BE1023486B1 - Frame voor een oplegger en oplegger - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een frame 1 voor een oplegger 2 omvattende hoofdzakelijk parallel en op een afstand van elkaar gelegen langsliggers 3, hoofdzakelijk loodrecht op de langsliggers 3 gelegen dwarsliggers 4, waarbij individuele dwarsliggers 4 eendelig zijn uitgevoerd en ingericht zijn om middels laterale zijden 5 van de dwarsliggers 4 genoemde langsliggers 3 rechtstreeks met elkaar te verbinden. Verder heeft de huidige uitvinding betrekking op een oplegger 2, een werkwijze voor het vervaardigen van een frame 1.

Description

FRAME VOOR EEN OPLEGGER EN OPLEGGER TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een frame voor een oplegger en een oplegger. STAND DER TECHNIEK

Een oplegger wordt in combinatie met een trekkend voertuig gebruikt voor het vervoeren van zware lasten. Hierbij is het van belang dat de oplegger een hoge belasting kan dragen. Een oplegger is opgebouwd rond een frame. Het is derhalve van groot belang dat het frame grote belastingen kan weerstaan.

In de stand der techniek zijn opleggers bekend met een frame waarvan langsliggers middels dwarsliggers aan een centrale langsbalken verbonden zijn. Deze configuratie heeft een groot gewicht, wat nadelen met zich meebrengt, zoals onder andere een hoog brandstofverbruik. Daarenboven omvatten opleggers zoals gekend in de stand der techniek meestal een voldoende uitrusting voor het laden of ontladen van een container, al laat de bereikbaarheid en het gebruiksgemak van dergelijke uitrusting vaak te wensen over.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een eerste aspect van de huidige uitvinding betreft een frame 1 voor een oplegger 2 omvattende hoofdzakelijk parallel en op een afstand van elkaar gelegen langsliggers 3, hoofdzakelijk loodrecht op de langsliggers 3 gelegen dwarsliggers 4, waarbij individuele dwarsliggers 4 eendelig zijn uitgevoerd en ingericht zijn om middels laterale zijden 5 van de dwarsliggers 4 genoemde langsliggers 3 rechtstreeks met elkaar te verbinden.

De rechtstreekse verbinding van de langsliggers 3 van het frame 1 middels eendelige dwarsliggers 4 zorgt voor een lichtgewicht frame 1. Zodoende kan de beladingsgraad verhogen. Dit draagt bij tot een efficiënt brandstofverbruik. Ook kan bij een geldende gewichtsbeperking een groter gewicht aan lading op de lichtere oplegger 2 voorzien worden. Verdere voordelen zijn dat er minder verbindingen moeten gemaakt worden, verbindingen zoals lasnaden of bouten, wat zorgt voor een minder arbeidsintensieve constructie van het frame 1 en de uiteindelijke oplegger 2.

Een tweede aspect van de huidige uitvinding betreft een oplegger 2 voor het dragen van een lading, met een voorzijde 10 die ingericht is om aan een trekker te worden verbonden en een er tegenover gelegen achterzijde 11, omvattende een frame 1 met hoofdzakelijk parallel en op een afstand van elkaar gelegen langsliggers 3 en hoofdzakelijk loodrecht op de langsliggers 3 gelegen dwarsliggers 4, en omvattende een asstel, wielen 24 en remmen, waarbij genoemd dwarsliggers eendelig zijn uitgevoerd en ingericht zijn om middels laterale zijden 5 van de dwarsliggers 4 genoemde langsliggers 3 rechtstreeks met elkaar te verbinden.

Een derde aspect van de huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een frame 1 voor een oplegger 2, omvattende de stappen van: - het voorzien van langsliggers 3 en dwarsliggers 4; - het parallel plaatsen van de langsliggers 3 en het loodrecht ten opzichte van de langsliggers 3 plaatsen van de dwarsliggers 4; en - het verbinden van de langsliggers 3 met de dwarsliggers 4, waarbij de dwarsliggers 4 eendelig zijn uitgevoerd en waarbij de dwarsliggers 4 de langsliggers 3 rechtstreeks met elkaar verbinden.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Fig. 1 toont een frame 1 volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Fig. 2 toont een dwarsligger 4 volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Fig. 3 toont een oplegger 2 volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Een eerste aspect van de huidige uitvinding betreft een frame 1 voor een oplegger 2 omvattende hoofdzakelijk parallel en op een afstand van elkaar gelegen langsliggers 3, hoofdzakelijk loodrecht op de langsliggers 3 gelegen dwarsliggers 4, waarbij individuele dwarsliggers 4 eendelig zijn uitgevoerd en ingericht zijn om middels laterale zijden 5 van de dwarsliggers 4 genoemde langsliggers 3 rechtstreeks met elkaar te verbinden.

De term "eendelig" verwijst naar het deel van de dwarsligger dat uiteindelijk de twee langsliggers met elkaar verbind uit één stuk is vervaardigd. Van elk punt gelegen op de laterale zijde 5 kan een kromme getrokken worden tot aan elk punt geleden op de tegenovergestelde laterale zijde 5 zonder dat een enkele verbinding dient te overbrugd worden. De term "verbinding" verwijst hierbij onder andere naar een las-verbinding een schroef-verbinding, een klinknagel-verbinding, een lijm-verbinding, een soldeer-verbinding, klem-verbinding of een verbinding met bouten en moeren.

De term "rechtstreeks" verwijst naar de afwezigheid van een nog ander voorwerp tussen de dwarsligger 4 en de langsligger 3. De dwarsligger 4 raakt de langsligger 3 via de laterale zijde 5.

De term "hoofdzakelijk parallel" verwijst naar twee objecten waarvan de hoek tussen de beide bij voorkeur een waarde is van 160 tot 200°, meer bij voorkeur van 165 tot 195°, nog meer bij voorkeur van 170 tot 190° meest bij voorkeur van 175 tot 185, zoals 176, 177, 178, 179, 180, 181, 182, 183, 184.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm zijn twee van genoemde langsliggers 3 met elkaar verbonden door twee of meerdere van genoemde dwarsliggers 4. In andere uitvoeringsvormen zijn meer dan twee van genoemde langsliggers 3 met elkaar verbonden door twee of meerdere van genoemde dwarsliggers 4. Langsliggers 3 en dwarsliggers 4 kunnen aan elkaar verbonden zijn middels eender welke geschikte verbindingstechniek zoals gekend in de stand der techniek. In geprefereerde uitvoeringsvormen worden lasverbindingen tussen langsliggers 3 en dwarsliggers 4 aangewend. Voor het verkrijgen van deze lasverbindingen kan eender welk lasproces als gekend uit de stand der techniek worden toegepast, waaronder booglassen, elektrisch weerstandlassen, autogeen lassen, druklassen, puntlassen en bundellassen. Lasverbindingen vertonen vele voordelen. Lasverbindingen zijn heel sterk, licht en stijf. Lasverbindingen zijn vaak eenvoudiger, goedkoper en sneller te realiseren dan andere verbindingstechnieken zoals bout- of klinkverbindingen waarbij gaten geboord dienen te worden en waarbij monteren langer duurt. Bovendien zijn lasverbindingen sneller aan te brengen dan lijmverbindingen omdat een lasverbinding niet hoeft te drogen of harden. Daarnaast zorgen lasverbindingen voor een goede krachtoverdracht en geen verzwakking van de constructie.

De rechtstreekse verbinding van de langsliggers 3 van het frame 1 middels eendelige dwarsliggers 4 zorgt voor een lichtgewicht frame 1. Zodoende moet een trekker minder kracht uitoefenen om een oplegger 2 met dergelijk frame 1 voort te trekken. Dit draagt bij tot een efficiënt brandstofverbruik. Ook kan bij een geldende gewichtsbeperking een groter gewicht aan lading op de lichtere oplegger 2 voorzien worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde dwarsliggers 4 spiegelsymmetrisch zijn langsheen een centrale lengte-as 6 die centraal gelegen is en parallel georiënteerd is ten opzichte van genoemde langsliggers 3.

De symmetrische vorm van de dwarsliggers 4 zorgt ervoor dat deze de parallel gelegen langsliggers 3 evenredig ondersteunen. Zodoende wordt een evenredige stijfheid en stevigheid verkregen langsheen het frame 1.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de dwarsliggers 4 plaatvormig zijn.

Het voordeel van plaatvormige dwarsliggers of dwarsliggers die gemaakt zijn uit een plaat is dat deze licht zijn en op een eenvoudige manier te bewerken zijn. Door bijvoorbeeld lasersnijden kan een complexe vorm bekomen worden, wat veel moeilijker is wanneer er gebruik wordt gemaakt van balken en profielen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de dwarsliggers 4 minstens één cirkelvormige boog 7 omschrijven tussen genoemde laterale zijden 5 van de dwarsliggers 4.

Dit biedt het voordeel dat het gewicht van het frame 1 sterk beperkt wordt. De beschreven vormgeving van een dwarsligger 4 waarbij de dwarsligger 4 minstens één cirkelvormige boog 7 tussen genoemde laterale zijden 5 omschrijft, zorgt er immers ervoor dat de materiaalbesteding beperkt blijft, hoewel een ideale overbrenging van krachten verkregen wordt. Door zijn innovatieve vormgeving is de oplossing voor gewichtsbeperking onder de vorm van de dwarsliggers 4 volgens onderhavige uitvinding alles behalve voor de hand liggend te noemen voor een vakman bekwaam in de stand der techniek.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij dat de dwarsliggers 4 minstens één kromme 31, verschillend van een cirkelvormige boog, omschrijven tussen genoemde laterale zijden 5 van de dwarsliggers 4.

Deze kromme dient er voornamelijk voor dat de laterale zijde 5 lang genoeg is zodat de verbinding zelf voldoet aan vooropgestelde eisen. De verbinding is de zwakke plek in de hele constructie. Door een niet-laterale zijde krom te maken kan gewicht bespaard worden en toch lange laterale zijden 5 behouden blijven.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij minstens 40 %, bij voorkeur minstens 50%, meer bij voorkeur minstens 60%, nog meer bij voorkeur minstens 70% en meest bij voorkeur minstens 80 %, zoals minstens 90% van de lengte van niet-laterale zijden van de dwarsliggers voorzien is van een strip 32 die haaks op de niet-laterale zijde is bevestigd. Bij voorkeur is de strip 32 aan de dwarsligger gelast.

De strip 32 is bij voorkeur uit het zelfde materiaal dan de dwarsliggers. De strip 32 zorgt er voor dat de dwarsligger een hogere starheid krijgt. Hierdoor wordt de dwarsligger minder bewegelijk en wordt het frame mechanisch steviger. Door de strip 32 te bevestigen aan de dwarsliggers kunnen de dwarsliggers zelf uit dunner en minder materiaal gemaakt worden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde dwarsliggers 4 perforaties 8 omvatten.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde langsliggers 3 perforaties 9 omvatten.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm omvatten genoemde langsliggers 3 en dwarsliggers 4 perforaties 8, 9. Door het aanbrengen van perforaties 8, 9 op strategische posities kan het gewicht van het frame 1 nog verder gereduceerd worden, terwijl het frame 1 toch een voldoende stijfheid en stevigheid behoudt.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde langsliggers 3 en/of dwarsliggers 4 hoogwaardig staal omvatten.

Hoogwaardig staal is voordelig om te gebruiken als materiaal voor het frame 1, aangezien hoogwaardig staal een laaggelegeerd staal is dat een grote last kan weerstaan zonder te breken of te vervormen, met een elasticiteitsgrens van 3515 kg/cm2 tot 7031 kg/cm2. In andere uitvoeringsvormen kunnen de langsliggers 3 en/of dwarsliggers 4 een ander materiaal of een combinatie van andere materialen omvatten, waaronder aluminium, staal of samengestelde materialen.

Een tweede aspect van de huidige uitvinding betreft een oplegger 2 voor het dragen van een lading, met een voorzijde 10 die ingericht is om aan een trekker te worden verbonden en een er tegenover gelegen achterzijde 11, omvattende een frame 1 met hoofdzakelijk parallel en op een afstand van elkaar gelegen langsliggers 3 en hoofdzakelijk loodrecht op de langsliggers 3 gelegen dwarsliggers 4, en omvattende een asstel, wielen 24 en remmen, waarbij genoemd dwarsliggers eendelig zijn uitgevoerd en ingericht zijn om middels laterale zijden 5 van de dwarsliggers 4 genoemde langsliggers 3 rechtstreeks met elkaar te verbinden.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een oplegger 2 volgens het tweede aspect van de uitvinding, omvattende minstens vier draaisloten of twistlocks. Hiermee kunnen standaard containers worden vast gezet op genoemde oplegger.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een oplegger 2 volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij longitudinaal uitgerekte kokers 17 hoofdzakelijk parallel ten opzichte van genoemde langsliggers 3 en tussen genoemde langsliggers 3 gelegen zijn.

Genoemde kokers 17 zijn uiterst handig om slangen in op te bergen voor het verpompen van een vloeistof of verpompbare substantie uit of in een reservoir of container. In een geprefereerde uitvoeringsvormen worden genoemde slangen aangewend om een container, al dan niet gedragen door de oplegger 2, te ledigen of aan te vullen. In geprefereerde uitvoeringsvormen vertonen genoemde kokers 17 een diameter tussen 120 mm en 240 mm, meer bij voorkeur een diameter tussen 140 mm en 220 mm en meest bij voorkeur een diameter tussen 150 mm en 210 mm. Dergelijke diameters van kokers 17 zijn uitermate geschikt om slangen in op te bergen voor het verpompen van een vloeistof of verpompbare substantie uit een reservoir of container te verwijderen of aan te vullen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een oplegger 2 volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de oplegger 2 een gewicht van 2600 kg tot 3800 kg, meer bij voorkeur een gewicht van 2800 kg tot 3600 kg en meest bij voorkeur een gewicht van 2900 kg tot 3400 kg heeft. Een dergelijk laag gewicht is zeer gewenst, aangezien het lichtgewicht van de oplegger 2 er voor zorgt dat een trekker een beperkte hoeveelheid kracht dient uit te oefenen om een dergelijke oplegger 2 voort te trekken. Dit draagt bij tot een efficiënt brandstofverbruik. Ook kan bij een geldende gewichtsbeperking een groter gewicht aan lading op de lichtgewicht oplegger 2 voorzien worden. Genoemd gewicht is van een oplegger die voldoet aan alle wettelijke eisen om in gebruik te kunnen worden genomen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm, voorziet de onderhavige uitvinding in een oplegger 2 volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het frame 1 een frame 1 volgens het eerste aspect van de uitvinding betreft.

Een derde aspect van de huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een frame 1 voor een oplegger 2, omvattende de stappen van: - het voorzien van langsliggers 3 en dwarsliggers 4; - het parallel plaatsen van de langsliggers 3 en het loodrecht ten opzichte van de langsliggers 3 plaatsen van de dwarsliggers 4; en - het verbinden van de langsliggers 3 met de dwarsliggers 4, waarbij de dwarsliggers 4 eendelig zijn uitgevoerd en waarbij de dwarsliggers 4 de langsliggers 3 rechtstreeks met elkaar verbinden.

Een dergelijke werkwijze biedt het voordeel dat via de werkwijze frames 1 voor opleggers 2 met een beperkt gewicht en goede stijfheid en stevigheid vervaardigd kunnen worden.

VOORBEELDEN VOORBEELD 1

Fig. 1 toont een frame 1 volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding terwijl Fig. 2 specifiek een dwarsligger 4 volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding toont. Het frame 1 omvat een geplooide neksectie 19, uitgerust met een loopvloer en een kingpin 22. Het frame 1 omvat daarnaast twee parallel gelegen langsliggers 3 uit hoogwaardig staal die samen gelast zijn met vier dwarsliggers 4 uit hoogwaardig staal. De dwarsliggers 4 zijn middels hun laterale zijden 5 aan de langsliggers 3 gelast. De dwarsliggers 4 zijn hierbij loodrecht gelegen ten opzichte van een centrale lengte-as 6 die parallel ten opzichte van beide langsliggers 3 gelegen is. De vormgeving van de dwarsliggers 4 vertoont een cirkelvormige boog 7 tussen genoemde laterale zijden 5. Tegenover genoemde cirkelvormige boog 7 vertoont iedere dwarsligger 4 een kromme 31. Zowel dwarsliggers 4 als langsliggers 3 vertonen perforaties 8, 9. De eendelige uitvoering van de dwarsliggers 4, de vormgeving van deze dwarsliggers 4 evenals de perforaties 8, 9 in dwarsliggers 4 en langsliggers 3 zorgen ervoor dat een lichtgewicht frame 1 verkregen wordt, met alle voordelen die hiermee gepaard gaan. Het frame 1 omvat daarnaast nog additionele verbindingsstukken 18 uit hoogwaardig staal. Ook omvat het frame 1 nog containerarmen 20 uit hoogwaardig staal die loodrecht ten opzichte van genoemde centrale lengte-as 6 op genoemde langsliggers 3 vast gelast zijn. Deze containerarmen 20 zijn uitgerust met draaislot of twistlocks 21 en zijn uitermate geschikt voor het dragen van 20 voets of 30 voets containers. VOORBEELD 2

Fig. 3 toont een oplegger 2 volgens een geprefereerde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Vooreerst omvat de oplegger 2 een frame 1 zoals beschreven in Voorbeeld 1. In Fig. 3 kan hierbij de loopvloer 30 van de neksectie 19 duidelijk worden waargenomen. De oplegger 2 is geschikt voor het dragen van en vervoeren van een lading, zoals een container. De oplegger 2 omvat een voorzijde 10 die ingericht is om aan een trekker te worden verbonden en een er tegenover gelegen achterzijde 11, en omvat daarnaast een asstel, wielen 24 en remmen. De oplegger 2 omvat tevens een platform 12 dat aan de achterzijde 11 van de oplegger 2 tussen de langsliggers 3 van het frame 1 gelegen is. Genoemd platform 12 is een handig middel om één of meerdere personen plaats te laten nemen op de achterzijde 11 van de oplegger 2. Genoemd platform 12 is voorzien van perforaties 13, zodat vloeistof, bijvoorbeeld eventueel gemorste vloeistof bij het ledigen of vullen van een container, zich doorheen de perforaties 13 van het platform 12 naar een eronder gelegen opvangreservoir kan verplaatsen. Daarnaast omvat de achterzijde 11 van de oplegger 2 een opstap 15 aan elk van zijn laterale zijden 14. Tevens omvat de achterzijde 11 twee staven 16 die volgens een hoek van 90° ten opzichte van het frame 1 van de oplegger 2 gelegen zijn. Genoemde opstappen 15 en staven 16 zijn verdere hulpmiddelen om een persoon plaats te laten nemen op de achterzijde 11 van de oplegger 2. Daarnaast omvat de oplegger 2 twee longitudinaal uitgerekte kokers 17 die hoofdzakelijk parallel ten opzichte van genoemde langsliggers 3 en tussen genoemde langsliggers 3 gelegen zijn. Genoemde kokers 17 zijn uiterst handig om losslangen op te bergen om een vloeistof of verpompbare substantie uit een reservoir of container te verwijderen of aan te vullen. Verder is de oplegger 2 voorzien van een gekende uitrusting voor opleggers 2, waaronder een bumper 27, een spatlap 28 onder de bumper 27, achterlichten 25, spatschermen 26 voor de banden 24 en een brandbluskast 29 omvattende brandblusser omvat zijn.

Claims (13)

1. conclusies

   1. Frame (1) voor een oplegger (2) omvattende hoofdzakelijk parallel en op een afstand van elkaar gelegen langsliggers (3), hoofdzakelijk loodrecht op de langsliggers (3) gelegen dwarsliggers (4), met het kenmerk, dat individuele dwarsliggers (4) eendelig zijn uitgevoerd en ingericht zijn om middels laterale zijden (5) van de dwarsliggers (4) genoemde langsliggers (3) rechtstreeks met elkaar te verbinden, en dat genoemde langsliggers (3) en/of dwarsliggers (4) hoogwaardig staal omvatten.
2. 2. Frame (1) volgens conclusie 1, waarbij genoemde dwarsliggers (4) spiegelsymmetrisch zijn langsheen een centrale lengte-as (6) die centraal gelegen is en parallel georiënteerd is ten opzichte van genoemde langsliggers (3).
3. 3. Frame (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsliggers (4) plaatvormig zijn.
4. 4. Frame (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij dat de dwarsliggers (4) minstens één cirkelvormige boog (7) omschrijven tussen genoemde laterale zijden (5) van de dwarsliggers (4).
5. 5. Frame (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij dat de dwarsliggers (4) minstens één kromme, verschillend van een cirkelvormige boog, (31) omschrijven tussen genoemde laterale zijden (5) van de dwarsliggers (4).
6. 6. Frame (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij minstens 40 % van de lengte van niet-laterale zijden van de dwarsliggers voorzien is van een strip (32) die haaks op de niet-laterale zijde is bevestigd.
7. 7. Frame (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsliggers (4) perforaties (8) omvatten.
8. 8. Frame (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde langsliggers (3) perforaties (9) omvatten.
9. 9. Oplegger (2) voor het dragen van een lading, met een voorzijde (10) die ingericht is om aan een trekker te worden verbonden en een er tegenover gelegen achterzijde (11), omvattende een frame (1) met hoofdzakelijk parallel en op een afstand van elkaar gelegen langsliggers (3) en hoofdzakelijk loodrecht op de langsliggers (3) gelegen dwarsliggers (4), en omvattende een asstel, wielen (24) en remmen, met het kenmerk, dat genoemd dwarsliggers eendelig zijn uitgevoerd en ingericht zijn om middels laterale zijden (5) van de dwarsliggers (4) genoemde langsliggers (3) rechtstreeks met elkaar te verbinden.
10. 10. Oplegger (2) volgens conclusie 9, omvattende minstens vier twistlocks.
11. 11. Oplegger volgens conclusie 9 of 10, waarbij het frame (1) een frame (1) volgens één der conclusies 1 tot 8 betreft.
12. 12. Oplegger (2) volgens minstens één der voorgaande conclusies 9 tot 11, waarbij de oplegger (2) een gewicht van 2600 kg tot 3800 kg heeft.
13. 13. Werkwijze voor het vervaardigen van een frame (1) voor een oplegger (2), omvattende de stappen van: - het voorzien van langsliggers (3) en dwarsliggers (4); - het parallel plaatsen van de langsliggers (3) en het loodrecht ten opzichte van de langsliggers (3) plaatsen van de dwarsliggers (4); en - het verbinden van de langsliggers (3) met de dwarsliggers (4), met het kenmerk, dat de dwarsliggers (4) eendelig zijn uitgevoerd en dat de dwarsliggers (4) de langsliggers (3) rechtstreeks met elkaar verbinden.