BE1013484A3 - Inrichting voor het opvangen van wind. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het opvangen van wind, die wordt gevormd door een paneel, dat bestaat uit een lijstvormig frame (1) waarin tenminste één zeefdek (5,6) is aangebracht, dat bestaat uit een open gaasvormig vlechtwerk van elkaar kruisende draden. Teneinde deze inrichting op elke gewenste plaats binnen een gebouw te kunnen opstellen is het frame aan de onderzijde voorzien van steunmiddelen die bij voorkeur bestaan uit kogelwielen (2) . Tevens is gezien in de stromingsrichting van de op te vangen wind voor het gaasvormige zeefdek een rij lamellen (4) aangebracht, die bij voorkeur verticaal en waaiervormig zijn opgesteld.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het opvangen van wind. 



   De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen van wind, bestaande uit een paneel, dat een frame omvat, waarin een zeefdek is aangebracht, dat bestaat uit een open gaasvormig vlechtwerk van elkaar kruisende draden. 



  Een dergelijk inrichting voor het opvangen van wind of windscherm is beschreven in het Nederlandse octrooi 1008597 van Aanvrager. 



   Het in dit genoemde octrooischrift beschreven windscherm is bestemd om met een aantal van dergelijke panelen naast elkaar op straat te worden opgesteld, bijvoorbeeld nabij de toegangsdeur van een winkel of warenhuis. 



   Grote winkels of warenhuizen hebben vaak elektrisch bediende deuren, die voortdurend open en dicht gaan. Als er wind op de gevel is gericht zal deze wind dus steeds vrij naar binnen kunnen treden, hetgeen onaangenaam is voor het publiek en zeker voor het nabij de toegang werkzame winkelpersoneel. Het gebruikt van draaideuren of zogenaamde tourniquets zou hiervoor een oplossing kunnen bieden, maar dergelijke deuren zijn heel kostbaar, nemen een aanzienlijke ruimte in beslag en belemmeren de   vrije   in- en uitloop. 



   Het in het genoemde Nederlandse octrooi beschreven windscherm is in hoofdzaak gevormd door een open   gaasvormig   vlechtwerk. Dit windscherm is gebaseerd op het principe om de wind niet, zoals tot op heden gebruikelijk was bij massieve   windschermen   af te buigen, maar om de wind door het scherm heen te voeren en de windsnelheid hierbij te breken. In feite wordt de wind gesmoord en de energie hiervan dissipeert in de omgeving. De uitvoering van het windscherm met open mazen, zodat men er gemakkelijk doorheen kan kijken, heeft hierbij het voordeel dat het windscherm een weinig storende invloed op de omgeving heeft en biedt tevens voordelen ten aanzien van het gevoel van veiligheid voor het winkelende publiek.

   Alhoewel dergelijke windschermen in de praktijk heel goed blijken te voldoen is het echter niet altijd mogelijk om op straat op enige afstand van de winkeltoegang een aantal van dergelijke vaste panelen te plaatsen. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



   De onderhavige uitvinding beoogt nu een inrichting te verschaffen voor het opvangen van wind, die de via de toegangdeur naar binnen gewaaide wind doelmatig op kan vangen, en de ongewenste tochtverschijnselen nabij de toegangsdeur kan opheffen of in ieder geval zo gering mogelijk kan maken. 



   Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het frame aan de onderzijde is voorzien van steunmiddelen, waarmee het paneel op elke gewenste plaats kan worden opgesteld. Het windscherm kan zodoende gemakkelijk op enige afstand van de toegangdeur in de winkelruimte worden opgesteld en wel dwars op de door deze deur naar binnen tredende luchtstroom, zodat deze luchtstroom dan door het windscherm wordt gevangen en onschadelijk wordt gemaakt. 



   Bij voorkeur bestaan volgens de uitvinding de steunmiddelen van het frame uit kogelwielen, die verzonken in de onderkant van het frame zijn aangebracht. Op deze wijze is de afstand tussen het paneel en de vloer minimaal, zodat ook de doorlaat van lucht onder het paneel door minimaal is. 



   Het zal duidelijk zijn dat men de beschikbare ruimte binnen de winkel zo doelmatig mogelijk wil benutten, dit betekent dat aan een dergelijk verplaatsbaar windscherm andere eisen moeten worden gesteld dan aan een buiten op enige afstand van de toegangsdeur opgesteld windscherm. Met andere woorden het verplaatsbare windscherm moet zodanig werken dat meteen achter dit   windscherm   geen hinder van de luchtstroom of dergelijke mag worden ondervonden. 



   Hiertoe is volgens de onderhavige uitvinding voorgesteld dat gezien in de stromingsrichting van de op te vangen wind achter het gaasvormige zeefdek een vlakke doorzichtige wand is aangebracht, die bestaat uit in een vlak liggende stroken, die tussen zieh in spleetvormige openingen vrijlaten. 



   Bij voorkeur zijn volgens de uitvinding twee gaasvormige zeefdekken op enige afstand van elkaar in het frame aangebracht, waarbij gezien de stromingsrichting van de op te vangen wind het eerste zeefdek een doorlaat heeft, die groter is dan de doorlaat van het tweede   hierna   komende zeefdek. 



   De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvorm van de uitvinding toont, en waarin :- 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 Figuur 1 schematisch aan aanzicht van het windscherm volgens de uitvinding toont gezien in de stromingsrichting van de op te vangen wind, waarbij een gedeelte van de verticale lamellen is weggelaten Figuur 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in figuur 1, en Figuur 3 op grotere schaal schematisch een horizontale dwarsdoorsnede toont van de inrichting uit figuur 1. 



  Zoals duidelijk zichtbaar in figuur 1 bestaat het windscherm uit een rechthoekig, lijstvormig frame 1, dat een zodanige breedte heeft dat aan de onderzijde vier kogelwielen 2 kunnen zijn aangebracht, die een voldoende stabiele ondersteuning van het paneel op de grond 3 vormen. Door middel van deze kogelwielen kan het paneel gemakkelijk over de grond 3 worden verplaatst naar een gewenste opstelplaats. Gekozen is voor kogelwielen daar deze enigszins verzonken kunnen worden aangebracht in het frame 1, zodat de afstand tussen de onderzijde van het frame en de grond minimaal is, hetgeen de stroming van lucht onder het paneel door tot een minimum beperkt. 



  Aan de zijde van het windscherm waar de op te vangen wind binnenkomt is een rij verticale lamellen 4 in het frame aangebracht. Zoals duidelijker is te zien in figuur 3 hebben deze lamellen een enigszins waaiervonnige opstelling, met convergerende kanalen tussen de aan elkaar grenzende lamellen, dat wil zeggen de binnentredende lucht wordt door deze lamellen naar het midden van het scherm geleid. 



  Op enige afstand achter deze lamellen gezien de doorstroomrichting van de lucht is een eerste gaasvormig vlechtwerk 5 aangebracht, dat bestaat uit horizontale en verticale draden. De doorlaat van dit vlechtwerk bedraagt ongeveer 65%. Weer op enige afstand achter dit eerste gaasvormige vlechtwerk is een tweede gaasvormig vlechtwerk 6 aangebracht, dat evenzo bestaat uit horizontale en verticale draden. Dit tweede vlechtwerk heeft een dichtere structuur dan het eerste vlechtwerk en de doorlaat hiervan is ongeveer 35%. Weer op enige afstand achter dit tweede vlechtwerk is een doorzichtige wand 7 aangebracht, die bestaat uit een aantal strookvormige platen, waarbij de aan elkaar grenzende platen steeds een spleetvormige opening tussen zich in vrijhouden.

   De verticale lamellen en de vlakke achterwand is bij voorkeur vervaardigd van gehard veiligheidglas, terwijl de beide vlechtwerken en het frame bij voorkeur zijn vervaardigd van roestvrijstaal. 



  De werking van de inrichting is als volgt 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
Het windscherm volgens de onderhavige uitvinding wordt nabij de toegangsdeur van de winkel of het warenhuis dwars op de luchtstroom opgesteld. Aan de gevel van het gebouw kunnen eventueel spoilers of dergelijke zijn aangebracht op de luchtstroom gelijkmatig in de deuropening te geleiden. De luchtstroom, die in de figuren 2 en 3 is aangegeven met de pijlen A, komt het windscherm binnen bij de verticale lamellen 4 en wordt door deze lamellen naar het middengebied van de open gaasvormige   vlechtwerken   5 en 6 geleid. Door deze   vlechtwerken   wordt de windenergie doelmatig afgeremd en de energie verstrooid. Dit gaat gepaard met een drukverhoging.

   Hiertoe zijn tussen de beide   vlechtwerken   en tussen het achterste vlechtwerk en de achterwand 7 in het frame   een   of meer openingen 9,10 aangebracht, via welke de overdruk kan afvloeien. De resterende druk vloeit af via de spleten in de achterwand. Deze constructie heeft tot gevolg dat de windsnelheid nagenoeg geheel tot nul wordt gereduceerd, en meteen achter het scherm geen merkbare luchtstroming meer aanwezig is. 



   Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de hier weergegeven en besproken   uitvoeringsvorm,   maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies een groot aantal varianten mogelijk is. Zo kan het aantal gaasvormige   vlechtwerken   variëren in aantal en doorlaatbaarheid, afhankelijk van de sterkte van de op te vangen wind.

Claims (10)

1. CONCLUSIES 1. Inrichting voor het opvangen van wind, die wordt gevormd door een paneel, omvattende een lijstvormig frame, waarin tenminste een zeefdek is aangebracht, dat bestaat uit een open gaasvormig vlechtwerk van elkaar kruisende draden, met het kenmerk, dat het frame aan de onderzijde is voorzien van steunmiddelen, waarmee het paneel op elke gewenste plaats kan worden opgesteld.
2. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steunmiddelen van het frame bestaan uit kogelwielen.
3. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in het frame, gezien in de stromingsrichting van de op te vangen wind voor het gaasvormige zeefdek een rij lamellen is aangebracht.
4. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de lamellen verticaal en waaiervormig zijn opgesteld, zodat de zich tussen steeds twee aangrenzende lamellen gevormde kanalen de opgevangen lucht naar het middengebied van het paneel leiden.
5. 5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de lamellen zijn vervaardigd van een doorzichtig materiaal, zoals glas, plexiglas, en bij voorkeur uit een gehard veiligheidsglas.
6. 6. Inrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat gezien in de stromingsrichting van de op te vangen wind achter het gaasvormige zeefdek een vlakke doorzichtige wand is aangebracht, die bestaat uit een aantal in een vlak liggende panelen, die tussen zich in steeds een spleetvormige opening vrijlaten.
7. 7. Inrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee gaasvormige zeefdekken op enige afstand van elkaar in het frame zijn aangebracht, waarbij gezien de stromingsrichting van de op te vangen wind het eerste <Desc/Clms Page number 6> zeefdek een doorlaat heeft, die groter is dan de doorlaat van het tweede hierna komende zeefdek
8. 8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het lijstvonnige frame in het gebied tussen de beide gaasvormige zeefdekken is voorzien van een of meer openingen.
9. 9. Inrichting volgens de voorafgaande conclusies 6-8, met het kenmerk, dat het lijstvonnige frame in het gebied tussen het tweede zeefdek en de vlakke achterwand is voorzien van een of meer openingen.
10. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de openingen in het frame zijn voorzien van verstelbare deksels.