NL1016230C2

NL1016230C2 - Backingstructuur.

Info

Publication number: NL1016230C2
Application number: NL1016230A
Authority: NL
Inventors: Robert Peter Rossing; Wilhelmus Gherardus Ma Knobben
Original assignee: Ten Cate Nicolon B V
Priority date: 2000-09-21
Filing date: 2000-09-21
Publication date: 2002-03-22

Description

« S BJ/MV/Cate-24

BACKINGSTRUCTUUR

De uitvinding heeft betrekking op een backingstructuur voor tapijt of kunstgras. Tapijt en kunstgras worden gemaakt door op een backingstructuur polen van het gewenste materiaal aan te brengen. Deze 5 polen vormen de bovenzijde van het tapijt/kunstgras.

Daarna wordt gewoonlijk nog een rug aangebracht van een kunststof met bijvoorbeeld daarin een verstevigingsweefsel.

Bij bijvoorbeeld tapijten met een geometrisch 10 patroon is het van belang dat de polen hun onderlinge positie behouden. Wanneer dit namelijk niet gebeurd, dan zal het patroon kunnen vervormen tijdens de productie van het tapijt, het verleggen of door het lopen daarover. Vervormde patronen, in het bijzonder geometrische vormen 15 zoals een rechte lijn of een kubus, kunnen zeer storend zijn en geven een onverzorgd aanzicht.

Bij kunstgras, welke dezelfde opbouw heeft als tapijt, is het eveneens van belang dat de polen hun onderlinge positie houden. Wanneer spelers bijvoorbeeld 20 een sliding maken op het kunstgras, dan is het ongewenst dat de polen kunnen verschuiven, waardoor trek ontstaat in het kunstgras, waardoor bogen in ingetufte lijnen kunnen ontstaan, waardoor aangrenzende banen van elkaar komen te liggen en waardoor het kunstgrasveld 25 herhaaldelijk gerepareerd moet worden.

Door temperatuurinvloeden kan ook vervorming van kunstgras ontstaan.

Het is bekend om als backingstructuur een weefsel te gebruiken. Een weefsel bestaat uit met elkaar 30 verweven ketting- en inslagdraden. In de richtingen van de ketting- en inslagdraden heeft het weefsel een goede stabiliteit en kan het veel trekkracht opnemen. Wanneer echter de trekkrachten diagonaal op de ketting- en il0162 30 2 inslagdraden worden uitgeoefend, dan heeft het een slechte stabiliteit, waardoor de polen kunnen verschuiven. Nu is het mogelijk om de stabiliteit van een weefsel te vergroten door het aantal ketting- en 5 inslagdraden per lengte-eenheid te vergroten. Het nadeel hiervan is echter dat de weefsnelheid evenredig met het aantal inslagdraden afneemt. Dit omdat de weefmachine slechts een beperkt aantal inslagdraden per tijdseenheid kan verwerken. Als gevolg zullen de kosten van het 10 weefsel, naarmate de stabiliteit beter is, hoger zijn. Daarbij blijft het verschil van stabiliteit in de richtingen van de ketting- en inslagdraden en diagonaal daarop verschillend.

Het is verder bekend om een non-woven te 15 gebruiken als backingstructuur. Een non-woven is een doek gevormd uit willekeurig gerangschikte natuurlijke of synthetische vezels, die door middel van kleefmiddel, warmte en/of druk, vernaaldingstechnieken enz. met elkaar verbonden zijn. Een non-woven heeft het voordeel dat het 20 zodanig geproduceerd kan worden, dat het in elke richting dezelfde eigenschappen en dus ook dezelfde treksterkte heeft. Het zal dus niet vervormen onder de invloed van krachten en wanneer toegepast bij tapijt zullen patronen moeilijk kunnen vervormen. Non-woven heeft echter het 25 nadeel dat wanneer de polen door het non-woven gestoken worden het gevormde gat zich niet automatisch sluit, zoals bij een weefsel, waardoor de pool relatief los in het non-woven zit. Tijdens het productieproces bestaat het gevaar dat de polen weer uit de non-woven backing 30 gedrukt worden. Daarnaast heeft non-woven het nadeel van een hoge prijs. Wanneer een weefsel gebruikt wordt voor een zekere kwaliteit tapijt kan de prijs hiervan ongeveer een factor 2,5 lager zijn dan wanneer non-woven gebruikt wordt om dezelfde kwaliteit tapijt te krijgen.

35 Verder heeft non-woven soms een sterke breedte terugloop tijdens de productie van het tapijt en slijt de tuftmachine meer door het non-woven.

.1016230 3

Het spreekt voor zich dat het non-woven separaat voorafgaand aan de werkwijze volgens de uitvinding geproduceerd kan worden.

Het is een doel van de uitvinding de 5 bovengenoemde nadelen te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een backingstructuur voor tapijt of kunstgras, omvattende een weefsellaag en een daarop aangebrachte non-wovenlaag.

10 Met een dergelijke structuur worden de nadelen van de afzonderlijke lagen voorkomen en worden de voordelen van de lagen gecombineerd. Zo zorgt de non-wovenlaag ervoor dat de backingstructuur volgens de uitvinding voldoende stabiliteit in elke richting heeft. 15 De weefsellaag zorgt ervoor dat de polen tijdens fabricage goed in de backing vastgehouden worden. Verder kan voor de non-wovenlaag een goedkopere en dunnere laag gebruikt worden, dan wanneer het als enkele backinglaag gebruikt wordt en verder kan voor het weefsel een 20 groffer, dat wil zeggen met minder ketting- en inslagdraden, weefsel gebruikt worden. Hierdoor kan een backing met ongeveer dezelfde kosten als een weefselbacking verschaft worden, terwijl de voordelen van een non-woven daarin zijn opgenomen.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de weefsellaag en de non-wovenlaag althans gedeeltelijk met elkaar versmolten. Door bijvoorbeeld via kleine gebiedjes de weefsellaag met de non-wovenlaag te versmelten ontstaat een goede onderlinge hechtkracht. Daarbij heeft 30 het de voorkeur dat de versmelting tot stand gebracht wordt door ultrasoon lassen. Hiermee worden goede resultaten gehaald.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de backingstructuur volgens de uitvinding zijn de 35 weefsellaag en de non-wovenlaag aan elkaar gelijmd.

Bijvoorbeeld een lijm op basis van polyurethaan waarbij circa 10g/m2 droge stof is opgebracht.

10162 30 4

In weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de backingstructuur volgens de uitvinding is tegen de weefsellaag een vezellaag aangebracht, waarbij een aantal vezels zich uitstrekt door zowel de weefsellaag als de 5 non-wovenlaag. Het is reeds bekend om een dergelijke vezellaag op een backing aan te brengen. Deze vezellaag kan dan in de kleur van de polen geverfd worden, zodat bij wegdrukken van de polen de backingstructuur bedekt wordt door de vezellaag. Dit geeft een beter uiterlijk 10 aan het tapijt. Volgens de uitvinding wordt echter deze vezellaag eveneens gebruikt om de non-wovenlaag op de weefsellaag aan te brengen. De vezels worden door de beide lagen heen gestoken, bijvoorbeeld door vernaalden, en doordat een groot aantal vezels zich door beide lagen 15 uitstrekt is de hechting tussen beide lagen ruim voldoende.

De weefsellaag kan polypropyleen omvatten en de non-wovenlaag kan daarbij polyester, polyamide en/of polypropyleen omvatten.

20 Verder omvat de uitvinding een tapijt omvattende een backingstructuur volgens de uitvinding en een groot aantal polen, welke polen zich door de backingstructuur heen uitstrekken.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding 25 worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een tapijt met daarin een backingstructuur volgens de uitvinding; 30 figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht het ultrasoon lassen van de non-wovenlaag op de weefsellaag; figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht het bevestigen van een non-wovenlaag op een weefsellaag door middel van vernaalden; 35 figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht van een backingstructuur vervaardigd volgens figuur 3.

In figuur 1 wordt in perspectivisch aanzicht een tapijt 1 getoond. Dit tapijt 1 heeft een weefsellaag 1016230 5 2 en een daarop aangebrachte non-wovenlaag 3. De weefsellaag 2 en de non-wovenlaag 3 vormen de backingstructuur volgens de onderhavige uitvinding. Door de backingstructuur is een aantal draden 4 getuft, die de 5 polen van het tapijt vormen. Aan de andere zijde van de backingstructuur, bestaande uit de weefsellaag 2 en de non-wovenlaag 3 is een rug 5 aangebracht. Deze rug 5 kan uit een SBR-latex (Styreen Butadieen Rubber) bestaan of uit een lijmlaag, die verstevigd is met bijvoorbeeld een 10 weefsellaag. Dergelijke mogelijkheden zijn uit de stand van techniek bekend.

De non-wovenlaag is hier aan de poolzijde geplaatst, maar de backingstructuur kan natuurlijk omgekeerd in het tapijt worden verwerkt, zodat de non-15 wovenlaag aan de rugzijde geplaatst is.

In figuur 2 wordt een werkwijze getoond voor het vervaardigen van een voorkeursuitvoeringsvorm van een backingstructuur 6 volgens de uitvinding. Deze backingstructuur 6 bestaat uit een non-wovenlaag 7 en een 20 weefsellaag 8. Deze weefsellaag 8 bestaat uit kettingdraden 9 en inslagdraden 10. De non-wovenlaag 7 en het weefsel 8 worden tussen een rol 11 en een aantal sonotroden 13 gevoerd. De sonotroden 13 staan op één lijn en veroorzaken een ultrasone trilling. Door de geringe 25 afstand tussen de sonotroden 13 en de calanderrol 11 wordt het weefsel en het non-woven in een zodanige trilling gebracht dat ze op de punten 12 aan elkaar smelten.

Hierdoor ontstaan bevestigingspunten 14 in de 30 backingstructuur 6.

In figuur 3 wordt een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een backingstructuur 15 getoond. Deze backingstructuur 15 bestaat eveneens uit een weefsellaag 16 en een non-wovenlaag 17. Op de non-35 wovenlaag 17 zijn verder losse vezels 18 aangebracht (zie figuur 4). Deze drie lagen worden door aandrukrollen 19 gevoerd waarna ze doorstoken worden door middel van een vernaaldingsmachine 20. Deze vernaaldingsmachine 20 heeft

i 0 l O ^ OU

6 • een groot aantal naalden 21, die vezels 18 meenemen en door de non-wovenlaag 17 en de weefsellaag 16 kunnen drukken.

In figuur 4 is duidelijk te zien dat daar waar 5 de naalden door de lagen zijn gestoken vezels 22 zich vanaf de vezellaag 18 uitstrekken tot door de weefsellaag 16. Zo wordt de non-wovenlaag 17 op de weefsellaag 16 gehouden.

In de onderhavige uitvinding wordt bij voorkeur 10 een non-wovenlaag gebruikt van vezels die door middel van lijmen of verhitting en aandrukken is vervaardigd. Een dergelijk non-woven is vliesvormig. Hierdoor kan met een relatief dunne laag een grote treksterkte in alle richtingen verkregen worden.

10162 30

Claims

1. Backingstructuur voor tapijt of kunstgras, omvattende een weefsellaag en een daarop aangebrachte non-wovenlaag.

2. Backingstructuur volgens conclusie 1, 5 waarbij de weefsellaag en de non-wovenlaag althans gedeeltelijk met elkaar versmolten zijn.

3. Backingstructuur volgens conclusie 2, waarbij de versmelting tot stand is gebracht door ultrasoon lassen.

4. Backingstructuur volgens conclusie 1, waarbij de weefsellaag en de non-wovenlaag aan elkaar zijn gelijmd.

5. Backingstructuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tegen de non-wovenlaag een 15 vezellaag is aangebracht, waarbij een aantal vezels zich uitstrekt door zowel de weefsellaag als de non-wovenlaag.

6. Backingstructuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de weefsellaag polypropyleen omvat.

7. Backingstructuur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de non-wovenlaag polyester, polyamide en/of polypropyleen omvat.

8. Tapijt omvattende een backingstructuur volgens één van de voorgaande conclusies en een groot 25 aantal polen, welke polen zich door de backingstructuur heen uitstrekken. 10162 30