BE1013374A3 - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels. Download PDF

Info

Publication number
BE1013374A3
BE1013374A3 BE2000/0242A BE200000242A BE1013374A3 BE 1013374 A3 BE1013374 A3 BE 1013374A3 BE 2000/0242 A BE2000/0242 A BE 2000/0242A BE 200000242 A BE200000242 A BE 200000242A BE 1013374 A3 BE1013374 A3 BE 1013374A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
fiber
fibers
loading spaces
filling tool
fiber loading
Prior art date
Application number
BE2000/0242A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Boucherie Nv G B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Boucherie Nv G B filed Critical Boucherie Nv G B
Priority to BE2000/0242A priority Critical patent/BE1013374A3/nl
Priority to EP01201070A priority patent/EP1142507B8/en
Priority to ES01201070T priority patent/ES2220658T3/es
Priority to DE60103201T priority patent/DE60103201T2/de
Priority to US09/824,660 priority patent/US20010026093A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1013374A3 publication Critical patent/BE1013374A3/nl
Priority to US10/703,600 priority patent/US6905176B2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A46BRUSHWARE
    • A46DMANUFACTURE OF BRUSHES
    • A46D3/00Preparing, i.e. Manufacturing brush bodies
    • A46D3/08Parts of brush-making machines
    • A46D3/082Magazines for bristles; Feeding bristles to magazines; Knot picking

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Brushes (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van borstels, waarbij enerzijds, vezels (3) door middel van minstens één hulpinrichting (15) die minstens twee vezellaadruimten (16-20) bevat aan minstens één vulwerktuig (4) worden toegevoerd, en, anderzijds, de voornoemde vezellaadruimten (16-20) worden bijgevuld door vezels (3) te ontnemen aan minstens twee respectieve vezeltoevoerkananelen (8-12) , waarbij door middel van het vulwerking (4) de vezels (3) in borstellichamen (6) worden ingeplant, daardoor gekenmerkt dat, enerzijds , het toevoeren van de vezels (3) vanuit de vezellaadruimten (16-20) aan het vulwerktuig (4), en , anderzijds, het bijvullen van de vezellaadruimten (16-20) met vezels (3) uit de vezeltoevoerkanalen (8-12) wordt gerealiseerd door middel van op zich onafhankelijke werkingscycli.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels. 



  Meer speciaal betreft zij een werkwijze en inrichting waarbij enerzijds, vezels door middel van minstens één hulpinrichting die minstens twee vezellaadruimten bevat aan minstens één vulwerktuig worden toegevoerd, en, anderzijds, de voornoemde vezellaadruimten worden bijgevuld door vezels te ontnemen aan minstens twee respectieve vezeltoevoerkanalen, waarbij door middel van het vulwerktuig de vezels in borstellichamen worden ingeplant. 



  Een inrichting van hierboven beschreven aard is reeds bekend uit de Europese octrooiaanvrage nr. 0.916.283. 



  Volgens de hierin beschreven inrichting bestaat de hulpinrichting uit een schijfvormig tussenelement dat langs zijn volledige omtrek is voorzien van vezellaadruimten, waarbij terwijl de vezellaadruimten aan één plaats langs de omtrek samenwerken met het vulwerktuig teneinde dit vulwerktuig van vezels te voorzien, de vezellaadruimten aan een andere plaats langs de omtrek samenwerken met de vezeltoevoerkanalen teneinde met vezels uit deze vezeltoevoerkanalen te worden bijgevuld. Hierdoor kunnen uit meerdere vezeltoevoerkanalen gemakkelijk vezels selectief aan een vulwerktuig worden toegevoerd. 



  De uitvinding beoogt een werkwijze en inrichting die eveneens toelaten dat vanuit meerdere vezeltoevoerkanalen gemakkelijk vezels selectief aan een vulwerktuig kunnen worden toegevoerd, waarbij dergelijke werkwijze en 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 inrichting in menig opzicht geoptimaliseerd zijn en zodoende bijkomende voordelen opleveren. 



  Hiertoe betreft de uitvinding in de eerste plaats een werkwijze voor het vervaardigen van borstels, waarbij, enerzijds, vezels door middel van minstens één hulpinrichting die minstens twee vezellaadruimten bevat aan minstens één vulwerktuig worden toegevoerd, en, anderzijds, de voornoemde vezellaadruimten worden bijgevuld door vezels te ontnemen aan minstens twee respectieve vezeltoevoerkanalen, waarbij door middel van het vulwerktuig de vezels in borstellichamen worden ingeplant, met als kenmerk dat, enerzijds, het toevoeren van de vezels vanuit de vezellaadruimten aan het vulwerktuig, en, anderzijds, het bijvullen van de vezellaadruimten met vezels uit de vezeltoevoerkanalen wordt gerealiseerd door middel van op zich onafhankelijke werkingscycli.

   Met onafhankelijke werkingscycli wordt hierbij bedoeld dat de bewegingen uitgevoerd door de vezellaadruimten minstens in bepaalde aspecten onafhankelijk van elkaar gebeuren. Door deze onafhankelijkheid wordt het voordeel verkregen dat de verplaatsing van de vezellaadruimten op het ogenblik dat zij samenwerken met het vulwerktuig kan worden geoptimaliseerd in functie van de vulbeweging, terwijl, los daarvan, de verplaatsing van de vezellaadruimten op het ogenblik dat zij samenwerken met de vezeltoevoerkanalen kan worden geoptimaliseerd in functie van' het bijvullen van de vezellaadruimten. 



  Bij voorkeur bestaat zulke optimalisatie erin dat de voornoemde vezellaadruimten tijdens de voornoemde twee werkingscycli aan verschillende gemiddelde snelheden worden verplaatst, waarbij de snelheid tijdens het bijvullen lager is dan de snelheid tijdens het toevoeren van de vezels aan 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 het vulwerktuig. Meer speciaal zullen de vezellaadruimten tijdens het toevoeren van de vezels aan het vulwerktuig worden verplaatst aan een hoge snelheid, bijvoorbeeld van meer dan 500 cycli/minuut, terwijl dit tijdens het bijvullen van de vezellaadruimten geschiedt aan een snelheid die aanzienlijk lager is, bijvoorbeeld zodanig gering is dat ongeveer twee vezellaadruimten per seconde worden bijgevuld.

   Doordat met verschillende snelheden wordt gewerkt, wordt aldus het voordeel verkregen dat het bijvullen van de tussenlaadruimten qua snelheid niet meer gekoppeld is aan het tempo waaraan het vulwerktuig werkzaam is, waardoor de tussenlaadruimten vrij langzaam kunnen worden gevuld, hetgeen op zijn beurt resulteert in een betere vulling, alsook in minder storingen bij de overdracht van vezels vanuit de vezeltoevoerkanalen naar de tussenlaadruimten. 



  Praktisch gezien geniet het de voorkeur dat, enerzijds, de vezellaadruimten op het ogenblik dat zij samenwerken met het vulwerktuig heen en weer worden bewogen volgens een bepaald patroon zodanig dat opeenvolgend de gepaste vezels aan het vulwerktuig worden gepresenteerd, en dat, anderzijds, tijdens het bijvullen, deze vezellaadruimten systematisch en opeenvolgend tegenover de vezeltoevoerkanalen worden gepresenteerd. Op deze wijze wordt bereikt dat de vezellaadruimten in een gelijkmatige beweging worden bijgevuld, hetgeen de goede werking en de uitsluiting van storingen bevordert. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal gebruik worden gemaakt van één of meer tussenmagazijnen die ieder een reeks van twee of meer van voornoemde vezellaadruimten bezitten, waarbij ieder betreffend tussenmagazijn wordt geroteerd tussen een positie waarbij het samenwerkt met het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 vulwerktuig en een positie waarbij het samenwerkt met de vezeltoevoerkanalen. 



  Verder wordt in de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van minstens twee tussenmagazijnen die ieder een reeks van twee of meer van voornoemde vezellaadruimten bezitten, waarbij terwijl één tussenmagazijn samenwerkt met het vulwerktuig, één of meer andere tussenmagazijnen bijgevuld worden, en zodoende steeds een tussenmagazijn ter beschikking van het vulwerktuig wordt gesteld. Op deze wijze kan de continuïteit van de toevoer van vezels aan het vulwerktuig worden gegarandeerd, terwijl toch in onafhankelijke werkingscycli, zoals voornoemd, kan blijven worden voorzien. 



  Daarnaast heeft de uitvinding eveneens betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van borstels, met andere woorden een borstelvervaardigingsmachine, meer speciaal een inrichting die toelaat om borstels volgens de hiervoor beschreven werkwijze te realiseren. Hiertoe betreft het een inrichting die minstens één vulwerktuig en een vezelmagazijn met minstens twee vezeltoevoerkanalen bevat, met als kenmerk dat zij tevens een hulpinrichting bevat met minstens twee vezellaadruimten, die onafhankelijk samenwerkt, enerzijds, met de vezeltoevoerkanalen teneinde vezels hieruit te ontnemen, en anderzijds, met het vulwerktuig teneinde dit met vezels te voeden. 



  Bij voorkeur bevat de hulpinrichting hierbij minstens twee tussenmagazijnen, ieder met een reeks van twee of meer vezellaadruimten, en is zij voorzien van aandrijfmiddelen die toelaten om de tussenmagazijnen te verplaatsen, zodanig dat wanneer één tussenmagazijn samenwerkt met het vulwerktuig, één of meer andere tussenmagazijnen bijgevuld 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 worden, en zodoende steeds een tussenmagazijn ter beschikking van het vulwerktuig wordt gesteld. 



  Om, enerzijds, een vlotte continue werking te kunnen garanderen, en, anderzijds, een constructie met een minimaal aantal componenten te verkrijgen, wordt de hulpinrichting bij voorkeur met precies twee tussenmagazijnen uitgerust. 



  De tussenmagazijnen zijn bij voorkeur roteerbaar, meer speciaal langs éénzelfde as. In een praktische uitvoeringsvorm bestaan zij hiertoe uit elementen in de vorm van een cirkelsegment, waarbij deze tussenmagazijnen in éénzelfde vlak verdraaibaar zijn. 



  Praktisch gezien geniet het de voorkeur dat de hulpinrichting is voorzien van aandrijfmiddelen die toelaten om de vezellaadruimten tijdens de voornoemde twee werkingscycli aan verschillende gemiddelde snelheden te verplaatsen, waarbij de gemiddelde snelheid tijdens het bijvullen lager is dan de gemiddelde snelheid tijdens het toevoeren van de vezels aan het vulwerktuig. 



  Bij voorkeur zijn de vezeltoevoerkanalen aangebracht in een verschuifbaar vezelmagazijn, waarbij tussen de hulpinrichting en het vezelmagazijn een doorgang is gevormd, zodanig dat door het systematisch langs elkaar bewegen van de voornoemde vezellaadruimten en vezeltoevoerkanalen, de vezellaadruimten met vezels worden bijgevuld. 



  Alhoewel de uitvinding nuttig is vanaf het feit dat selectief vezels uit twee vezeltoevoerkanalen hoeven te worden ontnomen en aan een vulwerktuig dienen te worden 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 toegevoerd, komt zij nog optimaler tot haar recht bij toepassingen waarbij de selectieve vezeltoevoer dient te gebeuren vanuit meer dan twee vezeltoevoerkanalen. In een praktische commerciële uitvoering zal de inrichting vijf vezeltoevoerkanalen bevatten, waarbij de hulpinrichting met tussenmagazijnen met ieder vijf vezellaadruimten is uitgerust. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in bovenaanzicht een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuren 2 en 3 op een grotere schaal doorsneden weergeven volgens lijnen II-II en III-III in figuur 1; figuren 4,5 en 6 een zicht weergeven analoog aan dat van figuur 1, doch voor verschillende standen. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het vervaardigen van borstels 2, waarbij vezels 3 aan een vulwerktuig 4 worden toegevoerd dat systematisch, volgens een welbepaald patroon vezelbundeltjes 5, gevormd uit de vezels 3, in borstellichamen 6 inplant. 



  De vezels 3 worden hierbij toegevoerd vanuit een vezelmagazijn 7 dat op bekende wijze is voorzien van vezeltoevoerkanalen, in dit geval vijf in aantal, respectievelijk 8 tot 12. Het vezelmagazijn 7 is op bekende wijze voorzien van aandrukmiddelen 13 die de vezels 3 naar de uiteinden 14 van de vezeltoevoerkanalen 8-12 drukken. De vezeltoevoerkanalen 8-12 kunnen met verschillende vezels 3 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 worden gevuld, waarbij deze vezels 3 van een verschillende soorten kunnen zijn, waarmee bedoeld wordt dat de vezels 3 verschillende afmetingen kunnen vertonen en/of van verschillende kleur en/of van verschillende aard kunnen zijn. Het verschil in vezels 3 is aangeduid met de letters A-B-C-D-E. De vezeltoevoerkanalen 8-12 kunnen manueel of automatisch van vezels 3 worden voorzien. 



  Tussen het vezelmagazijn 7 en het vulwerktuig 4 is een hulpinrichting 15 aanwezig met minstens twee vezellaadruimten, doch in het weergegeven voorbeeld twee reeksen van vijf vezellaadruimten, respectievelijk 16 tot 20, die kunnen samenwerken, enerzijds, met de vezeltoevoerkanalen 8-12 teneinde vezels 3 hieruit te ontnemen, en anderzijds, met het vulwerktuig 4 teneinde dit met vezels 3 te voeden. Het vulwerktuig 4 is op bekende wijze uitgerust met een bundelafnemer 21 met een opening 22 waardoor uit de vezellaadruimten 16-20 vezelbundeltjes 5 worden afgescheiden en voor een vulmechanisme 23 worden gepresenteerd, waarbij dit laatste de vezels 3 inplant in de borstellichamen 6. De bundelafnemer 21 en het vulmechanisme 23 worden op een bekende, niet weergegeven wijze aangedreven. 



  Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat de hulpinrichting 15 zodanig is uitgevoerd dat de vezellaadruimten 16-20 door middel van onafhankelijke werkingscycli kunnen samenwerken, enerzijds, met het vulwerktuig 4 en, anderzijds, met de vezeltoevoerkanalen 8 tot 12. 



  In het weergegeven voobeeld is de hulpinrichting 15 hiertoe uitgerust met twee tussenmagazijnen 24-25 waarin telkens 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 één van de voornoemde reeksen vezellaadruimten 16-17-18-19-20 aanwezig is. 



  De tussenmagazijnen 24-25 zijn roteerbaar, in dit geval langs éénzelfde rotatie-as 26. Zij zijn gevormd uit elementen in de vorm van een cirkelsegment, waarbij deze elementen in éénzelfde vlak verdraaibaar zijn rond de voornoemde rotatie-as 26. 



  Zoals zichtbaar in de doorsnede van figuur 2, bestaan de tussenmagazijnen 24-25 uit sleden die in een gemeenschappelijke drager 27 verschuifbaar zijn, door middel van koppelmiddelen die in het weergegeven voorbeeld bestaan uit aan de tussenmagazijnen 24-25 aangebrachte elementen 28-29 die verschuifbaar zijn in een cirkelvormige groef 30. 



  De tussenmagazijnen 24-25 worden ieder door middel van een afzonderlijke motor 31-32 aangedreven. In het weergegeven voorbeeld zijn dit elektrische motors, bijvoorbeeld servomotors, doch het is duidelijk dat ook lineaire motors kunnen worden aangewend of aandrijfcilinders die passend met de tussenmagazijnen 24-25 zijn gekoppeld. De motors 31-32 voorzien via overbrengingen, in dit geval gevormd uit tandwielen 33-34 die met tandkransen 35-36 samenwerken, in de rotatie van de tussenmagazijnen 24-25. De tandkransen 35-36 zijn volledig cirkelvormig. Uiteraard kunnen volgens varianten de motors ook anders opgesteld zijn en kunnen andere overbrengingen worden toegepast. 



  Zoals zichtbaar in figuur 1, werken de tussenmagazijnen 24-25 aan hun buitenranden 37-38 samen met omhullende geleidingen 39-40. De vezellaadruimten 16-20 zijn met hun open uiteinden tegen de buitenranden 37-38 gelegen en zijn 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 voorzien van schematisch weergegeven aandrukmiddelen 41 die de erin aanwezige vezels 3 radiaal naar buiten drukken. 



  Het vezelmagazijn 7 is in het weergegeven voorbeeld verschuifbaar uitgevoerd en bestaat uit een slede 42 waarin de voornoemde vezeltoevoerkanalen 8-12 zijn aangebracht. 



  De slede 42 is hiertoe verschuifbaar gemonteerd op geleidingen 43 en is verplaatsbaar door middel van een met behulp van een motor 44 aangedreven wormschroef 45, die zoals weergegeven in figuur 3, aangrijpt in de slede 42. 



  Aan de voornoemde uiteinden 14 van de vezeltoevoerkanalen 8-12 is de slede 42 gesitueerd tegen geleidingen 46-47 die beletten dat de vezels 3 op ongewenste plaatsen de vezeltoevoerkanalen 8-12 kunnen verlaten. 



  Tussen de geleidingen 39-40 is een opening 48 gevormd die toelaat dat de vezels 3 vanuit de vezellaadruimten 16-20 in de opening 22 kunnen geduwd worden. Aan de tegenoverliggende zijde van de hulpinrichting 15 is dan weer een opening 49 aanwezig zodanig dat vezels uit een tegenover deze opening 49 gepresenteerd vezeltoevoerkanaal 8-12, vanuit dit laatste in een eveneens aan de opening gepresenteerde vezellaadruimte 16-20 kunnen worden gebracht. 



  De hulpinrichting 15 is voorzien van aandrijfmiddelen die toelaten om de vezellaadruimten 16-20 tijdens de voornoemde twee werkingscycli aan verschillende gemiddelde snelheden te verplaatsen, waarbij de snelheid tijdens het bijvullen lager is dan de snelheid tijdens het toevoeren van de vezels 3 aan het vulwerktuig 4.

   Hiertoe worden de motors 31-32 door middel van een stuureenheid 50 aangestuurd waarbij deze stuureenheid 50 minstens in drie aansturingen 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 voorziet, respectievelijk het verplaatsen van de tussenmagazijnen 24-25 tussen een positie waarbij zij samenwerken met het vulwerktuig 4 en een positie waarbij zij samenwerken met de vezeltoevoerkanalen 8-12, het verplaatsen van ieder tussenmagazijn 24-25 op het ogenblik dat dit samenwerkt met het vulwerktuig 4 teneinde volgens een bepaald patroon vezels 3 aan het vulwerktuig 4 toe te leveren en het verplaatsen van ieder tussenmagazijn 24-25 op het ogenblijk dat het samenwerkt met de vezeltoevoerkanalen 8-12, teneinde de vezellaadruimten 16-20 bij te vullen met vezels 3. 



  De borstellichamen 6 worden door middel van een werkstukhouder 51 voor het vulwerktuig 4 gebracht. Zulke werkstukhouders 51 die doorgaans in de vorm van een trommel zijn uitgevoerd, en waarmee de borstellichamen 6, naast in het vulstation, ook nog in andere bewerkingsstations worden gebracht, zijn op zich voldoende bekend en deze worden dan ook niet nader toegelicht. 



  De werking van de inrichting is hoofdzakelijk zoals hierna uiteengezet aan de hand van figuren 1, 4,5 en 6. 



  In de toestand van figuur 1, werkt het tussenmagazijn 24 samen met de bundelafnemer 21. Hierbij wordt dit tussenmagazijn 24 aan een hoog tempo heen en weer verplaatst, volgens een bepaald patroon en met een ritme dat synchroon is met het ritme van de bundelafnemer 21, één en ander zodanig dat in de gewenste volgorde vezels 3 van het soort A of B of C of D of E in de opening 22 worden geduwd, dit door de betreffende vezellaadruimten 16 tot 20 passend voor de voornoemde opening 48 te plaatsen. Het tijdens deze werkingscyclus aangehouden ritme zal 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 normalerwijze hoger liggen dan 500 cycli/minuut en doorgaans 800 a 1000 bedragen. 



  Het tussenmagazijn 25 is in een toestand waarbij de bijhorende vezellaadruimten 16-20 dienen te worden bijgevuld. Hierbij is dit in een positie gebracht waarbij het zich met één uiteinde kort voor de opening 49 bevindt. 



  In een volgende stap wordt, zoals weergegeven in figuur 4, het vezelmagazijn 7 door middel van de motor 44 naar links verschoven, terwijl, bij voorkeur simultaan, het tussenmagazijn 25 langsheen de opening 48 wordt verdraaid, zodanig dat één na één het vezeltoevoerkanaal 8 in verbinding wordt gesteld met de vezellaadruimte 16, vezeltoevoerkanaal 9 met vezellaadruimte 17, vezeltoevoerkanaal 10 met vezellaadruimte 18, enzovoort, zulks totdat een eindstand wordt bereikt, zoals weergegeven in figuur 5, waarbij de vezellaadruimten 16 tot 20 van het tussenmagazijn 25 opnieuw volledig gevuld zijn. 



  Tijdens de stap die hiervoor is beschreven aan de hand van figuren 4 en 5, blijft het tussenmagazijn 24 actief, met andere woorden blijft het voornoemde ritme vezels 3 aan de voornoemde bundelafnemer 21 afleveren. 



  Het is duidelijk dat de verplaatsing van het tussenmagazijn 25 tijdens het vullen echter aan een veel lager bewegingsritme kan worden doorgevoerd, zonder dat bruuske heen en weer verplaatsingen noodzakelijk zijn, waardoor een gelijkmatig en storingsvrij vullen met grote zekerheid kan worden gewaarborgd. 



  Na het vullen wordt het tussenmagazijn 25 in gereedheid gehouden naast het bewegend tussenmagazijn 24 en op een 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 gegeven ogenblik, dat door de stuureenheid 30 wordt bepaald, wordt het tussenmagazijn 24 verdraaid tot in een positie zoals weergegeven in figuur 6, terwijl het tussenmagazijn 25 de plaats van het tussenmagazijn 24 inneemt om aansluitend aan het voornoemde hoge ritme te worden bewogen en zodoende de bundelafnemer 21 van vezels 3 te voorzien. 



  Vervolgens wordt het te vullen tussenmagazijn 24 verder tot in een stand gedraaid zoals aangeduid met aslijn 52 in figuur 6. Het vullen van de vezellaadruimten 16-20 van het tussenmagazijn 24 wordt daarna gerealiseerd door het tussenmagazijn 24 en het vezelmagazijn 7 simultaan te verplaatsen. Het vezelmagazijn 7 beweegt dan naar rechts en het tussenmagazijn 24 vanuit de in aslijn 52 weergegeven positie in tegenwijzerzin. 



  Nadien kan het tussenmagazijn 25 op analoge wijze weer vervangen worden door het tussenmagazijn 24, waarbij het tussenmagazijn 25 dan terug in een positie zoals afgebeeld in figuur 1 wordt gebracht. 



  Volgens een niet weergegeven variante kunnen één of meer van de tussenmagazijnen ook met een beweging tegengesteld aan die van het vezelmagazijn 7 worden bewogen. 



  Vanzelfsprekend dienen dan wel voldoende afstanden tussen de vezellaadruimten onderling en de vezelkanalen onderling te worden gelaten om te verhinderen dat de vezels ongewenst onderling gemengd worden. 



  Ook kunnen in de opening of doorgang 49 aangestuurde afsluitmiddelen worden voorzien die de vezels 3 alleen doorlaten wanneer de gewenste vezellaadruimte tegenover het 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 gewenste vezeltoevoerkanaal staat. De voornoemde bewegingen hoeven dan niet meer simultaan te gebeuren. 



  Tevens hoeft het aantal vezellaadruimten niet overeen te stemmen met het aantal vezeltoevoerkanalen en kunnen twee of meer vezellaadruimten vanuit eenzelfde vezeltoevoerkanaal worden bijgevuld. Omgekeerd kan één vezellaadruimte ook met meerdere vezeltoevoerkanalen samenwerken. 



  Het is duidelijk dat de voornoemde bewegingen alle worden gerealiseerd met behulp van de motors 31-32-44, die daartoe passend worden aangestuurd door middel van de stuureenheid 50 die gekoppeld is aan het vulwerktuig 4. Duidelijkheidshalve is de stuureenheid 50 uitsluitend in figuur 1 afgebeeld. 



  De verandering van de posities van de tussenmagazijnen 24 en 25 kan eenvoudig worden bepaald in functie van de hoeveelheid uit de vezellaadruimten 16-20 ontnomen vezels 3, waarbij de vezelsoort die het meest wordt ontnomen, bepalend is voor de termijn binnen dewelke een tussenmagazijn opnieuw met vezels dient te worden bijgevuld. 



  De hiervoor beschreven werking illustreert eveneens de in de inleiding beschreven werkwijze. 



  Het is duidelijk dat verschillende varianten mogelijk zijn. 



  Zo bijvoorbeeld hoeven de tussenmagazijnen niet roterend te zijn en kunnen ook bestaan uit heen en weer verplaatsbare sleden. De roterende uitvoering laat echter een zeer compacte opbouw toe. 



  Ook het vezelmagazijn 7 kan op een andere wijze worden gerealiseerd. De vezeltoevoerkanalen 8-12 hoeven 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 bijvoorbeeld niet tot éénzelfde slede 42 te behoren. Ook kan in de plaats van één of meer sleden 42, gebruik worden gemaakt van een mechanisme dat een andere beweging dan een verschuiving toelaat. Zo bijvoorbeeld kunnen de vezeltoevoerkanalen 8-12 in een roteerbaar segment worden aangebracht, analoog als de vezellaadruimten 16-20. 



  Ook kan met slechts één tussenmagazijn 24 of 25 worden gewerkt, waarbij tijdens het bijvullen de vulcyclus uitgevoerd door de bundelafnemer 21 wordt onderbroken of door een tweede bundelafnemer wordt overgenomen, waarbij deze laatste door middel van een ander, eventueel identiek toevoersysteem, wordt gevoed met vezels 3. 



  Alhoewel in de tekeningen de uitvinding is weergegeven voor het vervaardigen van tandenborstels, is het duidelijk dat zij ook voor de vervaardiging van andere borstels kan worden aangewend. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze en inrichting kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (20)

Conclusies.
1.- Werkwijze voor het vervaardigen van borstels, waarbij, enerzijds, vezels (3) door middel van minstens één hulpinrichting (15) die minstens twee vezellaadruimten (16-20) bevat aan minstens één vulwerktuig (4) worden toegevoerd, en, anderzijds, de voornoemde vezellaadruimten (16-20) worden bijgevuld door vezels (3) te ontnemen aan minstens twee respectieve vezeltoevoerkanalen (8-12), waarbij door middel van het vulwerktuig (4) de vezels (3) in borstellichamen (6) worden ingeplant, daardoor gekenmerkt dat, enerzijds, het toevoeren van de vezels (3) vanuit de vezellaadruimten (16-20) aan het vulwerktuig (4), en, anderzijds, het bijvullen van de vezellaadruimten (16-20) met vezels (3) uit de vezeltoevoerkanalen (8-12) wordt gerealiseerd door middel van op zich onafhankelijke werkingscycli.
2.- Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde vezellaadruimten (16-20) tijdens de voornoemde twee werkingscycli aan verschillende gemiddelde snelheden worden verplaatst, waarbij de snelheid tijdens het bijvullen lager is dan de snelheid tijdens het toevoeren van de vezels (3) aan het vulwerktuig (4).
3. - Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de vezellaadruimten (16-20) tijdens het toevoeren van de vezels (3) aan het vulwerktuig (4) worden verplaatst met een snelheid van minstens 500 cycli/minuut, terwijl tijdens het bijvullen van de vezellaadruimten (16-20) dit geschiedt aan een snelheid die verhoudingsgewijs gering is, meer speciaal zodanig is dat ongeveer twee vezellaadruimten (16-20) per seconde worden bijgevuld. <Desc/Clms Page number 16>
4. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat, enerzijds, de vezellaadruimten (16-20) op het ogenblik dat zij samenwerken met het vulwerktuig (4) heen en weer worden bewogen volgens een bepaald patroon zodanig dat opeenvolgend de gepaste vezels (3) aan het vulwerktuig (4) worden gepresenteerd, en dat, anderzijds, tijdens het bijvullen, deze vezellaadruimten (16-20) systematisch en opeenvolgend tegenover de vezeltoevoerkanalen (8-12) worden gepresenteerd.
5.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van één of meer tussenmagazijnen (24-25) die ieder een reeks van twee of meer van voornoemde vezellaadruimten (16-20) bezitten, waarbij ieder betreffend tussenmagazijn (24-25) wordt geroteerd tussen een positie waarbij het samenwerkt met het vulwerktuig (4) en een positie waarbij het samenwerkt met de vezeltoevoerkanalen (8-12).
6. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van minstens twee tussenmagazijnen (24-25) die ieder een reeks van twee of meer van voornoemde vezellaadruimten (8-12) bezitten, waarbij terwijl één tussenmagazijn (24-25) samenwerkt met het vulwerktuig (4), één of meer andere tussenmagazijnen (24-25) bijgevuld worden, en zodoende steeds een tussenmagazijn (24-25) ter beschikking van het vulwerktuig (4) wordt gesteld.
7.- Inrichting voor het vervaardigen van borstels, meer speciaal volgens de werkwijze van conclusie 1, die minstens één vulwerktuig (4) en een vezelmagazijn (7) met minstens twee vezeltoevoerkanalen (8-12) bevat, daardoor gekenmerkt dat zij tevens een hulpinrichting (15) bevat met minstens <Desc/Clms Page number 17> twee vezellaadruimten (16-20), die onafhankelijk samenwerkt, enerzijds, met de vezeltoevoerkanalen (8-12) teneinde vezels (3) hieruit te ontnemen, en anderzijds, met het vulwerktuig (4) teneinde dit met vezels (3) te voeden.
8. - Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de hulpinrichting (15) minstens twee tussenmagazijnen (24-25) bevat, ieder met een reeks van twee of meer vezellaadruimten (16-20).
9. - Inrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de hulpinrichting (15) is voorzien van aandrijfmiddelen die toelaten om de tussenmagazijnen (24-25) te verplaatsen, zodanig dat wanneer één tussenmagazijn (24-25) samenwerkt met het vulwerktuig, één of meer andere tussenmagazijnen (24-25) bijgevuld worden, en zodoende steeds een tussenmagazijn (24-25) ter beschikking van het vulwerktuig (4) is.
10.- Inrichting volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de hulpinrichting (15) precies twee tussenmagazijnen (24-25) bevat.
11.- Inrichting volgens één van de conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de tussenmagazijnen (24-25) roteerbaar zijn.
12.- Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de tussenmagazijnen (24-25) roteerbaar zijn langs éénzelfde rotatie-as (26) .
13. - Inrichting volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de tussenmagazijnen (24-25) bestaan uit <Desc/Clms Page number 18> elementen in de vorm van een cirkelsegment, waarbij deze elementen in éénzelfde vlak verdraaibaar zijn.
14.- Inrichting volgens één van de conclusies 8 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de tussenmagazijnen (24-25) bestaan uit sleden die in een gemeenschappelijke drager (27) verschuifbaar zijn.
15.- Inrichting volgens één van de conclusies 8 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de tussenmagazijnen (24-25) ieder door middel van een afzonderlijke motor (31-32) worden aangedreven.
16.- Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot 15, daardoor gekenmerkt dat de hulpinrichting (15) is voorzien van aandrijfmiddelen die toelaten om de vezellaadruimten (16-20) tijdens de voornoemde twee werkingscycli aan verschillende gemiddelde snelheden te verplaatsen, waarbij de snelheid tijdens het bijvullen lager is dan de snelheid tijdens het toevoeren van de vezels (3) aan het vulwerktuig (4) .
17. - Inrichting volgens conclusies 15 en 16, daardoor gekenmerkt dat de motors (31-32) die de tussenmagazijnen (24-25) aandrijven, bestaan uit door middel van een stuureenheid (50) aangestuurde motors (31-32), waarbij deze stuureenheid (50) minstens in drie aansturingen voorziet, respectievelijk het verplaatsen van de tussenmagazijnen (24-25) tussen een positie waarbij zij samenwerken met het vulwerktuig (4) en een positie waarbij zij samenwerken met de vezeltoevoerkanalen (8-12), het verplaatsen van ieder tussenmagazijn (24-25) op het ogenblik dat dit samenwerkt met een vulwerktuig (4) teneinde volgens een bepaald patroon vezels (3) aan het vulwerktuig (4) toe te leveren <Desc/Clms Page number 19> en het verplaatsen van ieder tussenmagazijn (24-25) op het ogenblijk dat het samenwerkt met de vezeltoevoerkanalen (8-12), teneinde de vezellaadruimten (16-20)
bij te vullen met vezels (3) .
18.- Inrichting volgens één van de conclusie 7 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de vezeltoevoerkanalen (8-12) zijn aangebracht in een verschuifbaar vezelmagazijn (7), waarbij tussen de hulpinrichting (15) en het vezelmagazijn (7) een opening (49) is gevormd, zodanig dat door het systematisch langs elkaar bewegen van de voornoemde vezellaadruimten (16-20) en vezeltoevoerkanalen (8-12), de vezellaadruimten (16-20) met vezels (3) worden bijgevuld.
19.- Inrichting volgens conclusie 18, daardoor gekenmerkt dat het vezelmagazijn (7) bestaat uit een slede (42) die door middel van een met behulp van een motor (44) aangedreven wormschroef (45) verplaatsbaar is.
20.- Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot 17, daardoor gekenmerkt dat zij vijf vezeltoevoerkanalen (8-12) bevat, alsmede een hulpinrichting (15) met tussenmagazijnen (24-25) met ieder vijf vezellaadruimten (16-20).
BE2000/0242A 2000-04-04 2000-04-04 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels. BE1013374A3 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0242A BE1013374A3 (nl) 2000-04-04 2000-04-04 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels.
EP01201070A EP1142507B8 (en) 2000-04-04 2001-03-22 Method and device for manufacturing brushes
ES01201070T ES2220658T3 (es) 2000-04-04 2001-03-22 Metodo y dispositivo para la fabricacion de cepillos.
DE60103201T DE60103201T2 (de) 2000-04-04 2001-03-22 Verfahren und Vorrichtung zur Bürstenherstellung
US09/824,660 US20010026093A1 (en) 2000-04-04 2001-04-04 Method and device for manufacturing brushes
US10/703,600 US6905176B2 (en) 2000-04-04 2003-11-10 Method and device for manufacturing brushes

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2000/0242A BE1013374A3 (nl) 2000-04-04 2000-04-04 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1013374A3 true BE1013374A3 (nl) 2001-12-04

Family

ID=3896479

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2000/0242A BE1013374A3 (nl) 2000-04-04 2000-04-04 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels.

Country Status (5)

Country Link
US (2) US20010026093A1 (nl)
EP (1) EP1142507B8 (nl)
BE (1) BE1013374A3 (nl)
DE (1) DE60103201T2 (nl)
ES (1) ES2220658T3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1535534A2 (en) 2003-11-28 2005-06-01 Firma G.B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap Device for manufacturing brushes and method applied thereby

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1015591A3 (nl) * 2003-07-03 2005-06-07 Boucherie Nv G B
AU2006340834B2 (en) 2005-11-14 2010-12-23 Colgate-Palmolive Company Light-emitting oral care implement
DE202005020231U1 (de) * 2005-12-27 2006-03-30 Firma G.B. Boucherie N.V. Bürsten-Stopfmaschine
JP5228051B2 (ja) 2008-08-20 2013-07-03 ライオン株式会社 ブラシの製造方法、歯ブラシ及び毛束加工装置
KR100900805B1 (ko) * 2008-10-27 2009-06-04 주식회사 베스트화성 기계적 방법에 의한 칫솔모의 테이퍼 가공방법
EP2243394A1 (de) * 2009-04-21 2010-10-27 M+C Schiffer GmbH Verfahren zur Bildung eines Borstenbündels sowie eine zur Durchführung des Verfahrens geeignete Vorrichtung
DE102010015118A1 (de) 2010-04-16 2011-10-20 Zahoransky Ag Vorrichtung zum Herstellen von Borstenfeldern für Bürsten
EP2641460B1 (en) 2012-03-19 2014-03-12 Fabrizio Bernini Apparatus for cutting grass
ITBO20120680A1 (it) * 2012-12-18 2014-06-19 Borghi S P A Macchina punzonatrice automatica per produrre spazzole e metodo per produrre spazzole in automatico per punzonatura
EP3138438B1 (en) 2015-09-03 2018-09-05 The Procter and Gamble Company Tuft picker for a tuft picking device of a brush making machine
EP3138436A1 (en) * 2015-09-03 2017-03-08 The Procter and Gamble Company Tuft picking device for a brush making machine
EP3351142B1 (en) 2017-01-24 2019-10-16 The Procter and Gamble Company Tuft picker for a brush making machine
EP3351143B1 (en) 2017-01-24 2019-11-06 The Procter and Gamble Company Tuft picker for a brush making machine
DE202017101044U1 (de) * 2017-02-24 2018-05-25 Zahoransky Ag Entnahmevorrichtung und Bürstenherstellungsmaschine mit einer solchen

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE881914A (nl) * 1980-02-26 1980-08-26 Boucherie Nv G B Besturingsstelsel voor het synchroniseren van drukcilinders
BE895131A (fr) * 1981-12-29 1983-03-16 Zahoransky Anton Fa Machine a fabriquer des brosses
US4733917A (en) * 1985-06-28 1988-03-29 Firma G.B. Boucherie, Naamloze Vennootschap Arrangement for supplying fibres to a filling tool of a brush-making machine
DE19745024A1 (de) * 1997-10-11 1999-04-15 Zahoransky Anton Gmbh & Co Bürstenherstellungsmaschine
EP0916283A1 (en) * 1997-11-14 1999-05-19 G.B. Boucherie, N.V. Device for supplying fibres to a filling instrument in a brush manufacturing machine

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2812746C2 (de) 1978-03-23 1985-05-30 Friedrich Schlesinger, Maschinenfabrik, 3558 Frankenberg Maschine zur Herstellung von Bürsten

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE881914A (nl) * 1980-02-26 1980-08-26 Boucherie Nv G B Besturingsstelsel voor het synchroniseren van drukcilinders
BE895131A (fr) * 1981-12-29 1983-03-16 Zahoransky Anton Fa Machine a fabriquer des brosses
US4733917A (en) * 1985-06-28 1988-03-29 Firma G.B. Boucherie, Naamloze Vennootschap Arrangement for supplying fibres to a filling tool of a brush-making machine
DE19745024A1 (de) * 1997-10-11 1999-04-15 Zahoransky Anton Gmbh & Co Bürstenherstellungsmaschine
EP0916283A1 (en) * 1997-11-14 1999-05-19 G.B. Boucherie, N.V. Device for supplying fibres to a filling instrument in a brush manufacturing machine

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1535534A2 (en) 2003-11-28 2005-06-01 Firma G.B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap Device for manufacturing brushes and method applied thereby
BE1015733A3 (nl) 2003-11-28 2005-07-05 Boucherie Nv G B Inrichting voor het vervaardigen van borstels en werkwijze daarbij toegepast.
EP1535534A3 (en) * 2003-11-28 2007-03-28 Firma G.B. BOUCHERIE, naamloze vennootschap Device for manufacturing brushes and method applied thereby

Also Published As

Publication number Publication date
US6905176B2 (en) 2005-06-14
EP1142507A1 (en) 2001-10-10
EP1142507B8 (en) 2004-08-04
DE60103201D1 (de) 2004-06-17
DE60103201T2 (de) 2005-06-23
ES2220658T3 (es) 2004-12-16
EP1142507B1 (en) 2004-05-12
US20010026093A1 (en) 2001-10-04
US20040090108A1 (en) 2004-05-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1013374A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels.
BE1011547A3 (nl) Inrichting voor het toevoeren van vezels aan een vulwerktuig bij een borstelvervaardigingsmachine.
US3650018A (en) Machine tool with tool changing and transferring means
BE1015733A3 (nl) Inrichting voor het vervaardigen van borstels en werkwijze daarbij toegepast.
GB2148188A (en) Producing pads with pronged wire binding strips
US3955687A (en) Apparatus for feeding workpieces into work spindles of multiple-spindle bar machines
DE2552671A1 (de) Automatische einrichtung fuer die befoerderung von zigarettenbehaeltern von den geraeten zum fuellen derselben zu den beladungsmechanismen der trichter von zigarettenverpackungsmaschinen
US5474514A (en) Method and machine tool for changing tools
GB1075827A (en) Method and apparatus for forming cigarette blocks
BE902770A (nl) Inrichting voor de vezeltoevoer aan een vulwerktuig van een borstelvervaardigingsmachine.
GB1599249A (en) Brush making
US4474093A (en) Apparatus for accumulating stacks of paper sheets or the like
US3812983A (en) Apparatus for feeding bars in automatic single-spindle bar machines
BE1000374A4 (nl) Borstelvervaardigingsmachine.
JPH0848457A (ja) 印刷された製作物の処理方法及び装置
GB1583766A (en) Apparatus for turning a row of cigarettes
US4889226A (en) Apparatus for transferring block-shard groups of rod-shaped articles of the tobacco processing industry
BE1009051A3 (nl) Borstelvervaardigingsmachine en werkwijze voor het vervaardigen van borstels.
US4404729A (en) Multi-spindle machine tools
BE1005763A3 (nl) Machine voor de vervaardiging van borstels.
BE1008053A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van borstels.
JP3877403B2 (ja) 棒材自動送給装置
GB2173166A (en) Wrapping bodies e g soap
SU722823A1 (ru) Роторно-конвейерна машина
US3132901A (en) Automatic brushmaking machine

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20040430