BE1022881A1 - Verbeterd schijf-gebonden opendraaiend bindingssysteem - Google Patents

Abstract

De voorgestelde uitvinding betreft een schijf voor opendraaiende bindingssystemen dat bestaat uit twee delen. De uitvinding betreft eveneens bindingssystemen die de schijven en kaften omvatten en kaften die specifiek voorzien zijn voor het gebruik met de onderhavige schijven.

Figuur 1.

Description

VERBETERD SCHIJF-GEBONDEN OPENDRAAIEND BINDINGSSYSTEEM Technisch veld

De uitvinding betreft verbeterde, schijf-gebonden en opendraaiende bindingssystemen en de schijven en kaften hierin gebruikt.

Achtergrond

Schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen verwijst naar systemen waarin de kaften en de inhoud voor 360 graden kunnen roteren, en waarin de kaften en inhoud kunnen uitgehaald en ingevoegd worden. De meest voorkomende toepassing is in de schrift-, agenda- en papierwaren producten. Atoma™ bindingssystemen bestaan uit een reeks van vaste ronde schijven, twee kaften en losse vellen papier. De papieren vellen hebben uitsparingen die toelaten dat de vellen kunnen uitgehaald en teruggeplaatst worden. De twee kaften hebben dezelfde uitsparingen en zijn op dezelfde manier met de ronde schijven gebonden.

Deze schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen bestaan sinds 1948. De voordelen van schijf-gebonden, opendraaiende binding schriften zijn goed bekend. Door de combinatie van de voordelen van ringmappen en van spiraal schriften geven zij de flexibiliteit van een ringmap en de draagbaarheid van een schrift. Schijf-gebonden, opendraaiende schriften geven de gebruikers de mogelijkheid om paginas te vervangen, te (her-)ordenen en bij te voegen. Dit gebeurt zonder de integriteit van het papier aan te tasten. Tenslotte, omdat de rotatie van 360 graden mogelijk is, zijn deze systemen ergonomisch bij het schrijven op een tafel, of wanneer het schrift in de hand gehouden wordt. Het grootste nadeel is dat de kaften flexibel genoeg moeten zijn om met de huidige, eendelige schijven gebonden te kunnen worden. Daardoor heeft het hele systeem een beperkte levensduur en gebruiksvriendelijkheid en geeft het slechts een beperkte bescherming aan de inhoud.

Dit systeem is in grote mate onveranderd sinds de ontwikkeling in 1948.

Samenvatting van de uitvinding

Deze uitvinding beoogt een verbetering van de gebruikelijke schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen. De conventionele schijven voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, in overeenstemming met de stand van techniek, zijn eendelige, solide schijven, zoals getoond in Figuren 1A, 1B and 1C. De eendelige schijf is gemaakt van een vast materiaal, meestal spuitgegoten kunststof. Dit heeft als gevolg dat om de kaften te binden met de schijven, dit alleen kan indien de kaften gemaakt zijn van relatief buigbaar materiaal, zoals plastic of karton. Nochtans geven deze soepele kaften niet de ondersteuning bij het schrijven indien er geen tafel beschikbaar is, met een gereduceerd comfort en resultaat bij het schrijven als gevolg. Bovendien geven deze soepele en weinig duurzame kaften onvoldoende bescherming van de papieren inhoud van het schrift tijdens transport. Indien het schrift wordt weggegooid hebben de plastic schijven een milieu-impact. Ook de kaften hebben een milieu-impact door hun beperkte duurzaamheid.

Het doel van deze uitvinding is het aanbieden van een schijf voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, en meer bepaald een tweedelige schijf, die toelaat om schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen samen te stellen met harde, stevige, en duurzame kaften. Meer bepaald, in overeenstemming met de huidige uitvinding, wordt een schijf aangeboden gemaakt uit twee of meer delen, die kunnen geassembleerd worden tot een vaste schijf. Meer bepaald worden eendelige kaften voorzien gemaakt uit materialen die te stijf zijn om geassembleerd te worden met de conventionele eendelige schijven.

Een belangrijk nut en voordeel van deze uitvinding is dat er meer keuze ontstaat betreffende de materialen van de kaften van schijf-gebonden schriften. Bovendien, in bepaalde uitvoeringen, geeft het de mogelijkheid aan de gebruiker om zelf het schrift samen te stellen en te assembleren.

In bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding bestaat de schijf uit twee delen waarbij het eerste en het tweede deel met elkaar vergrendeld kunnen worden door middel van één of meerdere vergrendelingsmechanismen. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is het vergrendelingssysteem voorzien centraal op de vlakke kern. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het centrale vergrendelingssyteem magneten. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het centrale vergrendelingssysteem een pen-gat verbinding die gevormd wordt door een gat bevat in het eerste deel en een pen bevat in het tweede deel van de schijf, waarbij de pen-gat verbinding een hechte vergrendeling vormt. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het centrale vergrendelingssyteem een schroef/gat systeem. In meer bepaalde uitvoeringsvormen zijn de tenminste 2 delen identiek en symmetrisch.

Beschrijving van de figuren

De volgende beschrijving van de figuren van specifiek voorziene uitvoeringsvormen van de hierin beschreven systemen is enkel bij wijze van voorbeeld en is niet bedoeld om de huidige uiteenzetting, haar toepassing of gebruik te beperken. In de tekeningen refereren corresponderende referentienummers naar dezelfde of overeenkomstige delen en kenmerken.

Fig. 1 geeft de huidige stand van techniek, waar Fig. 1A de elementen van schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen weergeeft, namelijk schijven en kaften. Fig. 1B toont een conventionele vaste schijf, met vlakke kern en rand. Figs. 1D en 1E tonen hoe schijven geassembleerd zijn met een kaft.

Fig. 2 is een zicht op een eerste deel (Figuur 2A; 7) en een tweede deel (Figuur 2B; 8) van een bepaalde uitvoeringsvorm van de tweedelige schijf. In figuur 2C ziet men het basis-deel en het top-deel in een perspectief zicht (Figuur 2C) van de geassembleerde tweedelige schijf.

Fig. 3 is een perspectief van een eerste uitvoeringsvorm van de twee delen van de tweedelige schijf, het basis-deel en het top-deel.

Fig 4. is een frontaal zicht op een bepaalde uitvoeringsvorm van de twee delen van de tweedelige schijf, het basis-deel en het top-deel, waarbij de beide delen een ratel vergrendelingssysteem hebben.

Fig. 5 is een perspectief zicht op een bepaalde uitvoeringsvorm van de twee delen van de tweedelige schijf, het basis-deel en het top-deel, waarbij de beide delen een ratel vergrendelingssysteem hebben.

Fig. 6 is een frontaal zicht op een bepaalde uitvoeringsvorm van de twee delen van de tweedelige schijf, het basis-deel en het top-deel, waarbij de delen een pen/gat vergrendelingssysteem hebben.

Fig. 7 is een perspectief zicht van een bepaalde uitvoeringsvorm van de geassembleerde tweedelige schijf met aanduiding van de twee delen (7,8).

Fig. 8 toont stap 1 in het assembleren van een kaft op een schijf.

Fig. 9 toont het eindresultaat na stap 2 van het assembleren van een kaft op een schijf.

Fig. 10 is een perspectief zicht van een verdere uitvoeringsvorm van een twee-delige schijf, waar zich een vergrendelingsmechanisme bevindt in het midden van de vlakke kern.

Fig.11 is een perspectief zicht van de twee identieke delen van een bepaalde uitvoeringsvorm met een centraal vergrendelingsmechanisme, waarbij een schroef en schroefdraad het vergrendelingsmechanisme bepalen.

Fig. 12 is een perspectief zicht van de twee identieke delen van een bepaalde uitvoeringsvorm met een centraal vergrendelingsmechanisme in het midden van de vlakke kern, waarbij magneten het vergrendelingsmechanisme bepalen.

Fig 13 toont stap 1 en stap 2 van het assembleren van een kaft in een bepaalde uitvoeringsvorm van een schijf met een centraal vergrendelingsmechanisme dat uit magneten bestaat.

Volgende referenties werden gebruikt in beschrijving en figuren: 1: schijf; 2: kaften; 3: vlakke kern; 3: rand; 5: T-vormige uitsparing; 6: flap; 7 basis-deel; 8: top-deel; 9: groef; 10: opening voor ratel tand; 11: ratel tand; 12: gat voor pen/gat vergrendeling, 13: pen voor pen/gat vergrendeling, 14: schijf met centraal vergrendelingsmechanisme, 15: volume met het centraal vergrendelingsmechanisme, 16, 17: deel-elementen met centraal vergrendelingselement (19), 18: schroef, 19: gat met schroefdraad, 20: magneet

Beschrijving van de uitvinding

Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen "een”, "de”, "het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.

De termen "omvatten”, "omvat” zoals verder gebruikt zijn synoniem met "inclusief”, "includeren” of "bevatten, "bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of methode stappen niet uit. Wanneer in deze beschrijving wordt verwezen naar een product of proces dat bepaalde kenmerken, onderdelen of stappen "omvat”, verwijst dit naar de mogelijkheid dat ook andere kenmerken, onderdelen of stappen aanwezig zijn, maar kunnen hierbij ook uitvoeringsvormen voorzien zijn die enkel de opgelijste kenmerken, onderdelen of stappen bevatten.

De opsomming van numerische waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.

De term "ongeveer” zoals gebruikt wanneer gerefereerd word naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term "ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.

Alle in deze beschrijving aangehaalde referenties worden hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.

Zoals hierin bedoeld is een object "langwerpig” wanneer de lengte van dat object langer is dan viermaal de breedte van dat object; bij voorkeur is de lengte langer dan zes- of achtmaal de breedte van het object.

Zoals hierin bedoeld is een object "dun” wanneer de breedte van dat object groter is dan tweemaal de dikte van dat object; bij voorkeur is de breedte groter dan viermaal of zesmaal de breedte van het object.

De term "uiteinde” van een lat zoals hierin gebruikt omvat ook delen van de lat nabij dat uiteinde bevinden; meer bepaald delen die zich op een afstand van het uiteinde bevinden die kleiner is dan 10% van de lengte van de lat, bij voorkeur kleiner dan 5% van de lengte van de lat.

De term "loodrecht” zoals hierin gebruikt kan een zekere afwijking omvatten van een exact loodrechte oriëntatie. Meer in het bijzonder wordt een eerste (vlak) object geacht loodrecht te zijn gepositioneerd ten opzichte van een tweede (vlak) object als de hoek tussen de vlakken bepaald door deze objecten tussen de 85° en 95° bedraagt, bij voorkeur tussen 87° en 92°, liever tussen 88° en 91°, en liefst 90°.

De term "parallel” zoals hierin gebruikt kan een zekere afwijking omvatten van een exact parallelle oriëntatie. Meer in het bijzonder wordt een eerste (vlak) object geacht parallel te zijn gepositioneerd ten opzichte van een tweede (vlak) object als de hoek tussen de vlakken bepaald door deze objecten tussen de 0° en 5° bedraagt, bij voorkeur tussen 0° en 2°, liever tussen 0° en 1°, en liefst 0°.

De huidige uitvinding zal hier verder worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen maar is niet daartoe beperkt maar enkel tot de conclusies. Verwijzingen in de conclusies naar de tekeningen mogen niet beschouwd worden als beperkend tot deze uitvoeringsvormen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op bindingssystemen in de papierindustrie.

Meer bepaald heeft de onderhavige aanvraag heeft betrekking op een schijf voor het gebruik in schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, zoals bijvoorbeeld gebruikt in de papierwarenindustrie. Deze worden geïllustreerd in figuur 1. Schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen verwijst naar systemen waarbij de kaften en de inhoud 360 graden kunnen draaien, en waarbij de kaften en inhoud geëxtraheerd en ingevoegd kunnen worden. De grootste toepassing is in de schriften, agenda’s en andere papierwaren. De schijven zoals hierin voorzien worden gekenmerkt doordat de schijf minstens uit twee, in elkaar grijpende of aan elkaar koppelende, delen bestaat. De in elkaar grijpende of in elkaar koppelende delen, eens geassembleerd, vormen een conventionele schijf, m.a.w. bestaande uit een vlakke kern (3) en een rand (4) over de hele omtrek van de vlakke kern. De algemene kenmerken van de cirkelvormige vlakke kern, de rand en van de geassembleerde schijf worden hierna beschreven.

De diameter van de schijf kan variëren afhankelijk van de dikte van het beoogde bindingssysteem zoals bijvoorbeeld een schrift. Typisch is de buiten-diameter van de schijf tussen 6 mm en 50 mm. De vlakke kern is vrij dun, om toe te laten dat het papier gebonden blijft. Dus, de dikte van de vlakke kern bedraagt typisch tussen 0.2 en 3 mm, meer bepaald tussen 0.5 en 1 mm. De oppervlakte van de schijf is typisch glad en continu. Het is echter niet uitgesloten dat in andere uitvoeringsvormen de schijf een of meerdere gaten heeft. In voorkeursuitvoeringsvormen heeft de schijf geen gat.

De breedte van de rand is typisch tussen 3mm en 10 mm, meer bepaald tussen 3mm en 6mm. In bepaalde uitvoeringen is de breedte van de rand gelijk aan die van de klassieke schijven in de huidige stand van techniek, zodat schijven zoals hierbij voorzien kunnen gebruikt worden in combinatie met deze systemen. Bijvoorbeeld, voor het gebruik met Atoma en ADOC systemen, is de breedte van de rand bij voorkeur tussen 6mm en 7mm.

De rand van schijf van de uitvinding steekt uit aan beide kanten van de vlakke kern. In bepaalde uitvoeringen is de hoogte van de rand die uitsteekt boven de vlakke kern gelijk aan de beide kanten. Dus, in bepaalde uitvoeringen steekt de rand ongeveer 1.5mm - 5mm uit aan elke kant van de vlakke kern. Het is echter niet uitgesloten dat in andere uitvoeringsvormen de hoogte van de rand die uitsteekt verschillend kan zijn, in die mate dat de rand op zijn minst 1 mm uitsteekt aan elke kant van de vlakke kern.

Typisch vormt de rand een hoek van 90° met de vlakke kern. In bepaalde gevallen is het binnenste van de rand recht, met een hoek van 90° over de hele omtrek van de vlakke kern, daar waar de buitenkant van de rand een meer convexe vorm heeft. Het is echter niet uitgesloten dat in andere uitvoeringsvormen de binnenkant en de buitenkant van de rand parallel zijn aan elkaar.

De schijf volgens de gepresenteerde uitvinding bestaat uit minstens 2 in elkaar grijpende delen, die, eens geassembleerd een schijf vormen met de eigenschappen die hierboven beschreven zijn. In voorkeursuitvoeringen bestaat de schijf uit 2 in elkaar grijpende delen. Het is echter niet uitgesloten dat in andere uitvoeringsvormen schijven met meer dan in elkaar grijpende delen kunnen overwogen worden. De minstens twee delen van de schijf grijpen in elkaar door een of meer vergrendelingsmechanismen aanwezig op een of beide delen. Wanneer de schijf bestaat uit twee delen, kunnen de verschillende delen beschreven worden als respectievelijk eerste en tweede deel, hoewel deze omschrijvingen arbitrair zijn.

In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten elk van de delen een onderdeel van de vlakke kern en de rand waarbij deze delen bij het bij elkaar brengen een schijf vormen die bestaat uit een rand over de hele omtrek van de vlakke kern. Hierbij kunnen de onderdelen over een deel van de vlakke kern met elkaar overlappen. In bepaalde uitvoeringsvormen bevatten de onderdelen ter hoogte van de overlap een uitsparing om bij het in elkaar passen van beide delen een vlakke kern te verkrijgen. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de schijf gevormd door een combinatie van twee of meer gelijke of nagenoeg gelijke delen.

In andere uitvoeringen bestaat het eerste deel uit de volledige vlakke kern en minstens een deel van de rand, en het tweede deel bestaat uit de rest van de rand. In nog verdere uitvoeringen bestaat het eerste deel mogelijk uit meer dan 50% zoals tussen 60% en 80% van de vlakke kern en de bijbehorende rand terwijl het tweede deel bestaat uit de rest van de rand. Waar een deel uit meer dan 60% van de schijf bestaat kan die omschreven worden als het basis-deel, terwijl het andere deel beschreven wordt als het top-deel.

In bepaalde uitvoeringsvormen bestaan beide delen uit ongeveer 50% van de schijf. In bepaalde uitvoeringen omvatten de minstens twee delen elk ongeveer de helft van de volledige schijf met rand. De minimum twee delen grijpen of vergrendelen in elkaar om de gehele schijf te vormen door middel van één of meerdere vergrendelingssystemen. Hierbij worden verschillende combinaties van onderdelen en vergrendelingsystemen voorzien.

In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten elk van de twee of meerdere delen een deel van de centrale schijf en is er ter hoogte van de centrale schijf een vergrendelingsmechanisme voorzien. Meer bepaald bevindt er zich in bepaalde uitvoeringsvormen een centraal volume in het midden van de vlakke kern, met daarin het vergrendelingssysteem. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt dit centraal vergrendelingssysteem opgebouwd door de combinatie van beide delen bij het samenstellen van de schijf. In andere uitvoeringsvormen maakt dit hoofdzakelijk of volledig een onderdeel uit van één van beide helften.

In bepaalde uitvoeringsvormen bevat elk van de delen van de schijf dus een onderdeel van het vergrendelingsmechanisme (bv bij het gebruik van een pen-gat systeem of magneten). In verdere uitvoeringsvormen omvat het vergrendelingsmechanisme naast de onderdelen voorzien op de delen van de schijven ook nog een los element dat de vergrendeling van beide delen verzekert. Voorbeelden van mogelijke vergrendelingsmechanismen zijn pen/gat systeem, magneten, ratelsysteem en schroef/gat met schroefdraad. In het geval van een vergrendelingssysteem met magneten zijn er uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de twee op elkaar passende of in elkaar grijpende delen volledig identiek en symmetrisch zijn. In bepaalde uitvoeringsvormen vormen de schijven samen een opening of zijn zij elk voorzien van een opening ter hoogte van wat in de geassembleerde schijf het centrale punt is van de schijf en is het vergrendelingssysteem verder voorzien van een losse pen of schroef die voor de vergrendeling van de onderdelen zorgt wanneer deze in de opening wordt gebracht na het assembleren van de delen. In andere uitvoeringsvormen is één deel (of zijn beide delen) voorzien van een uitsparing voor het plaatsen van een magneet of is een magneet ingewerkt of ingesloten in één of meerdere delen van de meerdelige schijf.

In bepaalde uitvoeringen wordt de schijf gevormd door een combinatie van een top-deel en een basis-deel en bestaat het top-deel uit een rand met groef, waarin het overeenstemmende deel van de omtrek van de vlakke kern precies past. De vergrendelingssystemen voorzien op delen van de schijf kunnen continu zijn over de oppervlaktes die met elkaar vergrendelen of kunnen discreet zijn. In bepaalde uitvoeringen zijn verschillende vergrendelingssystemen gecombineerd, om tot een precise en hechte vergrendeling van de delen te komen. Typisch is het vergrendelingssysteem zo voorzien dat het alleen kan ontsloten worden door een aanzienlijke kracht. Het is echter niet uitgesloten dat in andere uitvoeringsvormen het vergrendelingssysteem voorzien is van een ontsluitingsfunctie dat het ontsluiten vergemakkelijkt. Voorbeelden van zulke ontsluitingsfuncties zijn veertjes, haakjes en hefbomen.

Het materiaal waarin de hierin beschreven schijven of meer bepaalde delen van schijven worden vervaardigd is niet kritisch voor de uitvinding, maar zal mede bepaald worden door de vereiste van de rigiditeit van de schijven, zowel de schijven op zich als de mogelijkheid om de twee delen op een rigide manier met elkaar te vergrendelen. Mogelijke materialen omvatten, maar zijn niet beperkt tot harde kunststof, metaal, metaallegeringen en keramisch materiaal. In bepaalde uitvoeringsvormen is het materiaal waaruit de onderdelen van de schijf is vervaardigd verschillend van het materiaal van het vergrendelingssysteem. In een voorkeursvorm zijn beide delen evenals het vergrendelingssysteem voorzien uit hetzelfde materiaal. In bepaalde uitvoeringsvormen zal het vergrendelingssysteem voorzien zijn uit een ander materiaal dan de delen die de schijf zelf vormen. In een voorkeursvorm wordt gebruik gemaakt van magneten voor het vergrendelingssysteem.

De uitvinding voorziet verder in een reeks van schijven zoals hierin beschreven ter assemblage van een bindingssysteem zoals bijvoorbeeld een schrift of een boek. Het aantal schijven nodig voor bijvoorbeeld een schrift hangt af van de maat (hoogte) van dit schrift. Een set van schijven bestaat typisch uit minstens 2, meer bepaald minstens 3, meer bepaald minstens 4, minstens 5, minstens 6, minstens 7, minstens 8, minstens 9, minstens 10, minstens 11, minstens 12 schijven zoals hierbij beschreven.

De uitvinding voorziet verder in kaften, specifiek voor gebruik in combinatie met de hierin beschreven schijven. De kaften bestaan uit een vel materiaal dat een reeks van T-vormige uitsparingen bevat aan één rand zodat deze passen over de schijven, waarbij het materiaal een vast, stijf materiaal is, zoals maar niet gelimiteerd tot leer, hout, metaal, rigide kunststoffen, ...enz. De afmetingen van de kaften zijn niet kritisch voor de uitvinding, maar de vorm is typisch rechthoekig. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de kaften iets groter dan de inhoud die voorzien is voor het bindingssysteem, bijvoorbeeld in het geval van een schrift, zijn de kaften iets groter dan de papieren inhoud. Standaardmaten die hierin voorzien kunnen worden zijn bijvoorbeeld maar niet uitsluitend 9x14cm, 11x17cm, 14,8x21cm (A5), 16,5x21, 21x29,7(A4), enz.... In een voorkeursvorm van de hierin beschreven uitvinding hebben de solide, stijve en duurzame kaften aan één rand een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen, waarbij het lange been van elke T geplaatst is in een hoek van 90° met een rand van de kaft, en loopt tot deze rand van de kaft. In deze kaften komen de dimensies van de T-vormige uitsparingen overeen met de dimensies, en zijn ze bij voorkeur iets groter dan deze van de schijf die er bij gebruikt wordt, zodat de kaften gemakkelijk 360 graden kunnen roteren over de rand van de schijf. Meer bepaald betekent dit dat de T vormige uitsparing overeenkomt met de helft van de doorsnede van de schijf, waarbij de uitsparing iets groter is om de beweging van de kaft rond de schijf vlot te laten verlopen. In een voorkeursvorm van de hierin beschreven uitvinding zijn elk van de kaften tussen 1mm en 5 mm dik, meer bepaald tussen 1 mm en 3 mm. De stijve kaften zoals hier beschreven kunnen wegens hun stijfheid niet gebruikt worden met de conventionele, eendelige schijven.

De uitvinding voorziet verder combinaties van reeksen van schijven en 2 of meer kaften. In deze combinaties zoals hierin voorzien komt het aantal schijven overeen met het aantal T-vormige uitsparingen voorzien in de kaften. De aard van de kaften is niet kritiek. Echter, de schijven zoals hier beschreven zijn bijzonder nuttig in combinatie met kaften die bestaan uit vast, stijf materiaal, zoals maar niet gelimiteerd tot leer, hout, metaal, rigide kunststoffen. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn omvatten deze combinaties eveneens bijkomende elementen zoals, bijvoorbeeld (al dan niet gelijnd of geruit) papier, kartonnen scheidingsbladen, plastiek hoezen, enz.., waarbij deze bij voorkeur voorzien zijn aan één rand met een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen overeenkomend in vorm met (de halve) doorsnede van de schijven van de combinatie. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de kaften iets groter dan de inhoud van het bindingssysteem.

In bepaalde uitvoeringsvormen is minstens één van beide kaften ook voorzien van structuren die bijkomende functies van de kaft kunnen verzekeren. Voorbeelden van structuren zijn houders voor schrijfmateriaal, voor elektronische apparaten zoals een tablet, rekenmachine enz., houders voor papier en dergelijke.

De uitvinding voorziet dus bindingssystemen die één of meerdere van de hierin beschreven schijven omvatten in combinatie met één of meerdere hierin beschreven kaften. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de kaften rigide kaften. Optioneel kunnen de bindingssystemen ook nog verdere elementen omvatten die eveneens voorzien zijn van een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen overeenkomend in vorm met (de halve) doorsnede van de hierin beschreven schijven. Doorgaans zijn deze bijkomende elementen gemaakt uit een niet rigide materiaal zodat deze bij het gebruik gemakkelijk toegevoegd aan en verwijderd kunnen worden uit het bindingssysteem. Voorbeelden hiervan zijn papier, plastiek hoezen, scheidingsbladen, enz.

De uitvinding voorziet verder in methoden voor de assemblage van bindingssystemen zoals bijvoorbeeld schriften, waarbij gebruik gemaakt wordt van de combinaties van schijven en kaften zoals hierboven beschreven. Meer bepaald worden methodes aangeleverd waarbij de twee kaften gepast worden op een deel van de schijf, waarna dit deel samen met de één of meerdere andere delen van de schijf geassembleerd wordt om zo de complete schijf te vormen. Vervolgens worden de overblijvende schijven geassembleerd met de kaften op een gelijkaardige manier. Dit heeft het voordeel dat het materiaal van de kaften niet noodzakelijk soepel moeten zijn om geassembleerd te kunnen worden met de schijven. De methode van assemblage wordt hierbij gedetailleerd beschreven voor een schijf die bestaat uit een basisdeel en een top-deel, waarbij de vlakke kern van het basis-deel grijpt in de groef van het top-deel, maar zijn even goed van toepassing voor de andere uitvoeringsvormen hierin beschreven zoals voorzien in figuur 13.

Bij de assemblage van een bindingssystem wordt, in een eerste stap, een eerste deel, zoals bijvoorbeeld het basis-deel van de schijf, door een T-vormige uitsparing van een kaft gebracht (figuur 8, figuur 13). Bij voorkeur wordt dit deel van de schijf opeenvolgend door de overeenkomstige uitsparing van twee aparte kaften gebracht. In een tweede stap wordt het top-deel vergrendeld met het basis-deel en zodoende worden de kaften met een schijf geassembleerd (figuur 9, figuur 13). Deze twee stappen worden zoveel keer herhaald als er T-vormige uitsparingen in de kaften zijn. Het is bijzonder voordelig dat, eens de T-vormige uitsparingen vastzitten in de schijven, de kaften permanent zijn vastgemaakt maar toch 360 graden kunnen roteren over de randen van de schijven.

Eens de tweedelige schijf is vergrendeld, wordt deze niet geacht los te komen, tenzij door een manuele actie, die bovendien een aanzienlijke kracht, of een speciale handeling (ontgrendelen van het verbindingssysteem) vereist. In het geval van een schijf met een top-en een basis-deel, wordt het basis-deel in de vingers van een hand gehouden, het top-deel in de vingers van de andere hand. De trekkracht nodig om de twee delen te ontgrendelen is significant meer dan de kracht nodig om de twee delen te assembleren. In het geval van een vergrendelingssysteem op basis van magneten wordt op beide delen manueel een kracht in tegengestelde richting aangebracht om de delen uit elkaar te trekken.

Voorbeelden

Fig 1A-1E betreft het conventionele bindingssysteem.

Fig. 1A toont een set van conventionele schijven (1), samen met kaften (2).

Fig.1B toont de conventionele één-delige schijf die niet door de onderhavige uitvinding gedekt wordt. Deze conventionele schijf bestaat uit een cirkelvormige vlakke kern (3) en een rand (4) over de gehele omtrek van deze kern. De rand dient als ring waarrond de kaften en inhoud vrij kunnen roteren. Het doel van de vlakke kern is om steun te geven aan het hele systeem. De conventionele eendelige schijf is meestal gemaakt uit spuitgegoten kunststof, maar bestaan ook sporadisch uit aluminium of hout. Fig. 1C geeft een meer doorzichtig beeld, ten einde de vlakke kern beter te kunnen onderscheiden.

Fig. 1D toont een close up van het conventionele systeem, voor de assemblage van schijven (1) en kaften (2). Onderscheid de T-vormige uitsparingen (5) in de kaften (2). De vorm van de uitsparingen (5) worden bepaald door de vorm van de rand (4) en van de dikte van de vlakke kern (3). De uitsparingen (5) zijn net iets groter, teneinde de vrije rotatie mogelijk te maken. Om de conventionele schijven in de kaften te plaatsen zal de lezer begrijpen dat het materiaal van de kaft onder de armen van de T (de flap (6)) soepel genoeg moet zijn. Het materiaal onder de armen van de T (de flap (6)) moet open buigen zodat de schijf in de T-vormige uitsparing kan glijden. Het material onder de armen van de T (de flap (6)) moet ook soepel genoeg om terug te zijn buigen naar de originele, vlakke, positie. Zoals men kan zien in Fig. 1E, eens de schijven (1) en de kaften (2) zijn geassembleerd en de schijven zich in de T-vormige uitsparingen (5) bevinden, zijn de flappen (6) vergrendeld achter de rand van de schijven. De kaften kunnen nu vrij roteren over 360 graden. De flappen (6) dienen dus soepel te zijn, maar ook stevig genoeg, zodat ze vergrendeld kunnen blijven achter de randen van de schijven.

Betreffende de tekeningen en figuren 2-9, hierin worden voorbeelden van uitvoeringsvormen van een tweedelige schijf voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen voorgesteld. In overeenstemming met een eerste voorkeursvorm van deze uitvinding bestaat deze tweedelige schijf uit een basis-deel (Fig. 2 en Fig. 3, (7)) en een top-deel ((Fig. 2 en Fig. 3, (8)).

In figuren 10-13 worden verdere voorbeelden van alternatieve uitvoeringsvormen van de tweedelige schijf voorgesteld. In overeenstemming met deze voorkeuruitvoeringsvorm bestaat deze tweedelige schijf uit twee vergelijkbare delen waarbij het vergrendelingsmechanisme voorzien is centraal op de vlakke schijf.

Fig. 2A geeft een frontaal zicht op het basis-deel (7), met de vlakke kern (3), en een gedeelte (ongeveer 120 graden van de 360) van de rand. Fig. 2B geeft een frontaal zicht op het top-deel (8), met het resterende (ongeveer 240 graden van de 360) stuk van de rand. Het top-deel (8) heeft een groef (9), waarin de vlakke kern pecies past. De 240 graden van het top-deel geeft de tijdelijke flexibiliteit die nodig is om het basis-deel en het top-deel te assembleren. Eens geassembleerd (Figuur 2C), ondersteunt de groef binnenin het top-deel de structurele integriteit van deze tweedelige schijf. Bovendien helpt de groef bij de assemblage, aangezien deze dient als spoor voor de vlakke kern. De combinatie van de design van deze twee delen, samen met de keuze van de materialen ervan is zodanig dat het basis-deel en het top-deel makkelijk kan geassembleerd worden, maar slechts met aanzienlijke moeite uit elkaar kan gehaald worden.

Fig. 3A geeft een perspectief van het basis-deel (7), met de vlakke kern (3), en een gedeelte (ongeveer 120 graden van de 360) van de rand. Fig. 3B geeft een perspectief van het top-deel (8), met het resterende (ongeveer 240 graden van de 360) stuk van de rand. Het top-deel (8) heeft een groef (9), waarin de vlakke kern pecies past.

Fig. 4 en Fig. 5 geven respectievelijk een frontaal en perspectief beeld van basis-deel (7) en top-deel (8), ditmaals met een vergrendelingssysteem, waarbij A het basis-deel toont en B het top-deel. Het basis-deel (7) heeft openingen (10) voor passende ratel-tanden, waarbij het top-deel ratel-tanden (11) heeft aan de binnenkant van de groef (9).

Fig. 6A is een frontaal zicht op het basis-deel (7) van de tweedelige schijf, ditmaal met een gat (12) voor een pen/gat vergrendeling. Fig 6B toont een frontaal zicht op het top-deel (8), met een pen (13) voor een pen/gat vergrendeling.

Fig. 7. geeft een finaal zicht van een geassembleerde tweedelige schijf voor schijf-gebonden en opendraaiende bindingsystemen, in overeenstemming met de uitvoering van de voorgestelde uitvinding.

Fig. 8. toont stap 1 in de assemblage van de kaften met de schijven. Een basis-deel (7) wordt door een T-vormige uitsparing (5) gestoken.

Fig. 9. toont een finaal zicht nadat stap 2 van de assemblage van de kaften met de schijven is voltooid. In stap 2 glijdt de groef van het top-deel over de vlakke kern van het basis-deel totdat beide delen vergrendeld zijn en de stijve kaften vastzitten aan de schijven.

Fig. 10. Toont een uitvoeringsvorm van een geassembleerde tweedelige schijf, met een centraal volume met daarin het vergrendelingsmechanisme (15), in dit geval een schroef gecombineerd met gat met schroefdraad.

Fig. 11. Toont de losse onderdelen (16, 17) van een uitvoeringsvorm van een schijf met centraal centraal volume met daarin het vergrendelingsmechanisme (15), in dit geval een schroef (18) gecombineerd met gat met schroefdraad.

Fig. 12. Toont de losse onderdelen van een uitvoeringsvorm van een schijf met centraal centraal volume met daarin het vergrendelingsmechanisme, in dit geval een magneet (20) in elk van de daarvoor voorziene ruimtes. De onderdelen (16,17) zijn zo opgebouwd dat ze ook in elkaar passen wanneer de magneten elkaar raken. Door de uitsparingen voorzien in elk deel voor het ander deel kunnen er geen zijwaartse krachten werken op de magneten zodat de verbinding tussen de magneten versterkt wordt.

Fig. 13. Toont de assemblage van een kaft met een bepaalde uitvoeringsvorm van de hierin beschreven meerdelige schijf met centraal centraal volume met daarin het vergrendelingsmechanisme (15), in dit geval samengesteld uit magneten (20) in elk van de daarvoor voorziene ruimtes in de delen.

Claims (13)

1. Conclusies

   1. Een schijf (1) voor een schijf-gebonden en opendraaiend bindingssysteem, met als karakteristiek dat deze uit minimum 2 delen bestaat, die met elkaar vergrendeld kunnen worden.
2. 2. De schijf volgens conclusie 1 waarbij het eerste en tweede deel met elkaar vergrendeld kunnen worden door middel van één of meerdere vergrendelingssystemen.
3. 3. De schijf volgens conclusie 2, waarbij het vergrendelingssysteem voorzien is centraal op de vlakke kern.
4. 4. De schijf volgens conclusie 2 of 3, waarbij het vergrendelingssyteem magneten, een pen/gat verbinding, of een schroef/gat voorzien van schroefdraad omvat.
5. 5. De schijf volgens één van de conclusies 1 tot 4, waarbij de tenminste 2 delen identiek en symmetrisch zijn.
6. 6. De schijf volgens één van de conclusies 2 tot 5, waarbij het vergrendelingssysteem bestaat uit een gat bevat in het eerste deel en een pen in het tweede deel van de schijf, waarbij de pen-gat verbinding een hechte vergrendeling vormt.
7. 7. De schijf volgens conclusie 1, die een top-deel (7) en een basis-deel (8) omvat, waarbij het top-deel (7) een cirkelvormige vlakke kern en een rand omvat, waarbij deze rand over ongeveer 120 graden van de omtrek van de vlakke kern loopt en het basis-deel (8) het resterende stuk van de rand omvat.
8. 8. De schijf volgens conclusie 7, waarbij het top-deel en het basis-deel respectievelijk een vergrendelende rand en groef bevatten.
9. 9. De schijf volgens conclusie 8, waarbij het top-deel en het basis-deel een ratel system bevatten, met respectievelijk een of meer ratel openingen en een of meer ratel tanden.
10. 10. Een bindingssysteem dat een set schijven bevat volgens een of meerdere conclusies 1 tot en met 9, en twee of meerdere kaften met uitsparingen waarin de vermelde schijven passen.
11. 11. Een bindingssysteem volgens conclusie 10 dat verder één of meerdere elementen bevat in niet stijf materiaal, zoals papier of zacht plastiek, met uitsparingen waarin de vermelde schijven passen.
12. 12. Het bindingssysteem volgens conclusie 10 of 11, waarin de set van kaften gemaakt is uit een stijf materiaal zoals bijvoorbeeld aluminium, verstevigd leder of harde kunststof.
13. 13. Een set van kaften voor bindingssystemen zoals beschreven in conclusies 1 tot en met 12, met aan één rand van een reeks parallelle T-vormige inkepingen waarin de vermelde schijven passen, gekenmerkt door het feit dat de kaften vervaardigd zijn uit een stijf materiaal zoals bijvoorbeeld aluminium, verstevigd leder of harde kunststof.