BE1012392A3 - Breedhouderinrichting voor een weefmachine. - Google Patents

Breedhouderinrichting voor een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1012392A3
BE1012392A3 BE9900036A BE9900036A BE1012392A3 BE 1012392 A3 BE1012392 A3 BE 1012392A3 BE 9900036 A BE9900036 A BE 9900036A BE 9900036 A BE9900036 A BE 9900036A BE 1012392 A3 BE1012392 A3 BE 1012392A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
fabric
cylindrical
wide
cylindrical element
holder device
Prior art date
Application number
BE9900036A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Naamloze Vennootschap filed Critical Picanol Naamloze Vennootschap
Priority to BE9900036A priority Critical patent/BE1012392A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1012392A3 publication Critical patent/BE1012392A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/22Temples

Abstract

Breedhouderinichting voor een weefmachine, die nabij een weefselrand (2) tussen een weefselsteun (3) en een geleidingselelement (5) voor het weefsel (4) opstelbaar is, en die twee cilindervormige elementen (6,7) bevat, die over een bepaalde ingrijphoek (A1,B1;A2,B2) kunnen samenwerken met het weefsel (4).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Breedhouderinrichting voor een weefmachine. 



  De uitvinding betreft een breedhouderinrichting voor een weefmachine, die nabij een weefselrand tussen een weefselsteun en een geleidingselement voor het weefsel opstelbaar is, en die een cilindervormig element met een bepaalde lengte vertoont, dat bedoeld is om over een bepaalde ingrijphoek samen te werken met het weefsel. 



  Bij weefmachines is het gekend, dat het gevormde weefsel een neiging vertoont zich volgens de breedte samen te trekken. Teneinde het weefsel ter hoogte van de aanslaglijn gestrekt te houden, is het gekend uit US 5092371 om nabij de aanslaglijn ter hoogte van de beide weefselranden, een breedhouderinrichting te voorzien. Dergelijke breedhouderinrichting bevat een cilindervormig element met een bepaalde lengte, en met een buitenoppervlak dat over een bepaalde ingrijphoek samenwerkt met het weefsel. Het buitenoppervlak van het cilindervormig element is zodanig uitgevoerd, dat het element een zijdelingse kracht in de richting van de weefselrand op het weefsel kan uitoefenen, teneinde het weefsel te strekken. Hiertoe kan het cilindervormig element een aantal draaibaar opgestelde ringen bevatten, die aan hun buitenoppervlak voorzien zijn van naaldjes. 



  Door de hoekpositie van de ringen in te stellen en/of door een gepaste keuze van de naaldjes, is het mogelijk de voornoemde zijdelingse kracht in te stellen. Volgens een andere mogelijkheid kan het cilindervormig element een staaf bevatten, die langsheen zijn buitenoppervlak voorzien is van een schroefvertanding. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Een gekende breedhouderinrichting bevat tevens een steun die voorzien is van twee steunelementen. Een eerste steunelement of weefselsteun ondersteunt het weefsel voor het cilindervormig element, dit betekent tussen de aanslaglijn en het cilindervormig element, terwijl het tweede steunelement het weefsel ondersteunt na het cilindervormig element, dit betekent tussen het cilindervormig element en het geleidingselement voor het weefsel. 



  Teneinde de zijdelingse kracht, die het cilindervormig element uitoefent op het weefsel in te stellen, wordt het cilindervormig element dieper of minder diep tussen de beide steunelementen voorzien. In geval een grote zijdelingse kracht vereist is, is het noodzakelijk het cilindervormig element relatief diep tussen beide steunelementen aan te brengen, waardoor het weefsel ter hoogte van de breedhouderinrichting relatief sterk wordt vervormd. In geval een grote zijdelingse kracht vereist is, bij een bepaald weefsel met bijvoorbeeld een ruitvormig motief, kunnen om voornoemde redenen de gekende breedhouderinrichtingen moeilijk aangewend worden.

   De vervormingen van het weefsel geven aanleiding tot het vervormen van de aanslaglijn, zodat het motief in het weefsel nabij de weefselrand tevens vervormd wordt, hetgeen aanleiding geeft tot een weefsel met een mindere kwaliteit nabij de weefselrand. 



  Volgens een andere mogelijkheid, zoals beschreven in figuur 1 van FR-A 2202178, bevat de breedhouderinrichting twee cilindervormige elementen en een steun, met een eerste steunelement of weefselsteun tussen de aanslaglijn en een eerste cilindervormig element, een tweede steunelement tussen beide cilindervormige 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 elementen, en een derde steunelement tussen het tweede cilindervormig element en het geleidingselement voor het weefsel. Dergelijke opstelling laat wel toe een relatief grote zijdelingse kracht op het weefsel uit te oefenen, maar biedt als nadeel dat de vervorming van het weefsel door de breedhouderinrichting aanzienlijk is, zodanig dat een dergelijke breedhouderinrichting moeilijk kan aangewend worden bij weefsels met bijvoorbeeld een bepaald ruitvormig motief. 



  Het doel van de uitvinding is de vervormingen van het weefsel en/of van de aanslaglijn ter hoogte van een breedhouderinrichting te beperken, zonder dat de zijdelingse kracht die de breedhouderinrichting op het weefsel uitoefent, dient te verminderen. 



  Tot dit doel, bevat de breedhouderinrichting volgens de uitvinding twee cilindervormige elementen, die over een bepaalde ingrijphoek kunnen samenwerken met het weefsel, en die zodanig zijn opgesteld, dat het weefsel rechtstreeks van het eerste cilindervormig element naar het tweede cilindervormig element kan geleid worden, en dat de twee cilindervormige elementen elk met een verschillende zijde van het weefsel kunnen samenwerken. 



  Door het voorzien van een breedhouderinrichting volgens de uitvinding, wordt bekomen dat het weefsel met een relatief grote zijdelingse kracht op breedte wordt gehouden, zonder dat het weefsel en/of de aanslaglijn ter hoogte van de weefselranden wezenlijk worden vervormd. Dit maakt de breedhouderinrichting volgens de uitvinding bijzonder geschikt om toegepast te worden bij weefmachines, waarbij weefsels met bijvoorbeeld een ruitvormig motief worden verweven. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Volgens een uitvoeringsvorm vertonen de twee cilindervormige elementen een gelijke doormeter. Dit biedt als voordeel dat twee cilindervormige elementen met standaard afmetingen kunnen aangewend worden. 



  Volgens een uitvoeringsvorm zijn de cilindervormige elementen zodanig opgesteld, dat de wanden van de cilindervormige elementen die kunnen samenwerken met het weefsel aan weerszijden van de verbindingslijn tussen de weefselsteun en het geleidingselement voor het weefsel zijn gelegen. De lengte van het weefseleinde dat gelegen is tussen beide cilindervormige elementen is bij voorkeur zo klein mogelijk. Dit biedt als voordeel dat het weefsel nagenoeg continu over een grote ingrijphoek kan samenwerken met een cilindervormig element, zodat een relatief grote zijdelingse kracht op het weefsel kan uitgeoefend worden, zonder dat het weefsel aanzienlijk wordt vervormd. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het eerste nabij de aanslaglijn opgestelde cilindervormige element boven het weefsel opgesteld, terwijl het tweede nabij het geleidingselement gelegen cilindervormig element onder het weefsel is opgesteld. Hierbij wordt het eerste boven het weefsel opgestelde cilindervormig element bij voorkeur hoogte-instelbaar opgesteld. Door de goede bereikbaarheid van het voornoemde element, kan de zijdelingse kracht op een eenvoudige manier ingesteld worden. Het tweede onder het weefsel opgestelde cilindervormig element is bij voorkeur vast opgesteld. 



  Teneinde de kenmerken en de verdere voordelen van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen, wordt de 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch een weefmachine met een breedhouderinrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een zicht volgens pijl F2 in figuur 1 weergeeft ; figuur 3 het zieht van figuur 1 in een andere stand weergeeft. 



  De in figuren 1 en 2 weergegeven weefmachine bevat een breedhouderinrichting 1 volgens de uitvinding, die nabij de weefselrand 2 tussen een weefselsteun 3, die nabij de aanslaglijn 29 van het weefsel 4 is gelegen, en een geleidingselement 5 voor het weefsel 4 is opgesteld. De breedhouderinrichting 1 bevat twee cilindervormige elementen 6 en 7 die een bepaalde lengte L vertonen, en die bedoeld zijn om over een bepaalde ingrijphoek Al of Bl samen te werken met het weefsel 4. De beide elementen 6 en 7 zijn zodanig opgesteld, dat het weefsel 4 rechtstreeks van het eerste cilindervormig element 6 naar het tweede cilindervormig element 7 kan geleid worden, en dat de cilindervormige elementen 6,7 elk met een verschillende zijde van het weefsel 4 kunnen samenwerken. In de weergegeven uitvoeringsvorm vertonen de twee elementen 6 en 7 een gelijke doormeter. 



  Zoals verduidelijkt in figuur 2 bevat elk cilindervormig element 6 of 7 een aantal draaibaar opgestelde ringen 8, die aan hun buitenoppervlak voorzien zijn van naaldjes. 



  Verder bevatten de weergegeven elementen 6 en 7 een cilindervormig of staafvormig uiteinde 9. Het uiteinde 9 kan bijvoorbeeld van een niet weergegeven schroef- 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 vertanding voorzien worden. Volgens een niet weergegeven variante kan elk cilindervormig element bestaan uit een ronde staaf, die langsheen zijn buitenoppervlak voorzien is van een schroefvertanding. Uiteraard is het ook mogelijk cilindervormige elementen met andere ringen, schroeven of eender welk type breedhoudmiddelen, of combinaties ervan, aan te wenden. 



  Zoals zichtbaar in figuur 1 worden de cilindervormige elementen zodanig opgesteld, dat de wanden 10 of 11 van de cilindervormige elementen 6,7 die samenwerken met het weefsel 4 aan weerszijden van de verbindingslijn 12 tussen de weefselsteun 3 en het geleidingselement 5 voor het weefsel 4 zijn gelegen. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn tevens de assen 13,14 waarrond de ringen 8 van de cilindervormige elementen 6,7 draaibaar zijn aangebracht, aan weerszijden van de verbindingslijn 12 gelegen. 



  De as 13 van het eerste nabij de aanslaglijn 29 en boven het weefsel 4 opgestelde element 6 is voorzien op een steun 15, die draaibaar gelagerd is omheen een as 16 van het weefmachinefreem. Die steun 15 kan door middel van instelmiddelen 17, zoals een bout die samenwerkt met een sleuf, in een bepaalde positie ten opzichte van het weefmachinefreem ingesteld worden, zodat het element 6 hoogte-instelbaar is opgesteld. Bij figuur 3 is het element 6 in een andere hoogte-positie ingesteld dan bij 
 EMI6.1 
 figuur 1, meer speciaal werkt het element 6 bij figuur 3 over een grotere ingrijphoek A2, dan de ingrijphoek Al van figuur 1, samen met het weefsel 4, waardoor tevens de ingrijphoek B2 groter wordt dan de ingrijphoek B1 van figuur 1.

   Het hoogte-instelbaar maken van het eerste cilindervormig element 6, dat normalerwijze de grootste 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 zijdelingse kracht op het weefsel 4 kan uitoefenen, laat toe deze zijdelingse kracht voordelig in te stellen. 



  De as 14 van het tweede nabij het geleidingselement 5 en onder het weefsel opgesteld element 7 is voorzien op een steun 18, die via een boutverbinding 19 vast bevestigd is aan een stuk 20, die de weefselsteun 3 bevat. Dit stuk 20 is op zijn beurt door middel van een boutverbinding 21 vast aan het weefmachinefreem 22 bevestigd. Bij deze uitvoeringsvorm is het eerste cilindervormig element 6 tevens hoger opgesteld dan het tweede cilindervormig element 7. 



  Het is duidelijk dat de cilindervormige elementen 6,7 volgens een niet weergegeven mogelijkheid op een andere manier ten opzichte van het weefmachinefreem, en al dan niet instelbaar kunnen opgesteld worden. Bijvoorbeeld kan gebruik gemaakt worden van een opstelling analoog als beschreven in US 5092371. Deze opstelling kan toelaten zowel het cilindervormig element 6 als het cilindervormig element 7 zowel volgens de hoogte als volgens de diepte in te stellen. 



  De lengte van het weefseleinde 23, dat gelegen is tussen beide cilindervormige elementen 6,7 is bij voorkeur zo klein mogelijk. Bijvoorbeeld is deze afstand kleiner dan de afstand tussen de assen 13,14 van de voornoemde cilindervormige elementen 6,7 of kleiner dan de doormeter van de voornoemde cilindervormige elementen 6, 7. Deze kleine lengte is mogelijk daar de beide cilindervormige elementen 6,7 elk met een verschillende zijde van het weefsel 4 samenwerken. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 De steun 15 en de steun 18 kunnen eveneens volgens de breedte van de weefmachine verplaatst worden in geval geweven dient te worden over een andere weefbreedte. 



  Verder wordt in de figuren l tot 3 een weeflade 24 met een profielriet 25, bijblazers 26 en rietbevestiging 27 van een luchtweefmachine weergegeven, en zijn kettingdraden 28 weergegeven die nabij de aanslaglijn 29 in het weefsel 4 geweven worden. 



  Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt het weefsel met een relatief grote zijdelingse kracht op breedte gehouden, die geleverd wordt door twee cilindervormige elementen, die elk een bepaalde zijdelingse kracht op het weefsel kunnen leveren. Het nabij het weefsel opgesteld cilindervormig element kan weliswaar het meest effectief een kracht uitoefenen, maar wordt volgens de uitvinding bijgestaan door het tweede cilindervormig element, zodat het eerste cilindervormig element minder kracht moet uitoefenen dan bij breedhouders volgens de stand van de techniek. Daar de beide cilindervormige elementen hierbij een kleinere zijdelingse kracht moeten opvangen, worden die minder belast, zijn die minder aan sleet onderworpen, en vertonen die een langere levensduur.

   Daar de zijdelingse krachten op het weefsel ter hoogte van elk cilindervormig element kleiner zijn dan bij de gekende breedhouders volgens de stand van de techniek, wordt ook het voordeel bekomen dat de breedhouders volgens de uitvinding het weefsel minder kunnen beschadigen, dan de gekende breedhouders. 



  De breedhouderinrichting volgens de uitvinding kan bij eender welk type weefmachine toegepast worden, zoals een luchtweefmachine, een grijperweefmachine, een 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 projectielweefmachine, een schietspoelweefmachine en andere types weefmachines. 



  De breedhouderinrichting volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven, en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (8)

Conclusies.
1. Breedhouderinrichting voor een weefmachine, die nabij een weefselrand (2) tussen een weefselsteun (3) en een geleidingselement (5) voor het weefsel (4) opstelbaar is, en die een cilindervormig element (6, 7) met een bepaalde lengte bevat, dat bedoeld is om over een bepaalde ingrijphoek (A1, B1 ; A2, B2) samen te werken met het weefsel (4), daardoor gekenmerkt dat de breedhouderinrichting (1) twee cilindervormige elementen (6, 7) bevat, die over een bepaalde ingrijphoek (A1, B1 ; A2, B2) kunnen samenwerken met het weefsel (4), en die zodanig zijn opgesteld, dat het weefsel (4) rechtstreeks van het eerste cilindervormig element (6) naar het tweede cilindervormig element (7) kan geleid worden, en dat de twee cilindervormige elementen (6, 7) elk met een verschillende zijde van het weefsel (4) kunnen samenwerken.
2. Breedhouderinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de cilindervormige elementen (6, 7) zodanig opstelbaar zijn, dat de wanden (10, 11) van de cilindervormige elementen (6, 7) die kunnen samenwerken met het weefsel (4) aan weerszijden van de verbindingslijn (12) tussen de weefselsteun (3) en het geleidingselement (5) voor het weefsel (4) zijn gelegen.
3. Breedhouderinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het eerste nabij de aanslaglijn (29) gelegen cilindervormig element (6) boven het weefsel (4) is opgesteld, terwijl het tweede nabij het geleidingselement (5) gelegen cilindervormig element (7) onder het weefsel (4) is opgesteld. <Desc/Clms Page number 11>
4. Breedhouderinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het eerste boven het weefsel (4) gelegen cilindervormig element (6) instelbaar is opgesteld.
5. Breedhouderinrichting volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat het tweede onder het weefsel (4) gelegen cilindervormig element (7) vast is opgesteld.
6. Breedhouderinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de twee cilindervormige elementen (6, 7) een gelijke doormeter vertonen.
7. Breedhouderinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het cilindervormig element (6, 7) een aantal draaibaar opgestelde ringen (8) bevat, die aan hun buitenoppervlak voorzien zijn van naaldjes.
8. Breedhouderinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het cilindervormig element (6, 7) een staaf (9) bevat, die langsheen zijn buitenoppervlak voorzien is van een schroefvertanding.
BE9900036A 1999-01-19 1999-01-19 Breedhouderinrichting voor een weefmachine. BE1012392A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900036A BE1012392A3 (nl) 1999-01-19 1999-01-19 Breedhouderinrichting voor een weefmachine.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9900036A BE1012392A3 (nl) 1999-01-19 1999-01-19 Breedhouderinrichting voor een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012392A3 true BE1012392A3 (nl) 2000-10-03

Family

ID=3891710

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9900036A BE1012392A3 (nl) 1999-01-19 1999-01-19 Breedhouderinrichting voor een weefmachine.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1012392A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102384229A (zh) * 2011-07-04 2012-03-21 浙江工商大学 三轴三角带传动

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR809687A (fr) * 1936-08-21 1937-03-08 Templet universel à rouleaux interchangeables et inclinables pour métiers à tisser
US2118504A (en) * 1937-09-27 1938-05-24 Ralph H Gelinas Loom temple
US2196010A (en) * 1939-07-07 1940-04-02 Dickey Charles Thomas Temple roll
FR2202178A1 (en) * 1972-10-11 1974-05-03 Zbrojovka Vsetin Np Woven fabric web stretching device - suitable for all kinds of weave
FR2552787A1 (fr) * 1983-09-29 1985-04-05 Dornier Gmbh Lindauer Templet equipant des metiers a tisser
EP0430321A1 (en) * 1989-11-27 1991-06-05 Picanol N.V. Fastening for a temple in a weaving machine

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR809687A (fr) * 1936-08-21 1937-03-08 Templet universel à rouleaux interchangeables et inclinables pour métiers à tisser
US2118504A (en) * 1937-09-27 1938-05-24 Ralph H Gelinas Loom temple
US2196010A (en) * 1939-07-07 1940-04-02 Dickey Charles Thomas Temple roll
FR2202178A1 (en) * 1972-10-11 1974-05-03 Zbrojovka Vsetin Np Woven fabric web stretching device - suitable for all kinds of weave
FR2552787A1 (fr) * 1983-09-29 1985-04-05 Dornier Gmbh Lindauer Templet equipant des metiers a tisser
EP0430321A1 (en) * 1989-11-27 1991-06-05 Picanol N.V. Fastening for a temple in a weaving machine

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102384229A (zh) * 2011-07-04 2012-03-21 浙江工商大学 三轴三角带传动

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1012392A3 (nl) Breedhouderinrichting voor een weefmachine.
BE1012782A3 (nl) Inrichting voor het spannen en terugtrekken van vanaf een weefrek naar een weefmachine geleide kettingdraden.
BE1013594A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een leno-weefsel bij een weefmachine.
US5562128A (en) Adjustable warp tension roll support in a weaving loom
BE1016753A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vormen van een leno-weefsel bij een weefmachine.
EP0482722B1 (en) Gripper guide for double-gripper weaving machines
BE898963A (nl) Twister voor weefmachines en weefmachines met dergelijke twister uitgerust
NL8902083A (nl) Verbeteringen in een inslaggareninbrengrapier voor schietspoelvrije weefgetouwen.
JP2693408B2 (ja) 織機におけるたて糸の張り装置
BE1026412A1 (nl) Gevergrijperkop
US3741257A (en) Adjuster in the connection path between a shed forming device and a heddle frame
RU1773269C (ru) Система транспортировки захватных устройств дл бесчелночного ткацкого станка
BE1012242A3 (nl) Draadklem voor een grijper van een grijperweefmachine.
US5568827A (en) Weaving loom with sley associated device for positioning a weft cutter
BE1012459A6 (nl) Draadklem voor een grijper van een grijperweefmachine.
BE1003654A3 (nl) Inrichting voor het strekken van het weefsel bij een weefmachine.
US3196476A (en) Roll clearing
BE1001913A3 (nl) Inrichting voor het afvoeren van het weefsel bij weefmachines.
BE1012620A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een weefmachine.
BE1015410A3 (nl) Aandrijfsysteem voor een weefmachine.
BE1010263A3 (nl) Inrichting voor het spannen van een vlak kettingdraden.
BE1010657A3 (nl) Weefmachine met minstens een schakeleenheid.
BE1012233A3 (nl) Grijperweefmachine met geleidingmiddelen voor een grijperband.
US3575216A (en) Device for forming coils of thread
JP6938629B2 (ja) 織機における経糸張力を測定する装置ならびにこのような装置を備える織機

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20040131