BE1010364A3

BE1010364A3 - Medisch diagnose- en/of therapietoestel met een uitzwenkbaar patienten-tafelblad.

Info

Publication number: BE1010364A3
Application number: BE9600550A
Authority: BE
Original assignee: Philips Electronics Nv
Priority date: 1996-06-14
Filing date: 1996-06-14
Publication date: 1998-07-07
Also published as: US5822814A; CN1154435C; JPH1052425A; EP0812567A1; CN1171229A

Abstract

Medisch diagnose- en/of therapietoestel in de vorm van een röntgentoestel, met een statief 2, een C-boog 4 en een met een draagarm 6 aan het statief bevestigd patiënten-tafelblad 8. Om in het bijzonder in traumasituaties de patiëntafel zeer snel vrij te kunnen maken van de C-boog (dus rondom toegankelijk te maken), is de draagarm van de patiëntentafel draaibaar om een verticale as 22 t.o.v. het statief. Overeenkomstig de uitvinding bevindt het draaipunt 25 van de draagarm zich ter plaatse van de bevestigingsplaats van de draagarm aan het statief, zodat de tafel in uitgezwaaide toestand in de lengterichting van de tafel aanzienlijk minder ruimte vraagt dan in de stand van de techniek. Bovendien is er in de behandelruimte dan nog plaats voor een additioneel behandelingsapparaat zoals tomografieboog 26, dat dan in de juiste positie geplaatst kan worden om in noodsituaties binnen enkele seconden rond het uitgezwaaide tafelblad te kunnen worden.

Description

Medisch diagnose- enlof therapietoestel met een uitzwenkbaar patiënten-tafelblad.

De uitvinding betreft een medisch diagnose- enlof therapietoestel, voorzien van :
EMI1.1
* componentendrager voor diagnose- * * statief voor het dragen van het patiënten-tafelblad en van de componentendrager, * waarin het patiënten-tafelblad aan het statief bevestigd is met een draagarm waarin een draaipunt aangebracht is voor draaiing om een nagenoeg verticale as.

Een dergelijk toestel is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 5. 014. 292. Het aldaar beschreven toestel is een toestel voor röntgenonderzoek dat is voorzien van een statief met een boogvormige componentendrager voor een röntgenbuis en een röntgenbeeldversterker, die hier de diagnose-en/of therapiecomponenten vormen. Voor het verkrijgen van een röntgenbeeld kan de te onderzoeken patiënt tussen de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker geplaatst worden met behulp van een patiënten-tafelblad dat in allerlei richtingen verplaatsbaar is voor het verkrijgen van de juiste stand en positie van de patiënt t. o. v. de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker.

Het patiënten-tafelblad is eveneens aan het statief bevestigd, en wel met een draagarm die via een scharnier met een nagenoeg verticale as verbonden is met het tafelblad. Het draaipunt van dit scharnier bevindt zieh aan het uiteinde van de draagarm op de plaats waar de draagarm aan het tafelblad bevestigd is.

Door draaiing van het tafelblad om de genoemde verticale as kan het patiënten-tafelblad in een nagenoeg horizontaal vlak uitzwenken, zodat dit blad tussen de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker uitkomt en dus vrijkomt van de boogvormige componentendrager. In deze situatie kan de componentendrager gewenteld worden

waardoor de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker van plaats gewisseld kunnen worden. Tevens krijgt het behandelend personeel beter de gelegenheid rond het tafelblad te staan. Dit laatste is in het bijzonder in traumasituaties van wezenlijk belang omdat in zulke situaties de patiënt zeer snel van alle zijden benaderd moet kunnen worden.

Door het uitzwenken van het aan het statief verbonden tafelblad is het bovendien mogelijk om plaatsen van de patiënt tussen de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker te brengen waarvoor anders de patiënt verschoven zou moeten worden, zoals b. v. de arm of de zijkant van de romp. Dit is in het bijzonder bij traumapatiënten ongewenst.

Het is nu eveneens mogelijk om traumapatiënten die met een verrijdbare draagbaar vanuit een ambulance in de behandelruimte worden binnengebracht rechtstreeks tussen de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker te plaatsen. Het overdragen van de draagbaar naar het tafelblad, wat voor traumapatiënten bijzonder ongewenst is, is dan niet nodig omdat het tafelblad dan wordt weggezwenkt en de draagbaar daarvoor in de plaats wordt gereden.

Tenslotte biedt het uitzwenken van de patiëntentafel de mogelijkheid om rond de patiënt andere diagnose- enlof therapiecomponenten te plaatsen, zoals b. v. een cirkelvormige boog voor computertomografie. Deze boog kan dan verrijdbaar uitgevoerd zijn, en ter plaatse van een wand van de behandelkamer geplaatst worden.

Blijkt tijdens de behandeling van een patiënt deze component nodig te zijn, dan zwenkt men de patiententafel een kwartslag in de richting van de tomografieboog die dan door deze in een richting te verrijden vanaf een uiteinde van het tafelblad om de patiënt geplaatst kan worden. In traumasituaties kan dus binnen enkele seconden gewisseld worden van röntgendoorlichting naar tomografie, en dat zonder de noodzaak de patiënt op het tafelblad te verplaatsen.

Bij het bekende diagnose- enlof therapietoestel bevindt het draaipunt van het scharnier zieh aan een korte zijde van het tafelblad, dus aan een uiteinde daarvan, op enige afstand van een aan de kant van het statief liggend hoekpunt van het tafelblad, terwijl de draagarm niet-draaibaar aan het statief bevestigd is. Door deze bevestiging van het tafelblad aan de draagarm en van de draagarm aan het statief kan een ruimteprobleem in de behandelkamer ontstaan. In uitgezwenkte toestand komt de lengterichting van het tafelblad in het verlengde van de draagarm te liggen waardoor in die richting het toestel een ruimte in beslag neemt ter grootte van de som van de breedte

van het statief, de lengte van de draagann en de lengte van de patiëntentafel.

Voorts moet in die richting in de behandelkamer nog ruimte worden gereserveerd voor plaatsing van de (verrijdbare) tomografieboog. Vanwege de grote snelheid waarmee dit laatstgenoemde toestel ingezet moet kunnen worden, is het nodig dit toestel te stationeren aan het uiteinde van de uitgezwenkte patiententafel zodat dit in een beweging rond de patiënt geschoven kan worden.

Zou men dit toestel op een andere plaats in de behandelruimte stationeren, dan zou men dit juist op tijdstippen van grote consternatie in de behandelruimte tussen het behandelend personeel door moeten manoeuvreren in een ruimte waarvan de vloer bovendien vaak nog belegd is met kabels voor de apparatuur. Doordat in vrijwel alle ziekenhuizen de behandelruimten van standaardafmetingen zijn, kunnen de afmetingen van de behandelruimten niet of slechts tegen grote kosten veranderd worden.

De uitvinding beoogt voor het hierboven geschetste ruimteprobleem een oplossing te bieden, en daartoe is het medisch diagnose-en/of therapietoestel volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat het draaipunt zieh in de draagarm bevindt op een afstand van het statief van minder dan de helft van de lengte van de draagann.

Het effect van bovengenoemde maatregel is dat bij het uitzwenken van de patiëntentafel tussen de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker uit het toestel in de lengterichting nog slechts een ruimte in beslag neemt ter grootte van de som van de breedte van het statief, maximaal de halve lengte van de draagarm en de lengte van de patiëntentafel. De benodigde ruimte is daannee aanzienlijk gereduceerd.

Een verdere reductie van de benodigde ruimte wordt verkregen door een voorkeursuitvoering van de uitvinding. In deze uitvoering bevindt het draaipunt zieh ter plaatse van de bevestigingsplaats van de draagarm aan het statief. Door deze maatregel is ten opzichte van de stand van de techniek een ruimtewinst geboekt ter grootte van de lengte van de draagann.

Verdere voordelige uitvoeringen worden omschreven in de overige conclusies.

De uitvinding wordt beschreven aan de hand van de figuren, waarbij

dezelfde verwijzingscijfers in de beide figuren gelijke elementen aanduiden. Daarbij toont :
Figuur 1 een perspectivisch overzicht van een medisch diagnose-en/of therapietoestel volgens de uitvinding ;
Figuur 2 een principetekening in de vorm van een bovenaanzicht van het medisch diagnose-en/of therapietoestel volgens de uitvinding, met het patiëntentafelblad tevens in de uitgezwenkte toestand weergegeven.

Figuur 1 toont een perspectivisch overzicht van een medisch diagnoseen/of therapietoestel volgens de uitvinding in een medische behandelruimte. Dit toestel wordt gevormd door een samenstel van een statief 2, een componentendrager 4 voor diagnose-en/of therapiecomponenten en een via een draagann 6 met het statief verbonden patiënten-tafelblad 8 voor het dragen van de te behandelen patiënt. De componentendrager 4 wordt in dit geval gevormd door een C-boog en de diagnoseen/of therapiecomponenten worden gevormd door een op de C-boog aangebrachte röntgenbron 10 en röntgendetector 12. C-boog 4 is bevestigd op een wagen 14 die in langsrichting (volgens de op de wagen weergegeven pijlrichting) verrijdbaar is. De Cboog is aldus over het statief 2 verplaatsbaar via een geleiding 16.

Verder is de C-boog in zijn eigen vlak verdraaibaar door een geleiding ("trackway") 20 en is deze geleiding 20 ook nog om een volgens een middellijn van de C-boog verlopende as draaibaar. Op deze wijze kunnen de röntgenbuis en de röntgenbeeldversterker zodanig ingesteld worden dat de te behandelen patiënt in alle gewenste richtingen en vanuit alle gewenste posities aangestraald kan worden.

De patiëntentafel 8 is in hoogte verstelbaar door een verticale geleiding 18 waarlangs de draagarm 6 op en neer kan bewegen. De draagarm is tevens om een verticale as 22 draaibaar. Deze as 22 vormt het draaipunt 25 van een scharnier 24 waarvan het vaste deel is verbonden met het statief 2 en waarvan het beweegbare deel wordt gevormd door het uiteinde van draagarm 6.

Figuur 2 vormt een principetekening in de vorm van een bovenaanzicht van het medisch diagnose-en/of therapietoestel volgens de uitvinding, met het patiëntentafelblad 8 tevens in de uitgezwenkte toestand weergegeven. De uitgezwenkte toestand van het patiënten-tafelblad 8 en de draagarm 6 wordt in deze figuur met stippellijnen

weergegeven.

Er kan voorzien zijn in (niet in de figuur weergegeven) vergrendelingsmiddelen voor het vergrendelen van de rond het draaipunt 25 uitgezwenkte stand van het patiënten-tafelblad 8, zodat tijdens de behandeling van de patiënt de tafel in uitgezwaaide toestand vergrendeld blijft. Bovendien kan voorzien zijn in (niet in de figuur weergegeven) elektrische schakelmiddelen voor het verhinderen van de aandrijving van de componentendrager 4 in de uitgezwenkte toestand van het patiënten-tafelblad 8. Deze schakelmiddelen worden door beweging van het patiëntentafelblad 8 ten opzichte van de draagarm 6 geactiveerd. Aldus wordt voorkomen dat de componentendrager zich door een vergissing gaat bewegen terwijl het bedienend personeel zieh rond het uitgezwaaide tafelblad bevindt.

Voorts is in deze figuur de parkeerpositie van een verrijdbare tomografieboog 26 weergegeven. Wanneer (in het bijzonder in traumasituaties) de patient 28 plotseling zeer snel van alle zijden benaderd moet kunnen worden, is het door uitzwaaien van het patiënten-tafelblad 8 naar de in stippellijnen weergegeven positie mogelijk voor het behandelend personeel rond het tafelblad te gaan staan. Bovendien biedt het uitzwenken van de patiëntentafel 8 de mogelijkheid om rond de patiënt een cirkelvormige boog 26 voor computertomografie te plaatsen. Deze boog is verrijdbaar uitgevoerd, en is tegen een wand van de behandelkamer geplaatst.

Blijkt nu tijdens de behandeling van een patiënt deze component nodig te zijn, dan zwenkt men de patiëntentafel een kwartslag in de richting van de tomografieboog 26, die dan door deze in een richting te verrijden rond het tafelblad om de patiënt geplaatst kan worden. Aldus kan binnen enkele seconden gewisseld worden van röntgendoorlichting naar tomografie zonder de noodzaak de patiënt op het tafelblad te verplaatsen.

Doordat het draaipunt 25 zieh bevindt ter plaatse van de bevestigingsplaats van de draagarm 6 aan het statief 2 (en niet, zoals in de stand van de techniek, ter plaatse van de bevestigingsplaats van de draagarm aan het patiënten-tafelblad), is de vereiste ruimte voor het gehele toestel volgens de uitvinding in de lengterichting van de uitgezwaaide tafel aanzienlijk kleiner dan in de bekende situatie, waarbij in de uitgezwaaide situatie nog voldoende ruimte overblijft voor het behandelend personeel rond de tafel en voor plaatsing van een additioneel behandelingsapparaat zoals tomografieboog 26.

Claims

CONCLUSIES : EMI6.1 Medisch therapietoestel, voorzien van * (4) voor diagnose-en/of therapiecomponenten (10, * (8), diagnose-en/of* een statief (2) voor het dragen'van het patiënten-tafelblad en van de componentendrager, * waarin het patiënten-tafelblad aan het statief bevestigd is met een draagarm (6) waarin een draaipunt (25) aangebracht is voor draaiing om een nagenoeg verticale as (22), met het kenmerk dat het draaipunt (25) zieh in de draagarm (6) bevindt op een afstand van het statief (2) van minder dan de helft van de lengte van de draagarm (6).
2. Toestel volgens conclusie 1 waarin het draaipunt (25) zieh bevindt ter plaatse van de bevestigingsplaats van de draagarm (6) aan het statief (2).
3. Toestel volgens conclusie 1 of 2 waarin het draaipunt (25) wordt gevormd door een scharnier (24).
4. Toestel volgens een der voorgaande conclusies waarin vergrendelingsmiddelen zijn aangebracht voor het vergrendelen van de rond het draaipunt uitgezwenkte stand van het patiënten-tafelblad (8).
5. Toestel volgens een der voorgaande conclusies waarin door beweging van het patiënten-tafelblad (8) activeerbare schakelmiddelen zijn aangebracht voor het verhinderen van de aandrijving van de componentendrager (4) in de rond het draaipunt (25) uitgezwenkte toestand van het patiënten-tafelblad (8).