BE1019695A3 - Weefmachine met smeersystemen. - Google Patents

Weefmachine met smeersystemen. Download PDF

Info

Publication number
BE1019695A3
BE1019695A3 BE2010/0728A BE201000728A BE1019695A3 BE 1019695 A3 BE1019695 A3 BE 1019695A3 BE 2010/0728 A BE2010/0728 A BE 2010/0728A BE 201000728 A BE201000728 A BE 201000728A BE 1019695 A3 BE1019695 A3 BE 1019695A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
lubricating fluid
lubricating
weaving machine
lubrication system
lubrication
Prior art date
Application number
BE2010/0728A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol filed Critical Picanol
Priority to BE2010/0728A priority Critical patent/BE1019695A3/nl
Priority to TR2018/20855T priority patent/TR201820855T4/tr
Priority to EP11768017.3A priority patent/EP2661520B1/en
Priority to CN201180059106.3A priority patent/CN103314147B/zh
Priority to PCT/EP2011/067897 priority patent/WO2012076219A2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1019695A3 publication Critical patent/BE1019695A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/003Devices for lubricating machine parts
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/008Cooling systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Auxiliary Weaving Apparatuses, Weavers' Tools, And Shuttles (AREA)

Abstract

Weefmachine en werkwijze voor het smeren van een weefmachine, die een eerste smeersysteem (6) en een tweede smeersysteem (9) bevat, waarbij het eerste smeersysteem (6) een eerste smeerfluïdum (7) toevoert aan elementen (44) van een eerste machine-inrichting (8) en het tweede smeersysteem (9) een tweede smeerfluïdum (10) toevoert aan elementen (45) van een tweede machine-inrichting (11), en waarbij warmte uitgewisseld wordt tussen het eerste smeerfluïdum (7) en het tweede smeerfluïdum (10).

Description

Weefmachine met smeersystemen.
De uitvinding betreft een weefmachine die een eerste smeersysteem bevat, waarbij het eerste smeersysteem een eerste smeerfluïdum toevoert aan elementen van een eerste machine-inrichting. De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het smeren van een dergelijke weefmachine.
Een gekend smeersysteem voor een weefmachine bevat een oliepomp en olieleidingen om smeerolie langsheen elementen te geleiden, teneinde deze elementen te smeren. Door het geleiden van smeerolie langsheen de elementen worden de elementen gesmeerd en wordt warmte uitgewisseld tussen de elementen en de smeerolie.
Een smeersysteem is beschreven in EP 1 613 799 BI, waarbij smeerolie door middel van een oliepomp naar te smeren elementen r van de gaapvormingsinrichting wordt geleid. Dit smeersysteem staat hierbij in voor het smeren van het aandrijfmechanisme voor de weefkaders en voor het smeren van een door hefbomen gevormd overbrengingsmechanisme, welk overbrengingsmechanisme tussen het aandrijfmechanisme en de weefkaders is opgesteld. Tevens wordt de smeerolie van het smeersysteem aangewend om de aandrijfmotor van de gaapvormingsinrichting te koelen.
Een smeersysteem voor een weefmachine is beschreven in US 4,444,292, waarbij een warmtewisselaar wordt voorzien om de smeerolie te koelen. Een smeerolie vertoont een bepaalde viscositeit en voorziet een meest efficiënte smering bij een bepaalde temperatuur. Bij buitensporige temperaturen van de smeerolie verminderen de levensduur en de smeereigenschappen van de smeerolie aanzienlijk. Het smeersysteem bevat tevens filters en ventielen.
Een smeersysteem voor een weefmachine is beschreven in JP 10-251943 A, waarbij een oliereservoir en een oliepomp voor smeerolie voorzien zijn. De oliepomp wordt gebruikt voor het toevoeren van de smeerolie van het oliereservoir via een distributieleiding aan zowel een aandrijving van een gaapvormingsinrichting, een aandrijving van de weefmachine als een aandrijving van een weeflade. Een dergelijk smeersysteem voor een weefmachine is beschreven in JP 2004-100095 A, waarbij een oliereservoir voor smeerolie gekoeld wordt.
Het is een opgave van de uitvinding bij een weefmachine het smeren van elementen en het uitwisselen van warmte tussen deze elementen en een smeerfluïdum te verbeteren.
De opgave van de uitvinding wordt opgelost door het voorzien van een tweede smeersysteem voor het toevoeren van een tweede smeerfluïdum aan elementen van een tweede machine-inrichting/ en een inrichting aangebracht voor het uitwisselen van warmte tussen het eerste smeerfluïdum en het tweede smeerfluïdum.
De uitvinding is gebaseerd op de overweging dat elementen van verschillende machine-inrichtingen van een weefmachine, meer in het bijzonder elementen van een gaapvormingsinrichting en elementen van een aanslaginrichting op een verschillende wijze energie dissiperen, bijvoorbeeld te wijten aan wrijvingsverliezen, resulterend in verschillende temperaturen van het bijhorende smeerfluïdum. Volgens de uitvinding, worden minstens twee onderscheiden smeersystemen voorzien. Volgens de uitvinding worden onderscheiden smeersystemen gedefinieerd als smeersystemen met eigen open of gesloten circuiatiecircuits voor smeerfluïdum, waarin een stroming van het smeerfluïdum in een eerste circulatiecircuit verschillend is van de stroming van het smeerfluïdum in een tweede circulatiecircuit. Volgens voorkeurdragende uitvoeringsvormen omvat een overdracht van warmte tussen smeerfluïdums van de smeersystemen geen overdracht van massa van smeerfluïdum tussen de smeersystemen.
Volgens een uitvoeringsvorm worden verschillende types smeerfluïdums, meer in het bijzonder smeeroliën, gebruikt als eerste en tweede smeerfluïdum, waarbij elk smeerfluïdum gekozen wordt afhankelijk van de heersende omstandigheden van het respectievelijk smeersysteem. In andere uitvoeringsvormen wordt hetzelfde type smeerfluïdum gebruikt in beide smeersystemen. Bij het voorzien van twee smeersystemen is de temperatuur van het smeerfluïdum vanhet eerste smeersysteem dat ineen uitvoeringsvorm elementen van de gaapvormingsinrichting smeert normalerwijze verschillend is van de temperatuur van het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem datineen uitvoeringsvorm elementen van de aanslaginrichting smeert. Meestal is de temperatuur van het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem afhankelijk van de binding die geweven wordt en is bijvoorbeeld tussen 80°C en 100°C, terwijl de temperatuur van het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem bijvoorbeeld ongeveer 50° is. Als gevolg van dit verschil in temperatuur worden in sommige uitvoeringsvormen verschillende types smeerfluïdums aangewend voor het eerste smeersysteem en het tweede smeersysteem. Om te vermijden dat de temperatuur in het smeerfluïdum voor de gaapvormingsinrichting te hoog oploopt, is het gekend het toerental van de weefmachine te beperken, dit betekent wordt het aantal aangeslagen inslagdraden per tijdseenheid beperkt. De uitvinding biedt het voordeel dat de temperatuur van het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem kan verlaagd worden door warmte over te dragen naar het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem. Hierdoor laat de uitvinding toe, in vergelijking met gekende weefmachines, voor een bepaalde binding die geweven wordt het toerental van de weefmachine te verhogen. Volgens de uitvinding kan de temperatuur van het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem afhankelijk van de binding die geweven wordt bijvoorbeeld tussen 60°C en 70°C zijn, terwijl de temperatuur van het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem bijvoorbeeld ongeveer 55° kan zijn. Als gevolg van de meer gelijke temperaturen, wordt in sommige uitvoeringvormen hetzelfde type smeerfluïdum gebruikt in beide smeersystemen.
Volgens een uitvoeringsvorm worden de eerste machine-inrichting en/of de tweede machine-inrichting geselecteerd uit een groep bevattende een gaapvormingsinrichting, een aanslaginrichting, een kettingboominrichting, een doekboominrichting en/of een zelfkant-inleginrichting. Volgens een uitvoeringsvorm bevat de weefmachine meer dan twee smeersystemen. In andere uitvoeringsvormen zijn meerdere machine-inrichtingen aangebracht in een gemeenschappelijk smeersysteem. Volgens een uitvoeringsvorm wordt een eerste smeersysteem voorzien voor elementen van een gaapvormingsinrichting en wordt een tweede smeersysteem voorzien voor elementen van minstens een aanslaginrichting. Volgens een uitvoeringsvorm wordt een tweede smeersysteem voorzien voor elementen van minstens twee machine-inrichtingen van een groep bevattende een aanslaginrichting, een kettingboominrichting, een döekboo min richting en/of een zelfkant-inleginrichting.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de inrichting die aangebracht is om warmte tussen het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem en het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem uit te wisselen een warmtewisselaar met een tussenwand die aangebracht is tussen het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem en het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem. Als gevolg van de tussenwand kan warmte tussen het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem en het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem uitgewisseld worden, terwijl het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem en het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem van elkaar gescheiden blijven. Dit laat toe twee verschillende types smeerfluïdums, in het bijzonder smeeroliën, aan te wenden. De verschillende smeerfluïdums kunnen bijvoorbeeld niet alleen verschillen in viscositeit en samenstelling, maar kunnen tevens verschillen in zuiverheidsgraad, meer in het bijzonder wat betreft de aanwezigheid van een hoeveelheid onzuiverheden in de smeerolie, bijvoorbeeld de aanwezigheid van weefstof.
Volgens een uitvoeringsvorm bevat de warmtewisselaar een eerste ingang en een eerste uitgang voor het eerste smeerfluïdum van het eerste smeersysteem, een tweede ingang en een tweede uitgang voor het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem, en een tussenwand die aangebracht is tussen het eerste smeerfluïdum van het eerste smeersysteem en het tweede smeerfluïdum van het tweede smeersysteem. Volgens een uitvoeringsvorm wordt de warmtewisselaar aangewend als een zogenaamde tegenstroom warmtewisselaar.
Volgens een uitvoeringsvorm bevat de weefmachine tevens een koelsysteem dat aangebracht is om het smeerfluïdum van minstens één van het eerste en het tweede smeersysteem te koelen. Het koelsysteem kan een koelfluïdum bevatten, bijvoorbeeld water om het smeerfluïdum te koelen. Bij voorkeur wordt het koelsysteem aangebracht voor het koelen van het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem. Dit laat toe het smeerfluïdum verder te koelen indien het uitwisselen van warmte tussen het smeerfluïdum van het eerste smeersysteem en het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem onvoldoende is om de temperatuur van het smeerfluïdum van minstens één van de smeersystemen te beperken.
Volgens een uitvoeringsvorm bevat de weefmachine tevens een warmtebron die toelaat smeerfluïdum van minstens één van het eerste en het tweede smeersysteem op te warmen, bijvoorbeeld het smeerfluïdum van het tweede smeersysteem. Dit laat toe na een start van de weefmachine in korte tijd een gewenste werkingstemperatuur van het smeerfluïdùm te bekomen.
Volgens een uitvoeringsvorm is de inrichting aangebracht om warmte uit te wisselen tussen een eerste smeerfluïdum en een tweede smeerfluïdum verder aangebracht om minstens gedeeltelijk een eerste smeerfluïdum van het eerste smeersysteem naar het tweede smeersysteem toe te voeren en/of om minstens gedeeltelijk tweede smeerfluïdum van het tweede smeersysteem naar het eerste smeersysteem toe te voeren. Bij deze uitvoeringsvorm wordt hetzelfde type smeerfluïdum gebruikt in beide smeersystemen.
Volgens een uitvoeringsvorm bevat het eerste smeersysteem een eerste pomp voor smeerfluïdum en bevat het tweede smeersysteem een tweede pomp voor smeerfluïdum, waarbij de eerste pomp en de tweede pomp door eenzelfde aandrijfmotor worden aangedreven. Volgens een uitvoeringsvorm is de aandrijfmotor een stuurbare aandrijfmotor, bijvoorbeeld een aandrijfmotor waarvan de snelheid door een stuureenheid kan gestuurd worden. Dit laat een compacte constructie van de smeersystëmen toe.
De opgave van de uitvinding wordt tevens opgelost door een werkwijze die gebruik maakt van een weefmachine met minstens twee smeersystemen, waarbij de werkwijze uitwisselen van warmte tussen een smeerfluïdum van een eerste smeersysteem en een smeerfluïdum van een tweede smeersysteem bevat.
In wat volgt worden uitvoeringsvormen van de uitvinding meer in detail toegelicht aan de hand van hierna volgende schematische tekeningen, waarbij doorheen de tekeningen dezelfde of gelijkaardige onderdelen aangeduid worden door dezelfde referentienummers.
Figuur 1 toont schematisch een perspectief tekening van een weefmachine volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een weefmachine volgens figuur 1 waarbij een gaapvormingsinrichting, een aanslaginrichting en smeersystemen schematisch zijn voorgesteld.
Figuur 3 toont een variante van figuur 2.
Figuur 4 toont nog een variante van figuur 2.
Figuur 5 toont nog een variante van figuur 2.
Figuren 1 en 2 tonen schematisch een weefmachine met een gaapvormingsinrichtïng 1, een aanslaginrichting 2, een kettingboominrichting 3, een doekboominrichting 4 en zelfkant-inleginrichtingen 5. De weefmachine bevat een eerste smeersysteem 6 dat een eerste smeerfluïdum 7 toevoert aan elementen 44 van een eerste machine-inrichting 8 die de gaapvormingsinrichting 1 bevat. De weefmachine bevat tevens een tweede smeersysteem 9 dat een tweede smeerfluïdum 10 toevoert aan elementen 45 van een tweede machine-inrichting 11 die de aanslaginrichting 2, de kettingboominrichting 3, de doekboominrichting 4 en de zelfkant-inleginrichtingen 5 bevat. De gaapvormingsinrichting 1 kan zowel een dobby, een nokkenbak, een excentersysteem alseen jacquardinrichting zijn. Als smeerfluïdum 7, 10 wordt een smeerolie met een gepaste viscositeit aangewend.
Het eerste smeersysteem 6 bevat een pomp 12 voor het smeerfluïdum 7, leidingen 13 om smeerfluïdum 7 van en naar de machine-inrichting 8 te geleiden, een reservoir14voor smeerfluïdum 7, een filter 15 voor het smeerfluïdum 7, een ventiel 16 om op bepaalde ogenblikken smeerfluïdum 7 naar de te smeren elementen 44 van de machine-inrichting 8 te kunnen geleiden en een sensor 17 om de temperatuur van het smeerfluïdum 7 te meten.
Het tweede smeersysteem 9 bevat een pomp 18 voor het smeerfluïdum 10, leidingen 19 om smeerfluïdum 10 van en naar de machine-inrichting 11 te geleiden, een reservoir20voor smeerfluïdum 10, een filter 21 voor het smeerfluïdum 10, ventielen 22 om op bepaalde ogenblikken smeerfluïdum 10 naar de te smeren elementen 45 van de machine-inrichting 11 te kunnen geleiden en een sensor 23 om de temperatuur van het smeerfluïdum 10 te meten.
Volgens de uitvinding bevat de weefmachine een inrichting 24 die aangebracht is om warmte tussen het eerste smeerfluïdum 7 en het tweede smeerfluïdum 10 uit te wisselen. Met warmte wordt in het kader van de beschrijving van de uitvinding bedoeld energie in de vorm van warmte. De inrichting 24 bevat een warmtewisselaar 25 met een tussenwand 26 die aangebracht is tussen het smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6 en het smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9. Aan warmtewisselaar 25 sluiten leidingen 13 aan om smeerfluïdum 7 doorheen de warmtewisselaar 25 te geleiden en leidingen 19 om smeerfluïdum 9 doorheen de warmtewisselaar 25 te geleiden. De warmtewisselaar 25 bevat een eerste ingang 27 en een eerste uitgang 28 voor het smeerfluïdum 7 en een tweede ingang 29 en een tweede uitgang 30 voor het smeerfluïdum 10.
Bij de weergegeven uitvoeringsvorm worden de pomp 12 en de pomp 18 door eenzelfde aandrijfmotor 31 aangedreven. De aandrijfmotor 31 is een stuurbare aandrijfmotor. Een pomp 12, 18 kan volgens een niet weergegeven variante aangedreven worden door een aandrijving van de weefmachine. De gaapvormingsinrichting 1 wordt aangedreven met een aandrijfmotor 32, terwijl de aanslaginrichting 2 wordt aangedreven met een aandrijfmotor 33.
Zoals zichtbaar in figuur 2 is er een koelsysteem 34 aangebracht voor het koelen van het eerste smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6. Het koelsysteem 34 kan gebruik maken van een koelfluïdum, bijvoorbeeld water. Volgens een niet weergegeven variante kan het koelsysteem 34 daarnaast of in plaats van het eerste smeerfluïdum 7, het tweede smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9 koelen.
Zoals zichtbaar in figuur 2 is er een warmtebron 35 aangebracht om het tweede smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9 op te warmen. Volgens een niet weergegeven variante kan de warmtebron 35 daarnaast of in plaats van het tweede smeerfluïdum 10, het eerste smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6 opwarmen.
Bij de uitvoeringsvorm van figuur 2 zijn het smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6 en het smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9 volledig van elkaar gescheiden. Het smeerfluïdum 7 stroomt doorheen een gesloten circulatiecircuit 36 van het eerste smeersysteem 6 dat de pomp 12, leidingen 13, het reservoir 14, de filter 15 en een ventiel 16 bevat. Het circulatiecircuit 36 voorziet in de smering van de elementen 44 van de eerste machine-inrichting 8 die bij deze uitvoeringsvorm de gaapvormingsinrichting 1 bevat. Het smeerfluïdum 10 stroomt doorheen een gesloten circulatiecircuit 37 van het tweede smeersysteem 9 dat de pomp 18, leidingen 19, het reservoir 20, de filter 21 en ventielen 22 bevat. Het circulatiecircuit 37 voorziet in de smering van de tweede machine-inrichting 11 die bij deze uitvoeringsvorm minstens de aanslaginrichting 2 bevat en meer in het bijzonder naast de aanslaginrichting 2 tevens een kettingboominrichting 3, een doekboominrichting 4 en/of een zelfkant-inleginrichting 5 kan bevatten. Bij deze uitvoeringsvorm is de stroming van het smeerfluïdum 7 in het eerste circulatiecircuit 36 gescheiden is van de stroming van het smeerfluïdum 10 in het een tweede circulatiecircuit 37. Ter hoogte van de warmtewisselaar 25 kan door middel van de warmtewisselaar 25 warmte uitgewisseld worden tussen het eerste smeerfluïdum 7 en het tweede smeerfluïdum 10. Bij deze uitvoeringsvorm kan warmte uitgewisseld worden er hoogte van de tussenwand 26 van de warmtewisselaar 25.
De sensor 17 wordt aangewend om de temperatuur van het eerste smeerfluïdum 7 te meten. Op basis van die temperatuur kan de aandrijfmotor 31 van de pomp 12 gestuurd worden. De sensor 23 wordt aangewend om de temperatuur van het tweede smeerfluïdum 10 te meten. Op basis van die temperatuur kan de aandrijfmotor 31 van de pomp 18 gestuurd worden. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm worden beide pompen 12 en 18 door eenzelfde aandrijfmotor 31 aangedreven. Niettemin is door de aanwezigheid van twee pompen 12 en 18 de stroming van het smeerfluïdum 7 in het eerste circulatiecircuit 36 gescheiden van de stroming van het smeerfluïdum 10 in een tweede circulatiecircuit 37. De pompen 12 en 18 kunnen al dan niet verschillend uitgevoerd worden, meer in het bijzónder al dan niet een verschillend debiet leveren bij een bepaald toerental van de aandrijfmotor 31. De pomp 12 voor het eerste smeersysteem 6 kan gestuurd worden in functie van de binding die wordt geweven, het aantal weefkaders dat gebruikt wordt, de bewegingskoers van de weefkaders, het gewicht van de weefkaders en/of andere weefpa ra meters. Afhankelijk van de binding, dit betekent het opeenvolgend patroon waarmee kettingdraden op en neer bewegen, zal de kracht en het vermogen dat de gaapvormingsinrichting 1 moet leveren zich wijzigen, zodat voor bepaalde bindingen veel kracht en vermogen nodig is, terwijl voor andere bindingen weinig kracht en vermogen nodig is. Dit zal resulteren in een bijhorende temperatuur van het smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6. De temperatuur die gemeten wordt met een overeenkomstige sensor 17, 23 is tevens afhankelijk van het toerental van de weefmachine, zodat het aangeraden is te koelen of het toerental van weefmachine te beperken indien de temperatuur in één van de smeersystemen 7, 10 te hoog oploopt.
Zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm van figuur 2 wordt tevens een bypass 38 voorzien ter hoogte van de warmtewisselaar 25, welke bypass 38 een stuurbaar ventiel 39 bevat. De bypass 38 laat toe bij een koude weefmachine of bij een te warme weefmachine dat smeerfluïdum 7 minder warmte uitwisselt met het smeerfluïdum 10. Bij een koude weefmachine laat dit toe het smeerfluïdum 10 voor de aanslaginrichting 2 met een warmtebron 35 op te warmen, zodat minder warmte van de warmtebron 35 wordt gebruikt om het smeerfluïdum 7 op te warmen. Om te verhinderen dat smeerfluïdum- 7 doorheen de warmtewisselaar 25 stroomt kan een afsluitventiel 46 voorzien worden. Het afsluitventiel 46 sluit de stroming van smeerfluïdum 7 bijvoorbeeld af nadat het ventiel 39 toelaat de stroming van smeerfluïdum 7 langs de bypass 38 te passeren. Tevens sluit dit uit bij een te warme weefmachine het smeerfluïdum 10 voor de aanslaginrichting 2 verder op te warmen via de warmtewisselaar 25.
In figuur 3 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de warmtewisselaar 25 geen tussenwand 26 bevat zodat naast overdracht van warmte tevens overdracht van massa tussen smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6 en smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9 plaats vindt. In dit geval bevatten het eerste smeersysteem 6 en het tweede smeersysteem 9 respectievelijk elk een open circulatiecircuit 36 of 37. Hierbij is eveneens de stroming van het smeerfluïdum 7 in een eerste circulatiecircuit 36 verschillend van de stroming van het smeerfluïdum 10 in een tweede circulatiecircuit 37. Hierbij is het mogelijk dat het eerste smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6 minstens gedeeltelijk naar het tweede smeersysteem 9 wordt toegevoerd en/of dat het tweede smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9 minstens gedeeltelijk naar het eerste smeersysteem 6 wordt toegevoerd. Bij de uitvoeringsvorm van figuur 3 wordt de pomp 12 aangedreven door een aandrijfmotor 41 terwijl de pomp 18 aangedreven wordt door een aandrijfmotor 42. Hierbij is de stroming van het eerste r smeerfluïdum 7 verschillend en onafhankelijk van de stroming van het tweede smeerfluïdum 10.
Het is duidelijk dat het smeerfluïdum 7, 10 van een smeersysteem 6, 9 tevens kan aangewend worden voor het koelen van een aandrijfmotor 32 of 33. Zoals zichtbaar in figuur 3 kan smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9 tevens aangewend worden voor het koelen van de aandrijfmotor 33 van de aanslaginrichting 2 van de weefmachine, meer speciaal de aandrijfmotor 33 voor de aanslaginrichting 2 die de weeflade van de weefmachine aandrijft. In geval de gaapvormingsinrichting 1 aangedreven wordt door een eigen aandrijfmotor 32, zoals gekend uit WO 2004/092467, kan de aandrijfmotor 32 voor de gaapvormingsinrichting 1 eveneens gekoeld worden door het smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9, daar de temperatuur van het smeerfluïdum 10 van het tweede smeersysteem 9 meestal lager is dan de temperatuur van het smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6. Dit is eveneens voordelig om de temperatuur van het eerste smeersysteem 6 te beperken. Volgens een niet weergegeven variante wordt het smeerfluïdum 7 van het eerste smeersysteem 6 aangewend voor het koelen van de aandrijfmotor 32.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 wordt de gaapvormingsinrichting 1 via een mechanische overbrenging 40 aangedreven door de aandrijfmotor 33 die de aanslaginrichting 2 aandrijft. In de uitvoeringsvormen zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 wordt een stuureenheid 43 voorzien die in staat is een aandrijfmotor 31, 41, 43 voor een pomp 12 of 18 te sturen. De stuureenheid 43 kan ook de ventielen 16, 22, 39 en de aandrijfmotoren 32 en 33 sturen. De stuureenheid 43 wordt weergegeven in figuur 4.
De stuureenheid 43 kan ook het koelsysteem 34 en de warmtebron 35 sturen. De inrichting 24 met de warmtewisselaar 25 is bedoeld om de nodige warmtewisseling uit te voeren tijdens normale werking van de weefmachine. Het koelsysteem 34 en de warmtebron 35 zijn alleen bedoeld aangewend te worden bij de start van de werking van de weefmachine en/of in uitzonderlijke gevallen.
Gedurende normale werking van de weefmachlne zijn het koelsysteem 34 en de warmtebron 35 niet in werking. De inrichting 24 volgens de uitvinding is ook bedoeld om de toegevoerde energie aan de weefmachine te beperken. De inrichting 24 laat toe dat voor het koelen van de gaapvormingsinrichting 1 gedurende normale werking van de weefmachine geen bijkomend koelsysteèm 34 hoeft geactiveerd te worden. De inrichting 24 laat ook toe dat smeerfluïdum 10 voor de aanslaginrichting 2 een voldoende temperatuur zal hebben zonder de noodzaak van een bijkomende warmtebron 35, zodat wrijving in de aanslaginrichting 2 ook zal beperkt zijn.
De elementen 44 van de gaapvormingsinrichting 1 zijn bijvoorbeeld nokken, lageringen, assen en andere mechanische delen van de gaapvormingsinrichting 1. De elementen 45 van de gaapvormingsinrichting 2 zijn bijvoorbeeld nokken, lageringen, assen, overbrengingen en andere mechanische delen van de aanslaginrichting 2.
In de uitvoeringsvorm van figuur 5 zijn een koelsysteem 47 en een koelsysteem 48 voorzien ter hoogte van de warmtewisselaar 25. Het koelsysteem 47 bestaat bijvoorbeeld uit een warmtepomp, terwijl het koelsysteem 48 bijvoorbeeld een pomp 49, een koelinrichting 50 en leidingen 51 voor een koelvloeistof bevat. Volgens een niet weergegeven variante wordt slechts één koelsysteem 47 of 48 voorzien. Het aanbrengen van minstens één koelsysteem 47, 48 ter hoogte van de warmtewisselaar 25 voor het smeerfluïdum 7,10 is voordelig omdat in dit geval zowel de warmtewisselaar 25 als het minstens één koelsysteem 47, 48 compact kunnen uitgevoerd worden.
Het is duidelijk dat de weefmachine naast het eerste smeersysteem 6 en het tweede smeersysteem 9 nog een derde smeersysteem met een eigen circulatiecircuit kan bevatten, bijvoorbeeld een smeersysteem voor elementen van een kettingboominrichting, een smeersysteem voor elementen van een doekboominrichting, een smeersysteem voor elementen van een zelfkant-inleginrichting en/of smeersystemen voor elementen van andere weefmachineonderdelen. Bij weefmachines worden gewoonlijk de meeste weefmachineonderdelen gesmeerd door middel van het tweede smeersysteem 9 dat de aanslaginrichting 2 smeert.
De uitvinding biedt als voordeel dat de temperatuur van het smeerfluïdum meer naar wens kan gehouden worden en dat de weefmachine eveneens in korte tijd op temperatuur kan gebracht worden, zodat smeerfluïdum met een optimale viscositeit kan aangewend worden voor het smeren van weefmachineonderdelen. Bovendien laat dit meer vrijheid toe voor het kiezen van een gepast smeerfluïdum, meer in het bijzonder een gepaste smeerolie. Dit is tevens voordelig om het energieverbruik van de weefmachine te beperken. Daar te warm smeerfluïdum vermeden wordt en het smeerfluïdum in korte tijd op temperatuur komt, kan het smeerfluïdum tevens altijd voldoende smeren, hetgeen zowel voordelig is voor het smeren van elementen van de gaapvormingsinrichting als voor het smeren van de elementen van de aanslaginrichting. Als gevolg van de uitvinding is het in principe mogelijk hetzelfde type smeerfluïdum aan te wenden voor beide smeersystemen.
Het smeersysteem en de werkwijze volgens de in de conclusies weergegeven uitvinding zijn niet beperkt tot de als voorbeeld weergegeven en beschreven uitvoeringsvormen, maar kunnen eveneens varianten en combinaties van deze uitvoeringsvormen bevatten die onder de conclusies vallen.

Claims (15)

1. Weefmachine bevattende een eerste smeersysteem (6), waarbij het eerste smeersysteem (6) een eerste smeerfluïdum (7) toevoert aan elementen (44) van een eerste machine-inrichting (8), daardoor gekenmerkt dat de weefmachine minstens één tweede smeersysteem (9) bevat, waarbij het minstens één tweede smeersysteem (9) een tweede smeerfluïdum (10) toevoert aan elementen (45) van een tweede machine-inrichting (11), en een inrichting (24) bevat aangebracht om warmte tussen het eerste smeerfluïdum (7) en het tweede smeerfluïdum (10) uit te wisselen.
2. Weefmachine volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste machine-inrichting (8) en/of de tweede machine-inrichting (11) geselecteerd worden uit een groep bevattende een gaapvormingsinrichting (1), een aanslaginrichting (2), een kettingboominrichting (3), een doekboominrichting (4) en/of een zelfkant-inleginrichting (5).
3. Weefmachine volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (24) aangebracht om warmte tussen het smeerfluïdum (7) van het eerste smeersysteem (6) en het smeerfluïdum (10) van het tweede smeersysteem (9) uit te wisselen een warmtewisselaar (25) bevat.
4. Weefmachine volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de warmtewisselaar (25) een tussenwand (26) bevat die aangebracht is tussen het smeerfluïdum (7) van het eerste smeersysteem (6) en het smeerfluïdum (10) van het tweede smeersysteem (9).
5. Weefmachine volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de warmtewisselaar (25) een eerste ingang (27) en een eerste uitgang (28) voor het smeerfluïdum (7) van het eerste smeersysteem (6) en een tweede ingang (29) en een tweede uitgang (30) voor het smeerfluïdum (10) van het tweede smeersysteem (9) bevat.
6. Weefmachine volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een koelsysteem (34,47,48) bevat aangebracht om het smeerfluïdum (7, 10) van minstens één van het eerste en het tweede smeersysteem (6, 9) te koelen.
7. Weefmachine volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het koelsysteem (34,47) is aangebracht om het eerste smeerfluïdum (7) van het eerste smeersysteem (6) te koelen.
8. Weefmachine volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine een warmtebron (35) bevat aangebracht om het smeerfluïdum (7, 10) van minstens één van het eerste of het tweede smeersysteem op te warmen (6, 9).
9. Weefmachine volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de warmtebron (35) is aangebracht om het tweede smeerfluïdum (10) van het tweede smeersysteem (9) op te warmen.
10. Weefmachine volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (24) aangebracht om warmte uit te wisselen tussen het eerste smeerfluïdum (7) en het tweede smeerfluïdum (10) verder is aangebracht om minstens gedeeltelijk een eerste smeerfluïdum (7) van het eerste smeersysteem (6) naar het tweede smeersysteem (9) toe te voeren en/of om minstens gedeeltelijk het tweede smeerfluïdum (10) van het tweede smeersysteem (9) naar het eerste smeersysteem (6) toe te voeren.
11. Weefmachine volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het eerste smeersysteem (6) een eerste pomp (12) voor smeerfluïdum (7) bevat en het tweede smeersysteem (9) een tweede pomp (18) voor smeerfluïdum (10) bevat.
12. Weefmachine volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de eerste pomp (12) voor smeerfluïdum (7) en de tweede pomp (18) voor smeerfluïdum (10) door eenzelfde aandrijfmotor (31) worden aangedreven
13. Weefmachine volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmotor (31) een stuurbare aandrijfmotor is.
14. Werkwijze voor het smeren van een weefmachine, die een eerste smeersysteem (6) en een tweede smeersysteem (9) bevat, waarbij het eerste smeersysteem (6) een eerste smeerfluïdum (7) toevoert aan elementen (44) van een eerste machine-inrichting (8) en het tweede smeersysteem (9) een tweede smeerfluïdum (10) toevoert aan elementen (45) van een tweede machine-inrichting (11), daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het uitwisselen van warmte tussen het eerste smeerfluïdum (7) en het tweede smeerfluïdum (10) bevat.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de eerste machine-inrichting (8) en/of de tweede machine-inrichting (11) geselecteerd worden uit een groep bevattende een gaapvormingsinrichting (1), een aanslaginrichting (2), een kettingboominrichting (3), een doekboominrichting (4) en/of een zelfkant-inleginrichting (5).
BE2010/0728A 2010-12-09 2010-12-09 Weefmachine met smeersystemen. BE1019695A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2010/0728A BE1019695A3 (nl) 2010-12-09 2010-12-09 Weefmachine met smeersystemen.
TR2018/20855T TR201820855T4 (tr) 2010-12-09 2011-10-13 Yağlama sistemlerine sahip dokuma makinesi.
EP11768017.3A EP2661520B1 (en) 2010-12-09 2011-10-13 Weaving machine with lubricating systems
CN201180059106.3A CN103314147B (zh) 2010-12-09 2011-10-13 具有润滑系统的织机
PCT/EP2011/067897 WO2012076219A2 (en) 2010-12-09 2011-10-13 Weaving machine with lubricating systems

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201000728 2010-12-09
BE2010/0728A BE1019695A3 (nl) 2010-12-09 2010-12-09 Weefmachine met smeersystemen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019695A3 true BE1019695A3 (nl) 2012-10-02

Family

ID=44454739

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2010/0728A BE1019695A3 (nl) 2010-12-09 2010-12-09 Weefmachine met smeersystemen.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP2661520B1 (nl)
CN (1) CN103314147B (nl)
BE (1) BE1019695A3 (nl)
TR (1) TR201820855T4 (nl)
WO (1) WO2012076219A2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
TR201214450A2 (tr) * 2012-12-11 2014-06-23 Kordsa Teknik Tekstil As Bir otomatik yağlama mekanizması.
BE1024638B1 (nl) * 2016-10-13 2018-05-16 Picanol N.V. Naamloze Vennootschap Smeersysteem voor een weefmachine

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4444292A (en) * 1981-08-12 1984-04-24 Standard Oil Company (Indiana) Method and apparatus for lubricating a machine
JPH10251943A (ja) * 1997-03-11 1998-09-22 Toyota Autom Loom Works Ltd 織機におけるオイルタンク
JP2004100095A (ja) * 2002-09-10 2004-04-02 Toyota Industries Corp 織機における冷却装置

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4117869A (en) * 1977-05-20 1978-10-03 Parks-Cramer (Great Britain) Ltd. Oil mist lubricated textile machine and method
US4693282A (en) * 1986-04-22 1987-09-15 Leonard Campbell Lubricating system for a weaving machine
JP3376612B2 (ja) * 1992-10-19 2003-02-10 株式会社豊田自動織機 織機における回転軸への給油装置
CN2196773Y (zh) * 1994-01-20 1995-05-10 郎逵 一种多效能换热器
DE59508096D1 (de) * 1995-04-12 2000-05-04 Sulzer Textil Ag Rueti Verfahren zum Schmieren von aufeinander gleitenden Flächen und Webmaschine zur Anwendung des Verfahrens
US6865963B2 (en) * 2001-05-16 2005-03-15 Sumitomo Heavy Industries, Ltd. Apparatus and method for lubricating feed mechanism of forming machine
DE10318808A1 (de) 2003-04-17 2004-11-04 Picanol N.V. Antrieb für Webschäfte einer Webmaschine
EP1620588B2 (de) 2003-04-17 2016-10-05 Picanol Verfahren zum betreiben einer webmaschine

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4444292A (en) * 1981-08-12 1984-04-24 Standard Oil Company (Indiana) Method and apparatus for lubricating a machine
JPH10251943A (ja) * 1997-03-11 1998-09-22 Toyota Autom Loom Works Ltd 織機におけるオイルタンク
JP2004100095A (ja) * 2002-09-10 2004-04-02 Toyota Industries Corp 織機における冷却装置

Also Published As

Publication number Publication date
EP2661520B1 (en) 2018-11-28
CN103314147A (zh) 2013-09-18
WO2012076219A3 (en) 2013-05-02
WO2012076219A2 (en) 2012-06-14
EP2661520A2 (en) 2013-11-13
TR201820855T4 (tr) 2019-01-21
CN103314147B (zh) 2015-05-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101935274B1 (ko) 열 회수 시스템
CN109237013B (zh) 一种dct变速器液压控制系统、方法及汽车
CN103562598B (zh) 液压回路及运行方法
JP4977638B2 (ja) 廃熱利用装置
EP2795163B1 (en) System and method to control automotive powertrain component temperature
BE1019695A3 (nl) Weefmachine met smeersystemen.
CN104747699B (zh) 润滑油的热交换装置
CN103867695A (zh) 变速器油槽液位控制系统
CN103547839A (zh) 齿轮装置以及搭载该齿轮装置的车辆
CN106969137B (zh) 一种变速箱润滑回路系统
KR20200034634A (ko) 자동차용 변속기 윤활 및 클러치 냉각을 위한 유압 장치
CN106321805A (zh) 湿式双离合器变速箱的液压控制系统、变速箱、tcu及汽车
SE539398C2 (sv) Värmeanläggning innefattande värmepump med växelvis anslutbara ackumulatortankar
CN109826948A (zh) 液压控制系统
JP2008014577A (ja) 圧縮式冷凍機の軸受潤滑装置
WO2018203798A1 (en) A lubrication system for a gearbox arranged in a vehicle
EP2646762B1 (en) Oil compensation in a refrigeration circuit
US8517060B2 (en) Loom and a method of controlling the temperature of a lubricant in such a loom
CN107120305A (zh) 空调设备、冷油系统及其控制方法
CN113586402B (zh) 一种压缩机暖机润滑油快速加热系统及方法
CN203440605U (zh) 一种经编机的润滑油循环机构
CN107202156B (zh) 车辆用传动装置的液压系统
JP4933171B2 (ja) 給湯装置
CN103469473A (zh) 一种经编机的润滑油循环机构
CN104195740B (zh) 一种改良结构的经编机的润滑油循环机构