken.
Deze aanhechtelementen (14) zijn met behulp van schroeven bevestigd aan de respectievelijke benen (15) van de vork en deze bevestiging is bij voorkeur in hoogte verstelbaar.
Deze bevestiging is in hoogte verstelbaar gezien de schroeven zich uitstrekken doorheen langwerpige openingen van de aanhechtelementen (14), echter dit is niet noodzakelijk.
Dit betreft een esthetische verbinding van de vork met het spatbord (1) en dit 1s ook een stabiele verbinding.
Bijkomende voordelen zijn dat het spatbord (1) op verschillende plaatsen kan verbonden worden met de vork, plaatsen die niet op voorhand moeten gekend zijn bij productie van het spatbord (1), en dat de positie van het spatbord (1) gemakkelijk verstelbaar is in de hoogte.
Alternatieve uitvoeringsvormen met bijvoorbeeld maar 1 rail zijn hier ook mogelijk.
In figuren 16 en 17 wordt weergegeven hoe een samenstel volgens de uitvinding ook bruikbaar is om een U-vormige profiel (13) te bevestigen aan een spatbord (1). Het spatbord (1) is hier opgebouwd zoals weergegeven in figuur 7, maar wordt slechts gedeeltelijk weergegeven.
Het tweede fietsonderdeel (2) wordt hier gebruikt om lokaal de rails (3) van het spatbord (1) uiteen te duwen en dit door rotatie vanuit de eerste stand naar de tweede stand.
Dit tweede fietsonderdeel (2) omvat hier enkel een vervormelement (4) dat gelijkaardig is aan het vervormelement (4) weergegeven in figuren 9 en 10. Het profiel (13) is plaatsbaar omheen beide rails (3) wanneer het vervormelement (4) zich in de eerste stand bevindt (zie figuur 16) en door de rotatie van het vervormelement (4) vanuit de eerste stand naar de tweede stand worden de rails (3) lokaal uiteengeduwd waardoor het profiel (13) vastgezet wordt op de rails (3) en dus verbonden wordt met het spatbord (1) (figuur 17).

Claims (13)

CONCLUSIES
1. Samenstel van een eerste fietsonderdeel (1) en een tweede fietsonderdeel (2), waarbij deze fietsonderdelen (1, 2) onderling met elkaar verbindbaar zijn en het eerste fietsonderdeel (1) hiervoor omvat een spoor met minstens één langwerpige rail (3), waarbij het tweede fietsonderdeel (2) verbindbaar is met het spoor en verschuifbaar is langsheen dit spoor, met het kenmerk dat het tweede fietsonderdeel (2) omvat een vervormelement (4) dat in een verbonden toestand van de twee fietsonderdelen (1, 2) roteerbaar is omheen een as (A) die zich opstaand uitstrekt ten opzichte van het spoor, en dit tussen minstens twee standen, zijnde een eerste stand waarbij het vervormelement (4) verschuifbaar is langsheen het spoor, de minstens ene rail (3) zich in een basispositie bevindt en zo het tweede fietsonderdeel (2) verschuifbaar verbonden is met het eerste fietsonderdeel (1) langsheen het spoor en een tweede stand waarbij het vervormelement (4) voorzien is om zo aan te grijpen op de minstens ene rail (3) dat deze minstens ene rail (3) lokaal vervormd is ten opzichte van de basispositie en verschuiving van het vervormelement (4) langsheen het spoor belemmerd wordt en zo het tweede fietsonderdeel (2) op een vaste positie verbonden is met het eerste fietsonderdeel (1).
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het spoor twee rails (3) omvat die zich tegenover elkaar en op een afstand van elkaar uitstrekken en dat het vervormelement (4) voorzien is om zich tussen de rails (3) of omheen beide rails (3) uit te strekken in een verbonden toestand van de twee fietsonderdelen (1,2).
3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat, in de genoemde tweede stand van het vervormelement (4), het vervormelement (4) voorzien is om aan te grijpen op beide genoemde rails (3) om zo beide rails (3) lokaal te vervormen ten opzichte van hun basisposities.
4. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de rails (3) zich uitstrekken volgens een langsrichting en zich nagenoeg evenwijdig naast elkaar uitstrekken en dit op een afstand van elkaar gemeten volgens een breedterichting loodrecht op deze langsrichting, waarbij in de eerste stand van het vervormelement (4) en in een verbonden toestand van de fietsonderdelen (1, 2), het vervormelement (4) verschuifbaar is langsheen de rails (3) volgens deze langsrichting.
5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de genoemde as (A) zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op het vlak dat zich uitstrekt volgens de breedterichting en de raaklijn aan de langsrichting ter hoogte van de genoemde as (A).
6. Samenstel volgens één van de conclusies 2 tot 5, met het kenmerk dat het vervormelement (4) voorzien is om zich uit te strekken tussen de rails (3) in een verbonden toestand van de fietsonderdelen (1, 2) en dat het vervormelement (4) minstens twee verschillende afmetingen omvat en dit gemeten doorheen de as (A) en gezien volgens een vlak loodrecht op deze as, zijnde een eerste afmeting die nagenoeg gelijk is aan of kleiner is dan de afstand gemeten tussen de twee rails (3) in hun basispositie ter hoogte van het vervormelement (4) in een verbonden toestand van de fietsonderdelen (1, 2) en een tweede afmeting die groter 1s dan de genoemde afstand.
7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het vervormelement (4) omvat een schijf met een basisdeel (11) en twee duwdelen (12) waarbij, gezien volgens een vlak loodrecht op de as, het basisdeel (11) zich tussen de twee duwdelen (12) uitstrekt, de twee duwdelen (12) zich tegenover elkaar bevinden en het basisdeel (11) nagenoeg cirkelvormig is, en dat de genoemde eerste afmeting de diameter is van het basisdeel (11) en de genoemde tweede afmeting groter is dan de diameter van het basisdeel (11) en waarbij de genoemde as (A) zich centraal uitstrekt doorheen de schijf.
8. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het tweede fietsonderdeel (2) een basiselement (5) omvat dat verschuifbaar verbindbaar is met de genoemde één of twee rails (3), waarbij het vervormelement (4) roteerbaar verbonden is met het basiselement (5) omheen een as, waarbij in een verbonden toestand van de fietsonderdelen (1, 2), deze as (A) de genoemde as (A) is die zich opstaand uitstrekt ten opzichte van het spoor.
9. Samenstel volgens conclusie 4 en 8, met het kenmerk dat, in een verbonden toestand van de fietsonderdelen (1, 2), het basiselement (5) een maximale afmeting heeft gemeten volgens de breedterichting die nagenoeg overeenkomt met de maximale overeenkomstige afstand tussen de rails (3) zodat het basiselement (5) geleidend verschuifbaar is tussen de rails (3) en dat in de eerste stand van het vervormelement (4), het vervormelement (4) zich uitstrekt binnen de contouren van het basiselement (5) gezien volgens de breedterichting en dat in de tweede stand, het vervormelement (4) zich voorbij de contouren van het basiselement (5) uitstrekt gezien volgens de breedterichting en dit aan weerszijden van het basiselement (5).
10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk dat elke rail (3) langwerpig is en een groef vormt die zich uitstrekt volgens de langsrichting en het basiselement (5) twee tegenover elkaar gelegen uitsteeksels (9) omvat die corresponderen aan de genoemde groeven, waarbij de uitsteeksels (9) voorzien zijn om aan te grijpen in de groeven in een genoemde verbonden toestand van de fietsonderdelen (1, 2).
11. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste fietsonderdeel (1) een spatbord (1) is.
12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de minstens ene rail (3) zich opstaand uitstrekt vanaf een binnenste wandoppervlak (6) van het spatbord (1) dat voorzien is om na installatie op een fiets naar een fietsband gericht te zijn.
13. Samenstel volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de minstens ene rail (3) zich uitstrekt volgens de langsrichting van het spatbord (1).
BE20205051A 2020-01-27 2020-01-27 Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen BE1028014B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205051A BE1028014B1 (nl) 2020-01-27 2020-01-27 Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen
DK21153804.6T DK3854666T3 (da) 2020-01-27 2021-01-27 Anordning bestående af to cykelkomponenter, der kan forbindes med hinanden
EP21153804.6A EP3854666B1 (en) 2020-01-27 2021-01-27 Assembly of two mutually connectable bicycle components

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205051A BE1028014B1 (nl) 2020-01-27 2020-01-27 Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028014A1 BE1028014A1 (nl) 2021-08-18
BE1028014B1 true BE1028014B1 (nl) 2021-08-24

Family

ID=69500507

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205051A BE1028014B1 (nl) 2020-01-27 2020-01-27 Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3854666B1 (nl)
BE (1) BE1028014B1 (nl)
DK (1) DK3854666T3 (nl)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1135271A (en) * 1913-09-23 1915-04-13 Edwards William J Fork-spreader for bicycles.
US4671438A (en) * 1986-02-20 1987-06-09 Cannondale Corporation Attachment system for mounting a pannier on a bicycle carrier rack
EP1705109A1 (en) * 2005-03-24 2006-09-27 Hamax As Carrier rack for a bicycle
US20080179473A1 (en) * 2007-01-25 2008-07-31 Louis Chuang Apparatus for attaching various accessories to a seat tube of a bicycle
CN203902758U (zh) * 2014-04-28 2014-10-29 刘岗 侧面具有钩槽卡合机构的自行车车架构件及配件系统
TWM490432U (en) * 2014-05-16 2014-11-21 Taiwan Hwan Yi Precision Ind Co Ltd Improved mudguard rack fixing buckle structure of bicycle and electrically assisted bicycle
CN204488752U (zh) * 2014-07-03 2015-07-22 强塑工业股份有限公司 自行车泥除固定扣改良结构
DE202015004640U1 (de) * 2015-06-29 2016-11-15 Invented Here B.V. Fahrradkorb mit Befestigungssystem

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202009002729U1 (de) * 2009-02-25 2010-07-15 Hebie Gmbh & Co. Kg Spritzschutz

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1135271A (en) * 1913-09-23 1915-04-13 Edwards William J Fork-spreader for bicycles.
US4671438A (en) * 1986-02-20 1987-06-09 Cannondale Corporation Attachment system for mounting a pannier on a bicycle carrier rack
EP1705109A1 (en) * 2005-03-24 2006-09-27 Hamax As Carrier rack for a bicycle
US20080179473A1 (en) * 2007-01-25 2008-07-31 Louis Chuang Apparatus for attaching various accessories to a seat tube of a bicycle
CN203902758U (zh) * 2014-04-28 2014-10-29 刘岗 侧面具有钩槽卡合机构的自行车车架构件及配件系统
TWM490432U (en) * 2014-05-16 2014-11-21 Taiwan Hwan Yi Precision Ind Co Ltd Improved mudguard rack fixing buckle structure of bicycle and electrically assisted bicycle
CN204488752U (zh) * 2014-07-03 2015-07-22 强塑工业股份有限公司 自行车泥除固定扣改良结构
DE202015004640U1 (de) * 2015-06-29 2016-11-15 Invented Here B.V. Fahrradkorb mit Befestigungssystem

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028014A1 (nl) 2021-08-18
EP3854666A1 (en) 2021-07-28
EP3854666B1 (en) 2024-07-03
DK3854666T3 (da) 2024-07-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6460708B2 (en) Bicycle carrier
NL1033338C2 (nl) Deelbaar kettingwiel.
BE1028014B1 (nl) Samenstel van twee met elkaar verbindbare fietsonderdelen
NL9100168A (nl) Verstelbare stuurpen.
US20030171175A1 (en) Bicycle rear derailleur
CA2745921A1 (en) Arrangement for holding bags on a bicycle
US20050081679A1 (en) Bicycle pedal assembly with a cleat
NL1010870C2 (nl) Kettingspannersamenstel voor rijwiel.
US6343675B1 (en) Adjustable disc brake bracket
EP1342658A1 (en) Bicycle rear derailleur
NL2005291C2 (nl) Tashaaksysteem.
US9783254B2 (en) Bicycle seat adjustment device
US20090008920A1 (en) Adjustable rear fender assembly
JPH0559511U (ja) 車輌のペダル用ペド
EP0619790B1 (de) Vorrichtung zum befestigen an einem gestell eines zweiradfahrzeugs
NL8101926A (nl) Rijwielstandaard met afsluitmogelijkheid.
FR2913395A3 (fr) Fixation de porte-bagage pour deux-roues.
BE1008336A3 (nl) Universeel fiets rolstoel trekdeel.
FR2588295A1 (fr) Dispositif de jonction de glissieres ou barrieres de securite en bois
NL1022356C2 (nl) Scharnier, alsmede tweewieler, zoals een fiets, voorzien van een dergelijk scharnier en een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk scharnier.
NL1038187C2 (nl) Voordrager.
NL1034299C2 (nl) Verstelbaar achterpat, fietsframe voorzien van een dergelijk achterpat, alsmede fiets voorzien van een dergelijk fietsframe.
NL1025604C1 (nl) Werkwijze voor het bevestigen van een spatbord aan een rijwielframe en daarbij toe te passen spatbordsamenstel.
US20030183463A1 (en) Mounting piece of a disc brake for bicycles
CA2228345C (en) Bicycle trailer hitch

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210824