BE1020609A5 - Inrichting voor het uitdiepen van een gracht. - Google Patents

Inrichting voor het uitdiepen van een gracht. Download PDF

Info

Publication number
BE1020609A5
BE1020609A5 BE201200845A BE201200845A BE1020609A5 BE 1020609 A5 BE1020609 A5 BE 1020609A5 BE 201200845 A BE201200845 A BE 201200845A BE 201200845 A BE201200845 A BE 201200845A BE 1020609 A5 BE1020609 A5 BE 1020609A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
guide
rotor
bin
wall
knife
Prior art date
Application number
BE201200845A
Other languages
English (en)
Inventor
Raf Marissen
Original Assignee
Groenservice Marissen Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Groenservice Marissen Nv filed Critical Groenservice Marissen Nv
Priority to BE201200845A priority Critical patent/BE1020609A5/nl
Priority to EP13195624.5A priority patent/EP2743406B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020609A5 publication Critical patent/BE1020609A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/18Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging wheels turning round an axis, e.g. bucket-type wheels
    • E02F3/22Component parts
    • E02F3/24Digging wheels; Digging elements of wheels; Drives for wheels
    • E02F3/245Digging wheels; Digging elements of wheels; Drives for wheels with digging elements mounted movable relative to the wheel
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/92Digging elements, e.g. suction heads
    • E02F3/9212Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
    • E02F3/9225Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel with rotating cutting elements
    • E02F3/9237Suction wheels with axis of rotation in transverse direction of the longitudinal axis of the suction pipe
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F5/00Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
    • E02F5/02Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for digging trenches or ditches
    • E02F5/027Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for digging trenches or ditches with coulters, ploughs, scraper plates, or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F5/00Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
    • E02F5/02Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for digging trenches or ditches
    • E02F5/08Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for digging trenches or ditches with digging wheels turning round an axis
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F5/00Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
    • E02F5/02Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for digging trenches or ditches
    • E02F5/14Component parts for trench excavators, e.g. indicating devices travelling gear chassis, supports, skids
    • E02F5/145Component parts for trench excavators, e.g. indicating devices travelling gear chassis, supports, skids control and indicating devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Road Repair (AREA)
  • Knives (AREA)

Description

Inrichting voor het uitdiepen van een gracht
De onderhavige heeft betrekking op een inrichting voor het uitdiepen van een gracht.
Bestaande inrichtingen maken gebruik van roterende schijven voor het lossnijden van de flanken van een gracht in combinatie met een bak waarin het losgesneden materiaal verzameld wordt, en waaruit het losgesneden materiaal afgezogen kan worden. Een dergelijke inrichting wordt voorwaarts bewogen in de gracht om de gracht over een bepaalde lengte uit te diepen.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een verbeterde inrichting voor het uitdiepen van een gracht te verschaffen, en in het bijzonder om een inrichting te verschaffen waarmee het te verwijderen materiaal op een meer efficiënte wijze kan worden losgemaakt en afgevoerd.
Daartoe omvat een inrichting volgens de uitvinding een bak en een in deze bak aangebrachte rotor. De bak heeft opstaande zijwanden, een achtereinde en een open vooreinde dat voorzien is van snijranden die ingericht zijn voor het lossnijden van flanken van de gracht. De rotor is voorzien van een aantal meselementen en is ingericht voor het losmaken en naar het achtereinde van de bak bewegen van grond tussen de opstaande zijwanden van de bak. Het achtereinde van de bak is voorzien van een afvoeropening waardoor de losgemaakte grond afvoerbaar is.
Door enerzijds de bak bij zijn open vooreinde te voorzien van snijranden en door anderzijds in de bak roterende meselementen te voorzien, wordt ervoor gezorgd dat de flanken van 'de gracht op nette wijze uitgesneden worden, terwijl het materiaal dat tussen de opstaande zijwanden van de bak terechtkomt, losgemaakt wordt door de roterende meselementen en naar het achtereinde van de bak bewogen wordt door deze roterende meselementen. Deze eigenschappen leiden ertoe dat de bak met een aanvaardbare snelheid voortbewogen kan worden in de gracht en dat een goed resultaat wordt verkregen.
De rotor is bij voorkeur draaibaar gemonteerd rond een horizontale as die bevestigd is tegen een opstaande zijwand van de bak. Dit laat toe om de rotor ongeveer in het midden van de bak te positioneren zodanig dat de meselementen op geschikte wijze gepositioneerd kunnen worden. Opgemerkt wordt dat het mogelijk is om in de bak een hydromotor te voorzien die de rotor aandrijft.
De meselementen hebben bij voorkeur in hoofdzaak de vorm van een schop. Deze schopvorm zal toelaten dat de meselementen op efficiënte wijze materiaal meevoeren naar het achtereinde van de bak. Volgens een voordelige uitvoering heeft elk meselement een eerste gedeelte met een snij rand en een tweede gedeelte dat een hoek maakt met het eerste gedeelte, één en ander zodanig dat de losgemaakte grond meeneembaar is in deze hoek. De snijrand van een dergelijk meselement is bij voorkeur evenwijdig aan de rotatie-as van de rotor. Verder is elk meselement bij voorkeur scharnierend gemonteerd rond een as die evenwijdig is aan de rotatie-as. Op die manier zal een meselement een gunstige positie kunnen innemen in functie van het type materiaal, en kan het naar het achtereinde van de bak gevoerde materiaal van een meselement vallen wanneer dit meselement door de rotor naar boven wordt bewogen.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat de rotor een centraal rotorblad en zijn de meselementen voorzien in regelmatig langs de omtrek van het centraal blad gemonteerde houders, bij voorkeur aan weerszijden van het centraal rotorblad. Hierbij zijn de meselementen bij voorkeur scharnierend aangebracht in de houders, bij voorkeur rond een scharnieras die evenwijdig is aan de rotatie-as van de rotor.
De opstaande zijwanden van de bak lopen bij voorkeur schuin omhoog onder een hoek die in hoofdzaak overeenstemt met de gewenste hellingshoek van de flanken van de gracht.
Volgens een ander aspect van de uitvinding is de bak gevormd uit een eerste deel met een eerste opstaande zijwand en een eerste bodemwanddeel, en een tweede deel met een tweede opstaande zijwand en een tweede bodemwanddeel. De bak is verder zodanig ingericht dat het eerste en het tweede bodemwanddeel in verschillende standen monteerbaar zijn ten opzichte van elkaar zodanig dat de breedte van de door het eerste en tweede bodemwanddeel gevormde bodemwand instelbaar is. Op die manier zal men de breedte van de bak kunnen aanpassen aan de gewenste breedte van de uit te diepen gracht. In een dergelijke uitvoering zijn tussen het eerste en tweede deel bij voorkeur geleidemiddelen voorzien voor het geleiden van het eerste deel ten opzichte van het tweede deel tijdens het instellen van de breedte. Dit zal verder het instellen van de breedte vergemakkelijken. Daarnaast zijn bij voorkeur vergrendelmiddelen voorzien voor het vergrendelen van het eerste deel ten opzichte van het tweede deel nadat de gewenste breedte is ingesteld.
Volgens een ander aspect van de uitvinding is het achtereinde van de bak voorzien van een geleidestuk met een geleidelijk omhoog lopende geleidewand voor het omhoog geleiden van de losgemaakte grond. Deze geleidewand loopt bij voorkeur boogvormig omhoog in de richting van een bovenwand van de bak. Volgens een voordelige uitvoering loopt de geleidewand omhoog langs een baan die ongeveer evenwijdig is aan een deel van de baan die door de meselementen gevolgd wordt. De afvoeropening kan voorzien zijn in de geleidelijk omhoog lopende wand, nabij een bovenwand van de bak. Het langs de geleidewand door de meselementen omhoog gevoerde materiaal kan op die manier goed afgevoerd worden. Het geleidestuk kan verder voorzien zijn van een afvoerpijp die aansluit op de afvoeropening. Deze afvoerpijp kan dan bijvoorbeeld door middel van een universele koppeling verbonden worden met een grondzuiger, bijvoorbeeld een grondzuiger met turbines.
Volgens een bijzonder voordelige uitvoering omvat het geleidestuk een eerste geleideel met een eerste geleidewanddeel en een tweede geleidedeel met een tweede geleidewanddeel. Dit eerste en tweede geleidewanddeel zijn zodanig ingericht dat deze in verschillende standen monteerbaar zijn ten opzichte van elkaar zodanig dat de breedte van de door het eerste en tweede geleidewanddeel gevormde geleidewand instelbaar is. Op die manier kan een goede afvoer van materiaal gerealiseerd worden voor grachten met een verschillende breedte.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding is het vooreinde van de bak voorzien van een onderste snij rand in het verlengde van de bodemwand van bak, en twee opstaande snij randen in het verlengde van de opstaande zijwanden van de bak. Deze onderste snij rand wordt bij voorkeur gevormd door een verwijderbaar langwerpig mes. Op die manier kan een stel onderste messen met een verschillende lengte worden voorzien, zodanig dat een gepaste onderste snijrand aangebracht kan worden in functie van de breedte van de bak.
De onderhavige uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuur IA een schematisch perspectivisch aanzicht is van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, kijkend naar het vooreinde van de bak;
Figuur-"ÏB een schematisch perspectivisch aanzicht is van de uitvoeringsvorm van figuur IA, kijkend naar het achtereinde van de bak;
Figuren 2A en 2B schematische perspectivische aanzichten zijn van een linkerdeel van de bak, kijkend naar respectievelijk het vooreinde en het achtereinde van de bak; Figuren 3A en 3B verdere schematische perspectivische aanzichten zijn van de uitvoeringsvorm van figuren IA en 1B, kijkend naar respectievelijk de bovenkant van de bak en naar de binnenzijde van het achtereinde van de bak; en Figuren 4A en 4B perspectivische aanzichten zijn van een rechterdeel van de bak, kijkend naar respectievelijk de bovenkant en de onderkant.
Figuren IA, IB, 3A en 3B illustreren een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het uitdiepen van een gracht volgens de uitvinding. De inrichting omvat een bak 1 met opstaande zijwanden 11, 12, een bodemwand 13, en een achterwand 17. De bak heeft een open vooreinde 14 met een onderste snijrand 23 in het verlengde van de bodemwand 13 en met tweede opstaande snijranden 21, 22 respectievelijk in het verlengde van de opstaande zijwanden 11, 12. De onderste snijrand 23 maakt bij voorkeur deel uit van een verwijderbaar mesdeel dat bijvoorbeeld met behulp van bouten 24 bevestigbaar is aan de bodemwand 13. De opstaande zijwanden 11, 12 lopen schuin omhoog onder een hoek 16 die in hoofdzaak overeenstemt met een gewenste hellingshoek van de flanken van de gracht.
Zoals best te zien is in figuur 3A is bij het achtereinde 14 van de bak een afvoeropening 41 voorzien waardoor losgemaakte grond afvoerbaar is.
In de bak 1 is een rotor 3 aangebracht die voorzien is van een aantal meselementen 30. De rotor 3 met meselementen 30 is ingericht voor het losmaken en naar het achtereinde 14 van de bak 1 bewegen van grond die aangesneden is door de snijranden 21, 22, 23. De rotor 3 is draaibaar geroteerd rond een horizontale as R. De rotoras wordt aangedreven door een hydraulische motor die opgenomen is in een behuizing 37. Deze behuizing is bevestigd tegen een opstaande zijwand 12 van de bak 1. De rotor 3 omvat een centraal blad 35 waarop een aantal houders 36 voor de meselementen 30 zijn gemonteerd. Deze houders 36 zijn verspreid aangebracht langs de omtrek van het centraal blad 35, aan weerszijden daarvan. In elke houder 36 is een schopvormig meselement gemonteerd. Het schopvormig meselement 30 omvat een eerste gedeelte 31 met een snijrand 33 en een tweede gedeelte 32 dat een hoek 34 met het eerste gedeelte 31. Op die manier kan de losgemaakte grond meegevoerd worden in de hoek 34. De meselementen zijn bij voorkeur scharnierend gemonteerd in de houder 36. Op die manier wordt vermeden dat meselementen breken wanneer deze contact maken met een hard voorwerp. De snijrand 33 van elk meselement is evenwijdig aan de rotatie- as R van de rotor, en de scharnieras S van het meselement 30 is eveneens evenwijdig aan de rotatie-as R van de rotor.
Zoals geïllustreerd is in figuren 2A, 2B, 4A en 4B is de bak 1 gevormd uit twee delen: een eerste deel dat getoond is in figuren 4A en 4B met een eerste opstaande zijwand 11 en een eerste bodemwanddeel 13a; en een tweede deel dat getoond is in figuren 2A en 2B met een tweede opstaande zijwand 12 en een tweede bodemwanddeel 13b. Het eerste en het tweede bodemwanddeel 13a, 13b is in verschillende standen monteerbaar ten opzichte van elkaar zodanig dat de breedte van de door het eerste en tweede bodemwanddeel gevormde bodenwand 13 instelbaar is. Om de positionering van het eerste deel ten opzichte van het tweede deel te vergemakkelijk, zijn geleidemiddelen 51, 52 voorzien in de vorm van twee stellen telescopisch samenwerkende buizen aan de bovenkant van de bak. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn een beperkt aantal verschillende standen mogelijk van het eerste deel ten opzichte van het tweede deel, en is het eerste deel ten opzichte van het tweede deel vergrendelbaar met behulp van vergrendelmiddelen die hier aangebracht zijn aan de bovenzijde van de bak en aan de achterwand 17. Aan de bovenzijde van de bak 1 zijn eerste vergrendelmiddelen 60 voorzien in de vorm van bijvoorbeeld een gat-pen vergrendeling. Ook aan de achterzijde kan een vergrendelmechanisme 61 voorzien zijn dat instelbaar is in functie van de gewenste breedte, zie in het bijzonder figuur 3B.
Het achtereinde 15 van de bak 1 is voorzien van een geleidestuk 4 met een geleidelijk omhoog lopende geleidewand 42 voor het omhoog geleiden van de losgemaakte grond. Het geleidestuk 4 wordt hier gevormd uit een eerste geleidedeel 4a met een eerste geleidewanddeel en een tweede geleidedeel 4b met een tweede geleidewandddeel, zie figuren 2A en 4Δ.
Het tweede geleidedeel 4b kan over het eerste geleidedeel 4a worden geschoven, zodanig dat de breedte van het geleidestuk 4 eveneens instelbaar is. De geleidewand 42 die gevormd wordt door de geleidedelen 4a, 4b loopt langs een baan omhoog die ongeveer evenwijdig is aan een deel van de baan die door de meselementen 30 wordt gevolgd, zodanig dat de meselementen 30 tot op zekere hoogte langs het geleidevlak bewegen terwijl deze naar achter en omhoog bewegen. De afvoeropening 41 is gevormd in de geleidelijk omhoog lopende geleidewand 42. Op die manier zullen de meselementen ervoor zorden dat de losgemaakte grond langs het geleidevlak omhoog wordt bewogen tot in de afvoeropening. Tussen de achterwand 17 en de geleidewand 42 is een afvoerpijp 43 voorzien die zich uitstrekt vanaf de afvoeropening 41 tot een opening in de achterwand 17. Vanaf de achterwand 17 is een tweede buisdeel 44 voorzien dat bijvoorbeeld door middel van een universeelkoppeling verbindbaar is met een grondafzuiginstallatie.
De achterwand 17 kan voorzien zijn van een tweede opening 71 waarlangs de bak 1 verder gereinigd kan worden. Deze opening 71 wordt tevens gebruikt om de leidingen, bijvoorbeeld de slangen voor het voeden van de hydromotor, door te laten om aangesloten te worden op bijvoorbeeld een tractor of mobiele kraan die gebruikt wordt om de bak vooruit te bewegen in de gracht. De mechanische koppeling tussen de bak 1 en de mobiele kraan of tractor gebeurt door middel van de draaikrans 81 die voorzien is aan de bovenzijde van de bak.
Ten slotte kan de bak 1 voorzien zijn van een beschermkap 18 die enerzijds een spatbordfunctie heeft en anderzijds fungeert als een veiligheidskap die de meselementen gedeeltelijk afschermt.
De vakman begrijpt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en dat vele varianten en modificaties denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies.
Zo begrijpt de vakman dat de bak 1 uitgevoerd kan zijn met meer dan één rotor in plaats van met één rotor, bijvoorbeeld twee rotoren, één aan elke zijwand van de bak. In dit geval kan optioneel een tussenschot voorzien zijn in de bak tussen de twee rotoren. Met name voor zeer brede grachten kan dit een nuttige oplossing zijn. Tevens kunnen meerdere afzuigopeningen voorzien zijn aan het achtereinde van de bak.
Ook begrijpt de vakman dat de vormgeving van de meselementen niet beperkt is tot schopvormige elementen. De meselementen zouden bijvoorbeeld ook gedeeltelijk komvormig of harkvormig kunnen zijn, en kunnen geoptimaliseerd zijn in functie van het type te verwijderen materiaal.
In de in de figuren getoonde uitvoering gebeurt de instelling van de breedte volledig handmatig. Het is echter eveneens denkbaar om een hydraulisch systeem te voorzien voor het instellen van de breedte. Optioneel kan de breedte dan aangepast worden terwijl de bak zich in de uit te diepen gracht bevindt.

Claims (20)

1. Inrichting voor het uitdiepen van een gracht, omvattende: - een bak (1) met opstaande zijwanden (11, 12), een achtereinde (15) en een open vooreinde (14), welk open vooreinde voorzien is van snijranden (21, 22, 23) die ingericht zijn voor het lossnijden van flanken van de gracht; welke bak ingericht is om voortbewogen te worden door de gracht; - een in de bak aangebrachte rotor (3) die voorzien is van een aantal meselementen (30), welke rotor met meselementen ingericht is voor het losmaken en naar het achtereinde van de bak bewegen van grond tussen de flanken van de gracht; waarbij het achtereinde van de bak voorzien is van een afvoeropening (41) waardoor de losgemaakte grond afvoerbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de snijranden aan het vooreinde van de bak een onderste snij rand (23) in het verlengde van een bodemwand van de bak, en twee opstaande snijranden (21, 22) in het verlengde van de opstaande zijwanden van de bak omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de onderste snijrand deel uitmaakt van een verwijderbaar langwerpig snij stuk.
4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotor (3) draaibaar gemonteerd is rond een horizontale as die bevestigd is tegen een opstaande zijwand (12) van de bak.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meselementen (30) de vorm van een schop hebben.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk meselement een eerste gedeelte (31) met een snijrand (33) en een tweede gedeelte (32) dat een hoek (34) maakt met het eerste gedeelte heeft, een en ander zodanig dat losgemaakte grond meeneembaar is deze hoek.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotor (3) een rotatie-as (R) heeft en dat de snijrand (33) van elk meselement in hoofdzaak evenwijdig is aan de rotatie-as (R).
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotor een rotatie-as heeft en dat elk meselement scharnierend gemonteerd is rond een as (S) die evenwijdig is aan de rotatie-as (R).
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotor (3) een centraal rotorblad (35) omvat, en dat de meselementen zijn voorzien in langs de omtrek van het centraal rotorblad verspreide houders (36), bij voorkeur aan weerszijden van het rotorblad (35).
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de meselementen scharnierend aangebracht zijn in de houders.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de opstaande zijwanden (11, 12) schuin omhoog lopen onder een hoek (16) die in hoofdzaak overeenstemt met een gewenste hellingshoek van de flanken van de gracht.
12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bak gevormd is uit een eerste deel met de eerste opstaande zijwand (11) en een eerste bodemwanddeel (13a) en een tweede deel met de tweede opstaande zijwand (12) en een tweede bodemwanddeel (13b), waarbij het eerste en het tweede bodemwanddeel in verschillende standen monteerbaar zijn ten opzichte van elkaar zodanig dat de breedte van de door het eerste en tweede bodemwanddeel gevormde bodemwand instelbaar is.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat tussen het eerste deel en het tweede deel geleidemiddelen (51, 52) zijn voorzien voor het geleiden van het eerste deel ten opzichte van het tweede deel tijdens het instellen van de breedte.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de inrichting vergrendelmiddelen (60, 61) omvat voor het vergrendelen van het eerste deel ten opzichte van het tweede deel.
15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het achtereinde van de bak voorzien is van een geleidestuk (4) met een geleidelijk omhoog lopende geleidewand (42) voor het omhoog geleiden van de losgemaakte grond.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de geleidewand boogvormig (42) omhoog loopt tot tegen een bovenwand van de bak.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de geleidewand omhoog loopt langs een baan die ongeveer evenwijdig is aan een deel van de baan die door de meselementen gevolgd wordt.
18. Inrichting volgens één der conclusies 12-14, met het kenmerk, dat de afvoeropening (41) voorzien is in de geleidelijk omhoog lopende geleidewand (42), nabij een bovenwand van de bak.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het geleidestuk een afvoerpijp (43) die aansluit op de afvoeropening (41) omvat voor het afvoeren van in de afvoeropening aangebrachte losgemaakte grond.
20. Inrichting volgens één der conclusies 14-18, met het kenmerk, dat het geleidestuk een eerste geleidedeel (4a) met een eerste geleidewanddeel en een tweede geleidedeel (4b) met een tweede geleidewanddeel omvat, waarbij het eerste en het tweede geleidewanddeel in verschillende standen monteerbaar zijn ten opzichte van elkaar zodanig dat de breedte van de door het eerste en tweede geleidewanddeel gevormde geleidewand instelbaar is.
BE201200845A 2012-12-17 2012-12-17 Inrichting voor het uitdiepen van een gracht. BE1020609A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200845A BE1020609A5 (nl) 2012-12-17 2012-12-17 Inrichting voor het uitdiepen van een gracht.
EP13195624.5A EP2743406B1 (en) 2012-12-17 2013-12-04 Device for excavating a channel

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200845 2012-12-17
BE201200845A BE1020609A5 (nl) 2012-12-17 2012-12-17 Inrichting voor het uitdiepen van een gracht.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020609A5 true BE1020609A5 (nl) 2014-01-07

Family

ID=47826746

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200845A BE1020609A5 (nl) 2012-12-17 2012-12-17 Inrichting voor het uitdiepen van een gracht.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2743406B1 (nl)
BE (1) BE1020609A5 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2912140C (en) * 2014-11-17 2021-12-14 Dynamic Ditchers Inc. Rotary ditcher attachment for an excavator
CN112112203B (zh) * 2020-08-18 2022-11-15 太原重工股份有限公司 电机直驱的挖掘机推压机构
CN114215131B (zh) * 2021-10-21 2023-05-23 江西兴辉水利水电工程有限责任公司 一种水利施工用排淤工具

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3122398A (en) * 1961-12-06 1964-02-25 Augustine J Tucker Material handling apparatus
NL7714038A (nl) * 1977-12-19 1979-06-21 Herman August Maria Waamelink Slootruimmachine.
GB2025492A (en) * 1978-07-18 1980-01-23 Ihc Holland Nv Dragging type head for a suction dredger
NL8800565A (nl) * 1988-03-07 1989-10-02 Johan Klip Van een vegetatiefrees voorziene slibfreesbak.
EP1972724A2 (en) * 2007-03-20 2008-09-24 VAN BOXEL, naamloze vennootschap Device for the profiling of canals
JP2011163005A (ja) * 2010-02-10 2011-08-25 Flowtechno Corp 堆積泥土掘削除去工法とその装置

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19511617C2 (de) * 1995-03-30 1998-12-10 Thomas Ruff Tieflöffel für einen Löffelbagger

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3122398A (en) * 1961-12-06 1964-02-25 Augustine J Tucker Material handling apparatus
NL7714038A (nl) * 1977-12-19 1979-06-21 Herman August Maria Waamelink Slootruimmachine.
GB2025492A (en) * 1978-07-18 1980-01-23 Ihc Holland Nv Dragging type head for a suction dredger
NL8800565A (nl) * 1988-03-07 1989-10-02 Johan Klip Van een vegetatiefrees voorziene slibfreesbak.
EP1972724A2 (en) * 2007-03-20 2008-09-24 VAN BOXEL, naamloze vennootschap Device for the profiling of canals
JP2011163005A (ja) * 2010-02-10 2011-08-25 Flowtechno Corp 堆積泥土掘削除去工法とその装置

Also Published As

Publication number Publication date
EP2743406A1 (en) 2014-06-18
EP2743406B1 (en) 2022-06-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020609A5 (nl) Inrichting voor het uitdiepen van een gracht.
US3971148A (en) Dredge cutter head
CA1313992C (en) Bale shredding apparatus
BE1017516A3 (nl) Verbeterde inrichting voor het profileren van grachten.
FR2726966A1 (fr) Dispositif de coupe et de transport pour des produits agricoles a tiges
EP1926860A1 (en) Method and mechanism for cleaning beach sand
JP2015008702A (ja) 草刈機
DK3103325T3 (da) Anordning til udkastning af produkter i en afstand og landbrugsmaskine med en sådan anordning
JP5718703B2 (ja) 普通型コンバイン
US1552714A (en) Rotary snowplow
FI128746B (fi) Menetelmä ja laitteisto vesistössä olevan kasviston poistamiseksi
US2387959A (en) Snowplow
WO2006050222A1 (en) Stump grinder with wood waste collection and removal system
BE1004504A3 (nl) Inrichting voor het in de bodem brengen van vloeibare mest, in het bijzonder mengmest.
JP6709149B2 (ja) サトウキビ収穫機
NL9200368A (nl) Cutter-samenstel zoals voor montage aan de ladder van een baggerzuiger.
ES2679143T3 (es) Máquina trituradora
US2169224A (en) Snow plow
FR2771894A1 (fr) Procede pour couper ou faucher des vegetaux, et dispositif de coupe associe
NL8304196A (nl) Greppelfrees.
NL2021579B1 (nl) Combinatie voor het uit een sloot verwijderen van vegetatie.
ES2711125T3 (es) Dispositivo de descarga para materia orgánica triturada
NL193966C (nl) Inrichting voor het egaliseren van een grasmat, zoals in het bijzonder van een sportveld.
FR2568746A1 (fr) Machine agricole destinee au paillage des cultures pourvue d'un dispositif de sectionnement de bandes de film et de recouvrement par la terre des extremites des bandes deposees sur le sol
NL8800565A (nl) Van een vegetatiefrees voorziene slibfreesbak.