BE1017429A3 - Kunstgrasmatten. - Google Patents

Abstract

Het doel van de uitvinding is een kunstgrasmat te verschaffen waarbij het niet meer nodig is een coating aan de rugzijde van het grondweefsel aan te brengen om de kunststofgrashalmen te verankeren. Het deel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een kunstgrasmat omvattende een grondweefsel en een aantal uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen waarbij de genoemde grasmat als gevolg van de bindingsstructuur een poolvastheid heeft van minstens 15 N.

Description

KUNSTGRASMATTEN

Deze uitvinding betreft een kunstgrasmat omvattende een grondweefsel en een aantal uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen.

Kunstgrasmatten worden meer en meer ingezet om natuurgras te vervangen omdat: - klimaatomstandigheden niet altijd geschikt zijn voor natuurgras; - belasting die men aan natuurlijk gras oplegt (bijvoorbeeld bij het beoefenen van sport) het terrein beschadigt zodat belangrijke tussentijden nodig zijn om het terrein opnieuw te gebruiken; - natuurgras veel onderhoud vergt.

Het is algemeen gekend om kunstgrasmatten te vervaardigen waarbij kunststof grasvezels verbonden worden met een dragermateriaal waarbij de kunststof grashalmen bij voorkeur loodrecht op het dragermateriaal uitsteken. De kunststof grashalmen zijn doorgaans harde en gladde kunststofvezels zoals polyolefmen (polyethyleen, polypropyleen en mengvormen) of polyamides.

Doorgaans is het dragermateriaal een textieldoek waar doorheen de kunststof grashalmen getuft worden. Dit betekent dat een kunststof grashalm doorheen het doek gedrukt wordt door middel van een naald waarbij een lus gevormd wordt. Aan de andere zijde van het textieldoek neemt een haak de gevormde lus over en brengt deze lus op de gewenste hoogte. Vervolgens wordt doorgaans de lus doorgesneden zodat twee opstaande grashalmen gevormd worden.

Bij de gekende productietechnieken voor de vervaardiging van kunstgrasmatten dienen de kunststof grashalmen achteraf verankerd te worden in het dragermateriaal door het aanbrengen van een coating, ten einde een goede poolvastheid te bekomen.

Het aanbrengen van dergelijke coatings heeft echter verschillende nadelen: - hoge kostprijs; - bijkomende handeling vereist en dit op een bijkomende inrichting; - belastbaarheid voor het milieu, in het bijzonder door uitlogen van de aangebrachte coating (bvb bitumen) tijdens gebruik, alsook bij het einde van de levensduur van het grasveld.

Het doel van de uitvinding is een kunstgrasmat te verschaffen waarbij het niet meer nodig is een coating aan de rugzijde van het grondweefsel aan te brengen om de kunststofgrashalmen te verankeren.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een kunstgrasmat omvattende een grondweefsel en een aantal uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen waarbij de genoemde grasmat als gevolg van de bindingsstructuur een poolvastheid heeft van minstens 15 N. Meer in het bijzonder heeft de grasmat als gevolg van de bindingsstructuur een poolvastheid van minstens 20 N, bij voorkeur 25 N .

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de kunstgrasmat heeft de genoemde grasmat als gevolg van de bindingsstructuur een poolvastheid van minstens 30 N, meer in het bijzonder minstens 40 N. De waardes van de poolvastheid worden gemeten volgens de genormeerde werkwijze volgens ISO 4919 (1978).

Bij een meer voorkeurdragende kunstgrasmat volgens deze uitvinding zijn de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen in het grondweefsel afgebonden door een W-binding waarbij de kunststofgrashalm tussen twee opstaande beentjes van een poolnop minstens tweemaal is afgebonden over een tussenliggend inslaggaren. Het tussen de opstaande poolbeentjes van een poolnop meermaals afbinden van de kunststofgrashalmen heeft een sterke positieve invloed op de verankering van deze kunststofgrashalm. Enkele voorkeursbindingen zijn: 5/12 W, 7/16 W, 9/20 W alsook 3/6 W, 5/10 W en 7/12 W.

In bijvoorbeeld een 5/12W bindingsstructuur wordt om de 12 inslagen één poolnop met twee poolbeentjes gevormd die omheen 5 inslagen gewenteld is: het eerste poolbeen wentelt zich onder een inslag, verder over een volgende inslag, onder een volgende inslag, opnieuw over de volgende inslag en nogmaals onder de volgende inslag om tenslotte uit het weefsel te steken en het tweede poolbeentje van de pooltuft te vormen. Met afbinden van de kunststofgrashalmen tussen de poolbeentjes over een inslaggaren wordt bedoeld dat de kunststofgrashalm zich wentelt over een inslag. In de genoemde 5/12W binding gebeurt dit tweemaal voor elke poolnop.

Bij een bijzondere kunstgrasmat volgens deze uitvinding hebben de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen een densiteit van minstens 1000 tex. Bij voorkeur hebben de genoemde kunststofgrashalmen een densiteit van minstens 1200 tex, meer voorkeurdragend minstens 1400. In het bijzonder hebben de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen een densiteit van minstens 1600 tex, meer in het bijzonder minstens 1800 tex en meest in het bijzonder 2000 tex. Poolkettinggarens van hoge densiteit worden steviger in het grondweefsel gehouden, wat de poolverankering verbetert.

Volgens een voordelige uitvoering van de kunstgrasmat overeenkomstig de uitvinding zijn de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen monofilamentgarens die minstens zes monofïlamenten omvatten. Bij voorkeur omvatten deze monofilamentgarens 8 monofilamenten, meer bij voorkeur 10 monofilamenten en bij een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de monofilamentgarens 12 monofilamenten.

Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de kunstgrasmat steken de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen minstens 20 mm boven het grondweefsel uit. Bij voorkeur steken de kunststofgrashalmen 25 mm. boven het grondweefsel uit, meer bij voorkeur 30 mm. Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de grasmat steken de kunststofgrashalmen 40 mm., meer in het bijzonder 50 mm, nog meer in het bijzonder 60 mm. en in het meest bijzonder 65 mm. boven het grondweefsel uit.

Bij een meer voorkeurdragende kunstgrasmat volgens deze uitvinding is het genoemde grondweefsel gevormd uit grond-inslaggarens, bind - en spankettinggarens en zijn de uitstekende kunststofgrashalmen poolkettinggarens. De grond-inslaggarens, bind - en spankettinggarens zijn bij voorkeur synthetische garens zoals bij voorbeeld polypropyleen, polyethyleen of polyester. De poolkettinggarens zijn in het bijzonder synthetische garens, ze zijn bijvoorbeeld vervaardigd uit polypropyleen, polyethyleen of polyamide.

Volgens een bijzonder voorkeurdragende uitvoering van de kunstgrasmat overeenkomstig de uitvinding heeft de genoemde grasmat in inslagrichting een weefseldichtheid van minstens 120 poolkettinggangen per meter, meer in het bijzonder 166 poolkettinggangen per meter. Voorkeurdragend heeft de grasmat in inslagrichting een weefseldichtheid van 200 poolkettinggangen per meter, in het bijzonder 240 poolkettinggangen per meter.

Onder poolkettinggang dient te worden begrepen een in inslagrichting terugkerend geheel van bind -, span - en poolkettinggarens die zich binnen éénzelfde riettand bevinden.

Bij voorkeur omvat elke poolkettinggang twee spankettinggarens per grondweefsel. Verder omvat elke poolkettinggang bij voorkeur twee bindkettinggarens per grondweefsel en minstens één poolkettinggaren.

Volgens een meer bijzondere voorkeurdragende uitvoering van de kunstgrasmat overeenkomstig de uitvinding zijn per poolkettinggang de twee genoemde spankettinggarens aan weerszijden van minstens één poolkettinggaren gelegen. Bij voorkeur bevinden de bindkettinggarens zich daarbuiten, met andere woorden tussen twee spankettinggarens waartussen zich geen poolkettinggaren bevindt. Dit heeft als voordeel dat de strakke spankettinggarens, de poolkettinggarens in inslagrichting stevig in positie houden wat een inklemmend effect heeft op de poolkettinggarens. Dit draagt bij tot een goede poolvastheid.

Bij een voorkeursuitvoering van de kunstgrasmat volgens de uitvinding heeft de genoemde grasmat een inslagdichtheid van minstens 3 inslagen per cm, meer voorkeurdragend 4 inslagen per cm. De genoemde grasmat heeft bij een bijzondere uitvoering een inslagdichtheid van 4,6 inslagen per cm., meer in het bijzonder van 5,3 inslagen per cm en meest in het bijzonder van 6 inslagen per cm.

Volgens een bijzondere voorkeurdragende uitvoering van de kunstgrasmat overeenkomstig de uitvinding omvat de genoemde grasmat naast de grashalmvormende poolkettinggarens ook ondersteuningspoolkettinggarens. De ondersteuningspoolkettinggarens zijn poolkettinggarens die na het doorsnijden inkrimpen en een grondlaag vormen op het grondweefsel die: de grashalmvormende poolkettinggarens ondersteunen; een schokdempende laag vormen waardoor ze de invulling van het kunstgras geheel of gedeeltelijk kunnen vervangen; - stabiliteit geven aan het grondweefsel.

Volgens een nog verdere voorkeurdragende uitvoering van de kunstgrasmat overeenkomstig de uitvinding omvat de genoemde grasmat naast de grashalmvormende poolkettinggarens en/of ondersteuningspoolkettinggarens nog vulgarens. Met vulgarens wordt bedoeld kettinggarens die zich voornamelijk in het grondweefsel uitstrekken en nagenoeg niet poolvormend uit het weefsel uitsteken. Vulgarens hebben als eigenschap dat ze de stabiliteit van de kunstgrasmat verhogen en door hun aanwezigheid in het grondweefsel van de kunstgrasmat de vrije ruimte voor het poolkettinggaren beperken zodat de poolvastheid nog verder verbetert.

De kunstgrasmat wordt bij voorkeur geweven volgens een dubbelstukweefmethode. Overeenkomstig deze dubbelstukweefmethode worden een onderste en bovenste weefsel geweven op een dubbelstukweefinrichting.

Claims (14)

1. Kunstgrasmat omvattende een grondweefsel en een aantal uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen met het kenmerk dat de genoemde grasmat als gevolg van de bindingsstructuur een poolvastheid heeft van minstens 15 N.

2. Kunstgrasmat volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde grasmat als gevolg van de bindingsstructuur een poolvastheid heeft van minstens 30 N.

3. Kunstgrasmat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen in het grondweefsel zijn afgebonden door een W-binding waarbij de kunststofgrashalm tussen twee opstaande beentjes van een poolnop minstens tweemaal is afgebonden over een tussenliggend inslaggaren.

4. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen een densiteit hebben van minstens 1000 tex.

5. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen monofïlamentgarens zijn die minstens zes monofïlamenten omvatten.

6. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uit het grondweefsel stekende kunststofgrashalmen minstens 20 mm boven het grondweefsel uitsteken.

7. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het genoemde grondweefsel gevormd is uit grond-inslaggarens, bind - en spankettinggarens en dat de uitstekende kunststofgrashalmen poolkettinggarens zijn.

8. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde grasmat in inslagrichting een weefseldichtheid heeft van minstens 120 poolkettinggangen per meter.

9. Kunstgrasmat volgens conclusie 8, met het kenmerk dat elke poolkettinggang twee spankettinggarens per grondweefsel omvat.

10. Kunstgrasmat volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat per poolkettinggang de twee genoemde spankettinggarens aan weerszijden van minstens één poolkettinggaren gelegen zijn.

11. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde grasmat een inslagdichtheid heeft van minstens 3 inslagen per cm.

12. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde grasmat naast de grashalmvormende poolkettinggarens ook ondersteuningspoolkettinggarens omvat.

13. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde grasmat naast grashalmvormende poolkettinggarens ook vulgarens omvat.

14. Kunstgrasmat volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemd grasmat geweven wordt volgens een dubbelstukweefmethode.