BE1022952B1 - Clean room schoenzool - Google Patents

Clean room schoenzool Download PDF

Info

Publication number
BE1022952B1
BE1022952B1 BE2015/5303A BE201505303A BE1022952B1 BE 1022952 B1 BE1022952 B1 BE 1022952B1 BE 2015/5303 A BE2015/5303 A BE 2015/5303A BE 201505303 A BE201505303 A BE 201505303A BE 1022952 B1 BE1022952 B1 BE 1022952B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
shoe sole
shoe
sole
protrusion
rubber
Prior art date
Application number
BE2015/5303A
Other languages
English (en)
Inventor
Raf Michiels
Original Assignee
Wolfstar Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wolfstar Bvba filed Critical Wolfstar Bvba
Priority to BE2015/5303A priority Critical patent/BE1022952B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022952B1 publication Critical patent/BE1022952B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43BCHARACTERISTIC FEATURES OF FOOTWEAR; PARTS OF FOOTWEAR
    • A43B3/00Footwear characterised by the shape or the use
    • A43B3/16Overshoes
    • A43B3/163Overshoes specially adapted for health or hygienic purposes, e.g. comprising electrically conductive material allowing the discharge of electrostatic charges
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43BCHARACTERISTIC FEATURES OF FOOTWEAR; PARTS OF FOOTWEAR
    • A43B7/00Footwear with health or hygienic arrangements
    • A43B7/36Footwear with health or hygienic arrangements with earthing or grounding means

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schoenzool (1), in het bijzonder voor een clean room schoen, de schoenzool (1) omvattende een basis (2) met een buitenste loopvlak (3) en een binnenvlak (4) naar de binnenzijde van de schoen. Het buitenste loopvlak (3) ten minste één grondcontactdeel protrusie (5, 15) dat zich uitstrekt vanaf het buitenste loopvlak (3) van de tong in een grondcontactdeel richting. De ten minste één grondcontactdeel protrusie (5) zich uitstrekt naar en in het binnenvlak (4) van de schoenzool. De ten minste één grondcontactdeel protrusie (5) is gelegen in een hielgedeelte (7) van de bodem in contact zijnde zijde en is gedimensioneerd om een loopvlak contact tijdens normaal gebruik van de clean room schoen. De ten minste één grondcontactdeel protrusie (5) is vervaardigd van kunststofmateriaal omvattende een gevulkaniseerd thermoplastisch materiaal en ten minste één anti-statisch middel.

Description

Clean room schoenzool
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schoenzool, in het bijzonder voor een clean room schoen, waarbij de schoenzool een basis bevat met een buitenste loopvlak voorzien voor het contacteren van een loopoppervlak en een binnenste vlak in de schoen, volgens de aanhef van de eerste conclusie.
Clean rooms worden veelvuldig gebruikt onder meer voor de productie van micro-elektronica en optische onderdelen, voor nauwkeurige metingen in ruimtevaart centra, in wetenschappelijk, biotechnologisch en medisch onderzoek, enz. Clean rooms trachten vervuiling van een ruimte te sturen door het minimaliseren van de concentratie aan stofdeeltjes van een welbepaalde deeltjesgrootte per kubieke meter ruimte. Stringente bouwvereisten, en protocols voor het betreden en verlaten van de clean room hebben tot doel besmetting te minimaliseren. Vervuiling van de clean room tijdens gebruik wordt geminimaliseerd door het gebruik van bijzondere kleding door het personeel. Deze bijzondere kleding omvat o.a. een overal, een hoofdkap en adequate schoenen en/of schoen covers. Doordat de presetaties van de clean rooms aanzienlijk verbeterd werden, neemt het belang van het gebruik van de juiste kleding steeds toe.
Schoenen of wegwerp schoen covers vormen een belangrijk onderdeel van de clean room kleding. Deze kunnen uit diverse kunststoffen vervaardigd zijn. Schoen covers gemaakt van niet-geweven polypropeen (SBPP), vormen een bekende bron van ongewenste verontreinigingen, aangezien het materiaal gemakkelijk deeltjes loslaat en snel scheurt, waardoor een verdere verhoging van de deeltjes verontreiniging veroorzaakt wordt, alhoewel ze in staat zijn te voorkomen dat verontreinigingen van buitenaf in de clean room terecht komen. Het vermogen van SBBP overschoenen om op de vloer aanwezig vocht te absorberen, verhoogt het risico op scheuren en brengt slipgevaar met zich mee. Coaten van de polypropeen clean room schoen cover met een PVC-zool, verleent anti-slip eigenschappen zelfs op natte vloeren, maar is een dure optie voor een wegwerp cover. SBBP schoen covers zijn geschikt voor reinigen in een autoclaaf en kunnen gedurende maximaal een week gedragen worden. Schoen covers gemaakt van cross-linkend polyetheen (CPE) blijken schoner te zijn. Ze gaan langer mee, omdat ze minder gevoelig zijn voor scheuren dan SBPP.
Aangezien wegwerpkleding een aanzienlijk deel van het clean room budget uitmaakt, kan het gebruik van herbruikbare clean room schoenen een budgettair interessante oplossing bieden. Omdat deze schoenen bedoeld zijn om een hele dag gedragen te worden, is comfort een belangrijke parameter.
De meeste kunststoffen zijn isolatoren. De statische lading die zich hierdoor in het materiaal opbouwt, heeft tot talrijke problemen in de industrie geleid. Een plotselinge ontlading van statische elektriciteit kan namelijk schade veroorzaken aan gevoelige elektronische componenten - een paar honderd volt volstaan hiertoe. DE3830744 beschrijft dat clean room schoenen met een zool vervaardigd uit polyurethaan bekend zijn. Andere zolen van dit type zijn sterk anti-statisch, zij hebben een elektrische weerstand van meer dan 10 MegaOhm, dus veel hoger dan de weerstand van de menselijke huid, waardoor statische lading onvoldoende wordt afgevoerd.
Uit DE3830744 is een clean room schoenzool bekend,die vervaardigd is uit een mengsel B van emulsie-PVC, suspensie PVC, weekmakers, stabilisatoren, en gebruikelijke blaasmiddelen, voor het produceren van schoenzolen. Door het mengen van dit mengsel B met een verder mengsel A omvattende stabilisatoren, glijmiddelen en elektrisch geleidende materialen, wordt een materiaal met een lagere elektrische weerstand verkregen, dat in staat is elektrische ladingen te absorberen. De elektrische weerstand van mengsel B van de schoenzool kan gestuurd worden door aanpassen van de hoeveelheid blaasmiddel. Teneinde het elektrisch geleidend contact tussen een menselijke voet en de schoenzool te verbeteren wordt aangeraden meerdere elektrisch geleidende delen verspreid over het zooloppervlak te voorzien, die elektrische geleiding tussen de bovenste en onderste zijde van de schoen verschaffen. Dit wordt bereikt door in de schoen, op de loopzooi, een zoolcontact te voorzien dat in contact is met de voet. Het zoolcontact is elektrisch geleidend, door aanwezigheidvan een elektrisch geleidende naad op de zool of door de aanwezigheid van elektrisch geleidende onderdelen.
De schoenzool beschreven in DE3830744 vertoont echter het nadeel dat de elektrische geleidbaarheid verschaft wordt door de aanwezigheid van onderdelen in metaal, die bij het dragen van de schoen ongemak kunnen veroorzaken. De noodzaak tot het verwerken van metalen delen in het inbrengen van de metalen delen in de weg staat echter een geautomatiseerde productie van clean room schoenen in de weg.
De onderhavige uitvinding beoogt derhalve een zool voor een clean room schoen te verschaffen, die in staat is een adequate dissipatie van statische elektrische ladingen te verzekeren, en die in grote series op een geautomatiseerde wijze kan worden geproduceerd. JP2001029104 beschrijft een anti-statische schoenzool vervaardigd uit een vulkaniseerbare rubber grondstof, waarin een geleidend materiaal zoals zilver, koolstof is gedispergeerd. JP2001029104 beschrijft niet dat het gebruik maakt van een mengsel van gevulkaniseerd rubber en een thermoplastisch materiaal. DE202008002745 beschrijft een schoen die in één geheel is uitgevoerd, waarbij in de zool doorgangen voorzien zijn, uitgevoerd in een elektrisch geleidend materiaal, bijvoorbeeld koolstofvezels bevattende siliconenrubber. DE202008002745 onderkent echter niet het probleem van loskomende deeltjes en de daarmee geassocieerde stofvorming. US5448840 beschrijft een schoen met een schoenzool, die één of meer elektrisch geleidende materialen bevat. Verder zijn er middelen voorzien voor het doorgeven van een elektrische lading, doorheen de schoenzool, naar een deel van de voet. De buitenzooi is uitgevoerd in rubber of een rubberachtig materiaal, bijvoorbeeld styreen-butadieen rubber dat in tennis schoenen en in basketbal schoenen gebruikt wordt. US5448840 onderkent echter het probleem van loskomende deeltjes en de daarmee geassocieerde stofvorming niet. FR2754982 beschrijft een zool vervaardigd uit een onderste en een bovenste deel, die door vulkanisatie met elkaar verbonden zijn. Het bovenste deel vormt bruggen doorheen het onderste deel, zodat contact met de grond verzekerd wordt. Het bovenste deel is vervaardig uit een elektrisch geleidend materiaal.
Deze uitvinding lost het probleem op van het verschaffen van een zool voor een clean room schoen, die in staat is een adequate dissipatie van statische elektrische lading te verzekeren vanaf de persoon die de clean room schoen draagt naar het loopoppervlak waarover de persoon zich beweegt, waarbij de zool in grote series op een geautomatiseerde wijze geproduceerd kan worden, met een minimum aan manuele manipulaties.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt met een schoenzool die de technische kenmerken vertoont van het kenmerkende deel van de eerste conclusie.
Daartoe wordt de clean room schoenzool volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het loopvlak ten minste één protrusie bevat die zich vanaf de basis uitstrekt in de richting van het loopoppervlak, doordat ten minste één hielprotrusie zich in een hielgedeelte van de basis bevindt en zodanig ten opzichte van de basis uitsteekt dat de hieprotrusie in contact is met het loopoppervlak bij normaal gebruik van schoenzool en/of de clean room schoen, en doordat de ten minste één hielprotrusie uitgevoerd is in een kunststof die een gevulkaniseerd thermoplastisch materiaal bevat met een Shore A hardheid tussen 35 en 95, en ten minste één antistatisch materiaal.
De aanwezigheid van de anti-statische stof in het thermoplastische gevulkaniseerde materiaal levert een protrusie met antistatische eigenschappen. Doordat één zijde van de anti-statische protrusie contact maakt met de persoon die de schoen draagt, en een andere kant van de protrusie contact maakt met het loopvlak, is het mogelijk elektrische ladingen afkomstig van de drager van de schoen af te voeren naar het loopvlak. De positionering van de protrusie in een hielgedeelte van de clean room zool, maakt dat de protrusie steeds contact maakt met het loopvlak tijdens normaal gebruik van de zool, en zorgt voor een effectieve en continue afvoer van elektrische ladingen van de drager van de schoen naar het loopvlak of de grond. De uitvinders hebben namelijk geconstateerd dat in de loop van de activiteiten, zoals wandelen, staan of heen en weer lopen, het hieldeel van een schoen altijd het loopvlak contacteert. Hierdoor kan het risico op opbouwen van elektrostatische ladingen in de schoenzool geminimaliseerd worden. De een Shore A hardheid tussen 35 en 95 verschaft bovendien een schoenzool met een goed draagcomfort, een voldoende flexibiliteit en een goede weerstand tegen de verwering, waardoor het risico op stofvorming minimaal wordt.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn zowel de antistatische protrusie en de rest van de schoenzool vervaardigd uit een thermoplastisch gevulkaniseerd materiaal dat een antistatisch middel bevat. Het uitvoeren van de protrusie en de rest van de zool in één materiaal maakt het mogelijk de anti-statische protrusie in één geheel met de rest van de schoenzool uit te voeren, een optimale binding van de anti-statische protrusie aan de rest van de zool te garanderen. Een dergelijke schoenzool is in zijn geheel recycleerbaar, de schoenzool en de anti-statische protrusies kunnen in één enkele productiestap vervaardigd worden. Aldus kunnen manuele manipulaties tot een minimum gereduceerd worden en productiekosten aanzienlijk verminderd worden.
Volgens een tweede uitvoeringsvorm van deze uitvinding zijn de ten minste één anti-statische protrusie en de rest van de schoenzool in verschillende kunststofmaterialen uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt doordat het ten minste één grondcontactdeel protrusie en de rest van de schoenzool verschillende thermoplastische materialen omvatten, of dat de ten minste één protrusie en de rest van de schoenzool een ander anti-statisch middel bevatten.
Om het contact te verbeteren tussen de persoon die de clean room schoen draagt en de zool van de clean room schoen, is ten minste in bovengenoemde tweede uitvoeringsvorm, de ten minste één protrusie verlengd zodat ze zich langs tenminste een deel van de binnenzijde van de zool, d.i. de naar de binnekant van de schoen gerichte zijde, uitstrekt. Dit wordt bereikt door de protrusie te verlengen zodat ze een deel van de zool vormt.
In het bijzonder, in de uitvoeringsvorm waarbij de ten minste één anti-statische protrusie en de rest van de schoenzool uitgevoerd zijn in verschillende kunststofmaterialen, kan de anti-statische protrusie vervaardigd zijn in een kunststof die een gevulkaniseerd thermoplastisch materiaal en ten minste één anti -statisch middel bevat en kan de rest van de schoenzool vervaardigd zijn uit een kunststofmateriaal dat een gevulkaniseerd thermoplastisch materiaal omvat, maar geen antistatisch middel. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk zowel het materiaal voor de anti-statische protrusie als het materiaal voor de rest van de zool onafhankelijk van elkaar te optimaliseren, rekening houdend met hun functie in de schoenzool. Het materiaal voor het antistatische protrusie kan aldus worden geoptimaliseerd voor de anti-statische eigenschappen, thermische stabiliteit en slijtvastheid, terwijl het materiaal voor de rest van de zool kan worden geoptimaliseerd voor het comfort, de slijtvastheid, thermische stabiliteit en kosten.
Omdat zowel de anti-statische protrusie als de rest van de schoenzool vervaardigd zijn uit een kunststofmateriaal dat een gevulkaniseerde thermoplast bevat, kunnen beide delen geproduceerd worden onder gebruikmaking van hetzelfde spuitgietproces. In het bijzonder kan de anti-statische protrusie geproduceerd worden om één geheel met de rest van de zool te vormen. Dit kan bereikt worden door eerst de rest van de schoenzool te vormen, gevolgd door het vormen van het anti-statische protrusie in een fase waarin de rest van de zool zich nog steeds in gesmolten toestand bevindt, waardoor hechting van beide materialen bevorderd wordt en optimale hechting van de anti-statische protrusie aan de rest van het materiaal van de schoenzool mogelijk wordt.
Vaak zal de aanwezigheid van één enkele anti-statisch protrusie voldoende zijn om anti-statische eigenschappen aan de schoenzool te verschaffen. Afhankelijk van de afmetingen van het anti-statische protrusie, de aard en de ladings dissiperende eigenschappen van het anti-statische materiaal en de te dissiperen lading, kan één enkele anti-statisch protrusie voorzien worden of een veelheid van dergelijke protrusies. Alhoewel deze uitvoeringsvorm toelaat materiaalkosten binnen aanvaardbare grenzen te houden, aangezien het anti-statische materiaal de materiaalkosten bepalende factor is, zullen productiekosten in het algemeen hoger zijn.
In de onderhavige uitvinding kan een breed scala aan gevulkaniseerde thermoplastische materialen gebruikt worden. Bij voorkeur worden één of meer gevulkaniseerde thermoplastische materialen gebruikt die een voldoende Shore A hardheid hebben, bij voorkeur een Shore A hardheid tussen 50 en 95, met meer voorkeur tussen 60 en 80, met de meeste voorkeur tussen 60 en 75, in het bijzonder tussen 60 en 70. De Shore A-hardheid kan worden gemeten volgens ISO 868. Het gevulkaniseerd thermoplastisch materiaal heeft bij voorkeur een Shore D hardheid tussen 30 en 60.
Om het risico op verontreiniging te minimaliseren, is de ten minste één protrusie op een naadloze manier aan de zool bevestigd.
De schoenzool van deze uitvinding is geschikt voor tal van toepassingen, bijvoorbeeld als schoenzool voor clean room schoenen of als schoenzool voor een clean room jumpsuit. De schoenzool volgens de onderhavige uitvinding is echter ook geschikt voor gebruik in sportschoenen, werkschoenen enz. De schoenzool kan als zodanig worden toegepast of het kan worden gekleurd of bedekt of bekleed met een geschikt materiaal, zolang de anti- statische eigenschappen niet nadelig worden beïnvloed.
Het in deze uitvinding gebruikte gevulkaniseerde thermoplastische materiaal omvat gewoonlijk een rubber en een thermoplastisch materiaal. Het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal kan verder de gebruikelijke bestanddelen bevatten.
In het kader van deze uitvinding kunnen een groot aantal rubber materialen geschikt gebruikt worden. Geschikte rubber materialen zijn bijvoorbeeld natuurlijk rubber, nitrilrubber, acryl rubber, styreen-butadieenrubber, styreen-butadieen-styreen rubber (SBS), nitril-butadieen rubber, isobuteen-isopreen rubber, polybutadieen, polyisopreen, polychloropreen, etheen-propeen copolymeren, hierna EPM, etheen-propeen-dieen terpolymeren, hierna EPDM, styreen-ethyleen-butyleen-styreen blokcopolymeren (SEBS), butylrubber, isobutyleen-p-methylstyreen copolymeren of gebromeerde isobutyleen-p-methylstyreen copolymeren, alfa-olefinen in het bijzonder deze met 3-8 koolstofatomen of een mengsel van twee of meer van de bovengenoemde materialen. Voorbeelden van alfa-olefinen met 3 tot 8 koolstofatomen zijn propeen, 1-buteen, 1-penteen, 1-hexeen en 1-octeen. In de handel verkrijgbare copolymeren zijn bijvoorbeeld EXACT ™ of ENGAGE ™.
Het in deze uitvinding gebruikte gevulkaniseerde thermoplastische materiaal kan één enkele rubber bevatten of een mengsel van twee of meer verschillende rubber materialen.
Het in deze uitvinding gebruikte gevulkaniseerde thermoplastische materiaal kan ten minste één onverzadigd dieenelastomeer bevatten als rubber materiaal, of een mengsel van twee of meer verschillende. De diëen monomeren kunnen geconjugeerd of niet-geconjugeerd monomeren zijn, die twee dubbele koolstof-koolstofbindingen bevatten. De dieen elastomeer kan een homopolymeer of een copolymeer zijn.
Bij voorkeur wordt een dieen elastomeer gebruikt dat ten minste gedeeltelijk verkregen is uit geconjugeerde dieen monomeren zoals: a) homopolymeren verkregen door homopolymerisatie van een geconjugeerd dieenmonomeer, met name een dieen monomeer met 4-12 koolstofatomen, bijvoorbeeld 1,3-butadieen, 2-methyl-l,3-butadieen (of isopreen), een 2,3 di- (Cl tot C5 alkyl) -1,3-butadieen, bijvoorbeeld 2,3-dimethyl-l,3-butadieen, 2,3-diethyl-l,3-butadieen, 2-methyl-3-ethyl-l , 3-butadieen, 2-methyl-3-isopropyl-1,3-butadieen, en fenyl-1,3-butadieen; b) copolymeren verkregen door copolymerisatie van één of meer geconjugeerde dienen met elkaar of met één of meer vinyl-aromatische verbindingen, in het bijzonder een dieen monomeer met 4-12 koolstofatomen en één of meer vinyl-aromatische verbindingen met 8 tot 20 koolstofatomen zoals bijvoorbeeld styreen, ortho-, para- of meta-methylstyreen. Voorbeelden van polymeren geschikt voor gebruik bij deze uitvinding omvatten butadieen-styreen-copolymeren en butadieen-isopreen-copolymeren.
In een eerste voorkeuruitvoeringsvorm wordt EPDM of EPM gebruikt als rubber, bij voorkeur EPDM. De voorkeur EPDM bevat 40-80 gewichtsdelen etheen monomeereenheden, 58-18 gewichtsdelen monomeereenheden afkomstig van een alfa-olefine en 2-12 gewichtsdelen monomeereenheden afkomstig van een niet-geconjugeerd dieen, waarbij het totale gewicht van de etheen monomeereenheden, de alfa-olefine en niet-geconjugeerd dieen 100 is. Bij voorkeur wordt propeen als alfa-olefine gebruikt. Bij voorkeur wordt dicyclopentadieen (DCPD), 5-ethylideen-2-norborneen (ENB) of vinylnorboméén (VNB) of mengsels daarvan gebruikt als niet geconjugeerd deieen.
Zowel EPDM en EPM zijn in staat om een gevulkaniseerd materiaal te verschaffen met een goede temperatuurstabiliteit, ook bij temperaturen van ongeveer 135 °C, een temperatuur die gebruikelijk wordt toegepast voor het steriliseren van clean room kleding. Dit materiaal blijkt ook in staat te zijn herhaalde sterilisatie bij hoge temperatuur te weerstaan, evenals steriliseren door bestraling met gamma-straling, bij minimaal risico om beschadiging van het materiaal.
In een tweede uitvoeringsvorm wordt bij voorkeur nitrilrubber gebruikt, aangezien dit een goedkoop materiaal is, gewenste haptische eigenschappen vertoont en gewenste temperatuurstabiliteit, hetgeen belangrijk is aangezien de schoenzool herhaalde behandeling in een autoclaaf bij 135 °C of bestraling met gamma-straling moet kunnen verdragen. Nitrilrubber biedt een voordelige combinatie van eigenschappen, door het verstrekken van voldoende flexibiliteit en draagcomfort en een goede weerstand tegen verwering en vrijstellen van losse deeltjes.
Binnen het kader van deze uitvinding kan een grote verscheidenheid aan gevulkaniseerde thermoplastische materialen gebruikt worden. Het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal kan één enkel type thermoplastisch materiaal bevatten of een mengsel van twee of meer verschillende thermoplastische materialen. Geschikte thermoplastische materialen voor gebruik in het thermoplastische gevulkaniseerde materiaal omvatten polyalkenen, polyamides en polycarbonaten, met name co-polyetheresters, polymeren met polyamideblokken en polyetherblokken en mengsels van twee of meer van de bovengenoemde materialen, met name mengsels van polyamide en polyolefinen.
Het thermoplastisch materiaal kan bijvoorbeeld bestaan uit een thermoplastisch polyetheen of polypropeenof een mengsel daarvan, een voorkeursuitvoeringsvorm gebruikt thermoplastic polypropyleen.
Bij voorkeur wordt een thermoplastisch polyolefine gebruikt.
Polyolefinen omvatten polymeren die alkeen eenheden, zoals bijvoorbeeld ethyleen, propyleen of 1-buteen-eenheden en dergelijke betekenen. Voorbeelden van thermoplastische polyolefinen geschikt voor gebruik in deze uitvinding zijn homopolymeren van ethyleen of propyleen, copolymeren van ethyleen of propyleen, copolymeren van ethyleen en een alfa-olefine comonomeer met 4-20 koolstofatomen of copolymeren van propeen en een alfa-olefine comonomeer met 4-20 koolstofatomen. De polyalkeen homo- en copolymeren kunnen geproduceerd worden met een Ziegler-Natta katalysator, of iedere andere single site metalloceen katalysator. Bij voorkeur worden polypropyleen, polyetheen of mengsels daarvan gebruikt als een thermoplastisch polyalkeen, met meer voorkeur polypropeen. Het polypropeen kan lineair of vertakt zijn. Bij voorkeur wordt een lineair polypropeen toegepast. Met meer voorkeur wordt een polypropeen toegepast met een smeltindex (MFI) 0,1 en 100; met meer voorkeur tussen 0,1 en 50; de meeste voorkeur ligt tussen 0,3-20, gemeten volgens ISO-norm 1133 (230°C bij 2,16 kg belasting). I Indien gewenst, kan het thermoplastische materiaal copolymeren bevatten van etheen / of een alkyl (meth) acrylaat, copolymeren van etheen / of een alkyl omvatten (meth) acrylaat / maleïnezuuranhydride, het maleïnezuuranhydride geënt of gecopolymeriseerd, copolymeren van ethyleen / van een alkyl (meth) acrylaat / glycidylmethacrylaat, de glycidylmethacrylaat geënt of gecopolymeriseerd polypropyleen.
Desgewenst kunnen deze producten geënt zijn met functionele groepen, bijvoorbeeld met onverzadigde carboxylzuuranhydriden zoals maleïnezuuranhydride en onverzadigde epoxiden, zoals glycidylmethacrylaat, copolymeren van etheen met ten minste één product gekozen uit (i) onverzadigde carboxylzuren, hun zouten of esters, (ii) vinylesters van verzadigde carboxylzuren, (iii) onverzadigde dicarboxylzuren, hun zouten, hun esters, hun halfesters of anhydriden, en (iv) onverzadigde dicarbonzuuranhydriden of onverzadigde epoxiden, styreen / etheen-buteen / styreen (SEBS), copolymeren die eventueel gemodificeerd met maleïnezuur functionaliteiten.
Geschikte polyamiden omvatten een polyamide of een mengsel van twee of meer verschillende polyamiden. Onder polyamide wordt verstaan het condensatieproduct van één of meerdere aminozuren, zoals aminocapronzuur, 7-aminoheptaanzuur, 11-amino-undecaanzuur en 12-aminododecaanzuur, uit een of meerdere lactamen, zoals caprolactam, oenantholactam en lauryl lactam; één of meer zouten of mengsels van di- aminen zoals hexamethyleendiamine, dodecamethyleendiamine, meta-xylyleendiamine, bis (p-aminocyclohexyl) methaan en trimethylhexa-methyleendiamine, met één of meer dizuren zoals isoftaalzuur, tereftaalzuur, adipinezuur, azelaïnezuur, suberinezuur , sebacinezuur en dodecaandicarboxylzuur zuren; of mengsels van enkele van deze monomeren waardoor copolyamiden gevormd worden. Polyamide mengsels kunnen worden gebruikt. Bij voorkeur wordt PA-11, PA-12 en het copolyamide dat 6 of 12 eenheden (PA-6/12) bevat.
Co-polyetheresters zijn copolymeren die eenheden bevatten afgeleid van polyether polyetherdiols, zoals polyetheenglycol (PEG), polypropeenglycol (PPG) of een polytetramethyleenglycol (PTMG), dicarboxylzuureenheden, zoals tereftaalzuur en ethyleenglycol (ethaandiol) of 1,4-butaandiol eenheden. De koppeling van polyethers en dizuren geeft verbindingen met flexibele segmenten, terwijl de koppeling van glycol of butaandiol met de dizuren rigide segmenten van de copolyetherester geeft. Dergelijke copolyetheresters zijn bekend en zijn bijvoorbeeld beschreven in EP402.883 en EP 405.227.
Andere voorbeelden van geschikte thermoplastische materialen omvatten polymeren die polyamideblokken en polyetherblokken bevatten. Polymeren met polyamideblokken en polyetherblokken resulteren uit de co-polycondensatie van polyamide sequenties met reactieve uiteinden met polyether sequenties bevattende reactieve uiteinden, zoals onder meer: 1) Polyamide sequenties die diamine ketens bevatten, eindigend met polyoxyalkyleen sequenties met dicarboxylgroepketen eindgroepen. 2) Polyamide sequenties met dicarboxyl keteneinden met polyoxy-alkyleen-sequenties, die diamine keteneinden bevatten verkregen door cyanoethylering en hydrogenering van alpha, omega-gedihydroxyleerde alifatische polyoxyalkyleen sequenties bekend als polyetherdiolen. 3) Polyamide sequenties bevattende dicarboxylgroep keteneinden die polyetherdiols bevatten, de verkregen producten zijn in dit geval, polyetheresteramides.
De polyether kan bijvoorbeeld, een polyetheen glycol (PEG) zijn, een polypropyleenglycol (PPG) of een polytetramethyleenglycol (PTMG), ook bekend als polytetrahydrofuran (PTHF). De polyetherblokken die zich in de keten van het polymeer met polyamideblokken en polyetherblokken bevinden in de vorm van diolen of diaminen, zijn bekend als PEG of PPG blokken of PTMG blokken en polymeren die PA-6 blokken en PTMG blokken.
Het gebruik van thermoplastische polyetherurethanen wordt bij voorkeur tot een minimum beperkt omwille van hun vochtgevoeligheid, die eventueel tot een versnelde slijtage van het materiaal en ongewenste afgifte van deeltjes kan leiden.
De hoeveelheid thermoplast aanwezig in het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal kan binnen ruime grenzen variëren, maar zal gewoonlijk 5-90% op gewichtsbasis bedragen ten opzichte van het totale gewicht van het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal. Bij voorkeur is de hoeveelheid thermoplastisch materiaal tussen 5-50 gewichts %, met meer voorkeur tussen 10-30 gewichts % ten opzichte van het totale gewicht van het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal.
Anti-statische middel.
In deze uitvinding kunnen diverse, algemeen bij de vakman bekende anti-statische middelen gebruikt worden, met name migreren anti-statische middelen, permanente anti-statische middelen, geleidende deeltjes, geleidende vezels en nano-materialen. Geschikte voorbeelden zijn anti-statische kunststoffen (inherent dissipatieve polymeren), roet, koolstof nanobuizen, grafeen, geleidende vezels, waaronder grafiet en metaalvezels bijvoorbeeld roestvrijstaalvezels en zogenaamde ionic liquids “IL” of ionische vloeistoffen.
Migrerende anti-statische middelen diffunderen in het polymeeroppervlak in de loop van de tijd en worden geactiveerd door watermoleculen. Een oppervlakte weerstand van 1010 - lü12 Ohm / vierkant kan worden bereikt, het materiaal kan dan als "anti-statisch" aangeduid worden. Voorbeelden van migrerende anti-statische middelen omvatten langketenige alkylfenolen, geëthoxyleerde aminen en glycerolesters (bijvoorbeeld glycerolmonostearaat).
Permanent anti-statische middelen werken door vorming van een geleidende matrix of doordringend netwerk door het polymeer. Hiermee kan een snellere ladingsafbouwsnelheid en een oppervlakteweerstand bereikt worden van lü8 - lü12 Ohm / vierkant. Voorbeelden van permanente antistatische middelen zijn polyamide / polyether blok amiden, polyether blok amiden op basis van PA6 of PA12 chemie, ethyleen ionomeren, polyaniline polymere additieven en vloeibare organische PEG-carboxylaat esters. Commerciële polymere kwaliteiten omvatten Pebax (Arkema), Irgastat P (BASF), Entira (Dupont), Pelestat (Sanyo Chemical). Non-poylmeric, Ken-stat (Kenrich Petrochemicals) organometaal additieven. Geleidende deeltjes en vezels kunnen worden gebruikt om een 'geleidend' polymeer met een oppervlakteweerstand van 10 - 106 Ohm / vierkant te verkrijgen. Voorbeelden van geschikte geleidende deeltjes of vezels zijn onder meer roet, geleidende vezels, zowel grafiet als en grafietdeeltjes met een hoog oppervlak.
Nano-materiaal kan ook worden gebruikt om "anti-statische" of "elektrostatisch dissiperende” polymeren te vervaardigen. Voorbeelden hiervan zijn koolstof nanobuisjes, enkelwandige en meerwandige koolstof nanobuizen, koolstof nanovezels, fullereen nanobuizen, grafeem lagen, anorganische zouten en silicium dioxide.
De hoeveelheid anti-statisch middel aanwezig in de thermoplastische rubber samenstelling volgens deze uitvinding zal vaak afhankelijk zijn van de aard van het gebruikte middel en de beoogde elektrische geleidbaarheid. De concentratie van het anti-statische middel zal gewoonlijk variëren tussen 0,1-20 gewichts %, bij voorkeur 1-15 gewichts % betrokken op het totale gewicht van de thermoplastische gevulkaniseerde rubber. Oppervlakte- en volumeweerstand van een polymeer kan worden bepaald gebruikmakend van meetmethode ISO 14309: 2011.
De hoeveelheid anti-statisch middel wordt bij voorkeur gekozen zodanig dat de essentiële eigenschappen van het materiaal van deze onderhavige uitvinding minimaal beïnvloed worden, zoals hardheid, treksterkte, rek, modulus bij 100% rek, slijtvastheid en elektrische eigenschappen. De treksterkte kan gemeten volgens ISO 37 en slijtvastheid kan gemeten worden met DIN 53516.
De in deze uitvinding gebruikte kunststof, in het bijzonder de rubber en/of het thermoplastisch materiaal kunnen verder de gebruikelijke bij de vakman bekende toeslagstoffen of additieven bevatten. Voorbeelden van dergelijke additieven zijn versterkende en niet-versterkende vulmiddelen, weekmakers, antioxidantia, stabiliseermiddelen, oliën, wassen, schuimmiddelen, pigmenten, vlamvertragende middelen, antiblokmiddelen en andere bekende middelen en worden beschreven in het Rubber World Magazine Blue Book, en Gaether et al., Plastics Additives Handbook (Hanser 1990). Voorbeelden van geschikte vulmiddelen zijn calciumcarbonaat, klei, silica, talk, titanium dioxide en koolstof. Andere voorbeelden van geschikte vulstoffen zijn aluminiumoxide (AI2O3), zoals hoge dispergeerbaar alumina, beschreven in EP-A-810 258 en aluminiumhydroxiden beschreven in WO-A-99/28376. Voorbeelden geschikte oliën zijn paraffine olie, natteen olie, aromatische olie verkregen uit aardoliefracties.
Hoog gehydrogeneerde oliën waarvan de concentratie van aromatische verbindingen bij voorkeur minder is dan 4 gew.%, en de concentratie van polaire verbindingen kleiner is dan 0,3 gew.% kunnen eveneens aanwezig zijn ook. De olie / rubber verhouding in het thermoplastische elastomeer wordt gewoonlijk gekozen tussen 0,5-3, bij voorkeur tussen 0,8-2,5, bij voorkeur tussen 1,0-1,6.
Voorbeelden van antiblokmiddelen geschikt voor gebruik bij deze uitvinding zijn natuurlijk silica, ttuorpolymeren, siliconenolie, stearaten zoals zinkstearaat of calciumstearaat of vetzuuramiden.
Andere additieven die eventueel kunnen worden toegevoegd zijn een Lewis base zoals bijvoorbeeld een metaaloxide, een metaalhydroxide, een metaalcarbonaat of hydrotalciet. De additieven kunnen tijdens het mengen worden toegevoegd.
Het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal kan in de oorspronkelijke kleur worden gebruikt, of pigmenten en kleurstoffen kunnen toegevoegd worden ten einde de gehele zool, of desgewenst alleen de anti-statische protrusies in een gewenste kleur uit te voeren.
De hoeveelheid toe te voegen additief kan eenvoudig door de vakman bepaald worden. Bij voorkeur wordt de hoeveelheid additieven zodanig gekozen dat geen afbreuk wordt gedaan aan de eigenschappen van het thermoplastische gevulkaniseerd materiaal.
Geschikte vulkanisatiesystemen voor gebruik in deze uitvinding zijn op zich bekend. De rubber is bij voorkeur dynamisch gevulkaniseerd in aanwezigheid van uithardingsmiddelen zoals bijvoorbeeld zwavel-, zwavelhoudende verbindingen, metaaloxiden, maleïmiden, fenolharsen of peroxiden. Ook siloxaanverbindingen, bijvoorbeeld hydrosilanen of vinylalkoxysilanen kunnen gebruikt worden. Binnen het kader van de uitvinding wordt bij voorkeur echter een peroxide vulkanisatie middel of een fenol hars hardingsmiddel gebruikt.
Voorbeelden van geschikte peroxide vulkaniseermiddelen zijn organische peroxiden bijvoorbeeld alkyl-aralkyl peroxiden, diaralkyl peroxiden, peroxy-ketales en peroxy-esters. Bijzonder geschikte vulkanisatie middelen zijn dicumylperoxide, di-tert-butylperoxide, 2,5-dimethyl- (2,5-di-tert-butylperoxy) hexaan, 1, 3 - bis (tert-butylperoxyisopropyl) benzeen, 1, 1-bis (tert-butylperoxy) -2,3,5-trimethylcyclohexaan, benzoylperoxide, 2,4-dichloorbenzoylperoxide, tert-butylperoxybenzoaat, tert-butyl peroxyisopropylcarbonate, diacetylperoxide, lauroylperoxide, tert-butylcumylperoxide. De vakman is in staat het meest geschikte vulkanisatiesysteem te selecteren rekening houdend met de aard van de rubber en de gewenste vulkanisatie kinetiek bij de gebruikte temperaturen.
Het vulkanisatiesysteem kan een co-vulkanisatie middel omvatten. Voorbeelden van geschikte co-vulkaniseren middelen zijn divinylbenzeen, zwavel, p-quinondioxime, nitrobenzeen, difenylguanidine, triarylcyanurate, trimethylolpropaan, N, N-m-fenyleendimaleïmide, ethyleenglycoldimethacrylaat, polyetheen dimethacrylaat, trimethylolpropaantrimethacrylaat, arylmethacrylate, vinylbutylaat en vinylstearaat. De hoeveelheid co-vulkanisatie middel bedraagt bij voorkeur 0-2 % op gewichtsbasis van het totale gewicht van de thermoplastische elastomeersamenstelling.
Als alternatief kan een fenolisch uithardingssysteem gebruikt worden voor het uitharden van een EPDM rubber, deze systemen zijn algemeen bekend bij de vakman. De fenol hars kan gevormd worden door condensatie van halogeen gesubstitueerde fenol, C1-C12 alkyl fenol of niet-gesubstitueerd fenol met een aldehyde, bij voorkeur formaldehyde, in een alkalisch medium of door condensatie van bifunctionele phenoldialcoholen. Dimethylolpropionzuur fenol substitutie op de para-plaats met C5-C10 alkylgroepen hebben de voorkeur. Gehalogeneerde alkyl gesubstitueerde fenol harsen bereid door halogenering van alkyl gesubstitueerde fenol harsen zijn eveneens bijzonder geschikt. Fenol uitharders die methylol fenolhars, een halogeen donor en een metaalverbinding bevatten genieten de voorkeur. Niet-gehalogeneerde fenol harsen worden gebruikt in combinatie met halogeendonoren bij voorkeur samen met een waterstofhalogenide vangmiddel. Conventioneel gehalogeeneerde, bij voorkeur gebromeerde, fenolische harsen die 210 gew. % broom bevatten vereisen in het algemeen geen halogeen donor, maar worden gebruikt in combinatie met een waterstofhalogenide vanger zoals metaaloxiden, bijvoorbeeld ijzeroxide, titaanoxide, magnesiumoxide, magnesium silicaat, silicium dioxide en bij voorkeur zinkoxide. Zinkoxide is in staat de vernettingsfunctie van de fenolhars te bevorderen. Echter bij rubbermaterialen die niet gemakkelijk kunnen uitharden met fenolhars of langzame uitharding vertonen, is het aan te bevelen een halogeen donor samen met het zinkoxide te gebruiken. Voorbeelden van geschikte halogeen donoren zijn tinchloride, ferrichloride of halogeen donerende polymeren zoals gechloreerde paraffine, gechloreerd polyetheen, chloor-gesulfoneerd polyetheen, en polychlorobutadiéén (neop reenrubber).
De voornoemde fenolharsen kunnen in vaste of vloeibare vorm worden bereid. In vaste vorm kunnen zij 100% zuiver zijn of kunnen zij een geschikte drager bevatten. De fenolische hars kan ook een vloeibaar preparaat zijn verkregen door voorafgaandelijke suspensie van de fenol hars in een geschikt medium ter ondersteuning van de harsopname tijdens het mengproces. Halogeendonoren en metaalhalogeniden kunnen ook worden gebruikt in zuivere vorm of anders als een vooraf bereide dispersie in een thermoplastische hars om opname te bevorderen.
De hoeveelheid fenolhars bedraagt bij voorkeur 0,02-5 gewichts %, met meer voorkeur 0,05-2 gew% betrokken op het totale gewicht van het thermoplastisch gevulkaniseerd rubber mengsel. De hoeveelheid halogeen donor en metaalhalogenide kan worden afgestemd aan de beoogde TPV eigenschappen.
De vulkanisatiegraad van de rubber kan worden uitgedrukt in termen van gelinhoud. De gelinhoud is de verhouding van de hoeveelheid niet-oplosbare rubber tot de totale hoeveelheid rubber (gewicht) van een monster geweekt in een organisch oplosmiddel voor rubber. De gelinhoud wordt weergegeven als percentage gel verkregen door het bepalen van de hoeveelheid onoplosbaar polymeer door het weken van het monster gedurende 48 uur in een organisch oplosmiddel bij kamertemperatuur, het afwegen van de drogestof en het uitvoeren van de geschikte correctie rekening houdend met de samenstelling. Een specimen wordt geweekt gedurende 48 uur in een organisch oplosmiddel voor rubber bij kamertemperatuur. Na het wegen van het monster vóór het weken en het residu na het weken daarvan kan de hoeveelheid niet-oplosbaar elastomeer en de totale elastomeer berekend worden, gebaseerd op kennis van de relatieve hoeveelheden van alle componenten in de thermoplastische elastomeersamenstelling. De rubber aanwezig in het dynamisch gevulkaniseerde op polyolefine gebaseerde thermoplastische elastomeer volgens de onderhavige uitvinding is ten minste gedeeltelijk gevulkaniseerd en heeft bijvoorbeeld een gelinhoud tussen 60 en 100%.
Bij voorkeur wordt de rubber gevulkaniseerd tot een gelinhoud van ten minste 70%. Met meer voorkeur tot een gelinhoud van ten minste 90%, met de meeste voorkeur tot een gelinhoud van ten minste 95%.
De hierboven beschreven combinatie van materialen voorziet in een schoenzool met goede temperatuurstabiliteit, die zodanig is dat de schoenzool gereinigd en gesteriliseerd kan worden via de werkwijzen gebruikelijk bij het steriliseren van clean room kleding in een autoclaaf bij verhoogde druk en temperatuur van ten minste 130 °C, of door gammastraling. Doordat de cleanroom zool een goede temperatuurstabiliteit heeft en bestand is tegen herhaalde blootstelling aan de verwarmingscycli eigen aan de reinigings- / sterilisatieprocessen, bij minimaal risico op verwering of afbraak, wordt een schoenzool met een verlengde levensduur verschaft, die een groot aantal keren kan worden gebruikt en hergebruikt.
Het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal van deze uitvinding kan vervaardigd worden door smeltmengen en kneden van de rubber, het anti-statische middel en de gebruikelijke additieven. Aldus kan de thermoplastische in het rubbermateriaal worden opgenomen bij een temperatuur die voldoende is om de rubber in de gesmolten toestand te houden. Het mengen wordt uitgevoerd tot een gewenste dispersie van het thermoplastische materiaal in de rubber matrix wordt verkregen. De thermoplast wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat hij een smelttemperatuur heeft die vergelijkbaar is met die van de niet- geformuleerde rubber of de verwerkingstemperatuur van de geformuleerde rubbersamenstelling. Ook is het mogelijk gebruik te maken van een tussenstadium van rubber / thermoplastisch niet-gevulkaniseerde master batches die vervolgens vermengd worden met het resterende deel van de rubber.
Smeltmengen en kneden kan met behulp van de gebruikelijke mengapparatuur uitgevoerd worden, zoals bijvoorbeeld walsen, Banbury mengers, Brabender mengers, continue mengers zoals een enkelschroefsextruder, een dubbelschroefsextruder, multi-screw extruders (meer dan 2 schroeven. Bij voorkeur wordt smeltmengen uitgevoerd in een dubbeleschroefextruder. Na de rubber, het thermoplastische, de anti-statische middel en desgewenst additieven te hebben gedispergeerd, wordt het vulkaniseermiddel toegevoegd om dynamische vulkanisatie initiëren.
De gevulkaniseerde thermoplastische rubber voor gebruik in de onderhavige uitvinding kan ook bereid worden door in één stap smeltmengen van de rubber, het thermoplastische, de anti-statische middel, het vulkaniseermiddel en eventuele additieven. Met één stap wordt bedoeld dat de rubber, het thermoplastische, het hardingsmiddel, anti-statisch middel en additieven gelijktijdig worden toegevoerd in een continue menger.
Wanneer het kunststofmateriaal een polyalkeen bevat kan een deel van het polyolefine vóór de vulkanisatie toegevoegd worden en kan het resterende deel na de vulkanisatie toegevoegd worden. Een olie kan bijvoorbeeld worden toegevoegd voor, gedurende of na de vulkanisatie. De olie kan echter ook gedeeltelijk voor en gedeeltelijk na de vulkanisatie toegevoegd worden. Het anti-statische middel kan toegevoegd worden geheel of gedeeltelijk vóór, tijdens of na de vulkanisatie.
De schoenzool volgens de onderhavige uitvinding kan bereid worden volgens een gebruikelijke werkwijze zoals spuitgieten of persvormen.
Deze uitvinding wordt verder toegelicht in de onderstaande figuren en figuurbeschrijving.
Figuur 1 toont een aanzicht op een onderzijde van de schoenzool van een voorkeursuitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Figuur 2 toont een aanzicht op de binnenzijde van een voorkeursuitvoeringsvorm schoenzool volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 toont een zicht op de zijkant van een schoenzool volgens de uitvinding.
De voorkeuruitvoeringsvorm van de schoenzool 1 voor een clean room schoen van deze uitvinding getoond in figuur 2 en 3, omvat een basis 2. De basis 2 omvat een buitenste loopvlak 3 voorzien voor het contacteren van een loopoppervlak, en een binnenste oppervlak 4 gericht naar het inwendige van de clean room schoen.
Het loopvlak 3 van de clean room zool van deze uitvinding bevat ten minste één protrusie 5, 15 die zich uitstrekt vanaf het buitenste loopvlak 3 van de zool 1 in een richting die contact maakt met het loopoppervlak waarover de drager van de schoen voorzien van een clean room zool zich verplaatst. Bij voorkeur echter is het buitenste loopvlak 3 van de zool 1 voorzien van één of meer van dergelijke protrusies 5, 15. De protrusies kunnen willekeurig verdeeld zijn over het loopvlak 3, ze kunnen echter ook volgens een geometrisch patroon zijn opgesteld indien de toepassing dit vereist.
In de voorkeuruitvoeringsvorm getoond in Fig. 3, zijn protrusies 5, 15 van een hielgebied 7 van de clean room schoenzool gerangschikt langsheen een cirkel, waarbij een centrale protrusie 5 vervaardigd uit een kunststof materiaal met anti-statische eigenschappen in het midden van de cirkel geplaatst is. Een vergelijkbaar patroon van protrusies kan voorzien worden in een centraal deel 8 verschoven naar een voorste deel van de zool, waarmee het middelste deel van de voet op het loopoppervlak rust. Het aantal protrusies 5, 15 is niet essentieel voor de uitvinding en kan door de vakman gekozen worden rekening houdend met de beoogde toepassing van de schoenzool, het beoogde comfort en andere relevante parameters. Ook de afmetingen en vorm van de protrusies 5, 15 is niet essentieel voor de uitvinding. Meestal zullen de vorm, de afmetingen, het aantal en de positie van de protrusies zodanig gekozen worden dat ten minste een deel ervan contact maakt met het loopoppervlak bij normaal gebruik van de schoen.
Ten minste één van de protrusies 5 heeft anti-statische eigenschappen en is in een anti-statisch kunststofmateriaal uitgevoerd dat een gevulkaniseerde thermoplast bevat en een anti-statisch middel. Bij voorkeur bevindt protrusie 5 zich in een hielgedeelte 7 van de zool 1. De uitvinders hebben namelijk vastgesteld dat bij activiteiten zoals stappen, staan of heen en weer lopen, het hielgedeelte van de schoen en schoenzool steeds contact maakt met het loopoppervlak. Door de aanwezigheid van een protrusie in een hielgedeelte van de zool, die een anti-statisch materiaal bevat wordt het mogelijk het risico tot het opbouwen van elektrostatische ladingen in de schoenzool te minimaliseren. Alhoewel het voldoende kan zijn dat slechts één protrusie 5 in een anti-statische kunststof is uitgevoerd, sluit deze uitvinding niet uit dat twee of meer protrusies in een anti-statische kunststof uitgevoerd zijn. Daarbij kan de anti-statische protrusie 5 uitsluitend gelegen zijn in een hielgedeelte 7 van de zool 1, maar is het ook mogelijk één of meer anti-statische protrusies te voorzien in een centraal of voorste gedeelte van de schoenzool 1.
Om een efficiënte afleiding van elektrostatische ladingen mogelijk te maken vanaf de persoon die de schoen met schoenzool 1 draagt, naar het loopoppervlak, strekt de ten minste één protrusie 5 zich bij voorkeur in de richting van en tot in het binnenoppervlak 4 van de zool 1, (f‘ig.2). De ten minste één protrusie 5 strekt zich bij voorkeur uit tot aan en tot op het binnenste oppervlak 4 van de schoenzool op een zodanige wijze dat de ten minste één protrusie 5 een deel van de voet contacteert van de persoon die de schoen draagt. Met andere woorden, anti-statische protrusie 5 is voorzien om in contact te zijn met ten minste een deel van de voet van de persoon die de schoen draagt.
De ten minste één protrusie 5, die de anti-statische eigenschappen verschaft kan als een afzonderlijk deel vervaardigd worden, dat in een overeenkomstige opening in de zool 1 wordt aangebracht na productie van de zool. Mogelijke nadelen van deze werkwijze zijn de aanwezigheid van een omtrekrand of - spleet rond de protrusie aangezien perfect aansluiten van de protrusie bij het materiaal van de schoenzool en het lossen van de protrusie van de rest van de zool moeilijk kan zijn. Bij voorkeur wordt de ten minste één anti-statische protrusie 5 in de zool geïncorporeerd tijdens productie van de zool, in het bijzonder wordt de ten minste één anti-statische protrusie 5 in de zool 1 aangebracht in de gesmolten toestand van het gevulkaniseerde thermoplastische materiaal waaruit de zool 1 is gemaakt. Een optimale hechting van beide materialen in gesmolten toestand kan op die wijze worden bereikt.
De ten minste één anti-statische protrusie 5 is bij voorkeur verlengd in de richting van het loopvlak 3, maar ook in de richting van het binnenste vlak 4 van de schoen, zodanig dat een deel 10 van de protrusie zich uitstrekt langs een deel van het binnenste oppervlak 4 van de zool 1. Daarmee kan het contactgebied en het bereik waarin het kleefmiddel tussen het anti-statisch materiaal 5 en de rest van het materiaal van de zool 1 zich uitstrekt vergroot worden, waardoor het het risico op het loslaten van beide materialen als gevolg van afschuilkrachten bij dragen van de schoenzool door een gebruiker verminderd kan worden. De anti-statische protrusie 5 strekt zich bij voorkeur langs een wezenlijk deel van het binnenoppervlak 4 uit, of langsheen vrijwel het gehele binnenoppervlak 4. Dit kan echter toenemende materiaalkosten met zich meebrengen bij het produceren van de zool 1.
Zoals in de voorkeuruitvoeringsvorm van Fig. 3 wordt getoond is een deel van de ten minste één protrusie 5 verlengd naar een randdeel van de zool, om een opstaande rand 11 te verschaffen, die deel uitmaakt van of zich langs ten minste een deel van een opstaande rand 6 uitstrekt langs ten minste een deel van een omtrekrand van de schoenzool.
Bij voorkeur is de protrusie op een naadloze wijze met de schoenzool verbonden om het risico op ophoping van vuil in de naad te minimaliseren en het risico op loskomende deeltjes uit de gleuf te minimaliseren.
Volgens een andere voorkeursuitvoering van deze uitvinding (niet getoond), zijn de ten minste één protrusie die de anti-statische eigenschappen verleent en de rest van de zool uit één deel vervaardigd. In dat geval zullen de zool en de anti-statische protrusie in het algemeen in hetzelfde gevulkaniseerde thermoplastische materiaal uitgevoerd zijn. Het ontwerp van de zool zal in principe gelijk blijven, en wordt toegelicht door figuur 2.
De zool 1 omvat bij voorkeur een opstaande rand 6. De opstaande rand 6 strekt zich uit vanaf de basis 2 in opstaande richting, weggericht van het buitenste loopvlak van de zool. De opstaande rand 6 verschaft een verbinding voor het bevestigen van de rest van een clean room schoen of een verbinding voor het aansluiten van de zool aan de schoen als onderdeel van een clean room overal. De op staande rand 6 kan zich langsheen de gehele omtrek van de basis 2 uitstrekken, of langs slechts een deel daarvan. De opstaande rand kan in één geheel uitgevoerd zijn of in meerdere delen. Om reinigen en steriliseren van de schoenzool te vergemakkelijken en het risico op ophoping van vuil in de rand te minimaliseren, evenals het aantal randen of hoeken die tot vrijstelling van materiaaldeeltjes kunnen leiden, wordt de opstaande rand 6 bij voorkeur uit één stuk met de basis 2 vervaardigd.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Schoenzool (1), in het bijzonder voor een clean room schoen, waarbij de schoenzool (1) een basis (2) bevat met een buitenste loopvlak (3) voorzien voor het contacteren van een loopoppervlak en een binnenste vlak (4) in de schoen, met het kenmerk dat het loopvlak (3) ten minste één protrusie (5, 15) bevat die zich vanaf de basis uitstrekt in de richting van het loopoppervlak, doordat ten minste één hielprotrusie (5) zich in een hielgedeelte (7) van de basis bevindt en zodanig ten opzichte van de basis uitsteekt dat de hielp rotrusie in contact is met het loopoppervlak bij normaal gebruik van schoenzool en/of de clean room schoen, en doordat de ten minste één hielprotrusie (5) uitgevoerd is in een kunststof die een gevulkaniseerd thermoplastisch materiaal bevat met een Shore A hardheid tussen 35 en 95, en ten minste één anti-statisch materiaal.
  2. 2. Schoenzool volgens conclusie 1, waarbij de ten minste één protrusie en de rest van de schoenzool in hetzelfde materiaal uitgevoerd zijn.
  3. 3. Schoenzool volgens conclusie 1, waarbij de ten minste één protrusie (5) en het overige deel van de schoenzool in verschillende materialen zijn uitgevoerd, waarbij het de ten minste één protrusie (5) uitgevoerd is in een kunststof die een gevulkaniseerde thermoplast bevat en ten minste één anti-statisch middel en de rest van de schoenzool uitgevoerd is in een gevulkaniseerde thermoplast.
  4. 4. Schoenzool volgens conclusie 3, waarbij de ten minste één protrusie en de rest van de zool uitgevoerd zijn in een kunststof die dezelfde gevulkaniseerde thermoplast bevat.
  5. 5. Schoenzool volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de gevulkaniseerde thermoplast een Shore A hardheid heeft tussen 50 en 95, bij voorkeur tussen 60 en 80, met meer voorkeur tussen 60 en 75, meer in het bijzonder tussen 60 en 70.
  6. 6. Schoenzool volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het anti-statische middel wordt gekozen uit de groep van migrerende anti-statische middelen, permanente anti-statische middelen, geleidende deeltjes, geleidende vezels en nanomaterialen, in het bijzonder anti-statische kunststoffen, met meer voorkeur inherent dissipatieve polymeren, active kool, koolstof nanobuizen, grafeen, geleidende vezels inclusief grafiet en metaalvezels bijvoorbeeld roestvrijstalen vezels, of mengsels van twee of meer van de voornoemde stoffen.
  7. 7. Schoenzool volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het rubber materiaal een nitril- rubber, EPDM of EPM rubber.
  8. 8. Schoenzool s volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het thermoplastisch materiaal wordt gekozen uit de groep van polyolefinen, polyamiden, polycarbonaten, polymeren met polyamideblokken en polyetherblokken en mengsels van twee of meer van de bovengenoemde materialen, bij voorkeur polypropeen of polyetheen of een mengsel daarvan, bij voorkeur polypropeen, waarbij bij voorkeur de hoeveelheid thermoplastisch materiaal 5-90 gew% ten opzichte van het gewicht van het thermoplastische gevulkaniseerde materiaal.
  9. 9. Schoenzool volgens conclusie 8, waarbij het polypropeen een lineair polypropeen is.
  10. 10. Schoenzool volgens conclusie 9, waarbij het polypropeen een smeltindex heeft (MFI) tussen 0,1 en 100, bij voorkeur tussen 0,1 en 50, met meer voorkeur 0,3-20, gemeten volgens ISO-norm 1133 bij 2300°C en 2,16 kg belasting. 11 Schoenzool volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de rubber gevulkaniseerd is met een peroxide of fenolhars.
  11. 12. Schoenzool volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de rubber gevulkaniseerd is tot een gelinhoud van ten minste 70%, bij voorkeur ten minste 90%, met meer voorkeur ten minste 95%.
  12. 13. Schoenzool volgens één der conclusies 3-12, waarbij de ten minste één protusie op een naadloze manier aan de zool bevestigd is.
  13. 14. Schoenzool volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zool voorzien is van een opstaande omtrekrand (6) die zich ten opzichte van ten minste een deel van de schoenzool uitstrekt.
  14. 15. Clean room schoen omvattende de schoenzool volgens één der conclusies 1-14.
  15. 16. Een schoen omvattende de schoenzool volgens één der conclusies 1-14, in het bijzonder een veiligheidsschoen.
BE2015/5303A 2015-05-18 2015-05-18 Clean room schoenzool BE1022952B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5303A BE1022952B1 (nl) 2015-05-18 2015-05-18 Clean room schoenzool

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5303A BE1022952B1 (nl) 2015-05-18 2015-05-18 Clean room schoenzool

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022952B1 true BE1022952B1 (nl) 2016-10-21

Family

ID=54056041

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5303A BE1022952B1 (nl) 2015-05-18 2015-05-18 Clean room schoenzool

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022952B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2001029104A (ja) * 1999-07-15 2001-02-06 Meriito Kk 静電気帯電防止用靴底構造
DE202008002745U1 (de) * 2007-06-20 2008-05-08 Kronwitter, Christoph Schuh, insbesondere Sicherheitsschuh oder Freizeitschuh mit Antistatikfunktion
WO2012121585A2 (en) * 2011-03-08 2012-09-13 Lembaga Getah Malaysia Epoxidised natural rubber based blend for antistatic footwear application
EP2873339A1 (en) * 2013-11-18 2015-05-20 Wolfstar Clean room shoe sole

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2001029104A (ja) * 1999-07-15 2001-02-06 Meriito Kk 静電気帯電防止用靴底構造
DE202008002745U1 (de) * 2007-06-20 2008-05-08 Kronwitter, Christoph Schuh, insbesondere Sicherheitsschuh oder Freizeitschuh mit Antistatikfunktion
WO2012121585A2 (en) * 2011-03-08 2012-09-13 Lembaga Getah Malaysia Epoxidised natural rubber based blend for antistatic footwear application
EP2873339A1 (en) * 2013-11-18 2015-05-20 Wolfstar Clean room shoe sole

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2873339A1 (en) Clean room shoe sole
KR101870480B1 (ko) 신발창용 시트 및 이 시트를 사용한 신발창
CN111526750B (zh) 鞋外底以及用于制造鞋外底的方法
EP3248495B1 (en) Outer sole and shoes
KR910005562B1 (ko) 에너지 흡수 고무 조성물
JP2002533510A (ja) 紡織繊維に対して優れた接着性を示すtpe組成物
WO2006005752A1 (en) Rubber-polyolefin surface covering
WO2018104013A1 (en) Anti-stick easy-release conveyor belts
KR20030078917A (ko) 유전 1,2-폴리부타디엔 및 그의 제법, 및 그의 조성물 및성형품
BE1022952B1 (nl) Clean room schoenzool
JP2017524060A (ja) ブチルアイオノマーブレンド
JP6060700B2 (ja) 熱可塑性エラストマー組成物の製造方法、および複合成形体の製造方法
CN1524109A (zh) 粘度增加的卤化异丁烯基共聚物和其热塑性组合物
CN106715576B (zh) 热塑性弹性体组合物和成型品
CN101535388B (zh) 包含交联弹性组合物的车轮轮胎
JP2021161363A (ja) エチレン系共重合体組成物およびその用途
JP6729694B2 (ja) 接合体の製造方法
JP2005187509A (ja) 樹脂組成物からなる成形体および改質剤
EP2096204A2 (en) A method for treating textile material for use in reinforced elastomeric articles
JP6772581B2 (ja) 接合体の製造方法
JP3527855B2 (ja) 靴底用熱可塑性樹脂組成物及びそれを用いた靴
JP3941397B2 (ja) カレンダー成形用熱可塑性エラストマー組成物及びシート
EP4375345A1 (en) Thermoplastic resin composition, resin sheet, and laminated sheet
JP6790634B2 (ja) 熱可塑性エラストマー及びウェザーストリップの製造方法
TW202124557A (zh) 樹脂組成物及成形體

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190531