BE1019511A3 - Zoetmiddel. - Google Patents

Abstract

Zoetmiddel in de vorm van een klontje, daardoor gekenmerkt dat het bekomen werd door honing en suiker te mengen met toevoeging van een vloeistof en het bekomen mengsel samen te drukken in de vorm van een klontje en vervolgens te laten uitharden door droging.

Description

Zoetmiddel.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een zoetmiddel.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het zoeten van dranken, zoals thee, melk, limonades of andere dranken.

Het is bekend dat warme en koude dranken, zoals thee gezoet kunnen worden om de smaak te verbeteren of om zijn calorisch gehalte te verhogen.

Traditioneel wordt hiertoe suiker gebruikt dat als poeder of als klontje van suikerkristallen toegevoegd wordt aan een kopje thee bijvoorbeeld. Zo wordt in België bijvoorbeeld 40 % van de toegevoegde suiker aan dranken in de vorm van suikerklontjes aangewend.

Klassiek is het gebruik van suikerklontjes of poederzakjes, bereid uit bietensuiker of uit rietsuiker.

Maar ook honing is een veel gebruikt en gewaardeerd zoetmiddel, bijvoorbeeld in thee, al dan niet aangevuld met citroensap en andere additieven, zoals geestrijke dranken.

Een nadeel van het gebruik van honing als zoetstof is dat honing in zijn natuurlijke vorm vloeibaar, viskeus en kleverig is, wat zijn toediening aan een drank onhandig maakt.

Ook het gebruik van invertsuiker dat vrijwel dezelfde verhouding glucose tot fructose vertoont als honing en als honingvervanger wordt gebruikt, lost het probleem niet op : invertsuiker kristalliseert niet meer zoals gewone suiker of sacharose.

Om hieraan tegemoet te komen, werden gedroogde vormen van honing ontwikkeld, die de vorm kunnen aannemen van poeders, vlokken of korrels, die echter nog steeds gietbaar zijn, maar niet meer kleverig of viskeus zijn.

Deze gedroogde vormen worden bekomen door het toevoegen van hulpstoffen voor het bereidingsproces en andere ingrediënten zoals antikleefmiddelen, en door het drogen tot een laag vochtgehalte.

Een nadeel van deze gedroogde vormen van honing is dat ze relatief duur zijn, omdat honing een dure grondstof is vergeleken met kristalliseerbare suiker.

Nog een nadeel van deze gedroogde vormen van honing is dat ze door het hoge honinggehalte niet geschikt zijn voor het vervaardigen van harde gekristalliseerde klontjes, een vorm waarin zoetstoffen voor warme dranken gewoontegewijs wordt gebruikt.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een zoetmiddel, in de vorm van een hard klontje, bekomen, door honing en suiker te mengen met toevoeging van een vloeistof en het bekomen mengsel samen te drukken in de vorm van een klontje en vervolgens te laten uitharden door droging.

Een voordeel van deze uitvinding is dat dergelijke harde klontjes gebruikt kunnen worden, zoals een klassiek suikerklontje uit bietsuiker of rietsuiker, en ook individueel verpakt kunnen worden zonder hun vorm te verliezen.

Een ander voordeel is dat dergelijke klontjes naast hun functie als zoetmiddel ook de specifieke honingsmaak aan de gezoete drank kunnen toevoegen.

Nog een ander voordeel bestaat erin dat dergelijke klontjes de vingers of de suikertang of lepel niet besmeuren of kleverig maken, zoals bij het gebruik van honing wel het geval is en dat bovendien bij het inbrengen van de honing in een kopje door middel van een lepel niet met honing kan gemorst worden.

Een bijkomend voordeel is nog dat een dergelijk klontje goedkoper aan grondstoffen is dan hetzelfde gewicht in zuivere honing, aangezien suiker als grondstof voordeliger is dan honing, maar dat niettemin toch de honingsmaak herkenbaar is.

Bij voorkeur zal de honing gemengd worden in de vorm van een honingpoeder, alhoewel het niet uitgesloten is honing in een andere gedroogde vorm zoals honingvlokken of honingkorrels toe te voegen.

Bij voorkeur bestaat het gebruikte suiker uit bietsuiker, rietsuiker en/of andere kristalliseerbare suikers, die niet alleen voordelig zijn, maar zich ook gemakkelijk tot klontjes laten samendrukken, die zorgen voor een stevige structuur die vormvast is en zich laat manipuleren zonder kleverige stoffen af te geven en bijgevolg zonder aan elkaar te kleven of aan de vingers van de gebruiker of zijn werktuigen.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het zoetmiddel tussen 5 en 20 % gedroogde honing, en bij voorkeur 10 %.

Een voordeel van deze hoeveelheid gedroogde honing is dat de honingsmaak herkenbaar is in de gezoete drank, maar dat het klontje zoetmiddel toch stevig en droog blijft aanvoelen zoals een klassiek suikerklontje zonder gedroogde honing.

Bij voorkeur is de toegevoegde vloeistof water, waarin suikers kunnen oplossen, en dat door een droogproces weer reversibel aan het suikermengsel ontrokken kan worden. Als alternatief voor water kan vloeibare honing of karamel gebruikt worden.

In een praktische uitvoeringsvorm wordt het zoetmiddel in de vorm van klontjes aangeboden, die individueel of in groepen verpakt zijn.

Bij voorkeur zijn de vorm en de afmetingen van het klontje zodanig dat het klontje een zelfde zoetkracht vertoont als een klassiek suikerklontje zonder honing.

Een voordeel van deze uitvoeringvorm is dat deze vorm voor de gebruiker dezelfde gebruikseigenschappen heeft als het vertrouwde klontje suiker, maar toch de honingsmaak bevat die een klassiek klontje suiker niet heeft.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende toepassing beschreven van de werkwijze voor het vervaardigen van een zoetmiddel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een productieproces voor een zoetmiddel volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 het eindproduct van figuur 1 weergeeft.

In figuur 1 is schematisch een productieproces weergegeven voor een zoetmiddel volgens de uitvinding dat begint met het mengen van suiker 1, zoals bietsuiker of rietsuiker met honingpoeder 2 en met water 3 of een andere vloeistof en het toevoeren van dit mengsel aan een mengschroef 4 die het mengsel transporteert naar een trommelpers 5. In de trommelpers 5 wordt het mengsel samengeperst tot de vorm van een klontje 6 door middel van mechanische zuigers 7 die in de trommelpers 5 in radiale richting verschuifbaar zijn tegenover uitsparingen die in de omtrek van de trommel zijn voorzien. De samengeperste klontjes belanden op een transportband 8 die ze door een droogtunnel 9 en een koeltunnel 10 leidt. Daarna worden de klontjes getransporteerd naar een verpakkingsmachine 12, waar de klontjes in dozen worden verpakt, nadat eventueel elk klontje individueel verpakt werd.

Het eindproduct van het productieproces wordt weergegeven in figuur 2, waarbij een hard klontje 6 wordt voorgesteld, al dan niet individueel verpakt 13 en bestemd voor grotere verpakkingseenheden.

De werking van het productieproces is eenvoudig en als volgt.

Een hoeveelheid van 5 tot 20 % en bij voorkeur van 10 % honingpoeder 2 wordt gemengd met kristalijne suiker 1 bestaande uit bietsuiker en/of rietsuiker en met een gepaste hoeveelheid water om een vloeiend mengsel te verkrijgen dat door middel van de mengschroef 4 gehomogeniseerd en getransporteerd wordt naar een trommelpers.

In deze trommelpers 5 wordt elk afzonderlijk klontje 6 uit het mengsel door mechanische samendrukking met een zuiger 7 gevormd en af geleverd op een transportband 8 die de nog vochtige klontjes door een droogtunnel voert, waarbij het klontje door verwarming water verliest en gedroogd wordt, en waarbij het klontje optioneel verder doorheen een koeltunnel wordt gevoerd, om het klontje af te koelen en in zijn definitieve vorm te fixeren.

De klontjes worden verder door een transportband 11 naar een verpakkingsinstallatie 12 gevoerd, waar optioneel elk klontje individueel van een verpakking wordt voorzien, en verder in groepen van klontjes in een collectieve verpakking 14 worden gestapeld.

Het zoetmiddel is nu klaar om het in de handel brengen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een zoetmiddel volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen en volgens varianten van het productieproces worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (9)

1. Zoetmiddel in de vorm van een klontje, daardoor gekenmerkt dat het bekomen werd door honing en suiker te mengen met toevoeging van een vloeistof en het bekomen mengsel samen te drukken in de vorm van een klontje en vervolgens te laten uitharden door droging.

2. Zoetmiddel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de honing in een gedroogde vorm als poeder, honingvlokken of honingkorrels wordt bijgemengd.

3. Zoetmiddel volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het gebruikte suiker uit bietsuiker, rietsuiker en/of andere kristalliseerbare suikers bestaat.

4. Zoetmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tussen 5 en 20 gewichts% honingpoeder bevat, en bij voorkeur 10 gewichts%.

5. Zoetmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de toegevoegde vloeistof water is.

6. Zoetmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de samenstelling zodanig is dat de klontjes niet meer aan de vingers, de suikertang of de lepel kleven.

7. Zoetmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de vorm en de afmetingen van het klontje zodanig zijn dat het klontje een vergelijkbare zoetkracht vertoont als een klassiek suikerklontje zonder honing.

8. Zoetmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het klontje balk- of kubusvormig is of onregelmatig gevormd is.

9. Zoetmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het zoetmiddel in de vorm van klontjes wordt aangeboden, die individueel of in groepen verpakt zijn.