NL8004412A - Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de vervaardiging daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8004412A
NL8004412A NL8004412A NL8004412A NL8004412A NL 8004412 A NL8004412 A NL 8004412A NL 8004412 A NL8004412 A NL 8004412A NL 8004412 A NL8004412 A NL 8004412A NL 8004412 A NL8004412 A NL 8004412A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
thread
warp
threads
loops
fabric
Prior art date
Application number
NL8004412A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Alsacienne Constr Meca
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alsacienne Constr Meca filed Critical Alsacienne Constr Meca
Publication of NL8004412A publication Critical patent/NL8004412A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C7/00Leno or similar shedding mechanisms
    • D03C7/02Gauze healds
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/06Warp pile fabrics
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/10Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet

Description

-1- 21421/CV/tl
Aanvrager: Societe Alsacienne de Constructions Mecaniques de Mulhouse, 5©eiété Anonyrae francaise te Mulhouse Cedex, Frankrijk.
Korte Aanduiding: Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de 5 vervaardiging daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op fluweelkettingweefseis gevormd door een bodemweefsel uit kettingdraden gekruisd met inslagdraden waarop zich op de keerzijde van het weefsel de toppen bevinden van de 10 lussen van de "haar" draden,waarvan de takken zich uitstrekken door de dikte van het bodemweefsel tussen de kettingdraden en de inslagdraden en zich op de rechterzijde van het weefsel over een zekere lengte uitstrekken voor het tot stand brengen van het fluweeleffect.
Een dergelijke opbouw is algemeen bekend maar bezit een bepaald 15 aantal nadelen. Bij de meeste bekende werkwijzen voor het vervaardigen van poolweefsels wordt de bevestiging van de pool in het bodemweefsel bepaald door een aantal elementen,zoals kettingdichtheid,inslagdicht-heid, titrering en aard van de gesponnen draden, aard en lengte van de vezels, het afwerlcen van het weefsel (in het bijzonder impregneren van 20 de keerzijde) en de wapening van het weefsel. In de keuze van de weefsels is men dan ook beperkt door talrijke eisen en fluweelstoffen zijn in het algemeen slechts zeer dichte en verhoudingsgewijs zware weefsels.
Een van de oogmerken van de uitvinding is daarentegen het mogelijk maken om een licht luchtig en niet bijzonder dicht fluweelweefsel te 25 verkrijgen waarin ondanks dat de polen stevig op het bodemweefsel worden vastgehouden.
Uit het Amerikaanse octrooi 2.252.433 is reeds een werkwijze bekend voor het vervaardigen van fluweel waarbij men tracht de lussen van de pooldraden in het bodemweefsel te houden met behulp van kettingdraden op 30 gaasafstand . Bij deze bekende werkwijze gebruikt men als draden op gaasafstand ( pas de gaze) normale kettingdraden, die reeds dienst doen voor het vormen van het bodemweefsel, zodat de draden op gaasafstand niet meer dan eenvoudig de toppen van de lussen van de pooldraden op de keerzijde van het weefsel bedekken of kruisen. Bij toepassing van deze 35 werkwijze zullen dan ook de lussen van de pooldraden niet stevig worden vastgehouden ten opzichte van het bodemweefsel met alle gewenste kracht.
8004412 -2- 21421/CV/t1 >
Opdat de pooldraden zo stevig mogelijk op het bodemweefsel zullen worden tegengehouden ,en dit slechts nog in de mate waar deze werkwijze dit mogelijk maakt ,moet men een zo dicht mogelijk weefsel vervaardigen waardoor men zich verwijderd van het beoogde doel,te weten het ver-5 ' krijgen van een licht en luchtig weefsel.
Het oogmerk van de uitvinding is het verkrijgen van een fluweel-ketting,die niet de nadelen en de beperkingen van bekende fluweelweef-sels bezit.
Hiertoe zijn volgens de uitvinding de delen van iedere pooldraad-10 lus nabij de toppen van de lussen stevig geknepen tegen een kettingdraad van het bodemweefsel met behulp van een aanvullende kettingdraad met gaasafstand, de zogenaamde wikkeldraad, welke een eerste lus vormt waarvan de top zich bevindt op dezelfde inslagdraad van het bodemweefsel. als de top van de lus van de pooldraad,maar op de rechte zijde van het 15 bodemweefsel, en een tweede lus waarvan de top zich bevindt op een naburige inslagdraad, eveneens op de rechte zijde van het bodemweefselwaarbij de twee genoemde lussen van de wikkeldraad onderling zijn verbonden met behulp van een tussengelegen gedeelte van de draad dat zich uitstrekt onder de desbetreffende kettingdraad op de keerzijde van het boderaweef-20 sel.
Dankzij deze uitvoeringsvorm bevindt iedere lus van de pooldraad zich min of meer ingeknoopt tussen drie draden ,te weten een inslagdraad, een kettingdraad en een wikkeldraad zodat de pooldraad zeer stevig is vastgehouden in het bodemweefsel en dientengevolge aanzienlijk beter 25 bestendig is tegen uittrekken dan de lussen van de pooldraden van bekende fluweelstoffen,die eenvoudig tussen de kettingdraden en de inslagdraden van het bodemweefsel zijn getrokken of waarvan de toppen eenvoudig zijn bedekt door een van de kettingdraden van het bodemweefsel waaraan men een gaasafstand heeft meegedeeld,dat wil zeggen zonder dit effect van 30 inknopen dat wordt bewerkstelligd met behulp van de wikkeldraad van het fluweel volgens de uitvinding. Dit nieuwe kenmerk maakt het impregneren van de keerzijde van het weefsel overbodig en maakt het verder mogelijk dat fluweel te vervaardigen is,dat zo luchtig is als dat men wenst, wil zeggen waarin de grote van de mazen van het bodemweefsel zo groot is als dat men wil en waarin de afstand tussen twee naburige bundels van pooldraden willekeurig kan zijn doordat iedere pooldraadlus doelmatig 8004412 -3- 21421/CV/tl en afzonderlijk is ingeknoopt met behulp van een wikkeldraad op een in-slagdraad tegen een kettingdraad.
In een weefsel volgens de uitvinding omgeeft de wikkeldraad de kettingdraad en de inslagdraad op een analoge wijze aan die van de 5- wikkeldraden, die worden toegepast in het weven van het gaas en houden bovendien de pooldraad tegen.
Zoals verder uit het onderstaande zal blijken kan men op dit pin-cipe eén variateit van fluweelstof tot stand brengen volgens de wijze waarop men de verschillende elementen ,die deze stof vormen,combineert.
10 De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor de ver vaardiging van dit fluweel, welke bestaat uit het vormen van een bodemweef-sel uit kettingdraden gekruisd met inslagdraden en het daarin opnemen van pooldraden,die periodiek worden gehouden onder de baan van het inbrengen van de inslagdraden voor het vormen van lussen waarvan de toppen zijn 15 gelegen tegen de inslagdraden op de keerzijde van het bodemweefsel en periodiek boven het genoemde insteektraject van de kettingdraden opdat de takken van de genoemde lussen van de pooldraden zich dwars door de dikte van het bodemweefsel uitstrekken tussen de kettingdraden en de inslagdraden en zich over een zekere lijn aan de rechte zijde van het weefsel 20 uitstrekken voor het tot stand brengen van het fluweeleffect ,terwijl men de lussen van de pooldraden vasthoudt met kettingdraden op gaasafstand, waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt doordat tijdens het weven als kettingdraden met gaasafstand gebruik wordt gemaakt van aanvullende kettingdraden ,zogenaamde wikkeldraden, waarvan men de standen opeenvolgend 25 bepaald op zodanige wijze,dat zij periodiek ten opzichte van de kettingdraden van het bodemweefsel naar boven gaan, ieder afwisselend van de ene kant en van de andere van een van de genoemde kettingdraden zodanig dat zij zich boven de inslagdraden bevinden tijdens het inbrengen van deze laats ten en een eerste lus vormen,waarvan de top zich bevindt op een zelf-30 de inslagdraad van het bodemweefsel als de top van een lus van een pooldraad,maar op de rechte zijde van het weefsel,evenals een tweede lus waarvan de top'zich bevindt op een naburige inslagdraad,eveneens op de rechte zijde van het bodemweefsel,terwijl het tussengelegen gedeelte van de wikkeldraad,welke de eerste en de tweede lus verbindt zich slinge-35 rend uitstrekt onder de desbetreffende kettingdraad op de keerzijde van het bodemweefsel.
800 44 12 Λ 9' -4- 21421/CV/tl
Het zal duidelijk zijn,dat de boven beschreven werkwijze op velerlei wijze te realiseren is afhankelijk van de variëteiten van de te vervaardigen fluweelstoffen. De werkwijze is zowel toepasbaar voor fluweel direct vervaardigd in enkelvoudig laken, als voor fluweel vervaardigd 5 ' als dubbel laken met daaropvolgende scheiding van de twee lakens door snijding van de delen van de pooldraden welke deze met elkaar verbinden.
Verder^fe^Se uitvinding ook betrekking op een weefgetouw voor het weven van het kettingfluweel in dubbele lagen ter uitvoering van de werkwijze. Het weefgetouw,dat is van het type dat voor iedere laag is 10 voorzien van een harnas met harnaslusramen voor de kettingdraden van het bodemweefsel en voor de pooldraden, wordt gekenmerkt doordat het harnas voor ieder van de twee lagen verder is voorzien van althans een raam met vaste harnaslussen en een systeem van beweegbare ramen voor harnaslussen met onafhankelijke bewegingen voor de vorming van een gaas-15 vak met behulp van een aanvullende wikkeldraad met het oog op het inknopen van de lussen van de pooldraad in het bodemweefsel ,dat wordt gevormd door de kettingdraden en de inslagdraden.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren,waarin enkele uitvoeringsvormen van een fluweel 20 volgens de uitvinding en van weefgetouwen voor de vervaardiging van dergelijke fluweelstoffen zijn weergegeven.
Fig.l toont schematisch een langsdoorsnede over een eerste uitvoeringsvorm van een fluweel volgens de uitvinding met V-vormige paoldraad-lussen.
25 Fig. 2 toont een onderaanzicht op het in fig.l weergegeven fluweel.
Fig. 3 toont een langsdoorsnede over een tweede uitvoeringsvorm van een fluweel met dubbele laag en V-vormige pooldraadlussen.
Fig. 4 toont een onderaanzicht op fig.3.
Fig. 5 toont een lagsdoorsnede over een derde uitvoeringsvorm van 30 een fluweel met dubbele laag met enerzijds V-vormige pooldraadlussen en anderzijds eenzelfde kettingdraad van het bodemweefsel.
Fig. 6 toont een onderaanzicht op fig.5.
Fig.7 toont een langsdoorsnede over een vierde uitvoeringsvorm van een fluweel met dubbele laag voorzien van U-vormige pooldraadlussen.
35 Fig. 8 toont een onderaanzicht op fig.7.
Fig. 9 toont een langsdoorsnede over een/bijfde uitvoeringsvorm van 8004412 Λ.
-5- 21421/CV/tl
Tl fluweel met dubbele laag voorzien van W-vormige pooldraadlussen.
Fig.10 toont een onderaanzicht op fig.9.
Fig.ll toont een langsdoorsnede over een zesde uitvoeringsvorm v?n een fluweel met dubbele laag voorzien van W-vormige pooldraadlussen 5 opeenvolgend aan weerszijden vau een paar kettingdraden van het bodem-weefsel.
Fig.12 toont een onderaanzicht op fig,ll.
Fig. 13 toont schematisch het belangrijkste gedeelte van een weefgetouw voor het vervaardigen van fluweel volgens de uitvinding.
10 Fig.14 toont het in fig.13 weergegeven weefgetouw in een andere stand.
Fig. 15 toont schematisch het belangrijkste gedeelte van een weefgetouw voor het vervaardigen van fluweel met twee lagen volgens de uitvinding .
15 Fig. 16 toont het in fig.15 weergegeven weefgetouw in een andere s tand.
Het deel van het kettingfluweel volgens de uitvinding,dat in langsdoorsnede in fig.l en in onderaanzicht in fig.2 is weergegeven omwt een bodemweefsel F,dat is opgebouwd uit kettingdraden zoals de draden Cl en 20 C2 en inslagdraden,zoals de draden Tl en T2,uit pooldraadlussen P en een wikkeldraad t.
De top van iedere pooldraadlus P bevindt zich tegen de onderzijde van een inslagdraad Tl,dat wil zeggen,dat hij verschijnt op de keerzijde van het samenstel van het weefsel. Langs eenzelfde kettingdraad Cl zijn 25 de pooldraadlussen T slechts gevormd op de oneven inslagdraden Tl. De takken van de pooldraadlussen P strekken zich uit door de dikte van het bodemweefsel F tussen de kettingdraden en de inslagdraden en strekken zich op de rechte zijde van het bodemweefsel F over een zekere lengte "1" uit voor het bewerkstelligen van het fluweel effect. De wikkeldraad 30 vormt een eerste lus waarvan de top zich bevindt op dezeifdeyinslagdraad Tl van het bodemweefsel als de top van de pooldraadlus P, maar^Se rechte zijde en niet op de keerzijde van het bodemweefsel F en een tweede lus waarvan de top zich bevindt op een naburige inslagdraad, in het onderhavige geval op een inslagdraad van even orde T2, eveneens op de rechte 35 zijde van het bodemweefsel. De eerste lus van de wikkeldraad t bevindt zich tegen de pooldraad, dat wil zeggen aan een bepaalde kant van de lcet- 8004412 r -6- 21421/CV/tl tingdraad T1 ,terwijl zijn tweede lus zich bevindt aan de andere zijde van de genoemde kettingdraad,zodat in het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld, opdat de tweede lus van de wikkeldraad onder het effect van de spanning van deze wikkeldraad niet kan terugkomen op de eerste zijde 5' van de kettingdraad Cl hetgeen geheel het effect van de gezochte in-knoping zou teniet doen strekt de tweede lus van de wikkeldraad zich aan de andere zijde van de volgende kettingdraad C2 gelegen aan de andere zijde van de eerste kettingdraad Cl uit.Zodoende strekt zich tegen een inslagdraad T2 van even orde een tweede lus van de wikkeldraad op de 10 rechte zijde, terwijl de volgende kettingdraad C2 zich uitstrekt over de keerzijde en de genoemde tweede lus van de wikkeldraad aan de zijde van de eerste kettingdraad Cl vergrendeld tegenover de zijde van deze kettingdraad waarlangs zich de eerste lus van de wikkeldraad bevindt,die de pooldraad tegen de kettingdraad Cl knijpt. De eerste en de tweede lus 15 van de wikkeldraad zijn met elkaar verbonden door een tussengedeelte van deze draad,dat zich uitstrekt onder de desbetreffende kettingdraad (en ook onder de naburige draad C2 in dit uitvoeringsvoorbeeld) op de keerzijde van het bodemweefsel F.
Het zal duidelijk zijn,dat dankzij de aanwezigheid van de wikkel-20 draad t , die in het voorwerp is opgenomen op de beschreven en afgebeel-de wijze,iedere lus van de pooldraad P stevig is geknoopt op een inslagdraad tegen een kettingdraad, zodat de pooldraad steeds uitstekend vast is verbonden met het bodemweefsel F,zelfs indien de wapening van dit bodemweefsel niet van die aard is dat daardoor een in zich gesloten 25 weefsel wordt verkregen.
De aan de hand van de fig. 1 en 2 gegeven beschrijving heeft betrekking op een fluweel,dat in de vorm van een enkel vel is gebruikt onder gebruikmaking van gereedschappen 11 voor de vorming van zichtbare bovenste lussen van de pooldraad P. Indien deze gereedschappen niet 30 zijn voorzien van een snijkant laten zij de lussen van de pooldraad gesloten,zoals weergegeven in het rechte gedeelte van fig.l en wordt het verkregen voorwerp aangeduid als lusvonnig fluweel,terwijl indien daarentegen de gereedschappen een bovenste snijkant bezitten de toppen van de bovenste lussen van de pooldraden worden doorsneden,zoals weergegeven in 35 het linkergedeelte van de figuur. Hoe het ook is er wijzigt zich niets met betrekking tot de bevestiging van de lussen van de pooldraden aan het 8004412 *- -7-- 21421/CV/tl basisweefsel met behulp van de wikkeldraad.
Dezelfde constructie kan ook worden toegepast in een weefsel,dat met een dubbel vel wordt vervaardigd zoals dit is weergegeven in de fig.3 en 4 waarvan fig.3 een langsdoorsne.de over het samenstel van twee 5' vellen voor hun scheiding door doorsnijding van de delen van de pool-draden P,die de vellen onderling verbindt, weergeeft,terwijl fig.4 een aanzicht geeft op het bovenste vel op de keerzijde na de doorsnijding.
In deze figuren heeft men voor de diverse onderdelen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als voor de corresponderende in fig.l en 2 10 afgeheelde onderdelen en met betrekking tot het onderste vel 21 kan dezelfde uiteenzetting worden gegeven als gegeven met betrekking tot het enkele vel afgebeeld in de fig.l en 2,waarbij het enige verschil is gelegen in het feit,dat in plaats dat de bovenste Lussen van de pooldraad P over de staven 11 zijn gevoerd deze lussen zijn gevoerd over de inslag-15 draden van het bodemweefsel van het bovenste vel 22. Men kan verder ook dezelfde uiteenzetting toepassen voor het bovenste vel waarbij echter de bovenzijde en de onderzijde moeten worden omgewisseld met betrekking tot de uiteenzettingen gegeven aan de hand van de fig.l en 2.
In de hierboven aan de hand van de fig. 1- 4 besproken uitvoerings-20 voorbeelden kan men stellen, dat de lussen van de pooldraad P V-vormig zijn. In de fig.5 en 6 heeft men nog een uitvoeringsvorm gegeven waarbij de pooldraden eveneens V-vormig zijr,waarbij deze uitvoeringsvorm meer geschikt is voor dikke draden. Deze uitvoeringsvorm verschilt van de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden daarin,dat de lussen van de 25 pooldraad P op twee opeenvolgende inslagdraden van oneven orde Tl,alternatief zijn gelegen aan de ene zijde en de andere zijde van dezelfde kettingdraad Cl; in dit geval slingert de wikkeldraad t zich op de keerzijde van het bodemweefsel en omgeeft slechts de kettingdraad Cl in plaats van de twee kettingdraden Cl en C2 in de voorgaande uitvoerings-30 voorbeelden.
Fig. 7 en 8 tonen een uitvoeringsvorm waarin de pooldraden P een vormgeving in de vorm van een U bezitten door het feit,dat iedere lus van de pooldraad P niet slechts een enkele inslagdraad van het bodemweefsel omgeeft,maar twee opeenvolgende inslagdraden Tl ,T2, tegelijk, 35 zoals weergegeven. In dit uitvoeringsvoorbeeld gedraagt de wikkeldraad t zich echter niettemin op dezelfde wijze als in de fig.3 en 4 met dit 8004412 -8- 21421/CV/tl verschil,dat op de rechte zijde slechts een lus op twee van deze draden dient voor het knijpen van een lus van de pooldraad P. Men kan zeggen, dat deze constructie is verkregen door de herhaling van een rapport 4.
De fig.9 en 10 tonen een uitvoeringsvorm waarin de pooldraden P 5 een W-vorraige uitvoering hebben ten gevolge van het feit,dat iedere lus van de pooldraad P telkens onder twee inslagdraden van oneven orde Tl en over de daartussen gelegen inslagdraad van «en even T2 beweegt. Ook hier behoeft de wikkeldraad t slechts de kettingdraad Cl waartegen de lussen van de pooldraad zijn afgesteund te omgeven, terwijl twee van de 10 opeenvolgende genoemde eerste lussen van de wikkeldraad dienen voor het knijpen van eenzelfde lus van de pooldraad.
De fig.ll en 12 tonen een variant van de uitvoeringsvorm volgens fig.9 en 10,waarbij het verschil wordt gevormd door het feit,dat de opeenvolgende lussen van de pooldraad P afwisselend aan de ene zijde en 15 de andere zijde van de desbetreffende kettingdraad Cl, terwijl een tweede kettingdraad C2 ook is omgeven door de wikkeldraad t en symmetrisch dezelfde rol als de kettingdraad Cl speelt.
Voor het uitvoeren van de werkwijze voor het vervaardigen van het 'fluweel volgens de uitvinding kan men een weefgetouw met enkel vel gebrui-20 ken waarvan het hoofdgedeelte schematisch is weergegeven in fig.13,waarin waar te nemen zijn : de draden die hierboven zijn genoemd,namelijk de twee kettingdraden Cl, C2 de inslagdraad T2, de pooldraad P en de wikkeldraad t. De twee kettingdraden Cl en C2 zijn resp. geregen in de ogen van twee harnaslussen 31, 32 ,die zijn aangebracht in de ramen van 25 corresponderende beweegbare harnassen. De pooldraad P is geregen in het oog van een derde harnaslus 33,die is aangebracht in een corresponderend' beweegbaar raam. De wikkeldraad t is gevoerd door het oog van een vierde harnaslus 34,die is aangebracht in een vast raam en door het oog van een halssnoer 36 aangebracht in een klein beweegbaar raam en samenwerkend 30 met twee harnaslussen 37 en 38,die resp. zijn aangebracht in twee andere ramen voor het vormen van een gaasvak. Verder vindt men bij 11 de opstelling van de vorm en snijeisen van de bovenste lussen van de pooldraden P terug.
In de zone van het riet 39 kan men/niveau s onderscheiden van de 35 draadvellen voor de vier draden die opgesomd worden, namelijk het onderste niveau waar zich in feite de kettingdraad C2^indt,het tussengelegen 800 44 12 * -9- 21421/CV/t1 niveau waar zich in feite telkens de kettingdraad Cl en de wikkeldraad t bevinden en het bovenste niveau waar zich in feote de poidraad P bevindt. Deze vier draden bewegen tussen de twee harnaslussen 37 en 38 voor de vorming van het gaasvak en in eenzelfde interval tussen twee 5 tanden van het riet 39. Opgemerkt wordt , dat de baan van de in te steken inslagdraad T2 zich bevindt tussen het onderste niveau en het tussenge-legen niveau,terwijl het snijvormijzer 11 voor de pooldraad is gelegen tussen het tussenniveau en het bovenste niveau. Het oog van het vaste raam,dat de harnaslus 34 van de wikkeldraad draagt bevindt zich permanent 10 op het onderste niveau.
Na de vorming van het volgende vollen bevinden zich de verschillende elementen in de in fig.14 weergegeven stand,dat wil zeggen,dat de pooldraad P zich op het onderste niveau bevindt en zal geen inbrenging van het gereedschap zijn,inaar inbrenging van de inslagdraadlengte van 15 de volgende inslagdraad Tl ),dat de standen van de twee kettingdraden Cl en C2 zijn omgekeerd en de wikkeldraad, na door het half snoer 36 omlaag te zijn bewogen vervolgens daardoor omhoog is bewogen op hetzelfde tussenniveau maar is overgebracht in de kruisingsEtand met de kettingdraad C 1 van de andere zijde van de kettingdraad Cl ten opzichte van de lus 20 van de pooldraad voor het vormen van een gaasafstand, zoals afgebeeld in fig.2.
De uitvoering van de verschillende mogelijke constructies van het fluweel door het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding op weefgetouwen,die zijn uitgerust met althans een vast aanvullend raam en 25 twee beweegbare aanvullende ramen met een beweegbaar klein half snoer raam is te verkrijgen door een geschikte programmering,die voordien is aangebracht op de kaarten van het getouw welke de bewegingen van de harnasramen waarin de desbetreffende harnaslussen zijn aangebracht, commanderen. Een dergelijke programmering is voor de hand liggend voor een 3Ó vakman op dit gebied, vormt dan ook geen deel van de uitvinding en zal niet nader gedetailleerd worden beschreven.
Het zal duidelijk zijn,dat voor de vorming van een gaasvak men in plaats van het systeem met speciale harnaslussen 37 en 38 en een half snoer 39 ieder ander geschikt gebruikelijk systeem kan toepassen,bijvoor-35 beeld naaldvormige harnaslussen of harnaslussen van het type Madras.
In de fig.E en 16 is schematisch het belangrijkste deel weergegeven 8004412 -10- 21421/CV/tl van een weefgetouw voor het met dubbel vel weven van het bodemweefsel, waarbij voor het onderste vel van het bodemweefsel dezelfde verwijzings-eijfers zijn gebruikt als voor het enkele vel van het weefgetouw afge-beeld in de fig.13 en 14 daar men hier dezelfde elementen terugvindt.
5 Wat betreft het bovenste vel van het bodemweefsel kan men zeggen.dat men alle elementen overeenkomend met die van het onderste vel terugvindt, maar omgekeerd opgesteld (met de verplaalsingsrichtingen verticaal omgekeerd), met uitzondering van de pooldraad, welke in dit uitvoeringsvoor-beeld slechts een keer aanwezig is voor de twee vellen zoals dit is 10 voorzien in de uitvoeringsvorm vaa het fluweel weergegeven in de fig.3 en 4. De met betrekking tot het weefgetouw voor het vervaardigen van een enkel vel volgens fig.13 en 14 weergegeven uiteenzettingen zijn dan ook toepasbaar voor het weefgetouw met dubbel vel volgens de fig.15 en 16.
Opgemerkt wordt,dat in de weefgetouwen met dubbel vel volgens de 15 uitvinding,zoals weergegeven in de fig.15 en 16 ,de beweegbare harnaslus-ramen voor de vorming van het gaasvak een onafhankelijke beweging hebben, dat wil zeggen,dat zij zich niet en bloc verplaatsen. Dit maakt het mogelijk om op eenzelfde weefgetouw de afstand tussen de twee vellen te wijzigen en dientengevolge de hoogte van de polen hetgeen practisch 20 niet mogelijk zal zijn met harnaslussen op gaasafstand, die zich gelijktijdig gezamenlijk verplaatsen.
800 44 12

Claims (11)

1. Fluweelkettingweefsel gevormd door een bodemweefsel uit kettingdraden gekruisd met inslagdraden waarop zich op de keerzijde van het weefsel de toppen van de lussen van de pooldraden bevinden,welke door de kettingdraden op gaasafstand worden gehouden,waarbij de takken van de 5 lussen zich uitstrekken door de dikte van het bodemweefsel tussen de ketting en inslagdraden en zich op de rechte zijde van het bodemweefsel uitstrekken over een bepaalde lengte voor het tot stand brengen van het £luweeleffect,met het kenmerk,dat de iedere pooldraadlus nabij de toppen van de lussen stevig zijn geknepen tegen een zijde van een ketting-10 draad (Cl) van het bodemweefsel door een genoemde kettingdraad met gaasafstand,welke wordt gevormd door een aanvullende wikkeldraad (t), welke een eerste lus vormt waarvan de top zich bevindt op dezelfde in-slagdraad (Tl) van het bodemweefsel (F) als de top van de lus van de pooldraad (P) en tegen de pooldraad maar op de rechte zijde van het 15 bodemweefsel (F),en een tweede lus waarvan de top zich bevindt op een naburige inslagdraad (T2) aan de andere zijde van de kettingdraad (Cl), eveneens op de rechte zijde van het bodemweefsel,waarbij de twee genoemde lussen van de wikkeldraad (t) onderling zijn verbonden door een tus-sengedeelte van de draad, dat zich uitstrekt onder de desbetreffende 20 kettingdraad (Cl) op de keerzijde van bet bodemweefsel.
2. Weefsel volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de kettingdraad (Cl) van het bodemweefsel (F) waartegen de genoemde delen van de lussen van de pooldraad zijn gélemd,zich uitstrekt onder de inslagdraden (Tl) waaronder de toppen van de wikkeldraad zich uitstrekken en het deel 25 van de wikkeldraad (t) dat de twee lussen van de draad verbindt,zich uitstrekt onder de twee opeenvolgende kettingdraden (Cl, C2 ) van het bodemweefsel (fig.2).
3. Weefsel volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de kettingdraad (Cl) van het bodemweefsel (F) waartegen de genoemde delen van de lussen 30 van de wikkeldraad (P) zijn geklemd,zich uitstrekt over de inslagdraden (Tl) waaronder de toppen van de pooldraden (T) zich uitstrekken, terwijl het deel van de wikkeldraad (t) dat de twee lussen van deze draad met elkaar verbindt,zich uitstrekt onder de enkele kettingdraad (Cl) van het bodemweefsel waartegen de pooldraad is geklemd (fig.6). 35
4, Weefsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat langs eenzelfde kettingdraad (Cl) de lussen van de pooldraad (P) 8004412 -12- 21421/CV/tl slechts zijn gevormd op de inslagdraden (Tl) van de oneven orde van het bodemweefsel (F),terwijl de twee genoemde lussen van de wikkeldraad (t) zijn gevormd op de inslagdraad (T2) van even orde van het bodemweefsel (fig.2).
5. Weefsel volgens een der voorgaande conclusies 1 - 3,met het ken merk,dat de pooldraad (p) W-vormige lussenvormt,die zich ieder uitstrekken onder twee opeenvolgende inslagdraden van oneven orde (Tl,Tl) en over een tussengelegen inslagdraad (T2) van even orde van het bodemweefsel (F),(fig.6 en 8 ).
6. Weefsel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat twee opeenvolgende lussen van de wikkeldraad (P) van elkaar zijn gescheiden in de richting van ketting van het bodemweefsel door «n interval dat een of meerdere inslagdraden van het bodemweefsel omvat (fig.6 en 10).
7. Weefsel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 15 dat alle lussen van de pooldraad, die zijn geknepen tegen een kettingdraad (Cl) van het bodemweefsel aan dezelfde zijde van deze kettingdraad zijn opgesteld (fig.2, 6 en 10).
8. Weefsel volgens een der voorgaande conclusies 1- 6,met het kenmerk, dat de lussen van de pooldraad,die opeenvolgend zijn geknepen tegen een 20 kettingdraad (Cl) van het bodemweefsel afwisselend aan de ene en aan de andere zijde van deze kettingdraad zijn opgesteld (fig.8 en 12).
9. Weefsel volgens conclusie 8,met bet kenmerk, dat de opeenvolgende lussen van de pooldraad (P) zich uitstrekken onder de inslagdraden van oneven orde van het bodemweefsel (F) en de genoemde tussengelegen delen 25 van de wikkeldraad (t) zich uitstrekt onder de inslagdraden van even orde (fig.12).
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een kettingfluweel door het weven van een bodemweefsel uit kettingdraden gekruisd met inslagdraden^het opnemen van pooldraden,die periodiek onder de insteekbaan van de inslagdra- 30 den worden gehouden voor het vormen van lussen waarvan de toppen zijn gelegen tegen de inslagdraad op de keerzijde van het bodemweefsel en periodiek boven het genoemde insteektraject van de inslagdraad opdat de takken van de lussen van de pooldraad zich uitstrekken dwars door de dikte van het bodemweefsel tussen de kettingdraden en de inslagdraden en zich 35 op de rechte zijde van het weefsel over een bepaalde lengte uitstrekken voor het tot stand brengen van het fluweeleffect terwijl men de lussen 8004412 -13- 21421/CV/tl van de pooldraden vasthoudt door kettingdraden op gaasafstand ,met het kenmerk,dat men gedurende het so uitgevoerde weefproces als kettingdraden op gaasafstand gebruik maakt van aanvullende kettingdraden in de vorm van zogenaamde wikkeldraden waarvan men de opeenvolgende stand^zodanig 5 bepaald,dat zij periodiek ten opzichte van de kettingdraden van het bodemweefsel omhoog bewegen,ieder alternatief aan de ene zijde en de an-dere ,van/ de kettingdraden totdat zij zich boven de inslagdraden bevinden tijdens het insteken van deze inslagdraden en voor het vormen van een eerste lus waarvan de top zich bevindt op eenzelfde inslagdraad van het 10 bodemweefsel als de top van een lus van een pooldraad, maar op de rechte zijde van het weefsel,zodanig dat een tweede lus waarvan de top zich bevindt op een naburige inslagdraad,eveneens op de rechte zijde van het bodemweefsel,terwijl het tussengelegen gedeelte van de wik.keldraad,dat de eerste en de tweede genoemde lus met elkaar verbindt,zich slingeren 15 onder de desbetreffende kettingdraad op de keerzijde van het bodemweefsel uitstrekt.
11. Weefgetouw voor het weven van een kettingfluweel met dubbel vel, welk weefgetouw voor ieder vel is voorzien van een harnas met harnas-lusramen voor de kettingdraden van een bodemweefsel en voor de pooldra-20 den,met het kenmerk,dat het harnas voor ieder van de twee vellen verder is voorzien van althans een raam voor vast opgestelde harnaslussen en een systeem van beweegbare ramen met harnaslussen die onafhankelijk ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn voor de vorming van een gasvak met behulp van een aanvullende wikkeldraad ten einde de lussen van de pool-25 .draad in het door de kettingdraden en de inslagdraden gevormde bodemweef-sel te verknopen. 8004412 30
NL8004412A 1979-08-20 1980-08-01 Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de vervaardiging daarvan. NL8004412A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7920931 1979-08-20
FR7920931A FR2463831B1 (fr) 1979-08-20 1979-08-20 Tissu de velours ainsi que procede et metier pour sa preparation

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004412A true NL8004412A (nl) 1981-02-24

Family

ID=9228942

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004412A NL8004412A (nl) 1979-08-20 1980-08-01 Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de vervaardiging daarvan.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4368760A (nl)
JP (1) JPS5637335A (nl)
BE (1) BE884832A (nl)
DE (1) DE3031428A1 (nl)
FR (1) FR2463831B1 (nl)
GB (1) GB2056510A (nl)
IT (1) IT1132429B (nl)
NL (1) NL8004412A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5127444A (en) * 1990-02-28 1992-07-07 Tominaga Machine Mfg. Co., Ltd. Method and apparatus for leno weaving a three dimensional fabric
KR101073120B1 (ko) 2009-03-19 2011-10-13 (주)풍전티.티 볼륨감이 향상된 루프 파일 포지
KR20170007746A (ko) 2014-05-21 2017-01-20 페더럴-모걸 파워트레인 엘엘씨 유연성 및 내마모성을 갖춘 직조식 섬유 슬리브 및 그의 제조방법
CN105821554B (zh) * 2015-05-08 2017-05-10 湖州永昌丝绸有限公司 一种用于剑杆织机的绞综织造工艺及装置
US9534323B1 (en) * 2016-01-09 2017-01-03 Trident Limited Terry fabric weave and resulting terry fabric
KR20210139442A (ko) * 2019-03-26 2021-11-22 페더럴-모걸 파워트레인 엘엘씨 가요성 내마모성 직물 슬리브 및 그 제작 방법
CN109989149B (zh) * 2019-03-29 2021-01-08 浙江英诺威纺织有限公司 一种可控的仿竹节露纬的丝绒面料及其织造方法

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE103341C (nl) *
US2252433A (en) * 1940-03-14 1941-08-12 Sidney Blumenthal & Co Inc Pile fabric and method for producing the same
FR1434564A (fr) * 1965-04-27 1966-04-08 Tissu du type velours bouclé perfectionné et procédé de fabrication correspondant

Also Published As

Publication number Publication date
US4368760A (en) 1983-01-18
GB2056510A (en) 1981-03-18
JPS5637335A (en) 1981-04-11
BE884832A (fr) 1981-02-19
IT8024208A0 (it) 1980-08-18
FR2463831A1 (fr) 1981-02-27
DE3031428A1 (de) 1981-03-26
IT1132429B (it) 1986-07-02
FR2463831B1 (fr) 1985-10-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10233573B2 (en) Carpet having a shadow effect and method for weaving a carpet fabric having a shadow effect
US2355789A (en) Method of making fabric
NL8004412A (nl) Velourweefsel en werkwijze en weefgetouw voor de vervaardiging daarvan.
US2918945A (en) Selvage and method and means for making same
US5699836A (en) Method and apparatus for manufacturing slotted webbing on a needle loom
US3395738A (en) Stable fringe fabric and method of making same
US1953720A (en) Woven fabric and method of making the same
Hayavadana Woven fabric structure design and product planning
JP4099739B2 (ja) 通常のタオル織物の織り仕掛けにおいて、ガーゼ織タオルを織成する方法
BE1007294A3 (nl) Dubbele tweeschotbinding voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens een dergelijke binding vervaardigde weefsels.
US2141409A (en) Lace fabric
KR20080107849A (ko) 자카드가 표현된 벨벳 및 이를 제조하는 장치와 그제조방법
JP3382579B2 (ja) 2つの目を有する綜絖を用いた搦み織り方法及び搦み織り装置
US2250901A (en) Method of making pile fabric
JP2840585B2 (ja) 布地及びその製造方法
US5544676A (en) Loom reed with integral deflector heald frame
Nazir et al. Conventional Woven Structures
US3665977A (en) Curtain heading tape
US673293A (en) Woven fabric.
BE1007423A3 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens deze werkwijze vervaardigde poolweefsels.
Holmes Cotton cloth designing
JP3482595B2 (ja) 綟り様組織を有する織物及びその製織方法
JPS6129743Y2 (nl)
CS252696B1 (en) Knitted fabric
KR960006818Y1 (ko) 경편 직물지

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed