BE1012269A3 - Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels. - Google Patents

Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels. Download PDF

Info

Publication number
BE1012269A3
BE1012269A3 BE9800809A BE9800809A BE1012269A3 BE 1012269 A3 BE1012269 A3 BE 1012269A3 BE 9800809 A BE9800809 A BE 9800809A BE 9800809 A BE9800809 A BE 9800809A BE 1012269 A3 BE1012269 A3 BE 1012269A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
fabric
weft
threads
rib
warp
Prior art date
Application number
BE9800809A
Other languages
English (en)
Inventor
Johnny Debaes
Ludo Smissaert
Nico Vandoorne
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=3891513&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1012269(A3) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE9800809A priority Critical patent/BE1012269A3/nl
Priority to EP99203399A priority patent/EP1001062B1/en
Priority to DE69913295.9T priority patent/DE69913295C5/de
Priority to AT99203399T priority patent/ATE255650T1/de
Priority to TR1999/02711A priority patent/TR199902711A2/xx
Priority to US09/435,783 priority patent/US6247506B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1012269A3 publication Critical patent/BE1012269A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D13/00Woven fabrics characterised by the special disposition of the warp or weft threads, e.g. with curved weft threads, with discontinuous warp threads, with diagonal warp or weft
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D13/00Woven fabrics characterised by the special disposition of the warp or weft threads, e.g. with curved weft threads, with discontinuous warp threads, with diagonal warp or weft
    • D03D13/004Woven fabrics characterised by the special disposition of the warp or weft threads, e.g. with curved weft threads, with discontinuous warp threads, with diagonal warp or weft with weave pattern being non-standard or providing special effects

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur, in het bijzonder van een onecht bouclé-weefsel, waarbij uit bindkettingdraden (7), (8) en inslagdraden (1), (2) een grondweefsel geweven wordt, waarbij figuurkettingdraden (5), (6) afwisselend in het grondweefsel afgebonden worden en langs één zijde van het grondweefsel ribvormend omgeboden worden om minstens één buiten het grondweefsel lopende inslagdraad (3). Zo bekomt met een weefsel met slechts aan één zijde een ribstructuur. Hierdoor kan het verbruik van figuurkettinggaren gereduceerd worden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  WERKWIJZE VOOR DE VERVAARDIGING VAN EEN WEEFSEL MET RIBSTRUCTUUR, EN VOLGENS DEZE WERKWIJZE VERVAARDIGDE WEEFSELS. 



  Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur, in het bijzonder van een onecht bouclé-weefsel, waarbij inslagdraden in opeenvolgende gapen tussen kettingdraden worden gebracht zodat een weefsel wordt gevormd met figuurkettingdraden die afwisselend onder en boven   een   of meerdere inslagdraden lopen zodat ze ribben vormen. 



  Deze uitvinding betreft tevens een weefsel met een ribstructuur, in het bijzonder een onecht bouclé-weefsel, omvattende inslagdraden en kettingdraden, waarvan figuurkettingdraden afwisselend onder en boven   een   of meerdere inslagdraden lopen zodat ze ribben vormen. 



  Een weefsel met een ribstructuur die het uitzicht van een lussenpoolweefsel of bouclé-weefsel benadert, wordt een onecht bouclé-weefsel genoemd. 



  Volgens een gekend weefprocédé voor de vervaardiging van een onecht bouclé-weefsel, hetwelk de hierboven aangeduide kenmerken heeft, worden spankettingdraden gestrekt in de weefsels ingebonden en worden in elke inslaginbrengcyclus op de weefmachine twee inslagdraden gelijktijdig boven elkaar ingebracht. In opeenvolgende inbrengcycli worden de twee inslagdraden ten opzichte van de spankettingdraden 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 afwisselend langs de bovenzijde en langs de onderzijde van het weefsel ingebracht. 



  In naast elkaar gelegen kettingdraadstelsels worden een eerste en een tweede figuurkettingdraad van een verschillende kleur voorzien om langs de bovenzijde van het weefsel met de twee kleuren een tekening of een patroon te kunnen zichtbaar maken. 



  De eerste figuurkettingdraad wordt afwisselend ribvormend over de twee inslagdraden langs de bovenzijde van het weefsel omgebogen en tussen de twee inslagdraden langs de onderzijde van het weefsel afgebonden, om op de bovenzijde van het weefsel een ribstructuur te verwezenlijken en de tekening of het patroon te vormen. De tweede figuurkettingdraad wordt tegenover de eerste figuurkettingdraad, afwisselend tussen de twee inslagdraden langs de bovenzijde van het weefsel afgebonden en over de twee inslagdraden langs de onderzijde van het weefsel omgebogen. De kleur van de tweede figuurkettingdraad is dan niet zichtbaar aan de bovenzijde, maar wel aan de onderzijde van het weefsel. De tweede figuurkettingdraad vormt een ribstructuur aan de onderzijde van het weefsel. 



  Bij deze gekende weefsels worden de inslagdraden ingebonden door de figuurkettingdraden. Bij elke inbrengcyclus wordt een riblijn (afwisselend langs de bovenzijde en langs de onderzijde van het weefsel) geproduceerd. 



  Zowel de bovenzijde als de onderzijde van dit bekende weefsel vertonen een ribstructuur. Op de onderzijde van 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 het weefsel wordt een soort negatief (met omgewisselde kleuren) bekomen van de tweekleurige tekening die op de bovenzijde van het weefsel zichtbaar is. 



  Een nadeel van deze werkwijze is het grote verbruik van figuurkettinggaren. De aldus vervaardigde weefsels zijn hierdoor relatief duur. 



  Het doel van deze uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarmee weefsels met een ribstructuur kunnen vervaardigd worden, met een kleiner figuurkettinggarenverbruik. 



  Deze doelstelling wordt volgens deze uitvinding bereikt door bij toepassing van een werkwijze met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken zo te werk te gaan dat uit bindkettingdraden en inslagdraden een grondweefsel wordt geweven, terwijl de figuurkettingdraden afwisselend in het grondweefsel afgebonden worden en langs   een   zijde van het grondweefsel ribvormend omgebogen worden om minstens   een   buiten het grondweefsel lopende inslagdraad. 



  In de voorgaande paragraaf en in de daarmee overeenstemmende eerste conclusie van deze octrooiaanvraag wordt de uitdrukking "een buiten het grondweefsel lopende inslagdraad" gebruikt in de betekenis van een inslagdraad die, minstens op de plaats waar de figuurkettingdraad ribvormend om deze inslagdraad wordt omgebogen, buiten het grondweefsel loopt. Van een dergelijke inslagdraad 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 kunnen andere delen dus in het grondweefsel ingebonden zijn. 



  Doordat de figuurkettingdraden slechts aan   een   weefselzijde (de ribzijde) moeten ribben vormen, wordt het figuurkettinggarenverbruik gevoelig gereduceerd. 



  Een volgens deze werkwijze vervaardigd weefsel heeft slechts aan   een   zijde een ribstructuur. Dit is geen nadeel aangezien het voor de meeste gebruiksomstandigheden van weefsels met een ribstructuur niet vereist is dat het weefsel aan beide zijde een ribstructuur heeft. 



  Volgens deze uitvinding worden bij voorkeur spankettingdraden voorzien in het grondweefsel, terwijl het weefsel zo geweven wordt dat de buiten het grondweefsel lopende inslagdraden tot een stel van minstens twee boven elkaar lopende inslagdraden behoren, terwijl van elk stel inslagdraden minstens twee inslagdraden ten opzichte van de spankettingdraden langs de ribzijde van het weefsel lopen. 



  Hierdoor wordt een weefsel met een zeer duidelijke ribstructuur bekomen. Het uitzicht van een op die manier vervaardigd weefsel is een uitstekende benadering van het uitzicht van een lussenpoolweefsel. 



  Om de ribstructuur nog meer te accentueren kunnen voor de buiten het grondweefsel lopende inslagdraden dikkere draden genomen worden dan voor de in het grondweefsel 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 ingebonden inslagdraden. Door dunnere inslagdraden in het grondweefsel te voorzien wordt bovendien ook een stabieler grondweefsel bekomen en wordt het figuurkettinggarenverbruik nog meer gereduceerd. 



  Het weefsel wordt volgens een voorkeurdragende werkwijze zo geweven dat, in het afgewerkte weefsel, tussen twee opeenvolgende stellen inslagdraden een in het grondweefsel ingebonden inslagdraad voorzien is. Deze inslagdraad kan dan benut worden voor het afbinden van de ribvormende figuurkettingdraden in het grondweefsel. 



  Het geniet daarbij sterk de voorkeur om gedurende opeenvolgende inslaginbrengcycli van inslaginbrengmiddelen op een weefmachine respectievelijk   een   inslagdraad en twee inslagdraden in te brengen. 



  Deze werkwijze kan bijvoorbeeld toegepast worden op een dubbelgrijperweefmachine, waarbij de op het bovenste inbrengniveau werkende grijperinrichting gedurende opeenvolgende inslaginbrengcycli afwisselend een inslagdraad inbrengt en geen inslagdraad inbrengt. Om het inbrengen van een inslagdraad te annuleren kan men ofwel het aanreikmechanisme dat voorzien is om een inslagdraad aan het bovenste inslaginbrengmechanisme aan te reiken, uitschakelen, ofwel het bovenste inslaginbrengmechanisme zelf uitschakelen. 



  Er worden bij voorkeur twee bindkettingdraden en   een   spankettingdraad per riettand voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 Volgens een zeer voordelige werkwijze wordt het weefsel zo geweven dat de buiten het grondweefsel lopende inslagdraden tot een stel van minstens twee boven elkaar lopende inslagdraden behoren, en dat een niet-ribvormende figuurkettingdraad, tussen inslagdraden van de genoemde stellen boven elkaar lopende inslagdraden lopend, in het grondweefsel wordt ingebonden. Hierdoor bekomt men een zeer goed ribeffect. 



  De ribvormende figuurkettingdraden kunnen ook onder een langs de rugzijde van het grondweefsel ingebonden inslagdraad worden afgebonden. Deze figuurkettingdraden kunnen hierdoor goed ingebed worden in een daarvoor op de rugzijde van het weefsel te voorziene kunststoflaag. Bij voorkeur wordt op de weefselrug een latexlaag voorzien. 



  Ook de niet-ribvormende figuurkettingdraden kunnen goed ingebed worden in een kunststoflaag op de weefselrug als deze figuurkettingdraden afwisselend boven een inslagdraad van het grondweefsel en onder een langs de rugzijde van het grondweefsel ingebonden inslagdraad lopend, in het grondweefsel ingebonden worden. 



  Het figuurkettinggarenverbruik kan nog verder gereduceerd worden als bij de werkwijze volgens deze uitvinding de ribvormende figuurkettingdraden afgebonden worden onder een langs de ribzijde van het grondweefsel ingebonden inslagdraad, en/of als niet-ribvormende figuurkettingdraden gestrekt in het grondweefsel ingebonden worden. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Zoals blijkt uit hetgeen voorafgaat hebben de gekende weefsels met een ribstructuur het nadeel dat ze relatief duur zijn, en komt dit vooral doordat hun productie een aanzienlijke hoeveelheid kettinggaren vereist. 



  Aan dit nadeel wordt volgens deze uitvinding op zeer doeltreffende wijze verholpen door, een weefsel te voorzien met de in de tweede paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken, waarin bindkettingdraden en inslagdraden een grondweefsel vormen, en waarin figuurkettingdraden afwisselend in het grondweefsel afgebonden zijn en langs   een   zijde van het grondweefsel ribvormend omgebogen zijn om minstens   een   buiten het grondweefsel lopende inslagdraad. 



  In de hierna volgende beschrijving worden een aantal weefsels volgens deze uitvinding, alsook de werkwijzen voor hun vervaardiging, meer in detail omschreven. Deze beschrijving dient enkel om de kenmerken van de werkwijze en het weefsel volgens deze uitvinding verder te verduidelijken, en kan dus niet aanzien worden als een beperking van de in de conclusies van deze octrooiaanvraag opgeëiste bescherming voor deze uitvinding. 



  In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren. Van deze figuren is, figuur 1 een schematische dwarsdoornede volgens de kettingrichting van een onecht bouclé-weefsel, waarvan 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 alle figuurkettingdraden doorgebonden zijn op de rug van het weefsel ; figuur 2 een schematische dwarsdoornede volgens de kettingrichting van een onecht bouclé-weefsel, waarvan enkel de ribvormende figuurkettingdraden doorgebonden zijn op de rugzijde van het weefsel ; figuur 3 een schematische dwarsdoornede volgens de kettingrichting van een onecht bouclé-weefsel, waarvan noch de ribvormende figuurkettingdraden noch de nietribvormende (of dode) figuurkettingdraden doorgebonden zijn op de rugzijde van het weefsel. 



  De weefsels waarvan op de figuren een dwarsdoorsnede werd voorgesteld omvatten inslagdraden (1), (2), (3), en een reeks kettingdraadstelsels die   respectievelijk een   spankettingdraad (4), twee of meer figuurkettingdraden (5), (6), en twee bindkettingdraden (7), (8) omvatten. 



  Op de figuren werden   een   kettingdraadstelsel (4-8) en een aantal inslagdraden (1), (2), (3) op schematische wijze voorgesteld. In elk kettingdraadstelsel kruisen de twee bindkettingdraden (7), (8) elkaar herhaaldelijk zodat tussen deze bindkettingdraden (7), (8) opeenvolgende openingen (10) worden gevormd. Door elke opening lopen twee inslagdraden   (l), (2), dewelke zieh respectievelijk   boven en onder de spankettingdraden (4) uitstrekken. De inslagdraden (1), (2) worden hierdoor door de bindkettingdraden (7), (8) ingebonden, zodat een 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 grondweefsel wordt gevormd. De spankettingdraden (4) zijn gestrekt in dit grondweefsel opgenomen. 



  Boven   een   van de twee inslagdraden (1), (2) van elke opening loopt een dikkere inslagdraad (3) die zieh buiten het grondweefsel uitstrekt. Dit betekent dat in het weefsel afwisselend een stel van twee boven elkaar lopende inslagdraden (3), (1) en   een   enkele inslagdraad (2) voorzien is. De enkele inslagdraden (2) tussen de opeenvolgende stellen inslagdraden   (1), (3) zijn   ingebonden in het grondweefsel, terwijl van de stellen boven elkaar lopende inslagdraden de dikkere bovenste inslagdraad (3) niet in het grondweefsel is opgenomen en zieh langs de bovenzijde van dit grondweefsel uitstrekt, en de onderste inslagdraad   (1)   in het grondweefsel is ingebonden. 



  De figuurkettingdraden (5), (6) worden afwisselend in het grondweefsel afgebonden onder de genoemde enkele inslagdraad (2) en langs de bovenzijde van het grondweefsel omgebogen om de buiten het grondweefsel lopende dikkere inslagdraad (3). Op die manier vormen de over de dikkere inslagdraden (3) omgebogen delen van de figuurkettingdraden (5), (6) een duidelijke ribstructuur die het uitzicht van een lussenpoolweefsel sterk benadert. 



  Men bekomt bredere ribben door de ribvormende figuurkettingdraden te laten vlotten boven meerdere buiten het grondweefsel lopende dikkere inslagdraden (3). Hierdoor 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 wordt aan het weefsel een soort reliefstructuur gegeven met een bijkomend optisch effect voor de figuurtekening. 



  In de weefsels van figuur 1 en 2 zijn de enkele inslagdraden (2) ten opzichte van de spankettingdraden (4) langs de rugzijde van het grondweefsel ingebonden, zodat de ribvormende figuurkettingdraden (7), (8) telkens langs de rugzijde van het grondweefsel worden doorgebonden. 



  In het weefsel van figuur 1 lopen de niet-ribvormende delen van de figuurkettingdraden (5), (6), ook de dode figuurkettingdraden genoemd, afwisselend tussen twee boven elkaar lopende inslagdraden (1), (3) en onder een enkele inslagdraad (2). Deze dode figuurkettingdraden worden dus ook doorgebonden op de rugzijde van het grondweefsel. In dit weefsel zijn alle figuurkettingdraden dus langs de rugzijde van het weefsel doorgebonden. Dit laat een goede inbedding toe van deze figuurkettingdraden in een latexlaag (niet voorgesteld op de figuren) die op de rugzijde van het weefsel wordt voorzien. Doordat de dode figuurkettingdraden (5), (6) tussen de boven elkaar lopende inslagdraden lopen bekomt men een grotere ribhoogte en dus een nog duidelijker ribstructuur. 



  In het weefsel van figuur 2 worden de niet-ribvormende delen van de   figuurkettingdraden (5), (6)   niet doorgebonden langs de rugzijde van het weefsel. Deze dode figuurkettingdraden (5), (6) worden samenlopend met de spankettingdraden (4), gestrekt in het grondweefsel 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 ingebonden. Zo bekomt men een daling van het figuurkettinggarenverbruik. 



  In het weefsel van figuur 3 wordt de onderste inslagdraad   (1)   van elk stel boven elkaar lopende inslagdraden ten opzichte van de spankettingdraden (4) langs de rugzijde van het grondweefsel ingebonden, terwijl de enkele inslagdraad (2) langs de bovenzijde (de ribzijde) van het weefsel wordt ingebonden. De ribvormende figuurkettingdraden (5), (6) die om deze enkele inslagdraden (2) afgebonden worden, worden bijgevolg niet doorgebonden langs de rugzijde van het weefsel. De niet-ribvormende delen van de figuurkettingdraden (5), (6) worden, net zoals in het weefsel van figuur 2, samenlopend met de spankettingdraden (4) in het grondweefsel ingebonden. 



  Doordat er in dit weefsel geen figuurkettingdraden (7), (8) worden doorgebonden wordt het verbruik van figuurkettinggaren tot een absoluut minimum beperkt. 



  De verschillende figuurkettingdraden (5), (6) van een kettingdraadstelsel hebben een verschillende kleur en zijn beurtelings ribvormend in overeenstemming met de kleuren van een te vormen figuur. Doordat dode figuurkettingdraden in het grondweefsel kunnen ingebonden worden kunnen meer dan twee verschillende figuurkettingdraden per kettingdraadstelsel voorzien worden. Hierdoor kunnen de weefsels volgens deze uitvinding met een grotere kleurenvariatie geweven worden dan de bestaande weefsels met een ribstructuur. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 Het vervaardigen van deze weefsels gebeurt bij voorkeur op een weefmachine met twee inslaginbrengmiddelen (bv. grijpers), die voorzien zijn om gedurende opeenvolgende inslaginbrengcycli respectievelijke inslagdraden boven elkaar in te brengen in een tussen de kettingdraden gevormde gaap. 



  Voor het weven van de hierboven beschreven weefsels worden gedurende de opeenvolgende inslaginbrengcycli afwisselend twee inslagdraden (1), (3) boven elkaar en   een   enkele inslagdraad (2) ingebracht. De enkele inslagdraad (2) wordt door het onderste inslaginbrengmiddel ingebracht, terwijl het bovenste inslaginbrengmiddel buiten werking wordt gesteld of gedurende die werkingscyclus niet voorzien wordt van een in te brengen inslagdraad. De plaatsen in de weefsels waar op die manier een inslagdraad geannuleerd wordt, zijn op de figuren aangeduid met het referentiecijfer (9).

Claims (12)

  1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur, in het bijzonder van een onecht bouclé-weefsel, waarbij inslagdraden (1), (2), (3) in opeenvolgende gapen tussen kettingdraden (4-8) worden gebracht zodat een weefsel wordt gevormd met figuurkettingdraden (5), (6) die afwisselend onder en boven een of meerdere inslagdraden (2), (3) lopen zodat ze ribben vormen, met het kenmerk dat uit bindkettingdraden (7), (8) en inslagdraden (1), (2) een grondweefsel geweven wordt, en dat de figuurkettingdraden (7), (8) afwisselend in het grondweefsel afgebonden worden en langs een zijde van het grondweefsel ribvormend omgebogen worden om minstens een buiten het grondweefsel lopende inslagdraad (3).
  2. 2. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens conclusie 1 met het kenmerk dat in het grondweefsel spankettingdraden (4) voorzien worden, en dat het weefsel zo geweven wordt dat de buiten het grondweefsel lopende inslagdraden (3) tot een stel van minstens twee boven elkaar lopende inslagdraden (1), (3) behoren, en dat van elk EMI13.1 stel inslagdraden (1, 3) minstens twee inslagdraden (1), (3) ten opzichte van de spankettingdraden (4) langs de ribzijde van het weefsel lopen. <Desc/Clms Page number 14>
  3. 3. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de buiten het grondweefsel lopende inslagdraden (3) dikker zijn dan de in het grondweefsel ingebonden inslagdraden (1), (2).
  4. 4. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de conclusies 2 tot en met 4 met het kenmerk dat het weefsel zo geweven wordt dat, in het afgewerkte weefsel, tussen twee opeenvolgende stellen inslagdraden (1, 3) een in het grondweefsel ingebonden inslagdraad (2) voorzien is.
  5. 5. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat gedurende opeenvolgende inslaginbrengcycli van inslaginbreng- middelen op een weefmachine respectievelijk een inslagdraad (2) en twee inslagdraden (1), (3) ingebracht worden.
  6. 6. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat er twee bindketting- draden (7), (8) en een spankettingdraad (4) per riettand worden voorzien.
  7. 7. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het weefsel zo geweven <Desc/Clms Page number 15> wordt dat de buiten het grondweefsel lopende inslag- draden (3) tot een stel van minstens twee boven elkaar lopende inslagdraden (1, 3) behoren, en dat een niet-ribvormende figuurkettingdraad (5), (6), tussen inslagdraden (1), (3) van de genoemde stellen (1, 3) boven elkaar lopende inslagdraden lopend, in het grondweefsel wordt ingebonden.
  8. 8. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de ribvormende figuurkettingdraden (7), (8) afgebonden worden onder een langs de rugzijde van het grondweefsel ingebonden inslagdraad (2).
  9. 9. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat een niet-ribvormende figuurkettingdraad (5), (6), afwisselend boven een inslagdraad (1) van het grondweefsel en onder een langs de rugzijde van het grondweefsel ingebonden inslagdraad (2) lopend, in het grondweefsel wordt ingebonden.
  10. 10. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de conclusies 1 tot 7 en 9 met het kenmerk dat de ribvormende figuur- kettingdraden (5), (6) afgebonden worden onder een langs de ribzijde van het grondweefsel ingebonden inslagdraad (2). <Desc/Clms Page number 16>
  11. 11. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat een niet-ribvormende figuurkettingdraad (5), (6) gestrekt in het grond- weefsel wordt ingebonden.
  12. 12. Weefsel met een ribstructuur, in het bijzonder een onecht bouclé-weefsel, omvattende inslagdraden (1), (2), (3) en kettingdraden (4-8), waarvan figuur- kettingdraden (5), (6) afwisselend onder en boven een of meerdere inslagdraden (2), (3) lopen zodat ze ribben vormen, met het kenmerk dat bindkettingdraden (7), (8) en inslagdraden (1), (2) een grondweefsel vormen, en dat de figuurkettingdraden (3), (6) afwisselend in het grondweefsel afgebonden zijn en langs een zijde van het grondweefsel ribvormend omgebogen zijn om minstens een buiten het grondweefsel lopende inslagdraad (3).
BE9800809A 1998-11-06 1998-11-06 Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels. BE1012269A3 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800809A BE1012269A3 (nl) 1998-11-06 1998-11-06 Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.
EP99203399A EP1001062B1 (en) 1998-11-06 1999-10-15 Method for manufacturing a fabric with rib structure, and fabrics manufactured according to this method
DE69913295.9T DE69913295C5 (de) 1998-11-06 1999-10-15 Verfahren zum Herstellen von Gewebe mit Rippenstruktur und nach diesem Verfahren hergestellte Gewebe
AT99203399T ATE255650T1 (de) 1998-11-06 1999-10-15 Verfahren zum herstellen von gewebe mit rippenstruktur und nach diesem verfahren hergestellte gewebe
TR1999/02711A TR199902711A2 (xx) 1998-11-06 1999-11-02 Kabartma-�izgili kuma� imal y�ntemi ve bu y�nteme g�re imal edilen kuma�lar
US09/435,783 US6247506B1 (en) 1998-11-06 1999-11-08 Method for manufacturing a fabric with rib structure, and fabrics manufactured according to this method

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800809A BE1012269A3 (nl) 1998-11-06 1998-11-06 Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012269A3 true BE1012269A3 (nl) 2000-08-01

Family

ID=3891513

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800809A BE1012269A3 (nl) 1998-11-06 1998-11-06 Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6247506B1 (nl)
EP (1) EP1001062B1 (nl)
AT (1) ATE255650T1 (nl)
BE (1) BE1012269A3 (nl)
DE (1) DE69913295C5 (nl)
TR (1) TR199902711A2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1012366A3 (nl) * 1998-12-23 2000-10-03 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel.
BE1016008A4 (nl) * 2004-05-07 2006-01-10 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze en inrichting voor het weven van dubbelzijdig bruikbare weefsels.
US7520303B2 (en) * 2005-06-24 2009-04-21 N.V. Michel Van De Wiele Method for weaving a fabric, fabric woven by means of such a method and weaving machine for weaving such a fabric
BE1016849A3 (nl) * 2005-11-10 2007-08-07 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze voor het weven van weefsels met zones met een ribstructuur met een grote variatie in kleureffecten.
BE1023598B1 (nl) * 2015-11-10 2017-05-11 Nv Michel Van De Wiele Werkwijze voor het dubbelstukweven van weefsels met figuurkettingdraden
CN108660587B (zh) * 2018-05-11 2020-11-03 滨州亚光家纺有限公司 一种嵌入式纬浮线持久蓬松柔软毛圈织物的生产方法

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL24871C (nl) * 1900-01-01
US1932981A (en) * 1931-10-13 1933-10-31 Nat Tapestry Company Tapestry fabric

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US128286A (en) * 1872-06-25 Geoege cromptost
US939230A (en) * 1908-06-03 1909-11-09 Thomas Benton Dornan Woven fabric.
US1349367A (en) * 1920-02-19 1920-08-10 Crompton & Knowles Loom Works Carpet-weave
US2647546A (en) * 1952-02-20 1953-08-04 M J Wittall Associates Inc Pile fabric with a through-to-the-back bind

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL24871C (nl) * 1900-01-01
US1932981A (en) * 1931-10-13 1933-10-31 Nat Tapestry Company Tapestry fabric

Also Published As

Publication number Publication date
US6247506B1 (en) 2001-06-19
TR199902711A3 (tr) 2000-06-21
EP1001062A1 (en) 2000-05-17
DE69913295C5 (de) 2015-08-20
DE69913295D1 (de) 2004-01-15
EP1001062B1 (en) 2003-12-03
DE69913295T2 (de) 2004-11-18
TR199902711A2 (xx) 2000-06-21
ATE255650T1 (de) 2003-12-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016008A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor het weven van dubbelzijdig bruikbare weefsels.
JPS63175192A (ja) 抄紙機用複合すき網
BE1013266A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel.
BE1016849A3 (nl) Werkwijze voor het weven van weefsels met zones met een ribstructuur met een grote variatie in kleureffecten.
BE1012077A3 (nl) Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels.
BE1021026B1 (nl) Tapijt met een schaduweffect en werkwijze voor het weven van een tapijtweefsel met een schaduweffect.
BE1016658A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel, weefsel geweven volgens een dergeljke werkwijze en weefmachine voor het weven van een dergelijk weefsel.
BE1012269A3 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.
BE1023598B1 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van weefsels met figuurkettingdraden
BE1011362A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van weefsels met aan beide zijden een ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.
JPS6399393A (ja) 抄紙機のシート形成部用織物
BE1012366A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel.
CN211645568U (zh) 凹凸花型效果双层贾卡经编织物
JP4011916B2 (ja) メッシュ織物
CA2135378C (en) Textile bag, textile web for bags and process for producing a textile web
BE1012858A3 (nl) Onechte boucle-weefsels met gesneden pool en/of poollussen, en werkwijze voor het weven ervan.
BE1007294A3 (nl) Dubbele tweeschotbinding voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens een dergelijke binding vervaardigde weefsels.
US4548850A (en) Pile fabric with pile-free positions
BE1012590A5 (nl) Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van onechte boucle-weefseles met gesneden pool, en volgens deze werkwijze geweven weefsels.
NL8004412A (nl) Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de vervaardiging daarvan.
JPH10121347A (ja) 織物及びその製造方法
BE1012497A5 (nl) Werkwijze voor het weven van een poolweefsel op een grijper-axminster-weefmachine, en een volgens deze werkwijze geweven weefsel.
US4233701A (en) Napped bedding blanket
NL1021569C2 (nl) Schaduwfluweelweefsel en werkwijze voor het weven ervan.
JP2001234455A (ja) レース地

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171130