BE1010839A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. Download PDF

Info

Publication number
BE1010839A3
BE1010839A3 BE9700017A BE9700017A BE1010839A3 BE 1010839 A3 BE1010839 A3 BE 1010839A3 BE 9700017 A BE9700017 A BE 9700017A BE 9700017 A BE9700017 A BE 9700017A BE 1010839 A3 BE1010839 A3 BE 1010839A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pile
loop
loops
threads
fabric
Prior art date
Application number
BE9700017A
Other languages
English (en)
Inventor
Johnny Debaes
Nico Vandoorne
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE9700017A priority Critical patent/BE1010839A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1010839A3 publication Critical patent/BE1010839A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B21/00Warp knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes
    • D04B21/02Pile fabrics or articles having similar surface features
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/06Warp pile fabrics

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Knitting Of Fabric (AREA)

Abstract

Een werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel, waarbij vrscheidene poolkettingdraden (9,10,11) afwisselend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondweefsel ingebonden worden en als lusvormende poolkettingdraad poollussen (20,21) vormen, waarvan tenminte een deel lange poollussen (20) over meer dan één steek of binding van het grondweefsel, terwijl met tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen (22) gevormd worden met tenminste een deel van de steken of bindingen van het grondweefsel die samen onder één lange poollus (20) omsloten zijn.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel". 



   Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van lussenpoolweefsel van verbeterde kwaliteit volgens diverse technieken zoals met name de weeftechniek en de breitechniek. 



  Zo betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel, waarbij op een weefmachine grondinslagdraden en lusinslagdraden op verschillende hoogtes ingebracht worden, terwijl de posities van grondkettingdraden en poolkettingdraden door een gaapvormingsinrichting bepaald worden, zodat de grondinslagdraden en de grondkettingdraden een grondweefsel vormen onder de lusinslagdraden, en zodat de poolkettingdraden afwisselend in het grondweefsel ingebonden worden en een lus vormen over een lusinslagdraad, en waarbij de lusinslagdraden vervolgens verwijderd worden. 



   Zo ook betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van lussenpoolweefsel waarbij op breimachines met meerdere kleurenstelsels de dode poolkettingdraden in het grondbreiwerk onder de grotere zichtbare poollussen worden ingebreid. 



   Lussenpoolweefsels zijn bijvoorbeeld uit het Amerikaans octrooi nr. 1. 691. 194 bekend, waar een werkwijze beschreven wordt waarbij op een dubbelspoelige dubbelstukweefmachine lussenpoolweefsels geweven worden. 



   Volgens deze gekende werkwijze wordt, in opeenvolgende werkingscycli van de weefmachine, telkens een bovenste en een onderste inslagdraad ingebracht, respectievelijk boven en onder een aantal lancetten die zich volgens de richting van de kettingdraden uitstrekken. 



   Men bekomt een bovenste en een onderste grondweefsel door bovenste en onderste inslagdraden in te 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 binden tussen respectievelijke grondkettingdraden. 



   Op de weefmachine worden ook poolkettingdraden voorzien. De posities van deze poolkettingdraden worden door de gaapvormingsinrichting zo bepaald dat ze afwisselend in het grondweefsel ingebonden worden en een lus vormen door om een niet-ingebonden inslagdraad te lopen. 



   De niet-ingebonden inslagdraden worden vervolgens uit de lussen getrokken. 



   Volgens deze werkwijze bekomt men twee lussenpoolweefsels bestaande uit kettingdraden, inslagdraden die naast elkaar op eenzelfde niveau door de kettingdraden ingebonden zijn zodat een grondweefsel gevormd is, en poolkettingdraden die afwisselend in het grondweefsel ingebonden zijn onder een inslagdraad en een naar boven toe uitstekende lus vormen. 



   Wanneer men bij het weven van poollussenweefsels lange poollussen wil maken door het vlotten van de werkende poolketting over meerdere lusinslagdraden aan de poolzijde, dan stelt men vast dat de lusinslagdraden op die plaats samengetrokken worden door de vlottende poolkettingdraad waardoor de lus niet netjes gevormd wordt. Het doel van onderhavige uitvinding is dit euvel te verhelpen. 



   Met dit doel verschaft de uitvinding een werkwijze waarbij verscheidene poolkettingdraden afwissellend (als dode poolkettingdraad) in het grondweefsel ingebonden worden en poollussen vormen, waarvan tenminste een deel lange poollussen over meer dan   een   steek of binding van het grondweefsel, terwijl, anders dan in de stand der techniek, met tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen gevormd worden met tenminste een deel van de steken of bindingen van het grondweefsel die samen onder   een   lange poollus omsloten zijn. 



   Volgens de uitvinding worden bij voorkeur 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 afzonderlijke steunlussen gevormd met tenminste de steken of bindingen van het grondweefsel aan de beide uiteinden van de lange poollus. 



   Volgens   een   van de uitvoeringsvormen van de uitvinding wordt een lussenpoolweefsel vervaardigd met behulp van een weefmachine, waarbij grondinslagdraden en lusinslagdraden op verschillende hoogtes ingebracht worden terwijl de posities van grondkettingdraden en poolkettingdraden door een gaapvormingsinrichting bepaald worden zodat de grondinslagdraden en de grondkettingdraden een grondweefsel vomen onder de lusinslagdraden en de poolkettingdraden afwissellend (als dode poolkettingdraad) in het grondweefsel ingebonden worden en poollussen vormen over een lusinslagdraad, waarvan tenminste een deel lange poollussen over meer dan lusinslagdraad, en waarbij de lusinslagdraden vervolgens verwijderd worden, terwijl, anders dan in de stand der techniek,

   met tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen gevormd worden over tenminste een deel van de lusinslagdraden die onder   een   lange poollus omsloten zijn. 



   Volgens een nadere uitwerking van deze uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de weefmachine inbrengmiddelen omvatten voor het inbrengen van inslagdraden in opeenvolgende werkingscycli van de weefmachine, en wordt gedurende minstens   een   werkingscyclus, ofwel een inbrengmiddel uitgeschakeld, ofwel een met een inbrengmiddel samenwerkende inslagselectie-inrichting gestuurd om geen inslagdraad te selecteren, zodat in het lussenpoolweefsel minstens   een   inslagdraad geannuleerd wordt, overeenkomstig een vooropgestelde binding. 



   Ook kan men tussen de laatste inslagdraad van   een   werkingscyclus en de eerste inslagdraad van een volgende werkingscyclus telkens minstens   een   bijkomende grondinslagdraad inbinden in het grondweefsel. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Zo kan tussen opeenvolgende werkingscyclussen telkens minstens   één   bijkomende grondinslagdraad zo ingebonden worden dat hij zichtbaar is langs de bovenzijde van het grondweefsel, terwijl grondinslagdraden van verschillende kleuren ingebracht worden, zodat met de bijkomende grondinslagdraden een kleurvariatie zichtbaar gemaakt wordt langs de poolzijde van het lussenpoolweefsel. 



   Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een lussenpoolbreiwerk vervaardigd met behulp van een breimachine met meerkleurenstelsel, waarbij poolkettingdraden afwissellend (als dode poolkettingdraad) in het grondbreiwerk worden ingebreid en tot zichtbare poollussen worden gebreid, waarvan tenminste een deel lange poollussen, terwijl, anders dan in de stand der techniek, tenminste een deel van de dode poolkettingdraden tot afzonderlijke steunlussen gebreid worden onder lange poollussen. 



   De uitvinding heeft voorts tot specifiek voorwerp een lussenpoolweefsel, bestaande uit een grondweefsel met verscheidene poolkettingdraden die afwissellend (als dode poolkettingdraad) in het grondweefsel ingebonden zijn en poollussen vormen, waarvan tenminste een deel lange poollussen over meer dan   een   steek of binding van het grondweefsel, terwijl, anders dan in de stand der techniek, tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen vormen met tenminste een deel van de steken of bindingen van het grondweefsel die samen onder   een   lange poollus omsloten zijn. 



   Bij voorkeur zijn in het lussenpoolweefsel volgens de uitvinding de afzonderlijke steunlussen gevormd met de steken of bindingen van het grondweefsel aan de beide uiteinden van een lange poollus. 



   Volgens   een   specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het lussenpoolweefsel een uit grondinslagdraden en grondkettingdraden samengesteld 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 grondweefsel en poolkettingdraden die afwissellend (als dode poolkettingdraad) in het grondweefsel ingebonden zijn en naar boven uitstekende poollussen vormen, waarvan tenminste een deel lange poollussen, terwijl, anders dan in de stand der techniek, tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen vormen onder de lange poollussen. 



   Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het lussenpoolweefsel een grondbreiwerk met poolkettingdraden van meer dan   een   kleur die afwisselend (als dode poolkettingdraad) in het grondbreiwerk zijn ingebreid en tot zichtbare poollussen zijn gebreid, waarvan tenminste een deel lange poollussen, terwijl, anders dan in de stand der techniek, tenminste een deel van de dode poolkettingdraden tot afzonderlijke steunlussen ingebreid zijn onder lange poollussen. 



   Voorts heeft de uitvinding tevens tot voorwerp een inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel, omvattende   - een   inbrenginrichting voor het op twee verschillende hoogtes inbrengen van inslagdraden, voorzien om lusinslagdraden op de bovenste hoogte in te brengen en grondinslagdraden op de onderste hoogte in te brengen   minstens een   lusvormingselement, hetwelk zich tussen de lusinslagdraden en de grondinslagdraden, hoofdzakelijk in de kettingrichting, kan uitstrekken, om deze respectievelijke inslagdraden op een vertikale afstand van elkaar verwijderd te houden een gaapvormingsinrichting die kan gestuurd worden om de posities van grondkettingdraden en poolkettingdraden zo te bepalen dat de grondinslagdraden en de grondkettingdraden een grondweefsel vormen onder de lusinslagdraden,

   en de poolkettingdraden afwisselend in het grondweefsel ingebonden worden en een lusvormen over een lusinslagdraad, 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 met de bijzonderheid dat de gaapvormingsinrichting kan gestuurd worden om de posities van de genoemde kettingdraden zo te bepalen dat de poolkettingdraden afwisselend (als dode poolkettingdraad) in het grondweefsel ingebonden worden en poollussen vormen over een lusinslagdraad, waarvan tenminste een deel lange poollussen over meer dan lusinslagdraad, terwijl tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen vormen over tenminste een deel van de lusinslagdraden die onder   een   lange poollus omsloten zijn. 



   Bij voorkeur kan de gaapinrichting gestuurd worden om de posities van de kettingdraden zo te bepalen dat afzonderlijke steunlussen gevormd worden over tenminste de lusinslagdraden onder een lange poollus aan de beide uiteinden van die lange poollus. 



   De uitvinding wordt nu verder verduidelijkt in de hiernavolgende beschrijving van een aantal werkwijzen volgens deze uitvinding. In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen. 



   Elke tekening toont het verloop van een stelsel kettingdraden van een lussenpoolweefsel, gedurende het weven ervan, ten opzichte van de inslagdraden en ten opzichte van een lancet van een weefmachine. 



   Figuur 1 toont hoe een lussenpoolweefsel met lange poollussen volgens de stand der techniek geweven zou worden ;
Figuur 2 toont hoe bij een aldus geweven lussenpoolweefsel de lussen samengetrokken zouden worden ;
Figuur 3 toont hoe een lussenpoolweefsel met steunlussen voor lange poollussen, volgens de uitvinding, geweven wordt ; 
Figuur 4 toont hoe een lussenpoolweefsel met doorgebonden poollussen en met steunlussen voor lange poollussen, volgens de uitvinding, geweven wordt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



   Volgens deze figuren worden, op een dubbelgrijperweefmachine, grondinslagdraden (1), (2) ingebracht door de onderste grijper, en lusinslagdraden (5) ingebracht door de bovenste grijper. De grondinslagdraden (1), (2) worden onder een aantal naast elkaar opgestelde lancetten (14) ingebracht. De lusinslagdraden (5) worden boven deze lancetten (14) ingebracht. 



   Om de in de figuren voorgestelde weefsels te bekomen kan in een aantal werkingscycli van de weefmachine een lusinslagdraad (5) achterwege blijven. Voor het annuleren van deze niet in te brengen inslagdraden (5) wordt de grijper die geen inslagdraad moet inbrengen gedurende die werkingscycli uitgeschakeld, ofwel wordt een met die grijper samenwerkend inslagselectie-apparaat gestuurd om gedurende die werkingscycli geen inslagdraad te selecteren en aan te reiken aan die grijper. Op de figuren zijn de plaatsen waar geen inslagdraad (5) ingebracht werd door inslagannulatie aangeduid met het   teken"X".   



   Voor het vervaardigen van de weefsels wordt in een veelvoud van opeenvolgende reeksen van telkens twee opeenvolgende werkingscycli van de weefmachine telkens, in de eerste en de tweede werkingscyclus een respectievelijke grondinslagdraad (1), (2) ingebracht door de onderste grijper, en wordt telkens in de tweede werkingscylus een lusinslagdraad (5) ingebracht door de bovenste grijper. 



   De posities van de grondkettingdraden (6), (7) kunnen, bij voorkeur door middel van een nokschijven- of schachtmachine of van een tweestanden-gedeelte van een jacquardmachine, in de opeenvolgende werkingscycli op twee verschillende hoogtes gebracht worden, respectievelijk onder de bewegingsbanen van de bovenste en de onderste grijper en tussen deze bewegingsbanen. 



   Voor het weven van de weefsels worden in een veelvoud van naast elkaar gelegen stelsels kettingdraden 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 de posities van de grondkettingdraden (6, 7)-ten opzichte van de genoemde bewegingsbanen-als volgt bepaald : ten opzichte van de opeenvolgende grondinslagdraden   (1),   (2), die in elke reeks werkingscycli ingebracht worden bevindt de eerste grondkettingdraad (6) zieh boven de eerste   (1)   en onder de tweede (2) inslagdraad van elke groep, en bevindt de tweede grondkettingdraad (7) zich onder de eerste   (1)   en boven de tweede inslagdraad (2) van elke groep. 



   De posities van de poolkettingdraden (9,10, 11) kunnen, bij voorkeur door middel van een driestandengedeelte van een jacquardmachine, in de opeenvolgende werkingscycli op drie verschillende hoogtes gebracht worden, respectievelijk onder de bewegingsbanen, tussen de bewegingsbanen en boven de bewegingsbaan van de bovenste en de onderste grijper van de weefmachine. 



   De poolkettingdraden (9,10, 11) fungeren afwissellend als dode poolkettingdraad (11) die in het grondweefsel ingebonden wordt, en als lussenvormende poolkettingdraden (9,10) die poollussen (20,21) vormen over één of meer lusinslagdraden (5). 



  Tenminste een deel van die poollussen bestaan uit lange poollussen (20) over meer dan   een   lusinslagdraad (5). 



   Volgens de uitvinding wordt met tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen (22) gevormd over (tenminste een deel van) de lusinslagdraden (5) die onder één lange poollus (20) omsloten zijn. Die steunlussen zijn meer bepaald over die lusinslagdraden (5) gevormd die aan de beide uiteinden (25, 26) van de lange poollussen (20) zijn voorzien, maar kunnen ook over al de onder de lange poollus omsloten lusinslagdraden (5) lopen. 



   In de figuren zijn voorts in de afgebeelde weefsels op zich bekende spankettigdraden (8) weergegeven 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 (die in het bijzonder als niet appart afgebeelde dubbele spankettingdraden voorzien kunnen zijn), die met betrekking tot de afgebeelde realisatie van de uitvinding geen specifieke functie hebben. 



   Het lussenpoolweefsel volgens figuur   4   onderscheidt zich van dat volgens figuur 2 doordat in het weefsel volgens figuur 4 de lussenvormende poolkettingdraad (10) in het grondweefsel doorgebonden is, hetgeen de vastheid van de lussen vergroot. 



   De bindtechniek volgens de uitvinding zorgt ervoor dat de lusseninslagdraden niet tegen elkaar kunnen worden getrokken, en dienen als steun om de langere vlottende lus te trekken. Ook wanneer bij het weven de lusinslagdraden uit het weefsel getrokken worden, blijven de met de dode poolkettingdraden gevormde lussen deze grotere lussen ondersteunen en men bekomt een zeer nette luslengte met een goed relief.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel, waarbij verscheidene poolkettingdraden (9,10, 11) afwissellend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondweefsel ingebonden worden en als lusvormende poolkettingdraad poollussen (20,21) vormen, waarvan tenminste een deel lange poollussen (20) over meer dan een steek of binding van het grondweefsel, met het kenmerk dat met tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen (22) gevormd worden met tenminste een deel van de steken of bindingen van het grondweefsel die samen onder één lange poollus (20) omsloten zijn.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1 voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel met behulp van een weefmachine, waarbij grondinslagdraden (1, 2) en lusinslagdraden (5) op verschillende hoogtes ingebracht worden terwijl de posities van grondkettingdraden (6,7, 8) en poolkettingdraden (9,10, 11) door een gaapvormings- inrichting bepaald worden zodat de grondinslagdraden (1, 2,3) en de grondkettingdraden (6,7, 8) een grondweefsel vormen onder de lusinslagdraden (5) en de poolkettingdraden (9,10, 11) afwissellend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondweefsel ingebonden worden en poollussen (20,21) vormen over een lusinslagdraad (5), waarvan tenminste een deel lange poollussen (20) over meer dan een lusinslagdraad (5), en waarbij de lusinslagdraden (5) vervolgens verwijderd worden,
    met het kenmerk dat met tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen (22) gevormd worden over tenminste een deel van de lusinslagdraden (5) die onder een lange poollus (20) <Desc/Clms Page number 11> omsloten zijn.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat afzonderlijke steunlussen (22) gevormd worden over tenminste de lusinslagdraden (5) onder een lange poollus (20) aan de beide uiteinden (25,26) van die lange poollus (20).
  4. 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tenminste een deel van de steunlussen vormende poolkettingdraden (10) in het grondweefsel doorgebonden is.
  5. 5. Werkwijze volgens conclusie 1 voor het vervaardigen van een lussenpoolbreiwerk met behulp van een breimachine met meerkleurenstelsel, waarbij poolkettingdraden (9, 10,11) afwisselend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondbreiwerk worden ingebreid en tot zichtbare poollussen (20,21) worden gebreid, waarvan tenminste een deel lange poollussen (20), met het kenmerk dat tenminste een deel van de dode poolkettingdraden tot afzonderlijke steunlussen (22) gebreid worden onder lange poollussen (20).
  6. 6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat afzonderlijke steunlussen (22) gevormd worden met tenminste de steken of bindingen van het grondweefsel aan de beide uiteinden (25,26) van de lange poollus (20).
  7. 7. Lussenpoolweefsel, bestaande uit een grondweefsel met verscheidene poolkettingdraden (9,10, 11) die afwisselend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondweefsel ingebonden zijn en poollussen (20,21) vormen, waarvan tenminste een deel lange poollussen <Desc/Clms Page number 12> (20) over meer dan één steek of binding van het grondweefsel, met het kenmerk dat tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen (22) vormen met tenminste een deel van de steken of bindingen van het grondweefsel die samen onder een lange poollus (20) omsloten zijn.
  8. 8. Lussenpoolweefsel volgens conclusie 7, omvattende een uit grondinslagdraden (1, 2) en grondkettingdraden (6, 7,8) samengesteld grondweefsel en poolkettingdraden (9,10, 11) die afwisselend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondweefsel ingebonden zijn en naar boven uitstekende poollussen (20,21) vormen, waarvan tenminste een deel lange poollussen (20), met het kenmerk dat tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijkesteunlussen (22) vormen onder de lange poollussen (20).
  9. 9. Lussenpoolweefsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tenminste een deel van de steunlussen vormende poolkettingdraden (10) in het grondweefsel doorgebonden is.
  10. 10. Lussenpoolweefsel volgens conclusie 7, omvattende een grondbreiwerk met poolkettingdraden (9,10, 11) van meer dan een kleur die afwisselend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondbreiwerk zijn ingebreid en tot zichtbare poollussen (20,21) zijn gebreid, waarvan tenminste een deel lange poollussen (20), met het kenmerk dat tenminste een deel van de dode poolkettingdraden tot afzonderlijke steunlussen (22) ingebreid zijn onder lange poollussen (20).
  11. 11. Lussenpoolweefsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afzonderlijke <Desc/Clms Page number 13> steunlussen (22) met de steken of bindingen van het grondweefsel aan de beide uiteinden (25,26) van een lange poollus (20) gevormd zijn.
  12. 12. Inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel, omvattende - een inbrenginrichting voor het op twee verschillende hoogtes inbrengen van inslagdraden, voorzien om lusinslagdraden (5) op de bovenste hoogte in te brengen en grondinslagdraden (1, 2) op de onderste hoogte in te brengen minstens een lusvormingselement (14), hetwelk zich tussen de lusinslagdraden (5) en de grondinslagdraden (1, 2), hoofdzakelijk in de kettingrichting, kan uitstrekken, om deze EMI13.1 respectievelijke inslagdraden (5), (1, 2) op een vertikale afstand van elkaar verwijderd te houden - een gaapvormingsinrichting die kan gestuurd worden om de posities van grondkettingdraden (6,7, 8) en poolkettingdraden (9-11) zo te bepalen dat de grondinslagdraden (1, 2) en de grondkettingdraden (6,7, 8)
    een grondweefsel vormen onder de lusinslagdraden (5), en de poolkettingdraden (9-11) afwisselend in het grondweefsel ingebonden worden en een lusvormen over een lusinslagdraad (5), met het kenmerk dat de poolkettingdraden (9,10, 11) afwisselend, als dode poolkettingdraad (11), in het grondweefsel ingebonden worden en poollussen (20,21) vormen over een lusinslagdraad (5), waarvan tenminste een deel lange poollussen (20) over meer dan lusinslagdraad (5), terwijl tenminste een deel van de dode poolkettingdraden afzonderlijke steunlussen (22) vormen over tenminste een deel van de lusinslagdraden (5) die onder een lange poollus (20) omsloten zijn. <Desc/Clms Page number 14>
  13. 13. Inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel, volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de gaapvormingsinrichting kan gestuurd worden om de posities van de genoemde kettingdraden (6, 7,8), (9 - 10) zo te bepalen dat afzonderlijke steunlussen (22) gevormd worden over tenminste de lusinslagdraden (5) onder een lange poollus (20) aan de beide uiteinden (25,26) van die lange poollus (20).
BE9700017A 1997-01-08 1997-01-08 Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. BE1010839A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700017A BE1010839A3 (nl) 1997-01-08 1997-01-08 Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700017A BE1010839A3 (nl) 1997-01-08 1997-01-08 Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010839A3 true BE1010839A3 (nl) 1999-02-02

Family

ID=3890251

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700017A BE1010839A3 (nl) 1997-01-08 1997-01-08 Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1010839A3 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1691194A (en) * 1927-05-03 1928-11-13 Tingue Mfg Company Loom and method of weaving double-pile fabrics
US2599293A (en) * 1951-01-23 1952-06-03 Providence Pile Fabric Corp Pile fabric and method of making same
US3353568A (en) * 1966-05-05 1967-11-21 Riegel Textile Corp Apparatus for making frieze pile fabrics
DE3737999A1 (de) * 1986-12-01 1988-06-16 Textima Veb K Verfahren und vorrichtung zur herstellung von schlingenpol-doppelgeweben
DE4243237A1 (de) * 1992-12-19 1994-08-18 Saechsisches Textilforsch Inst Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Schlingenpol-Doppelgewebe ohne Schlingenschußfäden
DE4312235A1 (de) * 1993-04-15 1994-10-20 Chemnitzer Webmasch Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Weben von Schlingenpolgeweben auf einer Webmaschine

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1691194A (en) * 1927-05-03 1928-11-13 Tingue Mfg Company Loom and method of weaving double-pile fabrics
US2599293A (en) * 1951-01-23 1952-06-03 Providence Pile Fabric Corp Pile fabric and method of making same
US3353568A (en) * 1966-05-05 1967-11-21 Riegel Textile Corp Apparatus for making frieze pile fabrics
DE3737999A1 (de) * 1986-12-01 1988-06-16 Textima Veb K Verfahren und vorrichtung zur herstellung von schlingenpol-doppelgeweben
DE4243237A1 (de) * 1992-12-19 1994-08-18 Saechsisches Textilforsch Inst Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Schlingenpol-Doppelgewebe ohne Schlingenschußfäden
DE4312235A1 (de) * 1993-04-15 1994-10-20 Chemnitzer Webmasch Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Weben von Schlingenpolgeweben auf einer Webmaschine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016008A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor het weven van dubbelzijdig bruikbare weefsels.
BE1005761A5 (nl) Tweeschotsbinding voor het vervaardigen van dubbelstukweefsels, en dubbelstukweefmachine met vertikaal beweegbare inslaginbrenginrichtingen, voor de vervaardiging ervan.
BE1020430A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met poolvrije zones.
BE1013266A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel.
CN1811035B (zh) 促动接结和张力经纱的装置及设有该装置的绒头织物织机
BE1016658A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel, weefsel geweven volgens een dergeljke werkwijze en weefmachine voor het weven van een dergelijk weefsel.
BE1021026B1 (nl) Tapijt met een schaduweffect en werkwijze voor het weven van een tapijtweefsel met een schaduweffect.
BE1012077A3 (nl) Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels.
JPS61124648A (ja) ジヤガ−ド二重立毛織物とその製造法及び製造装置
CN108431315A (zh) 针织物
BE1012357A3 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels.
BE1011362A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van weefsels met aan beide zijden een ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.
BE1012366A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel.
BE1010839A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.
BE1011943A3 (nl) Werkwijze en weefmachine voor het weven van een poolweefsel.
BE1023598A1 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van weefsels met figuurkettingdraden
BE1012004A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een poolweefsel met grove poolkettingdraden.
BE1004509A4 (nl) Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel.
BE1012005A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met hoge pooldichtheid.
BE1012269A3 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.
BE1014573A5 (nl) Uitrusting van een weefmachine, werkwijze voor het wijzigen van een weefmachine-uitrusting, en weefprocede gebruik makend van een weefmachine met zo&#39;n uitrusting.
SU1004500A1 (ru) Способ узорного жаккардового ворсового трикотажа и машина дл его осуществлени
BE1010423A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.
BE1012858A3 (nl) Onechte boucle-weefsels met gesneden pool en/of poollussen, en werkwijze voor het weven ervan.
NL8004412A (nl) Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de vervaardiging daarvan.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20110131