BE1023969B1 - Verbeterd schijf-gebonden opendraaiend bindingssysteem - Google Patents

Abstract

De voorgestelde uitvinding betreft een eendelige, stijve kaft voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen. De uitvinding betreft eveneens bindingssystemen die de schijven en kaften omvatten en schijven die specifiek voorzien zijn voor het gebruik met de onderhavige kaften.

Description

VERBETERD SCHIJF-GEBONDEN OPENDRAAIEND BINDINGSSYSTEEM

Technisch veld

De uitvinding betreft verbeterde, schijf-gebonden en opendraaiende bindingssystemen en de kaften en schijven hierin gebruikt.

Achtergrond

Schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen verwijst naar systemen waarin de kaften en de inhoud voor 360 graden kunnen roteren, en waarin de kaften en inhoud kunnen uitgehaald en ingevoegd worden. De meest voorkomende toepassing is in de schrift-, agenda- en papierwaren producten. Atoma™ bindingssystemen bestaan uit een reeks van vaste ronde schijven, twee kaften en losse vellen papier. De papieren vellen hebben uitsparingen die toelaten dat de vellen kunnen uitgehaald en teruggeplaatst worden. De twee kaften hebben dezelfde uitsparingen en zijn op dezelfde manier met de ronde schijven gebonden, door of volledig soepel te zijn of door een soepel gedeelte te bevatten.

Deze schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen bestaan sinds 1948. De voordelen van schijf-gebonden, opendraaiende binding schriften zijn goed bekend. Door de combinatie van de voordelen van ringmappen en van spiraal schriften geven zij de flexibiliteit van een ringmap en de draagbaarheid van een schrift. Schijf-gebonden, opendraaiende schriften geven de gebruikers de mogelijkheid om pagina's te vervangen, te (her-)ordenen en bij te voegen. Dit gebeurt zonder de integriteit van het papier aan te tasten. Bovendien, omdat de rotatie van 360 graden mogelijk is, kunnen beide zijden van een pagina gemakkelijk beschreven worden en zijn deze systemen ergonomisch bij het schrijven op een tafel, of wanneer het schrift in de hand gehouden wordt. Het grootste nadeel is dat de kaften ofwel helemaal soepel moeten zijn, ofwel een soepel gedeelte moeten bevatten, om met de huidige, eendelige schijven gebonden te kunnen worden. Daardoor hebben eendelige soepele kaften een beperkte levensduur en gebruiksvriendelijkheid en geven ze slechts een beperkte bescherming aan de inhoud. De huidige meerdelige kaften vormen een beperking in de keuze van de materialen, zijn dikker en nemen meer plaats in, en vereisen een additionele stap in het productieproces

Dit systeem is in grote mate onveranderd sinds de ontwikkeling in 1948.

Stijve ééndelige kaften voor een schijf-gebonden opendraaiend bindingssysteem en gemaakt van een sandwich composiet paneel bestaan nog niet.

Samenvatting van de uitvinding

Deze uitvinding beoogt een verbetering van de gebruikelijke schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen. De conventionele kaften voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, in overeenstemming met de stand van techniek, zijn ofwel ééndelige, soepele kaften, (zoals getoond in Figuur 1B), gemaakt van soepele materialen zoals polypropyleen, karton of leer, ofwel méérdelig (zoals getoond in Figuur 1C) en gemaakt uit een combinatie van soepele en stijve materialen. Bij meerdelige kaften bevindt het soepele materiaal zich aan de rand van de kaft waar de schijven in gepast worden, en wordt het stijve materiaal, meestal versterkt leder, gebruikt voor de rest van de kaft.

De eendelige schijf (1) die gebruikt wordt bij schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen is gemaakt van een vast materiaal, meestal spuit-gegoten kunststof, maar soms ook aluminium of hout. Een conventionele kaft kan enkel gebonden worden met de eendelige schijven indien de kaft volledig bestaat uit relatief buigbaar materiaal, zoals plastic, karton of leer, of indien de kaft dit buigbaar materiaal bevat op de plaats waar de kaft met de schijven verbonden moet worden.

De kaften (2) van schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen hebben een reeks van T-vormige uitsparingen aan een rand, zodat deze uitsparingen over de schijf passen. De huidige eendelige kaften (Fig. 1B) zijn gemaakt van soepel materiaal, zoals karton, plastic (meestal polypropyleen), of leer. De dikte van kaften gemaakt van deze materialen varieert: karton kaften zijn typisch 0.5-0.6mm dik, polypropyleen kaften zijn typisch 0.6mm-0.7mm dik, lederen kaften zijn typisch 1.5mm-3.0mm dik. De conventionele meerdelige kaften (Fig. 1C) hebben een soepele component, meestal polypropyleen, met een breedte van 15-20 mm en een hoogte die gelijk is aan de hoogte van de kaft. De dikte van een conventionele meerdelige kaft varieert: het soepel gedeelte is typisch 0.5mm-0.7mm dik, daar waar het stijvere gedeelte typisch 1.5mm-5mm dik is. Het stijvere gedeelte is meestal uit (kunst-)leer gemaakt, dat gestikt en/of geplakt word op het soepel gedeelte.

Eendelige soepele kaften geven niet de ondersteuning bij het schrijven indien er geen tafel beschikbaar is, met een gereduceerd comfort en resultaat bij het schrijven als gevolg. Bovendien geven deze soepele en weinig duurzame kaften onvoldoende bescherming van de papieren inhoud van het schrift tijdens transport. Ook de kaften hebben een milieu-impact door hun beperkte duurzaamheid. Indien het schrift wordt weggegooid hebben de plastic kaften en schijven een milieu-impact. De duurzamere meerdelige kaften nemen meer ruimte in, beperken de mogelijke materiaalkeuze en betekenen een extra stap in het productie proces, aangezien het soepele gedeelte van de kaft en het stijve gedeelte van de kaft met elkaar verbonden moet worden.

De uitvinding betreft een ééndelige kaft (2) gemaakt van een stijf sandwich paneel opgebouwd uit twee stijve buitenste lagen en een soepele kern-laag, dat gehecht kan worden aan de ééndelige schijven (1) van schijf-gebonden opendraaiende bindingssystemen. De ééndelige kaft waarvan sprake bestaat uit een sandwich composiet paneel met daarin een reeks van T-vormige uitsparingen en omvat een selectieve verwijdering van de buitenste lagen om buigbare flappen te creëren. Deze maken het mogelijk om het stijve en eendelige composiet paneel te assembleren met de schijven.

De uitvinding heeft betrekking op een kaft (2) voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, en meer bepaald een ééndelige kaft (2) met een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen (7), waarbij het lange been (10) van elke T (7) geplaatst is in een hoek van 90° met een rechte rand (8) van het paneel, en loopt tot aan deze rand (8) van het paneel, gekenmerkt door het feit dat de kaft bestaat uit een ééndelig sandwichpaneel met twee stijve buitenste lagen (12A, 12B) die permanent gehecht zijn aan een soepele kern-laag (13), waarbij het sandwich paneel voorzien is van een of meerdere soepele oppervlakken in een gebied lopende vanaf de T-vormige uitsparingen (lijn 17) tot aan de rechte rand (8), zodat in dit gebied tussen 0.1% en 100% van de buitenste lagen (12A en 12B) van het sandwichpaneel verwijderd is. In bepaalde uitvoeringsvormen, is de soepele kern-laag enkel blootgesteld over de volledige oppervlakte gelegen onder de armen van de T’s. In verdere uitvoeringsvormen is de soepele kern-laag enkel blootgesteld in de oppervlaktes gelegen onder de armen van de T’s (7). In bepaalde uitvoeringsvormen is de soepele kern-laag blootgesteld door groeven die lopen van het uiteinde van elke arm van elke T (7) naar de rand (8), volgens een hoek α in relatie tot deze rand (8), waarbij deze hoek α ligt tussen 30° en 91°. In bepaalde uitvoeringsvormen bevatten de sandwichpanelen aluminium buitenlagen en een polypropyleen kern-laag.

De uitvinding heeft verder ook betrekking op een set van twee of meerdere kaften zoals hierin beschreven en op een bindingssysteem dat een dergelijke set kaften bevat, en een of meerdere bijpassende schijven omvat. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het bindingssysteem verder één of meerdere elementen zoals papier of zacht plastiek, met dezelfde T-vormige uitsparingen. In bepaalde uitvoeringsvormen van het bindingssysteem is de set van schijven gemaakt uit aluminium.

Beschrijving van de figuren

De volgende beschrijving van de figuren van specifiek voorziene uitvoeringsvormen van de hierin beschreven systemen is enkel bij wijze van voorbeeld en is niet bedoeld om de huidige uiteenzetting, haar toepassing of gebruik te beperken. In de tekeningen refereren corresponderende referentienummers naar dezelfde of overeenkomstige delen en kenmerken.

Fig 1 toont een schijf-gebonden opendraaiend bindingssysteem.

Fig. 1A stelt de kaft (2) voor waarvan sprake in deze uitvinding, samen met een set van schijven. Fig. 1B geeft de huidige stand van techniek, met de elementen van schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, namelijk schijven (1) en een ééndelige, soepele kaft (3). Fig 1C toont de huidige stand van techniek van de elementen van schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen bij schijven (1) en meerdelige kaften, waarbij het soepele gedeelte (4A) gebonden kan worden met de schijven en waar het stijve gedeelte (4B) stijfheid verleent aan de rest van de kaft.

Fig. 2 Fig. 2A toont een schijf, met vlakke kern en rand. Fig 2B laat een doorzichtige schijf zien, zodat men de vlakke kern (6) kan zien. Fig. 2C toont een doorsnede van de schijf, met de opstaande rand (5) en vlakke kern (6), met aanduiding van de approximatieve maten in mm van een schijf met een diameter van 20mm.

Fig. 3 Fig. 3A toont een bovenaanzicht in close-up van twee schijven (1), de rand (8) van de kaft waar de T vormige uitsparingen (7,) zich bevinden, en de soepele kaft (3), of het soepele gedeelte van de kaft (4A), vóór de assemblage van schijven en kaft. Men begrijpt dat de flappen (9A, 9B) soepel en elastisch genoeg moeten zijn om tijdelijk open te kunnen plooien zodat de soepele kaft (3), of het soepele gedeelte van de kaft (4A) zich kan verbinden met de schijven (1). Fig. 3B toont een bovenaanzicht in close-up na de assemblage. Fig. 3D toont een gedeelte van de kaft in close-up en de doorsnede van twee schijven, na assemblage. De ruimte tussen de flappen (9A, 9B) is ruimer dan de dikte van de vlakke kern (6). Men ziet dat de flappen (9A, 9B) haken achter de opstaande rand (5) van de schijf (1), en toch de vrijheid hebben om te roteren. Fig 3D toont de afmetingen in mm van een T-vormige uitsparing (7). Ook worden de armen (11A, 11B) en het lange been (10) van de T (7) aangeduid.

Fig. 4 Fig. 4A toont een doorsnede van een sandwich paneel, met twee stijve buitenste lagen (12A, 12B), gebonden aan een soepele kern-laag (13), en bij wijze van voorbeeld de afmetingen in mm van het dunste Hylite®. Fig.4B toont een doorsnede van een sandwich paneel, met elastisch scharnierende groeven (14A en 14B) waar de stijve buitenste lagen (12A, 12B) zijn verwijderd, om tot een elastisch scharnier (15) te komen. Fig. 4C toont een doorsnede van een gebogen sandwich paneel met een elastisch scharnier (15), met de groeven (14A en 14B) waar de stijve buitenste lagen (12A, 12B) zijn verwijderd.

Fig. 5 Fig. 5A toont de voorkant (16A) en de achterkant (16B) van een sandwich paneel, met een reeks parallelle T-vormige uitsparingen (7), waarbij het lange been van elke T geplaatst is in een hoek van 90° met een rand van de kaft, en loopt tot aan deze rand van de kaft, en met aanduiding van de rand (8) waar de T-vormige uitsparingen (7) zich bevinden, en van de virtuele lijn (17) die loopt langs de onderkant van de armen van de T’s, van de ene kant van het paneel tot aan de andere kant van het paneel. Noteer dat voorkant (16A) en achterkant (16B) eikaars spiegelbeeld zijn. Het gebied tussen de rand (8) en de lijn (17) is het gebied waar in het kader van deze uitvinding soepele oppervlakken of elastische scharnieren zich zullen bevinden. Fig. 5B toont een close-up, met detail aanduiding van het lange been (10) van de T (7), en van de armen (11A, 11B) van de T (7). Ook de lijn (17) die langs de onderkant van de armen (11A, 11B) van de T’s (7) loopt is nog een keer aangeduid, net als de rand (8) waar de T-vormige uitsparingen (7) zich bevinden.

Fig. 6. Fig. 6A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van eerste uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, waar over 100% van het gebied tussen de rand (8) en de lijn (17) de buitenste lagen (12A, 12B) volledig zijn verwijderd en men alleen de blootgestelde kern-laag (13) ziet. Noteer dat 16A en 16B eikaars spiegelbeeld zijn. Fig. 6B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. Aangezien de flappen (9A, 9B) in dit gebied liggen en nu enkel uit de soepele kern-laag bestaan, zijn ze elastisch genoeg om te worden verbonden met de schijven. Fig. 6C toont een zijaanzicht.

Fig. 7 Fig. 7A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van tweede uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, waar de buitenste lagen (12A, 12B) volledig zijn verwijderd over alle oppervlakken die zich bevinden onder de armen van de T’s (7). Dus, tussen de rand (8) en de onderkant van alle armen van de T’s (7) blijft alleen de blootgestelde kern-laag (13) over. Noteer dat 16A en 16B eikaars spiegelbeeld zijn. Fig. 7B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. Ook hier zijn de flappen (9A, 9B) elastisch genoeg om te worden verbonden met de schijven.

Fig. 8 Fig. 8A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van een derde uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, met een groef (14A, 14B) aan beide kanten van het paneel per arm van de T’s (7). Deze groeven lopen van het uiteinde van de arm van elke T naar de rand (8) waar de uitsparingen zich bevinden, en staan schuin op deze rand (8). Fig. 9B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. Deze elastisch scharnierende flappen (18A, 18B) kunnen elastisch open en dicht scharnieren om te worden verbonden met de schijven.

Fig. 9 Fig. 9A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van een vierde en laatste uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, met een groef (14A, 14B) aan beide kanten van het paneel per arm van de T’s (7). Deze groeven lopen van het uiteinde van de arm van elke T naar de rand (8) waar de uitsparingen zich bevinden, en staan loodrecht op deze rand. Fig. 9B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. Deze elastisch scharnierende flappen (18A, 18B) kunnen elastisch open en dicht scharnieren om te worden verbonden met de schijven.

Volgende referenties werden gebruikt in beschrijving en figuren: 1: schijf; 2: kaft waarvan sprake in deze uitvinding; 3: soepele eendelige conventionele kaft; 4A: Soepel gedeelte van meerdelige conventionele kaft; 4B: Stijf gedeelte van meerdelige conventionele kaft; 5: opstaande rand van schijf; 6: vlakke kern van schijf; 7: T-vormige uitsparing; 8: rand van de kaft waar de T-vormige uitsparingen zich bevinden; 9A, 9B: flap; 10: lang been van de T; 11A, 11B: armen van de T; 12A, 12B: buitenste lagen van sandwich paneel; 13: soepele kern-laag van sandwich paneel; 14A, 14B: Elastisch scharnierende groeven; 15 elastisch scharnier in sandwich paneel; 16A, 16B: voor en achterkant van kaft uit sandwich paneel; 17: virtuele lijn door de onderkant van alle armen van de T’s, van rand tot rand; 18A, 18B: elastisch scharnierende flap bestaande uit elastisch scharnierende groeven en een flap gedeelte met de drie lagen van het sandwich paneel.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding

Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.

De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt zijn synoniem met “inclusief”, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of methode stappen niet uit. Wanneer in deze beschrijving wordt verwezen naar een product of proces dat bepaalde kenmerken, onderdelen of stappen “omvat”, verwijst dit naar de mogelijkheid dat ook andere kenmerken, onderdelen of stappen aanwezig zijn, maar kunnen hierbij ook uitvoeringsvormen voorzien zijn die enkel de opgelijste kenmerken, onderdelen of stappen bevatten.

De opsomming van numerische waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.

De term “ongeveer”, zoals gebruikt wanneer gerefereerd word naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.

Alle in deze beschrijving aangehaalde referenties worden hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.

Zoals hierin bedoeld is een object “langwerpig” wanneer de lengte van dat object langer is dan viermaal de breedte van dat object; bij voorkeur is de lengte langer dan zes- of achtmaal de breedte van het object.

Zoals hierin bedoeld is een object “dun” wanneer de breedte van dat object groter is dan tweemaal de dikte van dat object; bij voorkeur is de breedte groter dan viermaal of zesmaal de breedte van het object.

De term “uiteinde” van een lat zoals hierin gebruikt omvat ook delen van de lat nabij dat uiteinde bevinden; meer bepaald delen die zich op een afstand van het uiteinde bevinden die kleiner is dan 10% van de lengte van de lat, bij voorkeur kleiner dan 5% van de lengte van de lat.

De term “loodrecht” zoals hierin gebruikt kan een zekere afwijking omvatten van een exact loodrechte oriëntatie. Meer in het bijzonder wordt een eerste (vlak) object geacht loodrecht te zijn gepositioneerd ten opzichte van een tweede (vlak) object als de hoek tussen de vlakken bepaald door deze objecten tussen de 85° en 95° bedraagt, bij voorkeur tussen 87° en 92°, liever tussen 88° en 91°, en liefst 90°.

De term “parallel” zoals hierin gebruikt kan een zekere afwijking omvatten van een exact parallelle oriëntatie. Meer in het bijzonder wordt een eerste (vlak) object geacht parallel te zijn gepositioneerd ten opzichte van een tweede (vlak) object als de hoek tussen de vlakken bepaald door deze objecten tussen de 0° en 5° bedraagt, bij voorkeur tussen 0° en 2°, liever tussen 0° en 1°, en liefst 0°.

De huidige uitvinding heeft betrekking op bindingssystemen in de papierindustrie.

Meer bepaald heeft de onderhavige aanvraag heeft betrekking op een kaft voor het gebruik in schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, zoals bijvoorbeeld gebruikt in de papierwarenindustrie. Deze worden geïllustreerd in figuur 1. Schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen verwijst naar systemen waarbij de kaften en de inhoud 360 graden kunnen draaien, en waarbij de kaften en inhoud geëxtraheerd en ingevoegd kunnen worden. De grootste toepassing is in de schriften, agenda’s en andere papierwaren.

De uitvinding betreft kaften gemaakt van een ééndelig sandwichpaneel voor gebruik in schijf-gebonden opendraaiende bindingssystemen. De kaften zijn gekenmerkt door de materialen die gebruikt worden in het ééndelig sandwichpaneel en de manier waarop deze aangepast wordt voor dit specifiek gebruik.

De term “ composiet sandwichpaneel” of “eendelig sandwichpaneel” zoals hierin gebruikt verwijst naar een laminaatpaneel dat is opgebouwd door drie lagen van ten minste twee verschillende materialen permanent met elkaar te verbinden. In de voorkeursuitvoeringsvorm omvat een composiet sandwichpaneel twee stijve buitenste lagen uit eenzelfde materiaal, permanent verbonden met een soepele kern-laag in het midden. De term “composiet” of “eendelig” verwijst naar het feit dat de verschillende materialen op zodanige wijze met elkaar verbonden zijn dat het onmogelijk is om handmatig of met eenvoudige handwerktuigen de lagen van een sandwichpaneel van elkaar te scheiden. Door het gebruik van stijve buitenste lagen en een soepele kern, wordt een kaft verkregen die hoofdzakelijk stijf is maar lokaal toch voldoende soepel is wat de assemblage met stijve ééndelige schijven mogelijk maakt. Het sandwich paneel kan bestaan uit verschillende materialen, zolang de buitenste lagen (12A, 12B) verschillend zijn van en preferentieel stijver zijn dan de soepele kern-laag (13) soepel. Zo kunnen de stijve buitenste lagen bijvoorbeeld van aluminium of staal zijn, en de kern-laag van polypropyleen, zoals beschreven in zoals beschreven in US5814395. In meer specifieke uitvoeringsvormen gaat het dus over een metaal-polypropyleen-metaal laminaat, waar de drie lagen permanent aan elkaar gebonden worden met een bindmiddel dat een thermo-hardende component en een polypropyleen thermoplastische component bevat. In bepaalde uitvoeringsvormen is het paneel 1.2 mm dik, bestaande uit 2 platen aluminium van elk 0.2mm dik en een kernplaat uit polypropyleen van 0.8mm. In andere uitvoeringsvormen bestaat is het paneel 2.0 mm dik, waarbij de polypropyleen plaat 1.6mm dik is. In een bepaalde uitvoeringsvorm kan de kaft gemaakt zijn uit Hylite®, gemaakt door 3AComposites, met de buitenste lagen bestaande uit aluminium en de kern-laag uit polypropyleen. In andere uitvoeringsvormen kan de kern-laag uit ander geschikt soepel materiaal bestaan, zoals een thermoplastisch materiaal, een schuim of siliconen.

Een bijzonder kenmerk van de hierin voorziene composietlagen is dat, indien men langs beide kanten van de composiete plaat, en op exact dezelfde plaats, de buitenlaag weg freest, er een elastische beweegbare zone ontstaat met blootgestelde elastische binnenlaag. Met “elastisch scharnierend” wordt bedoeld dat het scharnierende element terug naar de vlakke positie terugkeert indien de buigende kracht wegvalt, en dat men dit buigen ontelbare keren kan herhalen. Indien men een gelijkaardige groef maakt aan slechts één kant van het paneel, zal het paneel in de gebogen positie blijven indien de buigende kracht wegvalt.

Een kaft voor gebruik in schijf-gebonden opendraaiende bindingssystemen is doorgaans voorzien van een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen (7) zoals bij conventionele kaften, waarbij het lange been (10) van elke T (7) geplaatst is in een hoek van 90° met een rand (8) van de kaft, en loopt tot aan deze rand (8) van de kaft. De “flappen” van de kaft zijn de zones (11A, 11B) die reiken tussen de benen van T en de rand (8) van de kaft.

Door het verwijderen van de buitenlaag van het composiet sandwichpaneel op specifieke plaatsen aan de uitsparingen worden de flappen buigbaar, wat het gebruik met de ééndelige schijven vergemakkelijkt. Volgens de onderhavige uitvinding is een gebied van de kaft gedeeltelijk of geheel blootgesteld aan beide kanten van het sandwich paneel. Meer bepaald wordt dit gebied gevormd door een strook die loopt vanaf de lange rand (8) tot de lijn (nummer 17 in Fig 5) langs de onderkant van de armen van de T-vormige uitsparingen, De breedte van dit gebied is dus even breed als de lengte van het lange been (10) van de T’s (7), en ligt typisch tussen 2mm en 7mm, meer bepaald tussen 4mm en 6mm. De hoogte van dit gebied is even hoog als de kaft zelfs, en deze hangt af van de gewenste hoogte van het schrift. Standaardhoogtes die hierin voorzien kunnen worden zijn bijvoorbeeld maar niet uitsluitend 148 mm (A6), 210 mm (A5) 279.4 mm (A4), enz.... Buiten dit gebied bestaat de kaft hoofdzakelijk uit het intact sandwichpaneel.

Volgens de onderhavige uitvinding is volgens bepaalde patronen in dit gebied de buitenste laag aan beide kanten verwijderd, zodat de voorkant en de achterkant van de kaft eikaars spiegelbeeld zijn. Meer bepaald is in dit gebied tussen 0.1 en 100% van de buitenste lagen verwijderd in één of meerdere soepele oppervlakken.

Een “soepel oppervlak”, verwijst naar een zone van de kaft die enkel de soepele kern-laag van het sandwichpaneel omvat waarbij de buitenste lagen zijn verwijderd of niet aanwezig zijn.

In bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding is het stijve materiaal van de buitenste lagen van het sandwich paneel volledig verwijderd over het hele gebied dat zich bevindt tussen de rand (8) waar de T’s (7) zich bevinden en de rechte lijn (17) die door de onderkant van alle armen (11A, 11B) van alle T’s (7) loopt, van de bovenste rand van de kaft tot aan de onderste rand. Deze uitvoeringsvorm is geïllustreerd in Figuur 6.

In bepaalde uitvoeringsvormen is in dit gebied enkel over de oppervlakte van de flappen (11A, 11B) onder de T-vormige uitsparingen de soepele kern-laag blootgesteld. Dit laat ook toe dat de flappen beweeglijk zijn. Deze uitvoeringsvorm is geïllustreerd in Figuur 7.

In bepaalde uitvoeringsvormen is de kernlaag blootgesteld volgens een beperkt patroon in dit gebied tussen de rand (8) waar de T’s (7) zich bevinden en de rechte lijn (17) die door de onderkant van alle armen (11A, 11B) van alle T’s (7) loopt. Zo voorziet de uitvinding in bepaalde uitvoeringsvormen elastisch scharnierende groeven. Een groef in dit gebied aan beide kanten van het paneel, waarbij de soepele laag van het sandwichpaneel blootgesteld wordt, kan de functie van een scharnier aannemen en de buiging van de flap rond dit scharnier mogelijk maken.

In deze uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om elastisch scharnierende groeven te maken in een sandwichpaneel met elastische kern-laag. Het kenmerk van een elastisch scharnierende groef is dat de buitenste laag van het sandwich paneel is verwijderd, van een rand van de T-vormige uitsparing tot de tegenoverstaande rand van de kaft. In bepaalde uitvoeringsvormen hebben de groeven een breedte van 0.5 - 2 mm. Een elastisch scharnierende groef is geïllustreerd in Fig. 4B en Fig. 4C. In deze uitvoeringsvorm van de beschreven uitvinding loopt een rechte elastisch scharnierende groef (14A, 14B) van het uiteinde van elke arm (11A, 11B) van elke T (7), tot aan de rand (8) waar de T’s (7) zich bevinden, en wel in een hoek (a) met deze rand (8). De hoek α ligt tussen 30° en 91°, zoals bijvoorbeeld ongeveer 30°, ongeveer 35°, ongeveer 40°, ongeveer 45° of ongeveer 50°, of tussen 40°-50°. Het resultaat van deze elastisch scharnierende groeven is dat er een elastisch scharnierende flap (18A, 18B) ontstaat, bestaande uit de groef met het blootgestelde elastische materiaal van de kern-laag, en de flap zelf, waar de 3 lagen van het sandwich paneel intact zijn. Aangezien de groeven zich bevinden aan beide kanten van de kaft, zijn de voorkant en de achterkant van de kaft eikaars spiegelbeeld. Deze uitvoeringsvorm is geïllustreerd in Figuur 8.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt ook gebruik gemaakt van de elastisch scharnierende groeven. In deze uitvoeringsvorm van de beschreven uitvinding loopt een rechte elastisch scharnierende groef (14A, 14B) van het uiteinde van elke arm (11A, 11B) van elke T (7), tot aan de rand (8) waar de T’s (7) zich bevinden, en wel loodrecht op deze rand (8). Met andere woorden: de hoek α is 90°. Het resultaat van deze scharnierende groeven is dat er een elastisch scharnierende flap (18A, 18B) ontstaat, onder elke arm van elke T, bestaande uit de groef, en de flap zelf, waar de 3 lagen van het sandwich paneel intact zijn. Aangezien de groeven zich bevinden aan beide kanten van de kaft, zijn de voorkant en de achterkant van de kaft eikaars spiegelbeeld. Deze uitvoeringsvorm wordt geïllustreerd in Fig. 9.

De afmetingen van de kaften zijn niet kritisch voor de uitvinding, maar de vorm is typisch rechthoekig. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de kaften iets groter dan de inhoud die voorzien is voor het bindingssysteem, bijvoorbeeld in het geval van een schrift, zijn de kaften iets groter dan de papieren inhoud. De afmetingen van de kaften volgens de beschreven uitvinding varieert, en zal afhangen van de afmetingen van het gewenste schrift. Standaardmaten die hierin voorzien kunnen worden zijn bijvoorbeeld maar niet uitsluitend 9x14cm, 11x17cm, 14,8x21cm (A5), 16,5x21, 21x29,7(A4), enz....In een voorkeursvorm van de beschreven uitvinding hebben de stijve en duurzame kaften een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen (7), waarbij het lange been (10) van elke T (7) geplaatst is in een hoek van 90° met een rand (8) van de kaft, en loopt tot aan deze rand (8) van de kaft. In deze kaften zijn de vormen van de T-vormige uitsparingen gelijk aan en bij voorkeur iets groter dan de afmetingen van de schijf die hierbij gebruikt wordt, zodat de kaften gemakkelijk 360 graden kunnen draaien langs de rand van de schijven. Meer specifiek betekent dit dat de T-vormige uitsparing overeenkomt met de doorsnede van halve schijf, en dat de uitsparing iets groter is dan deze doorsnede, om de vrije rotatie mogelijk te maken (zie Fig. 2, Fig. 3). De dikte van de kaften volgens de beschreven uitvinding varieert ook, en hangt af van het aanbod van mogelijke sandwich panelen, en van de uiteindelijke dikte van het gewenste schrift. In een voorkeurs uitvoeringsvorm is de dikte van de kaft 1.2mm.

Zoals hierin beschreven zijn de kaften volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt door het feit dat in een bepaald gebied, de buitenste lagen van de composiet sandwichpanelen zijn verwijderd. Buiten dit gebied aan de T-vormige uitsparingen, zijn de buitenste lagen wel aanwezig op de kaft, of althans over het grootste deel van de oppervlakte van de rest van de kaft. Dit is belangrijk om de stijfheid van de kaft te garanderen. Het is echter wel mogelijk dat in bepaalde uitvoeringsvormen, bijvoorbeeld voor esthetische doeleinden, de buitenste laag ook verwijderd wordt volgens bepaalde patronen buiten het hierin beschreven gebied. Deze patronen zijn dan doorgaans gekenmerkt door het feit dat zij zich niet uitbreiden tot een rand van de kaft (al dan niet gevormd door de T-vormige uitsparingen). Op deze manier kunnen er patronen voorzien worden op de kaft (bv letters, afbeeldingen) die de rigiditeit van de kaft niet in het gedrang brengen.

De huidige uitvinding voorziet ook sets van de hierin beschreven kaften, meer bepaald combinaties van 2 of meerdere kaften, bij voorkeur 2, of een veelvoud van twee kaften.

De kaften volgens de onderhavige uitvinding worden gebruikt in combinatie met ééndelige schijven. De schijven bestaan doorgaans uit een vlakke kern (6) en een rand (5) over de hele omtrek van de vlakke kern. De algemene kenmerken van de cirkelvormige vlakke kern, de rand en van de geassembleerde schijf worden hierna beschreven. De diameter van de schijf kan variëren afhankelijk van de dikte van het beoogde bindingssysteem zoals bijvoorbeeld een schrift. Typisch is de buiten-diameter van de schijf tussen 15 mm en 50 mm. De vlakke kern is vrij dun, om toe te laten dat het papier gebonden blijft. Dus, de dikte van de vlakke kern bedraagt typisch tussen 0.2 en 3 mm, meer bepaald tussen 0.5 en 1.5 mm. De oppervlakte van de schijf is typisch glad en continu. De breedte van de rand is typisch tussen 3mm en 10 mm, meer bepaald tussen 3mm en 6mm. Bijvoorbeeld, bij schijven van Atoma™ en ADOC systemen, is de breedte van de rand ongeveer 6mm. De rand van schijf steekt uit aan beide kanten van de vlakke kern. Dat is ook de reden waarom de uitsparingen in de kaften T-vormig zijn. Wanneer men spreekt van kaften en bijpassende schijven verwijst dit naar het feit dat de schijven, wat afmeting betreft, passen in de uitsparingen van de kaften.

De huidige uitvinding voorziet ook bindingssystemen die een of meerdere kaften volgens de onderhavige uitvinding en een serie van schijven omvatten. In de combinaties zoals hier voorzien is het aantal schijven gelijk aan het aantal T-vormige uitsparingen in de kaft. Het materiaal van de schijven is niet kritisch voor de uitvinding. Niettemin, de kaften zoals hier beschreven, zijn bijzonder nuttig in combinatie met schijven uit aluminium. Typische manieren van het afwerken van kaften en schijven zijn, maar niet beperkt tot, anodiseren, poederlakken, chromeren, enz...

In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten deze combinaties eveneens bijkomende elementen zoals, bijvoorbeeld (al dan niet gelijnd of geruit) papier, kartonnen scheidingsbladen, plastiek hoezen, enz.., waarbij deze bij voorkeur voorzien zijn aan één rand met een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen overeenkomend in vorm met de (halve) doorsnede van de schijven van de combinatie.

In bepaalde uitvoeringsvormen is minstens één van beide kaften ook voorzien van structuren die bijkomende functies van de kaft kunnen verzekeren. Voorbeelden van structuren zijn houders voor schrijfmateriaal, voor elektronische apparaten zoals een tablet, rekenmachine enz., houders voor papier en dergelijke.

In bepaalde uitvoeringsvormen is minstens één van beide kaften ook voorzien van uitsparingen waar een elastiek of ander sluitingsmateriaal kan doorgehaald of mee verbonden worden, om zo de sluiting van het bindingssysteem te verzekeren.

De huidige uitvinding voorziet ook methoden voor het maken van de kaften volgens de onderhavige uitvinding. Meer bepaald omvatten deze methoden de stappen van (a) het voorzien van een composiet sandwichpaneel van T-vormige uitsparingen aan één rand en (b) het verwijderen van de buitenste lagen van het composiet sandwichpaneel in een gebied dat gevormd wordt door de rand van het paneel en de armen van de T. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de methode het voorzien van kaften gesneden uit een composiet sandwichpaneel, het voorzien van T-vormige uitsparingen en het verwijderen van de buitenste laag in het gebied zoals hierboven beschreven. De buitenste lagen worden in deze methoden verwijderd volgens de hierboven beschreven patronen, dwz waarbij soepele oppervlakken worden gegenereerd en/of scharnierende groeven. De methodes voor het verwijderen van de buitenste lagen zijn afhankelijk van de aard van het materiaal van de buitenste lagen.

In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de buitenste lagen aluminium en kan dit verwijderd worden door frezen. In zulke uitvoeringsvormen kunnen T-vormige uitsparingen gemaakt worden door stansen of frezen.

De bescherming van de inhoud van het schrift met kaften waarvan sprake in deze uitvinding is vele malen beter dan die van de conventionele kaften of zelfs die van de meerdelige kaften. Dit komt omdat de stijfheid van sandwich panelen heel hoog ligt. In bepaalde uitvoeringsvormen is de buitenlaag aluminium. De elasticiteits modulus (“Young’s Modulus”) van aluminium composiet panelen zoals Hylite® is vergelijkbaar met die van glas, rond 70,000 NMA. Ter vergelijking, de elasticiteits modulus van polypropyleen, veel gebruikt voor conventionele, eendelige soepele kaften, bedraagt 11,000 NMA.

Een ander belangrijk nut en voordeel van deze uitvinding is dat er meer keuze ontstaat betreffende de duurzame materialen van de kaften van schijf-gebonden schriften alsmede de afwerking van deze materialen. Bij wijze van voorbeeld, deze uitvinding maakt duurzame kaften gemaakt van een aluminium composiet paneel mogelijk, en zulke aluminium composiet platen kunnen afgewerkt worden met poeder-coating, anodisatie, chroom, drukwerk, pregen, enz,... Bovendien, in bepaalde uitvoeringen, geeft het de mogelijkheid aan de gebruiker om zelf het schrift samen te stellen en te assembleren.

Een ander voordeel is het vermijden van additionele stappen in het productie proces. Aangezien sandwich panelen ééndelig zijn, is enkel frezen of stansen en frezen voldoende voor de fabricage van een ééndelige en stijve kaft, in tegenstelling tot de huidige stand van techniek bij meerdelige kaften, waar het soepele gedeelte en het stijve gedeelte van de kaft met elkaar geassembleerd moet worden om tot een kaft te komen met stijve eigenschappen.

Er zijn er ook esthetische voordelen, aangezien de hier gepresenteerde ééndelige stijve kaften in bepaalde uitvoeringsvormen een uniform uitzicht hebben, daar waar de conventionele, meerdelige stijve kaften uit minimum twee verschillende soorten materialen gecombineerd zijn. Het laatste, niet onbelangrijk, voordeel ten opzichte van de conventionele meerdelige kaften is dat deze uitvinding de dikte van de kaft kan beperken tot 1.2mm, daar waar de stijve meerdelige kaften, door de combinatie van de materialen, uitkomen op een dikte van 4mm of meer. Een schrift met een dunnere kaft heeft het voordeel dat het ofwel meer inhoud kan bevatten, ofwel minder plaats inneemt.

De huidige uitvinding zal hier verder worden beschreven met betrekking tot bepaalde uitvoeringsvormen maar is niet daartoe beperkt maar enkel tot de conclusies. Verwijzingen in de conclusies naar de tekeningen mogen niet beschouwd worden als beperkend tot deze uitvoeringsvormen.

Voorbeelden

Fig. 4 toont de samenstelling van een sandwich paneel volgens een uitvoering van de uitvinding. Fig. 4A toont de een doorsnede van een sandwich paneel, met twee stijve buitenste lagen (12A, 12B), gebonden aan een soepele kern-laag (13), en, bij wijze van voorbeeld, de afmetingen in mm van het dunste Hylite®. Fig.4B toont een doorsnede van een sandwich paneel, waar in twee elastisch scharnierende groeven (14A en 14B) de stijve buitenste lagen (12A, 12B) zijn verwijderd, om tot een elastisch scharnier (15) te komen. Fig. 4C toont een doorsnede van een gebogen sandwich paneel met een elastisch scharnier (15), met de groeven (14A en 14B) waar de stijve buitenste lagen (12A, 12B) zijn verwijderd.

In Fig. 5 worden een aantal definities betreffende deze uitvinding uitgelegd.

Fig. 5A toont de voorkant (16A) en de achterkant (16B) van een sandwich paneel, met een reeks parallelle T-vormige uitsparingen (7), waarbij het lange been van elke T geplaatst is in een hoek van 90° met een rand van de kaft, en loopt tot aan deze rand van de kaft, en met aanduiding van de rand (8) waar de T-vormige uitsparingen (7) zich bevinden, en van de virtuele lijn (17) die loopt langs de onderkant van de armen van de T’s, van de ene kant van het paneel tot aan de andere kant van het paneel. Noteer dat voorkant (16A) en achterkant (16B) eikaars spiegelbeeld zijn. Het gebied tussen de rand (8) en de lijn (17) definieert het gebied waar in het kader van deze uitvinding het patroon van blootgestelde soepele kern-laag zich zal bevinden. Het patroon van blootgestelde soepele kern-laag bestaat uit een of meerdere soepele oppervlakken, of uit een reeks van elastische scharnieren. In ieder geval wordt in het kader van deze uitvinding in dit gebied tussen 0.1% en 100% van de buitenste, stijve lagen (12A, 12B) van het sandwich paneel verwijderd, en dit aan beide kanten, zodanig dat de voorkant (16A) en de achterkant (16B) van het paneel eikaars spiegelbeeld zijn. Fig. 5B toont een close-up, met detail aanduiding van het lange been (10) van de T (7), en van de armen (11A, 11B) van de T (7). Ook de lijn (17) die langs de onderkant van de armen (11A, 11B) van de T’s (7) loopt is nog een keer aangeduid, net als de rand (8) waar de T-vormige uitsparingen (7) zich bevinden.

Betreffende de tekeningen en figuren 6-9, hierin worden voorbeelden van uitvoeringsvormen van een stijve eendelige kaft voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen voorgesteld. In overeenstemming met deze uitvoeringsvormen van deze uitvinding bestaat deze stijve en eendelige kaft uit een stijf en eendelig sandwich paneel, met daarin een reeks van T-vormige uitsparingen, en een patroon van blootgestelde soepele kern-laag van het sandwich paneel, gelegen in het gebied tussen de rand (8) en de lijn (17). Tekeningen 6 en 7 behandelen uitvoeringsvormen waarin sprake is van een patroon van soepele oppervlakken. Tekeningen 8 en 9 behandelen uitvoeringsvormen met een patroon van elastisch scharnierende groeven.

Fig. 6 toont een eerste uitvoeringsvorm in het kader van deze uitvinding met een patroon van blootgestelde soepele kern-laag gelegen in het gebied gelegen tussen de rand (8) en de lijn (17) waar 100% van de buitenste lagen (12A en 12B) zijn verwijderd. Het hele gebied gelegen tussen de rand (8) en de lijn (17) is dus een soepeloppervlak. Fig. 6A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van eerste uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, waar over 100% van het gebied tussen de rand (8) en de lijn (17) de buitenste lagen (12A, 12B) volledig zijn verwijderd en men alleen de blootgestelde kern-laag (13) ziet. Noteer dat 16A en 16B eikaars spiegelbeeld zijn. Fig. 6B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. Aangezien de flappen (9A, 9B) in dit gebied liggen en nu enkel uit de soepele kern-laag bestaan, zijn ze elastisch genoeg om te worden verbonden met de schijven. Fig. 6C toont een zijaanzicht van de onderste rand van de kaft.

Fig. 7 toont een tweede uitvoeringsvorm in het kader van deze uitvinding met een patroon van blootgestelde soepele kern-laag gelegen in het gebied gelegen tussen de rand (8) en de lijn (17). In deze uitvoeringsvorm wordt enkel in oppervlak gelegen onder de armen van de T’s (7) 100% van de buitenste lagen (12A, 12B) van het sandwich paneel verwijderd. In het gebied gelegen tussen de rand (8) en de lijn (17) vindt men dus een reeks van soepele oppervlakken. Het aantal soepele oppervlakken is hier tweemaal het aantal T-vormige uitsparingen. Fig. 7A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van een tweede uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, waar de buitenste lagen (12A, 12B) volledig zijn verwijderd over alle oppervlakken die zich bevinden onder de armen van de T’s (7). Dus, tussen de rand (8) en de onderkant van alle armen van de T’s (7) blijft alleen de blootgestelde kern-laag (13) over. Noteer dat 16A en 16B eikaars spiegelbeeld zijn. Fig. 7B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. Ook hier zijn de flappen (9A, 9B) elastisch genoeg om te worden verbonden met de schijven.

In figuren 8-9 wordt een uitvoeringsvorm van de betreffende uitvinding getoond waar in het gebied gelegen tussen de rand (8) en de lijn (17) elastisch scharnierende groeven zijn gemaakt in plaats van soepele oppervlakken. Deze groeven lopen van het uiteinde van de arm van elke T naar de rand (8) waar de uitsparingen zich bevinden, volgens een hoek α in relatie tot deze rand (8).

Fig. 8A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van deze uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, met een groef (14A, 14B) aan beide kanten van het paneel per arm van de T’s (7). Deze groeven lopen van het uiteinde van de arm van elke T naar de rand (8) volgens een hoek α van ongeveer 45°. Deze hoek α kan liggen tussen 30° en 91°. Fig. 8B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. De elastisch scharnierende flappen (18A, 18B) die gevormd zijn door de groeven maar wel nog de buitenste lagen (12A en 12B) bevatten kunnen elastisch open en dicht scharnieren om verbonden te worden met de schijven. Noteer dat het patroon van groeven aan beide kanten (16A, 16B) van het paneel gelijk is. Met andere woorden, de voor- en achterkant van het paneel zijn eikaars spiegelbeeld.

Fig. 9A toont de voor (16A)- en achterkant (16B) van deze uitvoeringsvorm van een kaft bestaande uit een sandwich paneel, met een groef (14A, 14B) aan beide kanten van het paneel per arm van de T’s (7). Deze groeven (14A, 14B) lopen van het uiteinde van de arm van elke T(7) tot aan de rand (8) volgens een hoek α van 90° en staan dus loodrecht op deze rand. Fig. 9B toont een close-up van een deel van deze uitvoeringsvorm. De elastisch scharnierende flappen (18A, 18B) die gevormd zijn door de groeven maar wel nog de buitenste lagen (12A en 12B) bevatten kunnen elastisch open en dicht scharnieren om verbonden te worden met de schijven. Noteer dat het patroon van groeven aan beide kanten (16A, 16B) van het paneel gelijk is. Met andere woorden, de voor- en achterkant van het paneel zijn eikaars spiegelbeeld.

Claims (10)

1. Conclusies

   1. Een kaft (2) voor schijf-gebonden, opendraaiende bindingssystemen, bevattende een reeks van parallelle T-vormige uitsparingen (7), waarbij het lange been (10) van elke T (7) geplaatst is in een hoek van 90° met een rechte rand (8) van het paneel, en loopt tot aan deze rand (8) van de kaft, gekenmerkt door het feit dat de kaft uit een ééndelig sandwichpaneel bestaat met twee stijve buitenste lagen (12A, 12B) die permanent gehecht zijn aan een soepele kern-laag (13) waarbij het sandwich paneel voorzien is van een gebied gelegen tussen de rand (8) en de lijn (17) langs de onderkant van de armen van de T’(s), waarbinnen tussen 0.1% en 100% van de buitenste lagen (12A en 12B) van het sandwich paneel verwijderd is.
2. 2. Een kaft volgens conclusie 1, waarbij de soepele kern-laag is blootgesteld over de volledige oppervlakte tussen de rand (8) en de armen van de T’s (lijn 17).
3. 3. Een kaft volgens conclusie 1 waarbij de soepele kern-laag enkel is blootgesteld in de oppervlaktes gelegen onder de armen van de T’s (7).
4. 4. Een kaft volgens conclusie 1, waarbij de soepele kern-laag is blootgesteld door groeven die lopen van het uiteinde van elke arm van elke T (7) naar de rand (8), volgens een hoek α in relatie tot deze rand (8), waarbij deze hoek α ligt tussen 30° en 91°.
5. 5. Een kaft volgens een of meerdere conclusies 1 tot en met 4 die een of meerdere uitsparingen bevat om een elastiek of ander sluitings- element door de steken.
6. 6. Een kaft volgens een of meerdere conclusies 1 tot en met 5 waarin sandwichpanelen aluminium buitenlagen en een polypropyleen kern-laag bevatten.
7. 7. Een set van twee of meerdere kaften volgens een of meerdere conclusies 1 tot en met 6.
8. 8. Een bindingssysteem dat een set kaften bevat volgens conclusie 7, en een of meerdere bijpassende schijven.
9. 9. Een bindingssysteem volgens conclusie 8 dat verder één of meerdere elementen bevat zoals papier of zacht plastiek, met dezelfde T-vormige uitsparingen.
10. 10. Het bindingssysteem volgens conclusies 8 of 9, waarin de set van schijven gemaakt is uit aluminium.