BE1026240B1 - Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn - Google Patents

Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn Download PDF

Info

Publication number
BE1026240B1
BE1026240B1 BE201805280A BE201805280A BE1026240B1 BE 1026240 B1 BE1026240 B1 BE 1026240B1 BE 201805280 A BE201805280 A BE 201805280A BE 201805280 A BE201805280 A BE 201805280A BE 1026240 B1 BE1026240 B1 BE 1026240B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
gear part
locking
locking gear
teeth
parking lock
Prior art date
Application number
BE201805280A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026240A1 (nl
Inventor
Roel Verpoorten
Philip Patrick Lydia Vandeput
Original Assignee
Punch Powertrain Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Punch Powertrain Nv filed Critical Punch Powertrain Nv
Priority to BE201805280A priority Critical patent/BE1026240B1/nl
Priority to PCT/EP2019/060603 priority patent/WO2019207038A1/en
Priority to CN201980027955.7A priority patent/CN112105832B/zh
Publication of BE1026240A1 publication Critical patent/BE1026240A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026240B1 publication Critical patent/BE1026240B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D63/00Brakes not otherwise provided for; Brakes combining more than one of the types of groups F16D49/00 - F16D61/00
    • F16D63/006Positive locking brakes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D11/00Clutches in which the members have interengaging parts
    • F16D11/14Clutches in which the members have interengaging parts with clutching members movable only axially

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gear-Shifting Mechanisms (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Abstract

Een parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn, omvattend een aandrijflijntandwiel en een vergrendeltandwieldeel dat is voorzien van een veelvoud op afstand van elkaar gelegen vergrendeltandwieldeel-tanden en een uitlijntand. Het vergrendeltandwieldeel is axiaal verplaatsbaar van een vergrendelpositie naar een vrijgavepositie. Het vergrendeltandwieldeel is tevens tangentieel verplaatsbaar opgesteld en door voorspanmiddelen in een initiële positie gedwongen. Een top van de uitlijntand is tangentieel versprongen ten opzichte van de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden en steekt voorbij de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden uit naar het tandwiel toe zodat een goede en schokvrije aangrijping tussen de vergrendeltandwieldeel-tanden en de tandwieltanden altijd is gegarandeerd.

Description

BE2018/5280
Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn
VELD
De uitvinding heeft betrekking op een parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn.
ACHTERGROND
Parkeervergrendelsystemen worden gebruikt om een voertuig te immobiliseren wanneer het voertuig is geparkeerd en niet in gebruik is. Deze systemen vergrendelen wielen van het voertuig zodat deze niet kunnen roteren en het voertuig in stilstand blijft. Dit geldt zowel voor handgeschakelde als automatische versnellingsbakken. In een voertuig met een handgeschakelde versnellingsbak kan de motor tijdens het parkeren worden gebruikt om het voertuig te immobiliseren, door de versnellingsbak in één van de voorwaartse versnellingen te zetten. Maar zelfs dan zijn aanvullende inrichtingen gewenst voor het immobiliseren van het voertuig. De meest voorkomende is de handrem.
Met een automatische versnellingsbak is het niet mogelijk de motor te gebruiken voor het immobiliseren van het voertuig. Vanwege de algemeen gebruikte vloeistofkoppeling is er in een voertuig met een automatische versnellingsbak geen directe, vaste mechanische koppeling tussen de motor en de wielen. Voor een dubbelekoppelingversnellingsbak is er ook geen directe mechanische koppeling tussen de motor en de wielen. In beide gevallen is een parkeervergrendelsysteem een manier om het voertuig te immobiliseren.
worden in het algemeen geïntegreerd in versnellingsbakken en/of andere voertuigaandrijflijnonderdelen en worden gebruikt om een roteerbaar onderdeel van een voertuigaandrijflijn te immobiliseren en vast te zetten. Hiervoor zijn parkeervergrendelsystemen bekend die aan een deel van de versnellingsbak zelf
BE2018/5280 koppelen, bijvoorbeeld een versnellingsbaktandwiel, of aan een ander tandwiel dat voor gemeenschappelijke rotatie is gekoppeld aan de versnellingsbak.
Een voorbeeld van een dergelijk, bekend systeem is US 3,990,541 (US'541). US'541 beschrijft een parkeervergrendelmechanisme voor een versnellingsbak waarbij een zwenkbare grendel in aangrijping brengbaar is met een tandwiel in een versnellingsbak van een voertuig, om zo, wanneer het voertuig is geparkeerd, het tandwiel in een niet-roteerbare positie vast te zetten. De zwenkbare grendel is voorzien van twee nokken die op een afstand van elkaar zijn geplaatst die verschilt van één of meerdere malen van de steekafstand van de tanden van het tandwiel dat de grendel voor blokkering aangrijpt, om deze rotatievast te vergrendelen. Op deze wijze verzekert het mechanisme van deze uitvinding dat, wanneer gewenst, de grendel door middel van één van zijn twee nokken, altijd en direct in de vergrendel- en blokkeerpositie staat, en dat het tandwiel niet in een bepaalde positie hoeft te worden geroteerd om de beschreven vergrendeling te bereiken.
Een ander voorbeeld van een dergelijk bekend systeem is US 2016/0097433 A1 (US'443). In US'443 is een differentiaalbehuizing roteerbaar bevestigd in een aandrijflijndeelbehuizing. De differentiaalbehuizing is voorzien van een veelvoud aan tandwieltanden die zich rondom de differentiaalbehuizing uitstekken en die worden aangegrepen door een aandrijfrondsel voor het roteren van de differentiaalbehuizing binnen de aandrijflijndeelbehuizing. Voor de parkeervergrendelfunctie is de differentiaalbehuizing voorzien van een veelvoud aan eerste kopse tanden. De aandrijflijndeelbehuizing is voorzien van een veelvoud aan eerste radiale tanden. Een ringvormig vergrendeldeel omvat een veelvoud aan tweede radiale tanden die in aangrijping zijn met de eerste radiale tanden. Het ringvormige vergrendeldeel omvat tevens tweede kopse tanden die in aangrijping zijn met de eerste kopse tanden in een eerste axiale positie van het ringvormige vergrendeldeel, waardij de eerste axiale positie een vergrendelpositie vormt. De differentiaalbehuizing is aldus rotatief geblokkeerd ten opzicht van de aandrijflijndeelbehuizing. Het ringvormige vergrendeldeel is axiaal verschuifbaar bevestigd en kan in een tweede axiale positie worden geschoven waarin de tweede kopse tanden van het ringvormige deel zijn vrijgemaakt van de eerste kopse
BE2018/5280 tanden, zodat de differentiaalbehuizing binnen de aandrijflijndeelbehuizing roteerbaar is.
De oplossingen van de bekende systemen hebben hun eigen problemen. In US'541 wordt enkel één tand (nok) gebruikt voor aangrijping, wat noodzakelijkwijs resulteert in een behoorlijk hoge aangrijpingskracht ten gevolge van het kleine contactoppervlak. Een probleem van US 2016/0097443 is dat, wanneer de toppen van de eerste kopse tanden tegenover de toppen van de tweede kopse tanden liggen, het ringvormige vergrendeldeel niet in de eerste axiale positie kan worden geschoven en de vergrendelpositie aldus niet gerealiseerd kan worden. Pas na enige rotatie van de differentiaalbehuizing, dat wil zeggen voor een voertuig na enige beweging van het voertuig, kan het ringvormige vergrendeldeel in de eerste axiale positie gebracht worden om zodoende de vergrendelfunctie te realiseren, waarbij dit in veel gevallen kan leiden tot een schoklading en ongewenste beweging.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn met een verbeterd blokkeermechanisme.
Daartoe verschaft de uitvinding een parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn volgens conclusie 1.
Meer in het bijzonder omvat het parkeervergrendelsysteem volgens de uitvinding een tandwiel dat is gekoppeld aan een roteerbaar onderdeel van de aandrijflijn, waarbij het tandwiel een veelvoud van aan de omtrek op afstand van elkaar geplaatste tandwieltanden omvat, die zijn uitgelijnd langs een tandwieltandencirkel met een tandwielcirkelstraal, en een vergrendeltandwieldeel dat een veelvoud op afstand van elkaar gelegen vergrendeltandwieldeel-tanden omvat, waarbij toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden op een vergrendeltandwieldeelsteek van
BE2018/5280 elkaar liggen. Het vergrendeltandwieldeel is verplaatsbaar opgesteld langs een eerste hartlijn om verplaatsbaar te zijn naar het tandwiel toe en van het tandwiel af. Het vergrendeltandwieldeel heeft een vergrendelpositie waarin de vergrendeltandwieldeel-tanden de tandwieltanden aangrijpen zodat rotatie van het tandwiel wordt geblokkeerd, en het vergrendeltandwieldeel heeft een vrijgavepositie heeft waarin het vergrendeltandwieldeel van het tandwiel af is verplaatst zodat de vergrendeltandwieldeel-tanden de tandwieltanden niet aangrijpen zodat het tandwiel roteerbaar is. Het vergrendeltandwieldeel is verplaatsbaar is opgesteld langs een deel van een cirkelvormige lijn met een straal die hoofdzakelijk gelijk is aan de tandwielcirkelstraal. Het vergrendeltandwieldeel omvat een uitlijntand die is voorzien van een top die tangentieel is versprongen ten opzichte van de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden. De uitlijntand heeft een uitstekende positie waarin de top van de uitlijntand voorbij de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden naar het tandwiel toe uitsteekt.
Het vergrendeltandwieldeel kan langs het deel van de cirkelvormige lijn in twee richtingen verplaatsbaar zijn.
Het vergrendeltandwieldeel kan een ringvormig lichaam omvatten, en de vergrendeltandwieldeel-tanden kunnen over een volledige cirkel op afstand van elkaar zijn gelegen.
Het parkeervergrendelsysteem kan voorspanmiddelen omvatten die zijn geconfigureerd om het vergrendeltandwieldeel in een initiële positie voor te spannen en die beweging van het vergrendeltandwieldeel langs het deel van de cirkelvormige lijn toelaten.
De voorspanmiddelen kunnen ten minste één voorspanveer omvatten die het vergrendeltandwieldeel in de initiële positie duwt, waarbij de ten minste ene voorspanveer het vergrendeltandwieldeel toelaat te bewegen in een richting langs het deel van de cirkelvormige lijn.
BE2018/5280
De uitlijntand kan in een richting hoofdzakelijk evenwijdig aan de eerste hartlijn verplaatsbaar zijn ten opzichte van de vergrendeltandwieldeel-tanden.
De uitlijntand kan verplaatsbaar zijn tussen een uitlijnpositie waarbij de top van de uitlijntand is uitgelijnd met de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden in een addendumvlak van de vergrendeltandwieldeel-tanden, en de uitstekende positie.
Het parkeervergrendelsysteem kan voorts een uitlijntandveer omvatten die de uitlijntand in de uitstekende positie duwt.
De uitlijntandveer kan zijn voorzien in het vergrendeltandwieldeel.
De uitlijntand kan een ander profiel hebben dan de vergrendeltandwieldeel-tanden.
Voorts kan de uitlijntand een niet-symmetrisch profiel hebben.
Het parkeervergrendelsysteem kan voorts een bekrachtigingssamenstel omvattend dat, in werking, het vergrendeltandwieldeel in de vergrendelpositie drukt.
Het bekrachtigingssamenstel kan zijn voorzien van een aandrukblok waarvan een buitenoppervlak direct op een buitenoppervlak van het vergrendeltandwieldeel drukt, een zelfborgende trapeziumspindel, en een bekrachtiging die is verbonden met de zelfborgende trapeziumspindel en geconfigureerd om de zelfborgende trapeziumspindel te roteren. De zelfborgende trapeziumspindel kan roteerbaar zijn verbonden met een tapgat met trapeziumvormige schroefdraad in het aandrukblok. Wanneer de zelfborgende trapeziumspindel roteert in een eerste richting, drukt deze het aandrukblok in de richting van en tegen het vergrendeltandwieldeel aan, zodat het aandrukblok het vergrendeltandwieldeel van de vrijgavepositie naar de vergrendelpositie drukt. Wanneer de trapeziumspindel roteert in een tegenovergestelde richting van de eerste richting, trekt hij het aandrukblok van het vergrendeltandwieldeel weg.
BE2018/5280
In plaats daarvan of aanvulling daarop kan het bekrachtigingssamenstel ten minste één trekveer omvatten die het vergrendeltandwieldeel in de richting van de vrijgavepositie trekt.
De ten minste ene trekveer kan tevens de voorspanmiddelen vormen die zijn geconfigureerd om het vergrendeltandwieldeel in een initiële positie voor te spannen en die beweging van het vergrendeltandwieldeel langs het deel van de cirkelvormige lijn toelaten.
De vergrendeltandwieldeel-tanden kunnen zijn afgerond en/of afgeschuind.
Het vergrendeltandwieldeel kan bevestigd zijn in een vergrendeltandwieldeelkamer die wordt begrensd door een vergrendeltandwieldeelbehuizing. Bij voorkeur vormt de vergrendeltandwieldeelbehuizing een integraal onderdeel van een koppelings- of versnellingsbakbehuizing van een voertuig.
Een verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel langs het deel van de cirkelvormige lijn kan worden begrensd door een wand van de vergrendeltandwieldeelbehuizing.
De uitvinding verschaft voorts een voertuig dat is voorzien van een parkeervergrendelsysteem volgens de uitvinding.
Wanneer het vergrendeltandwieldeel naar het tandwiel toe wordt verplaatst, zullen de vergrendeltandwieldeel-tanden en de tandwieltanden op elkaar aangrijpen. Een voordeel van de uitvinding is dat meerdere tanden voor aangrijping worden gebruikt, wat resulteert in minder rotationele kracht of moment per tand in vergelijking met het gebruik van enkel één tand of nok. Alleen wanneer de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden precies in het midden tussen de toppen van de tandwieltanden zijn uitgelijnd kan het vergrendeltandwieldeel zijn vergrendelpositie bereiken zonder dat een onderlinge verplaatsing in tangentiele richting langs de tandwieltandencirkel nodig is. Wanneer deze uitlijning niet optreedt, zullen de vergrendeltandwieldeel-tanden en de
BE2018/5280 tandwieltanden elkaar aangrijpen voordat het vergrendeltandwieldeel zijn vergrendelpositie bereikt en zodoende het vergrendeltandwieldeel in een tangentiele positie dwingen waarin de toppen van het vergrendeltandwieldeel precies in het midden tussen de toppen van de tandwieltanden zijn uitgelijnd. Dankzij het tangentieel verplaatsbare vergrendeltandwieldeel, hoeft het tandwiel tijdens aangrijping niet te roteren. Dit heeft als voordeel dat de voertuigaandrijflijn niet roteert. Omdat het tandwiel in elke, willekeurige, positie kan stoppen, is er een kans dat de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden en tandwieltanden recht tegenover elkaar zijn uitgelijnd. In dat geval komt het bewegen van het vergrendeltandwieldeel langs de eerste hartlijn van de vrijgavepositie naar de vergrendelpositie neer op het tegen elkaar aanduwen van de toppen van beide stellen tanden. Een dergelijke situatie kan een effectieve parkeervergrendelaangrijping in de weg staan. Als alternatief kan één stel tanden uitwijken, wat resulteert in een beweging van het tandwiel of het vergrendeltandwieldeel of beide en vervolgens in een plotselinge en snelle beweging van het vergrendeltandwieldeel naar zijn vergrendelpositie toe, waarbij deze beweging vergezeld gaat van een resulterende schokbelasting. De aanwezigheid van de uitlijntand, in combinatie met het tangentieel verplaatsbare vergrendeltandwieldeel, lost deze ongewilde beweging op en zorgt in alle situaties voor een effectieve parkeervergrendelaangrijping.
De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht onder verwijzing naar de figuren van voorbeeld-uitvoeringsvormen. De uitvoeringsvormen kunnen worden gecombineerd of apart van elkaar worden toegepast.
KORTE FIGUURBESCHRIJVING
Fig. 1 toon een perspectivisch zijaanzicht van een versnellingsbak van een voertuigaandrijflijn met daarop bevestigt een uitvoeringsvorm van het parkeervergrendelsysteem;
BE2018/5280
Fig. 2 toon een bovenaanzicht van de versnellingsbak van Fig. 1;
Fig. 3 is een perspectivisch zijaanzicht van het parkeervergrendelsysteem van Fig. 2 in de richting van pijlen A en A' getoond in Fig. 2;
Fig. 4 toon een opengewerkt aanzicht van het parkeervergrendelsysteem langs lijn A-A';
Fig. 5 toont een uitvergroot detail van het opengewerkte aanzicht van Fig. 4; en
Fig. 6 toont een onderaanzicht van het parkeervergrendelsysteem volgens de uitvoeringsvorm van Fig. 3, waarbij het tandwiel is verwijderd;
Fig. 7 toont een perspectivisch boven-/zijaanzicht van een voorbeeld van het vergrendeltandwieldeel en het aandrukblok volgens de uitvinding bevestigd op het tandwiel;
Fig. 8 toont een uiteengenomen boven-/zij-aanzicht van het vergrendeltandwieldeel, het aandrukblok en het tandwiel van Fig. 7;
Fig. 9 toont een uiteengenomen onder-/zij-aanzicht van het vergrendeltandwieldeel, het aandrukblok en het tandwiel van Fig. 7.
GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVING
In deze aanvraag worden gelijkende of overeenkomende kenmerken aangeduid met gelijke of overeenkomende verwijzingstekens. De beschrijving van de verschillende uitvoeringsvormen is niet beperkt tot de in de figuren getoonde voorbeelden en de verwijzingscijfers die in de gedetailleerde figuurbeschrijving en in de conclusies worden gebruikt zijn niet bedoeld om de beschrijving van de uitvoeringsvormen te beperken, maar zijn toegevoegd om de uitvoeringsvormen toe te lichten door te verwijzen naar de voorbeelden die in de figuren worden getoond.
In de meest algemene zin verschaft de uitvinding een parkeervergrendelsysteem 10 voor een voertuigaandrijflijn 12, omvattend een tandwiel 14 dat is gekoppeld aan een roteerbaar onderdeel van de
BE2018/5280 aandrijflijn 12, waarbij het tandwiel 14 een veelvoud van aan de omtrek op afstand van elkaar geplaatste tandwieltanden 16 omvat, die zijn uitgelijnd langs een tandwieltandencirkel 18 met een tandwielcirkelstraal 20, en een vergrendeltandwieldeel 22 dat een veelvoud op afstand van elkaar gelegen vergrendeltandwieldeel-tanden 24 omvat, waarbij toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 op een vergrendeltandwieldeelsteek van elkaar liggen. Het vergrendeltandwieldeel 22 is verplaatsbaar opgesteld langs een eerste hartlijn 26 om verplaatsbaar te zijn naar het tandwiel 14 toe en van het tandwiel 14 af. Het vergrendeltandwieldeel 22 heeft een vergrendelpositie waarin de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 de tandwieltanden 16 aangrijpen zodat rotatie van het tandwiel 14 wordt geblokkeerd, en het vergrendeltandwieldeel 22 heeft een vrijgavepositie waarin het vergrendeltandwieldeel 22 van het tandwiel 14 af is verplaatst zodat de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 de tandwieltanden 16 niet aangrijpen zodat het tandwiel 14 roteerbaar is. Het vergrendeltandwieldeel 22 is verplaatsbaar opgesteld langs een deel van een cirkelvormige lijn 30 met een straal 32 die hoofdzakelijk gelijk is aan de tandwielcirkelstraal 20. Het vergrendeltandwieldeel 22 omvat voorts een uitlijntand 38 die is voorzien van een top die tangentieel is versprongen ten opzichte van de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden. De uitlijntand 38 heeft een uitstekende positie waarin de top van de uitlijntand 38 voorbij de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 naar het tandwiel 14 toe uitsteekt. Het moge duidelijk zijn dat het bovenstaande ook uitvoeringsvormen omvat waarin het vergrendeltandwieldeel 22 meer dan één uitlijntand omvat.
Wanneer een bestuurder een voertuig parkeert, heeft het meestal de voorkeur dat het voertuig zich niet verplaatst totdat de bestuurder terugkomt. Als het voertuig zich bijvoorbeeld op een helling bevindt, zal de zwaartekracht er voor zorgen dat het voertuig zich wil verplaatsen, wat er voor zorgt dat de wielen gaan roteren en bijgevolg de aandrijflijn 12 ook
BE2018/5280 gaat roteren. Het idee van een parkeervergrendelsysteem 10 is deze ongewilde verplaatsing te voorkomen. Het parkeervergrendelsysteem 10 werkt door middel van aangrijping van het vergrendeltandwieldeel 22 met het tandwiel 14, of meer specifiek, door middel van aangrijping van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 met de tandwieltanden 16. Het tandwiel 14 is deel van of verbonden met de voertuigaandrijflijn 12. Het aandrijflijnonderdeel waarvoor het parkeervergrendelsysteem 10 is bedoeld kan bijvoorbeeld een differentiaalsamenstel of een as-samenstel van het voertuig zijn. In ander woorden, het tandwiel 14 kan deel zijn van of verbonden zijn met bijvoorbeeld een differentiaalsamenstel of een assamenstel van het voertuig. Maar het is ook mogelijk om andere onderdelen van de voertuigaandrijflijn 12 te gebruiken.
Een voordeel van de uitvinding is dat meerdere tanden voor aangrijping worden gebruikt, wat resulteert in minder kracht of moment per tand in vergelijking met het gebruik van een enkele tand of nok. Uiteraard moet aangrijping van de tanden 16, 24 bij voorkeur alleen plaatsvinden wanneer het voertuig in volledige stilstand is. Alleen dan zal het tandwiel 14 niet roteren. Aangrijping van de vergrendeltandwieldeeltanden met de tandwieltanden 16 van een nog roterend tandwiel 14 zou beschadiging van het parkeervergrendelsysteem 10 riskeren, of zelf van de gehele voertuigaandrijflijn 12.
Wanneer het vergrendeltandwieldeel 22 naar het tandwiel 14 toe wordt verplaatst, zullen de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 en de tandwieltanden 16 elkaar aangrijpen. Alleen wanneer de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 precies in het midden tussen de toppen van de tandwieltanden 16 zijn uitgelijnd, kan het vergrendeltandwieldeel 22 zijn vergrendelpositie bereiken, zonder dat een onderlinge verplaatsing in tangentiele richting langs de tandwieltandencirkel 18 nodig is. Wanneer deze uitlijning niet optreedt, wat vaker zal zijn dan niet, grijpen de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 en de tandwieltanden 16 elkaar aan
BE2018/5280 voordat het vergrendeltandwieldeel 22 zijn vergrendelpositie bereikt en dwingen zodoende het vergrendeltandwieldeel 22 in een tangentiele positie waarin de toppen van het vergrendeltandwieldeel 22 precies in het midden tussen de toppen van de tandwieltanden 16 zijn uitgelijnd. Dankzij de tangentieel verplaatsbare vergrendeltandwieldeel 22, hoeft het tandwiel 14 niet te roteren. Als het vergrendeltandwieldeel 22 niet tangentieel verplaatsbaar zou zijn, zou aangrijping van de vergrendeltandwieldeeltanden 24 met de tandwieltanden 16 resulteren in een rotatie van het tandwiel 14. Deze rotatie is ongewenst, omdat dit een rotatie van de voertuigaandrijflijn 12 zou betekenen en een verplaatsing van het voertuig.
Omdat het tandwiel 14 in elke, willekeurige, positie kan stoppen, is er een kans dat de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 en tandwieltanden 16 recht tegenover elkaar zijn uitgelijnd. In dat geval komt het bewegen van het vergrendeltandwieldeel 22 langs de eerste hartlijn 26 van de vrijgavepositie naar de vergrendelpositie neer op het tegen elkaar aanduwen van de toppen van beide stellen tanden 16, 24, hetgeen de aangrijping onstabiel maakt. Dit voorkomt mogelijk dat het vergrendeltandwieldeel 22 zijn vergrendelpositie bereikt, zodat geen parkeervergrendeling wordt bereikt. Als alternatief kan één stel tanden 16, 24 uitwijken, hetgeen resulteert in een beweging van tandwiel 16, het vergrendeltandwieldeel 22 of beide en vervolgens in een plotselinge en snelle beweging van het vergrendeltandwieldeel 22 naar zijn vergrendelpositie toe, waarbij deze beweging vergezeld gaat van een resulterende schokbelasting. Dit zou een ongecontroleerde en ongewilde beweging zijn, die potentieel schadelijk kan zijn voor zowel het parkeervergrendelsysteem 10, als de voertuigaandrijflijn 12. De aanwezigheid van de uitlijntand 38 werkt deze ongewilde beweging tegen. Deze uitlijntand 38 steekt voorbij de toppen van de vergrendeltandwieldeeltanden 24 uit, naar de tandwieltanden 16 toe. Deze uitsteking kan bijvoorbeeld ongeveer 1 tot 5 mm zijn, bij voorkeur ongeveer 2,25 mm.
BE2018/5280
De werking van de uitlijntand 38 is als volgt. Er zijn drie mogelijkheden met betrekking tot de uitlijning van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 ten opzichte van de tandwieltanden 16.
De eerste mogelijke uitlijning van de vergrendeltandwieldeeltanden 24 ten opzichte van de tandwieltanden 16 is dat de toppen van de vergrendeltandwieldeel 24 in het midden van de ruimten tussen de tandwieltanden 16 zijn uitgelijnd. In deze uitlijning zullen de stellen tanden 16, 24 elkaar aangrijpen en zal er geen gebruik worden gemaakt van de uitlijntand 24, noch zal de verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 nodig zijn.
De tweede mogelijke uitlijning van de vergrendeltandwieldeeltanden 24 ten opzichte van de tandwieltanden 16 is dat de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 noch met het midden van de ruimten tussen de tandwieltanden 16 zijn uitgelijnd, noch dat ze recht tegenover de toppen van de tandwieltanden 16 zijn uitgelijnd. In deze uitlijning zullen de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 aangrijpen op flanken van de tandwieltanden 16, waarbij deze interactie het vergrendeltandwieldeel 22 in een tangentiele richting langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 zal duwen.
De derde mogelijke uitlijning van de vergrendeltandwieldeeltanden 24 ten opzichte van de tandwieltanden 16 is dat de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 recht tegenover de toppen van de tandwieltanden 16 zijn uitgelijnd. Omdat de top van de uitlijntand 38 tangentieel is versprongen ten opzichte van de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24, zal in deze uitlijning de top van de uitlijntand 38 niet recht tegenover een top van één van de tandwieltanden 16 zijn. Tijdens aangrijping van het vergrendeltandwieldeel 22 en het tandwiel 14, zal de uitstekende uitlijntand 16 in contact komen met een tand van de tandwieltanden 16, voordat de rest van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 in contact zullen komen met de
BE2018/5280 tandwieltanden 16. Een flank van tand van de tandwieltanden 16 zal de uitlijntand 38 in een tangentiële richting langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 duwen. Op deze wijze zal de uitlijntand 38 tevens het vergrendeltandwieldeel 22 in deze tangentiële richting langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 duwen. De interactie tussen de uitstekende uitlijntand 38 en de tandwieltanden 16 zal aldus het vergrendeltandwieldeel 22 verplaatsen, zodat de toppen van de stellen tanden 16,24 niet meer recht tegenover elkaar zijn uitgelijnd. Wanneer vervolgens de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 de tandwieltanden 16 zullen aangrijpen, zullen de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 flanken van de tandwieltanden 16 aangrijpen, waarbij de interactie het vergrendeltandwieldeel 22 nog verder langs de tangentiele richting zal duwen. De tangentiele verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 kan, bijvoorbeeld, worden geleid door de configuratie van een vergrendeltandwieldeelkamer 28 waarin het vergrendeltandwieldeel 22 kan zijn bevestigd. Het tangentieel verplaatsbare vergrendeltandwieldeel 22 en de uitlijntand 38 werken samen voor een gecontroleerde aangrijping van het vergrendeltandwieldeel 22 met het tandwiel 14. De uitlijntand 38 zal het vergrendeltandwieldeel 22 in een positie dwingen die voordelig is voor aangrijping, voordat de rest van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 de tandwieltanden 16 aangrijpen.
De hierboven beschreven uitvinding heeft enkele voordelen. Een voordeel, zoals eerder genoemd, is dat meerdere tanden voor aangrijping worden gebruikt, wat resulteert in minder rotationele kracht of moment per tand in vergelijking met het gebruik van enkel één tand of nok. Een ander voordeel is dat het gebruik van de uitlijntand 38 een gecontroleerde aangrijping van het vergrendeltandwieldeel 22 met het tandwiel 14 mogelijk maakt, ongeacht de positie van het tandwiel 14 ten opzichte van het vergrendeltandwieldeel 22.
BE2018/5280
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 in twee richtingen verplaatsbaar.
De verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22 is bij voorkeur in de richting die de kleinste slag nodig heeft om de benodigde uitlijning van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 en tandwieltanden 16 te bereiken. Wanneer de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 de tandwieltanden 16 aangrijpen, zullen de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 flanken van de tandwieltanden 16 aangrijpen. Vanwege de willekeurige uitlijning van het tandwiel 14 ten opzichte van het vergrendeltandwieldeel 22, kan deze aangrijping aan één flank of aan een andere flank van de tandwieltanden 16 zijn. Dat betekent dat het tandwiel 14 het vergrendeltandwieldeel 22 in één richting kan duwen, wanneer de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 aan één flank van de tandwieltanden 16 aangrijpen, of dat het tandwiel 14 het vergrendeltandwieldeel 22 in een andere richting kan duwen, wanneer de vergrendeltandwiel-tanden 24 aan een andere flank van de tandwieltanden 16 aangrijpen.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het vergrendeltandwieldeel 22 een ringvormig lichaam, waarbij de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 over een volledige cirkel op afstand van elkaar zijn gelegen.
Het vergrendeltandwieldeel 22 kan een gedeeltelijke cirkeldeel of een volledig cirkeldeel, of een ringvormig lichaam omvatten. De verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn komt dan overeen met het roteren van het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn 30. Deze rotatie is rond een hartlijn die bij voorkeur samenvalt met de eerste hartlijn 26. Een voorbeeld van een vergrendeltandwieldeel 22 dat een gedeeltelijk cirkeldeel omvat is getoond in het voorbeeld van figuren 1-5. Een voorbeeld
BE2018/5280 van een vergrendeltandwieldeel 22 dat een volledige cirkeldeel omvat is getoond in het voorbeeld van figuren 7-9.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het parkeervergrendelsysteem voorts voorspanmiddelen 34 die zijn geconfigureerd om het vergrendeltandwieldeel 22 in een initiële positie voor te spannen en die beweging van het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 toelaten.
Deze voorspanmiddelen 34 dwingen het vergrendeltandwieldeel 22 in de initiële positie. Echter, wanneer de aangrijping van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 en de tandwieltanden 16 resulteren in een verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22, staan de voorspanmiddelen 34 verplaatsing van het tangentieel verplaatsbare vergrendeltandwieldeel 22 toe, in een richting langs het deel van de cirkelvormige lijn 30. Deze verplaatsing kan in twee richtingen zijn langs het deel van de cirkelvormige lijn 30, bij voorkeur in de richting die, uitgaande van de initiële positie, de kleinste slag nodig heeft om de benodigde uitlijning van de vergrendeltandwiel-tanden 24 en de tandwieltanden 16 te bereiken.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de voorspanmiddelen ten minste één voorspanveer 34 die het vergrendeltandwieldeel 22 in de initiële positie duwt, waarbij de ten minste ene voorspanveer 34 het vergrendeltandwieldeel 22 toelaat te bewegen in een richting langs het deel van de cirkelvormige lijn 30.
Wanneer de voorspanmiddelen 34 ten minste één voorspanveer 34 omvatten, zal deze ene voorspanveer 34 het vergrendeltandwieldeel 22 in de initiële positie centreren wanneer de stellen tanden 16, 24 elkaar niet aangrijpen. De veerconstante van de ten minste ene voorspanveer 34 moet klein genoeg zijn zodat de resulterende veerkracht ten gevolge van de uitwijking, of voorspanning, van het vergrendeltandwieldeel 22 ten opzichte van de initiële positie, of rustpositie, kleiner is dan de statische rolwrijving
BE2018/5280 van het tandwiel 14 en de daaraan gekoppelde aandrijflijn 12. Alleen dan zal het tandwiel 14 tijdens aangrijping het vergrendeltandwieldeel 22 zijwaarts drukken. De voorspanveer 34 kan bijvoorbeeld een bladveer of een spiraalveer zijn. In Figuur 4 is een bladveer getoond in combinatie met een gedeeltelijk vergrendeltandwieldeel 22 en in Figuur 8 is een spiraalveer getoond in combinatie met een volledige cirkelvergrendeltandwieldeel 22. Maar deze combinaties zijn niet beperkend, het is ook mogelijke om een bladveer te gebruiken met een volledige cirkelvergrendeltandwieldeel 22 en om een spiraalveer te gebruiken met een gedeeltelijk vergrendeltandwieldeel 22.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de uitlijntand 38 in een richting hoofdzakelijk evenwijdig aan de eerste hartlijn 26 verplaatsbaar is ten opzichte van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24. De uitlijntand 38 kan verplaatsbaar zijn tussen een uitlijnpositie waarbij de top van de uitlijntand 38 is uitgelijnd met de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 in een addendumvlak 40 van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24, en de uitstekende positie.
Omdat de uitlijntand 38 uitsteekt voorbij de andere vergrendeltandwiel-tanden 24, kan hij groter zijn uitgevoerd dan de andere vergrendeltandwieldeel-tanden 24. Om een goede aangrijping tussen de vergrendeltandwiel-tanden 24 en de tandwieltanden 16 mogelijk te maken, moet met deze extra grootte rekening worden gehouden. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door een hoogte van de vergrendeltandwieldeeltanden 24 kleiner te maken dan een hoogte van de uitsparingen tussen de tandwieltanden 16, op een zodanige wijze dat de grotere uitlijntand 38 ook in het uitsparing tussen twee tandwieltanden 16 zal passen. Een andere oplossing is om de uitlijntand in een richting hoofdzakelijk evenwijdig aan de eerste hartlijn 26 verplaatsbaar te maken ten opzichte van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24. Op deze wijze kan de top van de uitlijntand 38 tijdens aangrijping van de twee stellen tanden 16, 24, met de
BE2018/5280 toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 22 worden uitgelijnd in een addendumvlak 40, waarbij de uitlijntand 38 aldus geen extra hoogte heeft waar rekening mee moet worden gehouden.
In een nadere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het parkeervergrendelsysteem 10 voorts een uitlijntandveer 42 omvatten die de uitlijntand 38 in de uitstekende positie duwt. De uitlijntandveer 42 kan zijn voorzien in het vergrendeltandwieldeel 22.
Wanneer het vergrendeltandwieldeel 22 in de vrijgavepositie is, duwt de uitlijntandveer 42 de uitlijntand 38 in de uitstekende positie. Tijdens aangrijping van het vergrendeltandwieldeel 22 met het tandwiel 14, zal het tandwiel 14 de uitlijntand 38 in de uitlijnpositie duwen, tegen de druk van de uitlijntandveer in. De veerconstante van de uitlijntandveer 42 moet zorgvuldig worden gekozen. Zij moet hoog genoeg zijn om, tijdens aangrijping van het vergrendeltandwieldeel 22 met het tandwiel 14, de tandwieltanden 16 de uitlijntand 38 en dus het gehele vergrendeltandwieldeel 22 in de tangentiele richting te laten duwen langs het deel van de cirkelvormige lijn 30. Aan de andere kant moet de veerconstante laag genoeg zijn zodat de uitlijntand 38 naar binnen wordt gedrukt tijdens aangrijping van het vergrendeltandwieldeel 22 met het tandwiel 16, en moet de uitlijntand 38 geen ongewilde krachten op het tandwiel 16 uitoefenen welke resulteren in een ongewilde rotatie van de laatstgenoemde. Wanneer ten minste één voorspanveer 34 als voorspanmiddel wordt gebruikt, moeten de veerconstante van de uitlijntandveer 42 en de veerconstante van de ten minste ene voorspanveer 34 in evenwicht zijn met de statische rolwrijving van het tandwiel 16.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de uitlijntand 38 een ander profiel dan de rest van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24. Dit kan bijvoorbeeld een niet-symmetrisch profiel zijn.
Om de top van de uitlijntand 38 in de tangentiele richting versprongen te kunnen laten zijn ten opzichte van de toppen van de
BE2018/5280 vergrendeltandwieldeel-tanden 24, kan de uithjntand 38 precies dezelfde configuratie hebben als de vergrendeltandwieldeel-tanden 24, maar eenvoudigweg tangentieel verschoven zijn. Een andere mogelijkheid voor de uitlijntand 38, om de top van de uitlijntand 38 versprongen te laten zijn ten opzichte van de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24, is om een uitlijntand 38 te hebben met een profiel dat afwijkt van het profiel van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24. Dit kan bijvoorbeeld een nietsymmetrisch profiel zijn. Op deze wijze kunnen uitsparingen aan beide kanten van de uitlijntand 38 hoofdzakelijk gelijk blijven, wat de aangrijping met de tandwieltanden 16 minder gecompliceerd maakt.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het parkeervergrendelsysteem 10 voorts een bekrachtigingssamenstel 46 omvatten dat, in werking, het vergrendeltandwieldeel 22 in de vergrendelpositie drukt.
In een nadere uitwerking van deze uitvoeringsvorm, kan het bekrachtigingssamenstel 46 zijn voorzien van een aandrukblok 51 waarvan een buitenoppervlak direct op een buitenoppervlak van het vergrendeltandwieldeel 22 drukt, een zelfborgende trapeziumspindel 48, en een bekrachtiging 50 die is verbonden met de zelfborgende trapeziumspindel 48. De bekrachtiging 50 kan zijn geconfigureerd om de zelfborgende trapeziumspindel 48 te roteren. De zelfborgende trapeziumspindel 48 is roteerbaar verbonden met een tapgat met trapeziumvormige schroefdraad in het aandrukblok 51. Wanneer de zelfborgende trapeziumspindel 48 roteert in een eerste richting, drukt hij het aandrukblok 51 in de richting van en tegen het vergrendeltandwieldeel 22 aan, zodat het aandrukblok 51 het vergrendeltandwieldeel 22 van de vrijgavepositie naar de vergrendelpositie drukt. Wanneer de trapeziumspindel 48 roteert in een tegenovergestelde richting van de eerste richting, trekt hij het aandrukblok 51 van het vergrendeltandwieldeel 22 weg.
BE2018/5280
Het aandrukblok 51 kan, bijvoorbeeld, een buitenoppervlak van het vergrendeltandwieldeel 22 aangrijpen dat tegenover de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 ligt. In de vergrendelpositie drukt het aandrukblok 51 tegen het vergrendeltandwieldeel 22.
Door gebruik te maken van een zelfborgende trapeziumspindel 48 zullen krachten die het aandrukblok 51 op de spindel 48 worden uitgeoefend niet resulteren in rotatie van de spindel 48. Dat betekent dat de bekrachtiging 50 kan worden gebruikt om de spindel 48 te roteren en zodoende het aandrukblok in de gewenste positie te transleren, in welke positie het aandrukblok 51 zal blijven zonder dat de bekrachtiging 50 een kracht op het de spindel 48 hoeft uit te oefenen. Enkel wanneer de bekrachtiging 50 de zelfborgende trapeziumspindel 48 roteert, zal dit resulteren in een translatie van het aandrukblok 51 in een richting langs de eerste hartlijn 26.
Het aandrukblok 51 is niet verplaatsbaar in een richting evenwijdig aan de cirkelvormige lijn 30, terwijl het vergrendeltandwieldeel 22 wel verplaatsbaar is langs de cirkelvormige lijn 30. Dat betekent dat, terwijl het aandrukblok 51 niet verplaatsbaar is in een richting evenwijdig aan de cirkelvormige lijn 30, het vergrendeltandwieldeel 22 in die richting in staat moet zijn zich te verplaatsen ten opzichte van het aandrukblok 51. Dat kan bijvoorbeeld worden gedaan door het vergrendeltandwieldeel 22 in te richten om langs het aandrukblok 51 te schuiven. Dat betekent uiteraard dat de voorspanmiddelen 34 moeten toelaten dat het vergrendeltandwieldeel 22 langs het aandrukblok 51 schuift. Dit betekent ook dat de voorspanmiddelen 34 sterk genoeg moeten zijn om de wrijving tussen het vergrendeltandwieldeel 22 en het aandrukblok 51 te overwinnen wanneer het vergrendeltandwieldeel 22 nog niet de vergrendelpositie heeft bereikt.
Uiteraard moet het bekrachtigingssamenstel 46 het vergrendeltandwieldeel 22 alleen in de vergrendelpositie duwen wanneer
BE2018/5280 het voertuig in stilstand is. Alleen dan zal de voertuigaandrijflijn 12 en derhalve het tandwiel 14 stil staan, om daarmee aangrijping van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 en de tandwieltanden 16 mogelijk te maken, zonder het riskeren van schade aan het parkeervergrendelsysteem 10. Dit kan elektronisch worden uitgevoerd door te verzekeren dat de bekrachtiging 50 alleen dan de stellen tanden 16, 24 laat aangrijpen wanneer de voertuigaandrijflijn 12 in stilstand is. In een automatisch schakelend voertuig dat is uitgerust met een shift-by-wiresysteem kan dit eenvoudig worden uitgevoerd omdat de rotatie van de aandrijflijn al elektronisch wordt gemeten en bekend is.
In een nadere uitwerking van het bekrachtigingssamenstel 46 kan dit ten minste één trekveer 44 omvatten die het vergrendeltandwieldeel 22 in de richting van de vrijgavepositie trekt.
In de uitvoering is de verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22 langs de eerste hartlijn 26 mogelijk door samenwerking van de trekveer 44 en het bekrachtigingssamenstel 46. De eerstgenoemde trekt het vergrendeltandwieldeel 22 in de vrijgavepositie, de laatstgenoemde duwt het vergrendeltandwieldeel 22 in de vergrendelpositie. Het is uiteraard ook mogelijk het bekrachtigingssamenstel 46 zodanig te ontwerpen dat hij het vergrendeltandwieldeel 22 ook in de vrijgavepositie kan trekken, daarmee de trekveer 44 overbodig makend.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding vormt de ten minste ene trekveer 44 tevens de voorspanmiddelen die zijn geconfigureerd om het vergrendeltandwieldeel 22 in een initiële positie voor te spannen en die beweging van het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 toelaten.
Het combineren van meerdere functies van het parkeervergrendelsysteem 10 in een enkel onderdeel, verschaft een simpel en elegant ontwerp. Minder onderdelen betekent dat het
BE2018/5280 parkeervergrendelsysteem 10 gemakkelijker en goedkoper zal worden om te bouwen.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 afgerond en/of afgeschuind.
Om de aangrijping tussen de vergrendel tandwieldeel-tanden 24 en de tandwieltanden 16 te vergemakkehjken, kan het profiel van de vergrendeltandwieldeel-tanden 24 worden aangepast. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor de tandwieltanden 16.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het vergrendeltandwieldeel 22 zijn bevestigd in een vergrendeltandwieldeelkamer 28 die wordt begrensd door een vergrendeltandwieldeelbehuizing 54. Deze vergrendeltandwieldeelbehuizing 54 kan een integraal onderdeel vormen van een koppelings- of versnellingsbakbehuizing 56 van een voertuig.
Het parkeervergrendelsysteem 10 kan worden uitgevoerd als een apparaat met zijn eigen vergrendeltandwieldeelbehuizing 54. Deze behuizing 54 kan worden bevestigd op elke geschikte positie nabij de voertuigaandrijflijn 12 zodanig dat het vergrendeltandwieldeel 22 het tandwiel 14 kan aangrijpen. Het parkeervergrendelsysteem 10 kan tevens worden uitgevoerd als een apparaat zonder zijn eigen vergrendeltandwieldeelbehuizing 54, maar kan in plaats daarvan worden geplaatst in en kan onderdeel gemaakt worden van een koppelings- of versnellingsbakbehuizing 56 van een voertuig.
In een nadere uitwerking van deze uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22 langs het deel van de cirkelvormige lijn 30 worden begrensd door een wand van de vergrendeltandwieldeelbehuizing 54.
Wanneer het vergrendeltandwieldeel 22 en het tandwiel 14 in aangrijping zijn, voorkomt het vergrendeltandwieldeel 22 verplaatsing van het tandwiel 14. In deze uitvoeringsvorm is de verplaatsing van het
BE2018/5280 vergrendeltandwieldeel 22 begrensd door een wand van de vergrendeltandwieldeelbehuizing 54. Dat betekent dat het tandwiel 14 het vergrendeltandwieldeel 22 kan verplaatsten tot het vergrendeltandwieldeel 22 de wand van de vergrendeltandwieldeelbehuizing 54 bereikt. Verdere verplaatsing is dan niet mogelijk.
Een andere mogelijkheid om verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel 22 te voorkomen is getoond in het voorbeeld van figuren 7-9. Daar is het vergrendeltandwieldeel 22 voorzien van nokken die elk zijn geplaatst in een geassocieerde nokkamer in het aandrukblok 51. In dat voorbeeld grijpen de spiraalvormige voorspanveren de nokken 58 en de zijwanden van de nokkamers 60 aan.
De uitvinding verschaft tevens een voertuig dat een parkeervergrendelsysteem 10 volgens de uitvinding omvat.
De verschillende uitvoeringsvormen die hierboven zijn beschreven kunnen onafhankelijk van elkaar uitgevoerd worden gebruikt en kunnen op verschillende manier met elkaar worden gecombineerd. De in de gedetailleerde beschrijving en de conclusies gebruikte referentienummers beperken de beschrijving van de uitvoeringsvormen niet, noch beperken zij de conclusies. De referentienummers worden enkel gebruikt ter verduidelijking.
BE2018/5280
Legenda
- parkeervergrendelsysteem
- voertuigaandrijflijn
- tandwiel
- tandwieltanden
- tandwieltandencirkel
- tandwielcirkelstraal
- vergrendeltandwieldeel
- vergrendeltandwieldeel-tanden
- eerste hartlijn
- vergrendeltandwieldeelkamer
- cirkelvormige lijn
- straal (van de cirkelvormige lijn)
- voorspanveer
- uitlijntand
- addendumvlak (van de vergrendeltandwieldeel-tanden)
- uitlijntandveer
- trekveer
- bekrachtigingssamenstel
- zelfborgende, trapeziumvormige spindel
- bekrachtiging
- aandrukblok
- vergrendeltandwieldeelbehuizing
- versnellingsbakbehuizing
- nok
- nokkamer

Claims (21)

  1. CONCLUSIES
    1. Een parkeervergrendelsysteem (10) voor een voertuigaandrijflijn (12), omvattend:
    - een tandwiel (14) dat is gekoppeld aan een roteerbaar onderdeel van de aandrijflijn (12), waarbij het tandwiel (14) een veelvoud van aan de omtrek op afstand van elkaar geplaatste tandwieltanden (16) omvat, die zijn uitgelijnd langs een tandwieltandencirkel (18) met een tandwielcirkelstraal (20); en
    - een vergrendeltandwieldeel (22) dat een veelvoud op afstand van elkaar gelegen vergrendeltandwieldeel-tanden (24) omvat, waarbij toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden (24) op een vergrendeltandwieldeelsteek van elkaar liggen, waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) verplaatsbaar is opgesteld langs een eerste hartlijn (26) om verplaatsbaar te zijn naar het tandwiel (14) toe en van het tandwiel (14) af, waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) een vergrendelpositie heeft waarin de vergrendeltandwieldeel-tanden (24) de tandwieltanden (16) aangrijpen zodat rotatie van het tandwiel (14) wordt geblokkeerd, waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) een vrijgavepositie heeft waarin het vergrendeltandwieldeel (22) van het tandwiel (14) af is verplaatst zodat de vergrendeltandwieldeel-tanden (24) de tandwieltanden (16) niet aangrijpen zodat het tandwiel (14) roteerbaar is, waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) verplaatsbaar is opgesteld langs een deel van een cirkelvormige lijn (30) met een straal (32) die hoofdzakelijk gelijk is aan de tandwielcirkelstraal (20), waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) voorts een uitlijntand (38) omvat die is voorzien van een top die tangentieel is versprongen ten opzichte van de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden (24), en
    BE2018/5280 waarbij de uitlijntand (38) een uitstekende positie heeft waarin de top van de uitlijntand (38) voorbij de toppen van de vergrendeltandwieldeeltanden (24) naar het tandwiel (14) toe uitsteekt.
  2. 2. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 1, waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) langs het deel van de cirkelvormige lijn (30) in twee richtingen verplaatsbaar is.
  3. 3. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) een ringvormig lichaam omvat, en waarbij de vergrendeltandwieldeel-tanden (24) over een volledige cirkel op afstand van elkaar zijn gelegen.
  4. 4. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, voorts omvattend voorspanmiddelen (34) die zijn geconfigureerd om het vergrendeltandwieldeel (22) in een initiële positie voor te spannen en die beweging van het vergrendeltandwieldeel (22) langs het deel van de cirkelvormige lijn (30) toelaten.
  5. 5. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 4, waarbij de voorspanmiddelen (34) ten minste één voorspanveer (34) omvatten die het vergrendeltandwieldeel (22) in de initiële positie duwt, en waarbij de ten minste ene voorspanveer (34) het vergrendeltandwieldeel (22) toelaat te bewegen in een richting langs het deel van de cirkelvormige lijn (30).
  6. 6. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitlijntand (38) in een richting hoofdzakelijk evenwijdig aan de eerste hartlijn (26) verplaatsbaar is ten opzichte van de vergrendeltandwieldeel-tanden (24).
  7. 7. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 6, waarbij de uitlijntand (38) verplaatsbaar is tussen een uitlijnpositie waarbij de top van de uitlijntand (38) is uitgelijnd met de toppen van de vergrendeltandwieldeel-tanden (24) in een addendumvlak (40) van de vergrendeltandwieldeel-tanden (24), en de uitstekende positie.
    BE2018/5280
  8. 8. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 7, waarbij het parkeervergrendelsysteem (10) voorts een uitlijntandveer (42) omvat die de uitlijntand (38) in de uitstekende positie duwt.
  9. 9. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 8, waarbij de uitlijntandveer (42) is voorzien in het vergrendeltandwieldeel (22).
  10. 10. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitlijntand (38) een ander profiel heeft dan de vergrendeltandwieldeel-tanden (24).
  11. 11. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitlijntand (38) een niet-symmetrisch profiel heeft.
  12. 12. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, voorts omvattend:
    - een bekrachtigingssamenstel (46) dat, in werking, het vergrendeltandwieldeel (22) in de vergrendelpositie drukt.
  13. 13. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 12, waarbij het bekrachtigingssamenstel (46) omvat:
    - een aandrukblok (51) waarvan een buitenoppervlak direct op een buitenoppervlak van het vergrendeltandwieldeel (22) drukt;
    - een zelfborgende trapeziumspindel (48);
    - een bekrachtiging (50) verbonden met de zelfborgende trapeziumspindel (48) en geconfigureerd om de zelfborgende trapeziumspindel (48) te roteren;
    waarbij de zelfborgende trapeziumspindel (48) roteerbaar is verbonden met een tapgat met trapeziumvormige schroefdraad in het aandrukblok (51), waarbij de zelfborgende trapeziumspindel (48) roterend in een eerste richting het aandrukblok (51) in de richting van en tegen het vergrendeltandwieldeel (22) aandrukt, zodat het aandrukblok (51) het vergrendeltandwieldeel (22) van de vrijgavepositie naar de vergrendelpositie drukt, en
    BE2018/5280 waarbij de trapeziumspindel (48) roterend in een tegenovergestelde richting van de eerste richting het aandrukblok (51) van het vergrendeltandwieldeel (22) wegtrekt.
  14. 14. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 12 of 13, waarbij het bekrachtigingssamenstel omvat:
    - ten minste één trekveer (44) die het vergrendeltandwieldeel (22) in de richting van de vrijgavepositie trekt.
  15. 15. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 14, en ten minste afhankelijk van conclusie 4, waarbij de ten minste ene trekveer (44) tevens de voorspanmiddelen vormt die zijn geconfigureerd om het vergrendeltandwieldeel (22) in een initiële positie voor te spannen en die beweging van het vergrendeltandwieldeel (22) langs het deel van de cirkelvormige lijn (30) toelaten.
  16. 16. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vergrendeltandwieldeel-tanden (24) zijn afgerond.
  17. 17. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vergrendeltandwieldeel-tanden (24) zijn afgeschuind.
  18. 18. Het parkeervergrendelsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vergrendeltandwieldeel (22) is bevestigd in een vergrendeltandwieldeelkamer (28) die wordt begrensd door een vergrendeltandwieldeelbehuizing (54).
  19. 19. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 18, waarbij de verplaatsing van het vergrendeltandwieldeel (22) langs het deel van de cirkelvormige lijn (30) wordt begrensd door een wand van de vergrendeltandwieldeelbehuizing (54).
  20. 20. Het parkeervergrendelsysteem volgens conclusie 18 of 19, waarbij de vergrendeltandwieldeelbehuizing (54) een integraal onderdeel vormt van een koppelings- of versnellingsbakbehuizing (56) van een voertuig.
  21. 21. Een voertuig omvattend een parkeervergrendelsysteem (10) volgens één van de voorgaande conclusies.
BE201805280A 2018-04-26 2018-04-26 Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn BE1026240B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201805280A BE1026240B1 (nl) 2018-04-26 2018-04-26 Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn
PCT/EP2019/060603 WO2019207038A1 (en) 2018-04-26 2019-04-25 Park lock system for a vehicle driveline
CN201980027955.7A CN112105832B (zh) 2018-04-26 2019-04-25 用于车辆传动系统的停车锁定系统

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201805280A BE1026240B1 (nl) 2018-04-26 2018-04-26 Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026240A1 BE1026240A1 (nl) 2019-11-22
BE1026240B1 true BE1026240B1 (nl) 2019-11-26

Family

ID=62975779

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201805280A BE1026240B1 (nl) 2018-04-26 2018-04-26 Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn

Country Status (3)

Country Link
CN (1) CN112105832B (nl)
BE (1) BE1026240B1 (nl)
WO (1) WO2019207038A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1040385B (de) * 1957-04-11 1958-10-02 Opel Adam Ag Vorrichtung zum Kuppeln zweier Teile durch Ineingriffbringen von axial verschiebbaren Kupplungszaehnen, insbesondere fuer Zahnraederwechsel-getriebe von Kraftfahrzeugen
US3301363A (en) * 1965-01-22 1967-01-31 Veeder Industries Inc Counter drive clutch mechanism
US20100072004A1 (en) * 2008-09-25 2010-03-25 Nicholas James Mival Wheel Braking Mechanism
JP2011169429A (ja) * 2010-02-19 2011-09-01 Nhk Spring Co Ltd 車両用駆動装置

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3990541A (en) * 1975-07-21 1976-11-09 J. I. Case Company Park-lock mechanism for transmission
US9657828B2 (en) 2014-10-01 2017-05-23 E-Aam Driveline Systems Ab Driveline component having differential and park lock mechanism

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1040385B (de) * 1957-04-11 1958-10-02 Opel Adam Ag Vorrichtung zum Kuppeln zweier Teile durch Ineingriffbringen von axial verschiebbaren Kupplungszaehnen, insbesondere fuer Zahnraederwechsel-getriebe von Kraftfahrzeugen
US3301363A (en) * 1965-01-22 1967-01-31 Veeder Industries Inc Counter drive clutch mechanism
US20100072004A1 (en) * 2008-09-25 2010-03-25 Nicholas James Mival Wheel Braking Mechanism
JP2011169429A (ja) * 2010-02-19 2011-09-01 Nhk Spring Co Ltd 車両用駆動装置

Also Published As

Publication number Publication date
WO2019207038A1 (en) 2019-10-31
CN112105832B (zh) 2023-04-14
CN112105832A (zh) 2020-12-18
BE1026240A1 (nl) 2019-11-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR20090127141A (ko) 클러치 조립체
TWI794410B (zh) 離合器裝置
WO2018089650A1 (en) Dual cam spring-loaded shifting transmission assembly
PL177520B1 (pl) Urządzenie zaciskowe hamulca tarczowego
US20040025618A1 (en) Locking device with transmission gears
DE102015008708A1 (de) Parksperrenvorrichtung
CN112689723B (zh) 电动驻车锁致动器受限旋转断开
JP2007514901A (ja) シフトドラム軸線に対して軸線方向に移動可能な挿入溝フランクを有するシフトドラム及びシフト方法
CN110030377B (zh) 线控换挡停车系统
BE1026240B1 (nl) Parkeervergrendelsysteem voor een voertuigaandrijflijn
EP3464959A1 (en) Park lock system, mounting bracket for a park lock system, transmission comprising such a park lock system, method for assembling such a park lock system into a transmission.
JP2019086154A (ja) クラッチ装置
CN114846255A (zh) 传动路径切换装置和两级变速器
DE2045383B2 (de) Schalteinrichtung fuer eine reibungskupplung
JP2018031474A (ja) 荷重依存性を有するブレーキを備えている回転駆動装置
EP3428021A1 (en) Park-lock device for a vehicle transmission
JPS6211707Y2 (nl)
FI60763C (fi) Kopplingsanordning foer friktionskoppling
CN111065848B (zh) 尤其用于汽车的机动车变速器
JPH04262150A (ja) 特に自動車用の差動器及び継手を備えた変速装置
JP2014190532A (ja) 車両用パーキング装置
GB2059522A (en) Synchronising means for engaging a reverse gear ratio
JPS6140602Y2 (nl)
US20040144610A1 (en) Gear coupler with a controllable roller clutch
KR100350125B1 (ko) 차량용 파킹기구

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20191126

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210430