BE1008975A5 - Jacquardmachine met takelinrichting. - Google Patents

Jacquardmachine met takelinrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1008975A5
BE1008975A5 BE9401142A BE9401142A BE1008975A5 BE 1008975 A5 BE1008975 A5 BE 1008975A5 BE 9401142 A BE9401142 A BE 9401142A BE 9401142 A BE9401142 A BE 9401142A BE 1008975 A5 BE1008975 A5 BE 1008975A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
hoist
grid
jacquard machine
roller
phase
Prior art date
Application number
BE9401142A
Other languages
English (en)
Inventor
Carlos Derudder
Andre Dewispelaere
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE9401142A priority Critical patent/BE1008975A5/nl
Priority to FR9514520A priority patent/FR2728278B1/fr
Priority to IT95TO001014A priority patent/IT1281079B1/it
Priority to TR95/01587A priority patent/TR199501587A1/xx
Priority to US08/575,064 priority patent/US5678612A/en
Priority to DE19547765.0A priority patent/DE19547765B4/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1008975A5 publication Critical patent/BE1008975A5/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/06Double-lift jacquards
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/12Multiple-shed jacquards, i.e. jacquards which move warp threads to several different heights, e.g. for weaving pile fabrics

Abstract

Jacquardmachine met takelinrichting, omvattende een eerste (1) en een tweede takelelement (2), respectievelijk opgehangen aan minstens één haak (3,4), (5,6), die selecteerbaar is om door één van twee in tegenfase op- en neergaande messen (7'), (8') meegenomen te worden; een omkeerrol (9') die op eerste rooster (12) bevestigd is; een takelkoord (10) dat met het ene uiteinde aan een tweede rooster (11) bevestigd is en achtereenvolgens geleid is over een rol (1') van het eerste takelelement (1), de omkeerrol (9') en een rol (2') van het tweede takelelement (2), en dat met het andere uiteinde verbonden is met minstens één harnaskoord voor de heffing van minstens één kettingdraad, waarbij het eerste rooster (12) en eventueel ook het tweede rooster (11) naar keuze, hetzij vast opgesteld kunnen worden, hetzij kunnen voorzien worden om in fase met één van de messen (7', 8') tot een op- en neergaande beweging gebracht te worden, waardoor de Jacquardmachine gemakkelijk en vlug omvormbaar is tot een driestanden-, een vierstanden- of een vijfstanden-Jacquardmachine.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  "Jacquardmachine met takelinrichting". 



  ------------------------------------------- 
Onderhavige uitvinding heeft betrekking tot een Jacquardmachine met takelinrichting, omvattende een eerste   en een   tweede takelelement, respectievelijk opgehangen aan minstens een haak, die selecteerbaar is om door   een   van twee in tegenfase op-en neergaande messen meegenomen te worden ; een omkeerrol ; en een takelkoord dat met het ene uiteinde aan een onderdeel van de inrichting is bevestigd, dat   achter-eenvolgens   geleid is over een rol van het eerste takelelement, de omkeerrol, en een rol van het tweede takelelement, en dat met het andere uiteinde verbonden is met   een   of meerdere harnaskoorden voor de heffing van minstens   een   kettingdraad op een weefmachine. 



   Een dergelijke Jacquardmachine me-t takelinrichting is gekend, zoals blijkt uit de beschrijving en de tekeningen van het Europees octrooi nr. 0 399 930. Bij deze gekende Jacquardmachine is het takelkoorduiteinde en de omkeerrol bevestigd aan eenzelfde vast opgesteld onderdeel van de inrichting. 



   Deze gekende Jacuqardmachine is uitgevoerd met twee haken per takelelement, waarbij de ene haak kan geselecteerd worden om met het ene mes meegenomen te worden, terwijl de andere haak kan geselecteerd worden om met het andere mes meegenomen te worden. Elk takelelement omvat een bovenste en een onderste takelrol. De twee, met een takelelement samenwerkende haken zijn met elkaar verbonden door een koord, dat onder de bovenste takelrol van dat takelelement geleid is terwijl het takelkoord over de onderste takelrol van dat takelelement geleid is. 



  Elk takelelement is dus opgehangen met de bovenste takelrol in de neerhangende lus van een koord, dat twee haken verbindt. De twee met een takelelement samenwerkende haken worden complementaire haken genoemd. 



   Een dergelijke Jacquardmachine is voorzien om 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 samen te werken met een weefmachine, om een weefsel te vervaardigen uit inslagdraden en kettingdraden, door telkens tussen de kettingdraden een gaap te vormen en in deze gaap minstens   een   inslagdraad te voorzien. Bij het vormen van elke gaap moet de positie van elke kettingdraad ten opzichte van de in te brengen inslagdraad of inslagdraden, bepaald worden in functie van de gewenste binding tussen inslagdraden en kettingdraden. 



  De Jacquardmachine wordt gestuurd om de kettingdraden bij elk schot   (d. i.   het inbrengen van   een   of meerdere inslagdraden) in de gewenste positie te brengen. 



   Elke haak kan naar keuze, hetzij niet geselecteerd worden, zodat hij niet door een mes wordt meegenomen naar boven toe en dus in zijn laagste positie blijft, hetzij wel geselecteerd worden zodat hij door een mes wordt meegenomen en een op-en neergaande beweging uitvoert. De selectie van de haken gebeurt met algemeen gekende middelen. 



   Een takelelement, waarvan geen van beide complementaire haken geselecteerd zijn bevindt zieh dus in een benedenpositie. Een takelelement, waarvan   een   complementaire haak geselecteerd is zal samen met het mes een op-en neergaande beweging uitvoeren. Als het mes in zijn bovenste stand over een hoogte   h   geheven is, zal het takelelement zieh een hoogte h,/2 boven zijn benedenpositie bevinden. Dit is de bovenpositie van het takelelement. 



   Een takelelement, waarvan beide haken geselecteerd zijn blijft in zijn bovenpositie, aangezien beide haken in tegenfase een op-en neergaande beweging uitvoeren. 



   Als een eerste en een tweede   takelelement zich   allebei in de benedenpositie bevinden, bevindt het met een of meerdere harnaskoorden verbonden takelkoorduiteinde zieh in zijn laagste positie. De kettingdraden bevinden zieh dus ook in een laagste positie. Als   een   van deze twee 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 takelelementen zieh in de bovenpositie bevindt, an hat andere   takelelement zieh   in de benedenpositie bevindt, is het genoemde takelkoorduiteinde op een hoogte   hl   boven zijn laagste positie gebracht. Ook de kettingdraden zijn dan op een hoogte hl boven hun laagste positie geheven. Als beide takelelementen zieh in hun bovenpositie bevinden zijn de kettingdraden op een hoogte 2 x   hl   boven hun laagste positie geheven. 



   Door het al dan niet selecteren van de respectievelijke haken die met een eerste an een tweede takelelement samenwerken, kunnen de kettingdraden naar keuze in   een   van drie mogelijke posities gebracht worden, respectievelijk een laagste positie, een middenpositie op een hoogte   hl,   en een hoogste positie op een hoogte 2 x h,. 



   Er bestaan Jacquardmachines met de kenmerken uit de eerste paragraaf van deze beschrijving, waarbij elk takelelement opgehangen is aan   een   haak. De benedenpositie van een takelelement kan dan bekomen worden door de haak niet te selecteren om meegenomen te worden door een mes, zodat hij in zijn laagste positie blijft. 



  Als de haak wel geselecteerd wordt, wordt het takelelement tot een op-en neergaande beweging gebracht, samen met   een   van de messen. Een takelelement kan in zijn bovenpositie behouden blijven doordat elke haak selecteerbaar is om in zijn hoogste positie te blijven hangen. Door de respectievelijke samenwerkende (eerste en tweede) takelelementen in de bovenpositie of de benedenpositie te brengen, kunnen de kettingdraden, als hierboven omschreven, naar keuze in   een   van drie mogelijke posities gebracht worden. 



   Een nadeel van deze gekende Jacquardmachines is echter dat de kettingdraden maar in drie posities kunnen gebracht worden, terwijl het voor het vervaardigen van bepaalde weefsels noodzakelijk is om de kettingdraden in vier of vijf posities te kunnen brengen. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Uit de Belgische octrooiaanvraag nr. 09300411, ingediend op 23. 04. 1993 is een Jacquardmachine gekend waarmee de kettingdraden door eenzelfde takelinrichting in vier verschillende posities kunnen gebracht worden. Deze takelinrichting omvat een takelelement met een bovenste en een onderste takelrol, twee complementaire haken die verbonden zijn door een koord dat onder de bovenste rol van het takelelement geleid is, een rooster dat vast verbonden is met een van de messen en dus tot een op-en neergaande beweging in fase met dat mes wordt gebracht, een op dat rooster bevestigde omkeerrol, en een takelkoord dat met een uiteinde aan een haak verbonden is, achtereenvolgens geleid is over de omkeerrol en de onderste rol van het takelelement, en met het andere uiteinde verbonden is met een hevel voor het heffen van kettingdraden. 



   Elke haak kan hetzij met een mes meebewegen, hetzij geselecteerd zijn om in zijn bovenste positie te blijven. 



  - Als het mes dat het rooster niet meeneemt in zijn laagste positie staat, terwijl de ermee samenwerkende haak a) niet geselecteerd is, bevindt de hevel zieh in een laagste positie b) wel geselecteerd is, bevindt de hevel zieh op een hoogte 2 x   h (boven zijn   laagste positie. 



  - Als het mes dat het rooster meeneemt in zijn laagste positie staat, terwijl de ermee samenwerkende haak a) niet geselecteerd is, bevindt de hevel zieh op een hoogte 3 x h, boven zijn laagste positie b) wel geselecteerd is, bevindt de hevel zieh op een hoogte 4 x   h1   boven zijn laagste positie
Een nadeel van deze gekende Jacquardmachine is 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 dat ze niet kan omgevormd worden tot een driestandenJacquardmachine. 



   Uit de Belgische octrooiaanvraag nr. 529 019 is een andere Jacquardmachine gekend, waarvan de takelinrichting een eerste en een tweede takelelement omvat, dewelke als hierboven omschreven samenwerken met respectievelijke complementaire haken. Een takelkoord is met het ene uiteinde bevestigd aan het eerste takelelement en is achtereenvolgens geleid over een vast opgestelde omkeerrol en de onderste takelrol van het tweede takelelement, terwijl het andere uiteinde verbonden is met een harnaskoord. 



  Er zijn vier mogelijke posities voor de kettingdraden, respectievelijk wanneer beide takelelementen in hun laagste positie hangen, wanneer enkel het eerste takelelement in zijn bovenste positie hangt, wanneer enkel het tweede takelelement in zijn bovenste positie hangt, en wanneer beide takelelementen in hun bovenste positie hangen. 



   Ook deze Jacquardmachine kan niet omgevormd worden tot een driestanden-Jacquardmachine. 



   Het doel van deze uitvinding is een Jacquardmachine met takelinrichting te verwezenlijken met de kenmerken uit de eerste paragraaf van deze beschrijving, waarbij deze Jacquardmachine door een eenvoudige ingreep omvormbaar is van een driestanden-Jacquardmachine tot een vierstanden-Jacquardmachine en omgekeerd, of tot een   vijfstanden-Jacquardmachine   en omgekeerd. 



   Dit doel wordt bereikt door de omkeerrol te bevestigen op een eerste rooster, en door het takelkoord met het ene uiteinde aan een tweede rooster te bevestigen, terwijl elk rooster naar keuze hetzij vast kan opgesteld worden, hetzij kan voorzien worden om in fase met   een   van de messen tot een op-en neergaande beweging gebracht te worden. Het eerste rooster en heet tweede rooster noemen we verder respectievelijk het omkeerrollenrooster en het 

 <Desc/Clms Page number 6> 

   takelkoordbevestigingsrooster.   



   Als beide roosters vast opgesteld zijn bekomt men zoals hoger uiteengezet, een driestanden-Jacquardmachine. 



   Als enkel het omkeerrollenrooster in fase met   een   van de messen tot een op-en neergaande beweging wordt gebracht bekomt men een vierstanden-Jacquardmachine of een vijfstanden-Jacquardmachine, zoals in hetgeen volgt wordt uitgelegd. 



   Als referentiehoogte voor het takelkoorduiteinde (waarmee   een   of meerdere harnaskoorden verbonden zijn) nemen we de hoogte waarop dit uiteinde zieh bevindt als geen van de haken van de takelelementen geselecteerd zijn en als het omkeerrollenrooster zieh in zijn laagste positie bevindt. De heffingshoogte van de messen duiden we aan met hl, terwijl de heffingshoogte van het rooster met h2 wordt aangeduid. 



   De mogelijke posities van het takelkoorduiteinde naar het harnas toe worden als volgt bekomen : A) Als geen van de haken van de twee takelelementen geselecteerd zijn en zieh dus in hun laagste positie bevinden en als het mes dat het omkeerrollenrooster meeneemt, a) in zijn laagste positie staat, dan bevindt het takelkoorduiteinde naar het harnas toe zieh op de referentie- hoogte : 0 b) in zijn hoogste positie staat, dan bevindt het takelkoorduiteinde naar het harnas toe zieh in de laagste positie op de hoogte   :

   - 2 X h2   B) Als van   een   takelelement,   een   van de complementaire haken geselecteerd is en door een mes genomen is naar zijn hoogste stand, terwijl van het andere takelelement geen van beide haken geselecteerd is (beide haken in hun laagste stand) en als het mes dat zieh in zijn bovenste 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 stand bevindt, a) het mes is dat het omkeerrollenrooster meeneemt, dan bevindt hat takelkoorduiteinde naar het harnas toe zieh op de hoogte :   hl-   (2 x h2) b) het mes is dat het omkeerrollenrooster niet meeneemt, dan bevindt het takel- koorduiteinde naar het harnas toezich op de hoogte :

   hl C) Als van beide takelelementen, een van de complementaire haken geselecteerd is en door een mes meegenomen is naar zijn bovenste stand en als een zieh in zijn bovenste stand bevindend mes, a) een mes is dat het omkeerrollenrooster meeneemt, dan bevindt het takelkoorduiteinde naar het harnas toe zieh op de hoogte : (2 x hl) - (2 x h2) b) een mes is dat het omkeerrollenrooster niet meeneemt, dan bevindt het takelkoorduiteinde naar het harnas toe zieh op de hoogte   : 2   x hl
De kettingdraden kunnen bijgevolg in zes verschillende posities gebracht worden op de volgende 
 EMI7.1 
 hoogtes :-2 x h (2 x h2) ;

   (2 x h,)- (2 x h2) ; 0 (referentiepositie in situatie van punt A, a hierboven) hl 2 Als men de Jacquardmachine zo uitvoert dat h ht/2 dan bekomt men een vierstanden-Jacquardmachine met de volgende mogelijke posities voor de kettingdraden : 0 ; hl ; 2 x h, Als men de Jacquardmachine zo uitvoert dat h2 hl dan bekomt men een vijfstanden-Jacquardmachine met de volgende posities voor de kettingdraden :-2 -h, 0 ; h1 ; 2 x h, Naargelang de uitvoering is de Jacquardmachine 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 ; h,-volgens deze uitvinding dus omvormbaar van een driestandenJacquardmachine tot een vierstanden-Jacquardmachine, en omgekeerd, of van een driestanden-Jacquardmachine tot een   vijtstanden-Jacquardmachine,   en omgekeerd. 



   Men kan ook het omkeerrollenrooster vast opstellen en enkel het takelkoordbevestigingsrooster in fase met een van de messen tot een op- en neergaande beweging brengen. Als   h,-hj bekomt   men een verstandenjacquardmachine, en als   hj-2 x h,   bekomt men een   vijfstanden-jacquardmachine.   



   Als men beide roosters in fase met een van de messen tot een op-en neergaande beweging brengt, en als men daarvoor hetzelfde mes neemt, (men kan ook een verschillend mes nemen), kan men op een andere manier een vierstanden-Jacquardmachine of een   vijfstanderr-   Jacquardmachine bekomen, zoals in hetgeen volgt wordt uitgelegd. 
 EMI8.1 
 



  Met h} wordt de heffingshoogte van het takelkoordbevestiginqsrooster aangeduid, op het ogenblik dat het mes dat dit rooster meeneemt zieh in zijn hoogste stand bevindt. De referentiehoogte voor het takelkoorduiteinde aan de harnaszijde is dezelfde als hoger werd aangenomen. 



  A) Als geen van de haken van de twee takelelementen geselecteerd zijn en zieh dus in hun laagste positie bevinden en als het mes dat het takelkoord- bevestigingsrooster meeneemt, a) in zijn laagste positie staat, dan bevindt het takelkoorduiteinde aan de harnaszijde zieh op de referentie- hoogte : 0 b) in zijn hoogste positie staat, dan bevindt het takelkoorduiteinde aan de harnaszijde zieh in de laagste positie op de hoogte :

   

 <Desc/Clms Page number 9> 

 
 EMI9.1 
 (- 2 h)-h, B) Als van een takelelement, een van de complementaire haken geselecteerd is en door een mes genomen is naar zijn hoogste stand, terwijl van het andere takelelement geen van beide haken geselecteerd is (beide haken in hun laagste stand) en als het mes dat zieh in zijn bovenste stand bevindt, a) het mes is dat het takelkoord- bevestigingsrooster meeneemt, dan bevindt het takelkoorduiteinde aan de harnaszijde zieh op de hoogte :   hl-   (2 x   h,)-h,   b) het mes is dat het takelkoord- bevestigingsroostersrooster niet meeneemt, dan bevindt het taker- koorduiteinde aan de harnaszijde zieh op de hoogte :

   h1 C) Als van beide takelelementen, een van de complementaire haken geselecteerd is en door een mes meegenomen is naar zijn bovenste stand en als een zieh in zijn bovenste stand bevindend mes, a) een mes is dat het takelkoord- bevestigingsrooter meeneemt, dan bevindt het takelkoorduiteinde aan de harnaszijde zieh op de hoogte :

   (2 x h1) - (2 x h2) - h3 b) een mes is dat het takelkoord- bevestigingsrooster niet meeneemt, dan bevindt het takelkoorduiteinde aan de harnaszijde zieh op de hoogte :
2 x h, De kettingdraden kunnen bijgevolg in zes verschillende 
 EMI9.2 
 posities gebracht worden op volgende hoogtes hl- (2 x h)-h (2 x h1) (2 x h)-h 2 x h, Als men de Jacquardmachine zo uitvoert dat h2 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 
 EMI10.1 
 hJ dan bekomt men een vierstanden-Jacquardmachine met de volgende mogelijke posities voor de kettingdraden h, ; 2 x h, 
Als men de Jacquarmachine zo uitvoert dat   h'-h     - (2   x h,)/3 dan bekomt men een   vijfstanden-Jacquardmachine   met de volgende mogelijk posities voor de kettingdraden : - 2 x h1   ; - hl ; 0 ;

   hl ;   2 x hl
Ook op deze manier is de Jacquardmachine, naargelang zijn uitvoering   (h-b -h,/3   of   h-hj-   (2 x h1)/3) dus omvormbaar van een driestanden-Jacquardmachine tot een vierstanden-Jacquardmachine en omgekeerd, of van een driestanden-Jacquardmachine tot een   vijfstanden-   Jacquardmachine, en omgekeerd. 



   Bij een bijzondere uitvoeringsvorm, volgens deze uitvinding is de verhouding tussen de heffingshoogte   (h   van een van de messen en de heffingshoogte (h,),   (h)   van elk met dat mes verbonden rooster instelbaar. 



   Hierdoor wordt het mogelijk om de hoogte van de verschillende mogelijke posities voor de kettingdraden te bepalen door instelling van de Jacquardmachine. Bovendien kan men door keuze van bepaalde waarden voor de genoemde verhouding (zie hoger) de Jacquardmachine ook omvormen van een vierstanden-Jacquardmachine tot een vijfstandenJacquardmachine, en omgekeerd. 



   Een specifieke uitvoeringsvorm is voorzien van ontkoppelbare verbindingsmiddelen, om elk rooster te verbinden met een element dat in fase met een van de messen tot een op-en neergaande beweging wordt gebracht, waarbij deze verbindingsmiddelen een reductiemechanisme omvatten waarmee de genoemde verhouding instelbaar is. 



   Een verbinding van het rooster aan bovengenoemd element is de meest eenvoudige manier om het rooster tot een op-en neergaande beweging in fase met   een   van de messen te brengen. Doordat deze verbinding ontkoppelbaar is kan men het rooster gemakkelijk en vlug van dat element 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 losmaken of ermee verbinden. Het reductiemechanisme is bovendien een eenvoudig middel om toe te laten dat de genoemde verhouding instelbaar is door een eenvoudige ingreep. 



   Bij voorkeur is het reductiemechanisme een hefboom met een vast scharnierpunt, dewelke voorzien is om op minstens twee verschillende afstanden van het scharnierpunt verwijderd, verbonden te worden met een rooster. Het genoemde element is ook met deze hefboom verbonden. Hierdoor is de instelling van minstens twee verschillende waarden voor de genoemde verhouding mogelijk. 



   Volgens een specifieke uitvoeringsvorm is het hierboven genoemde element een messenrooster, waaraan vier stangen bevestigd zijn die respectievelijk scharnierbaar bevestigd zijn aan het uiteinde van een hefboom, waarvan het andere uiteinde scharnierbaar verbonden is met een vast onderdeel van de inrichting. 



   Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van deze uitvinding is de hefboom voorzien om op vier verschillende afstanden van het scharnierpunt verwijderd, verbonden te worden met een rooster, terwijl de verhouding tussen enerzijds deze respectievelijke afstanden en anderzijds de afstand tussen het vast scharnierpunt en de plaats van bevestiging van het element aan de hefboom, respectievelijk 1/3, 1/2, 2/3 en 1 bedraagt. 



  Hierdoor kunnen de verhoudingen   htlh2   en   ht/h   op   een   van de volgende waarden ingesteld worden :   1 ; 3/2 ; 2 ;   3 Met de verhouding   h,/h =   2, dus   h2 - htl2   (met het tweede rooster vast) bekomt men zoals hoger beschreven een vierstanden-Jacquardmachine. 



  Met de verhouding h1/h2 = 1, dus h2 = h, (met het tweede rooster vast) bekomt men zoals hoger beschreven een vijfstanden-Jacquardmachine. 
 EMI11.1 
 



  Met de verhouding ht/h = hj = 3, dus h=h = ho/3 men zoals hoger beschreven een vierstanden-Jacquardmachine. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 hMet de verhouding   h,/h-hh-3/2,   dus   h-h-   (2 x hl)/3 bekomt men zoals hoger beschreven een vijfstandenJacquardmachine. 



   Bij een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van deze uitvinding is het eerste rooster voorzien om naar keuze, hetzij met de genoemde hefboom, hetzij met een vast onderdeel van de inrichting verbonden te worden, terwijl het tweede rooster voorzien is om naar keuze, hetzij met het eerste rooster, hetzij met een vast onderdeel van de inrichting verbonden te worden. Zo is slechts een verbinding met de hefboom vereist, om beide roosters tot een op-en neergaande beweging te brengen in fase met een mes. 



   Bij nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm van deze uitvinding is aan het tweede rooster minstens een verbindingselement met twee hoekvormende benen bevestigd, waarbij dit verbindingselement verdraaibaar is om een as die het verbindingselement in de nabijheid van zijn hoek dwarst, en terwijl het verbindingselement naar keuze, hetzij met het ene been aan het eerste rooster en met het andere been aan het vast onderdeel, hetzij met een been aan het eerste rooster, hetzij met een been aan het vast onderdeel, kan bevestigd worden. 



   Met een dergelijk verbindingselement kan men de beide roosters heel gemakkelijk en vlug van de vaste opstelling in de opstelling om door een mes meegenomen te worden, of omgekeerd, brengen. 



   Teneinde een progressieve gaapvorming te bekomen is het gekend om het omkeerrollenrooster in de richting loodrecht op de roosterstaven, met een zekere inclinatie op te stellen. Bij de uit   EP-O   399 930 gekende Jacquardmachine verkrijgen de assen van de omkeerrollen hierdoor eenzelfde inclinatie, terwijl de takelkoorden zieh vanaf elke omkeerrol vertikaal naar boven toe uitstrekken. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 Hierdoor ontstaan buigspanningen in de omkeerrollenassen an een torsie in de roosterstaven. 



   Dit probleem wordt opgelost door, volgens deze uitvinding, de omkeerrol scharnierbaar op te stellen. 



  Bovendien worden daardoor rotatieslingeringen voorkomen, hetgeen o. a. wel het geval is bij de Jacquardmachine, gekend uit BE-529 019. 



   Door daarbij een scharnier te voorzien die enkel verdraaiing van de omkeerrol toelaat om een zieh nagenoeg horizontaal uitstrekkende aslijn, wordt het hierboven genoemde probleem, alsook het rotatieslingeringen op een zeer doeltreffende wijze voorkomen. Rotatieslingeringen zijn er dikwijls de oorzaak van dat de verschillende zieh naast elkaar uitstrekkende delen van het takelkoord ineengestrengeld raken. 



   Bij de uit EP-0 399 930 gekende Jacquardmachine met takelinrichting is de as van de omkeerrol eenzijdig ingeklemd. Deze as is hierdoor onderhevig aan een relatief hoge buigspanning, die dikwijls resulteert in een buiging van de as. Het rolletje komt bijgevolg schuin te staan en het takelkoord springt uit de rolgroef. 



   Door de as van de omkeerrol aan   weerszijden   in te klemmen wordt ook dit probleem opgelost. 



   Bij een andere bijzondere uitvoeringsvorm volgens deze uitvinding, is de takelinrichting zo voorzien dat het werkingsvlak van de omkeerrol zieh diagonaal uitstrekt ten opzichte van de werkingsvlakken van twee naast elkaar liggende takelelementrollen, waarover het takelkoord geleid 
 EMI13.1 
 is. 



   Hierdoor kan de diameter van de omkeerrol groter zijn voor een bepaalde afstand tussen de eerste en tweede takelelementen. Het takelkoord wordt bijgevolg met een grotere kromtestraal omgebogen, waardoor een langere levensduur van het takelkoord wordt bekomen. 



   Volgens een specifieke uitvoeringsvorm omvat de 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 takelinrichting twee stellen eerste en tweede takelelementen terwijl de omkeerrol die met het ene stel takelelementen samenwerkt op het eerste rooster is bevestgigd, en de omkeerrol die met het andere stel takelelementen samenwerkt bevestigd is op een derde rooster ; en terwijl het eerste en het derde rooster in fase met het ene mes, respectievelijk in fase met het andere mes, tot een op- en neergaande beweging kunnen gebracht worden. 



  Met een dergelijke Jacquardmachine kunnen bindingen met in tegenfase bewegende poolkettingdraden geweven worden. 



   De beweging van het derde rooster, in tegenfase met het eerste rooster kan bekomen worden doordat het eerste rooster verbonden is met een element dat in fase met   een   van de messen tot een op-en neergaande beweging wordt gebracht, terwijl het derde rooster via een omkeermechanisme met hetzelfde element verbonden is, en kan ook bekomen worden doordat het derde rooster verbonden is met een element dat in fase met het andere mes tot een open neergaande beweging wordt gebracht. 



   Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, werkt elk takelelement samen met twee, door een verschillend mes meeneembare haken die met elkaar verbonden zijn door een koord waarbij elke takelement een bovenste en een onderste takelrol omvat en waarbij het koord onder de bovenste takelrol geleid is, terwijl het takelkoord over de onderste takelrol geleid is. 



   Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is elk takelelement opgehangen aan   een   haak, die selecteerbaar is om op een van twee verschillende hoogtes vastgehouden te worden. 



   De kenmerken van de Jacquardmachine met takelinrichting, volgens deze uitvinding, worden verduidelijkt aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een mogelijke 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 uitvoeringsvorm ervan. In deze beschrijving wordt naar de hierbijgevoegde tekeningen verwezen, waarvan figuur   1,   in perspektief een takelinrichting van een elektronische Jacquardmachine voorstelt ; figuren 1A, 1B en   1C, dwarsdoorsneden   voorstellen van de takelinrichting van   figuur l, repectievelijk   volgens de lijnen AA, BB, en   CC ;   figuur 2, in perspektief een elektronische Jacquardmachine volgens deze uitvinding voorstelt, in de opstelling met beide roosters vast opgesteld, zodat een driestanden-jacquardmachine bekomen is ;

   figuur 3, de opstelling voorstelt waarbij het eerste rooster met een mes meebeweegt met een verhouding   h,/tj * 2   en het tweede rooster vast opgesteld is, zodat een vierstanden-Jacquardmachine bekomen is   ;   figuur 4, de opstelling voorstelt waarbij beide roosters met een mes meebrengen met een verhouding h1/h2 = 3, zodat een vierstanden-Jacquardmachine bekomen is ; figuur 5, de opstelling voorstelt, waarbij het eerste rooster met een mes meebeweegt met een verhouding   ht/h-l,   en het tweede rooster vast opgesteld is, zodat een vijfstanden-Jacquardmachine bekomen is ; figuur 6, de opstelling voorstelt, waarbij beide roosters met een mes meebewegen met een verhouding h1/h2 = 3/2, zodat een vijfstanden-Jacquardmachine bekomen is ;

   figuur 7, een zijaanzicht voorstelt van twee aan een haak opgehangen takelelementen van een mechanische Jacquardmachine ; figuur 8, in perspektief een takelinrichting van een mechanische Jacquardmachine voorstelt waarbij elk takelelement opgehangen is aan een haak ; figuur 9, in perspektief een takelinrichting van een mechanische Jacquardmachine voorstelt waarbij elk takelelement opgehangen is aan twee complementaire haken ; figuur 10, een schematische voorstelling 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 weergeeft van een Jacquardmachine waarbij een tweede en een derde rooster voorzien zijn om in tegenfase te bewegen d. m. v. een omkeermechanisme ; figuur 11, een schematische voorstelling weergeeft van een Jacquardmachine, waarbij een tweede en een derde rooster voorzien zijn om in tegenfase te bewegen door hun verbinding met een verschillend mes ;

   figuur 12, een dwarsdoorsnede in kettingrichting voorstelt van een dubbelstuk-weefsel geweven volgens een tegenfase-binding. 



   De takelinrichting van een Jacquardmachine volgens deze uitvinding (zie figuren 1, 1A, 1B,   1C)   omvat een eerste   (1)   en een tweede takelelement (2), respectievelijk voorzien van een bovenste   (1"),   (2") en een onderste takelrol (1'), (21). De takelrollen (1', l")., (2', 2") van elk takelelement (1), (2) zijn verdraaibaar opgesteld tussen flankplaatjes (25). Op figuur 1 is een flankplaatje (25) van het tweede takelelement (2) weggenomen. 



   De takelelementen (1), (2) kunnen ook zo uitgevoerd worden dat de onderste takelrol (1'), (2') zieh in een vlak bevindt dat een hoek maakt met het vlak waarin de bovenste takelrol   (l"),   (2") zieh bevindt. 



   Elk takelelement (1), (2) is met de bovenste takelrol (1"), (2") opgehangen in de neerhangende lus van 
 EMI16.1 
 een koord (22) dat twee complementaire haken (3, verbindt. 



  Elke haak (3, 4), (5, 6) kan door gekende selectiemiddelen (niet voorgesteld op de figuren) geselecteerd worden om meegenomen te worden door een mes (7'), (8'). 



  Van twee complementaire haken (3, 4), (5, 6) kan de ene haak (3), (5) door het ene mes (71) meegenomen worden, terwijl de andere haak (4), (6) door het andere mes   (8')   kan meegenomen worden. 



  De twee messen (7'), (8') zijn verbonden met 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 aandrijfmiddelen (niet voorgesteld op de figuren), waardoor ze onderling in tegenfase tot een   op-en neergaande   beweging, kunnen gebracht worden. 



  Een niet-geselecteerde haak (3, 4), (5, 6) wordt niet door een mes meegenomen en blijft in zijn laagste positie ondersteund, door gekende en niet op de figuren voorgestelde middelen. 



   Onder deze takelelementen (1), (2) is een eerste rooster (12) opgesteld, dat voorzien is van roosterstaven (12'), zoals op figuren 2 t/m 6 kan gezien worden. Dit rooster noemen we omkeerrollenrooster. Op een zieh onder de takelelementen (1), (2) uitstrekkende roosterstaaf (12') is een omkeerrolelement (9) bevestigd, hetwelk twee flankplaatjes (26) omvat, waartussen een omkeerrol (9') op een aan weerszijden ingeklemde as verdraaibaar   i-a   bevestigd. Op figuur 1 is een flankplaatje (26) van het omkeerrolelement (9) weggenomen. 



   Het omkeerrolelement (9) is met een korte stijve steel (27)   scharnierend bevestigd op de roosterstaaf (12').   Het omkeerrolelement (9) is dus scharnierbaar opgesteld volgens een   aslijn   (35) die in de lengterichting van de roosterstaaf   (12')   ligt. Dit scharnierpunt laat wel verdraaiing toe in een vlak loodrecht op de richting van de roosterstaaf, maar belet verdraaiing rond een verticale as. Het omkeerrolelement (9) is op een korte stijve steel (27) bevestigd. 



   Onder het eerste rooster (12) is een tweede rooster (11) opgesteld, dat voorzien is van roosterstaven (11'), zoals op figuren 2 t/m 6 kan gezien worden. Dit rooster noemen we takelkoordbevestigingsrooster. 



   Aan een zieh onder de takelelementen (1), (2) uitstrekkende roosterstaaf (11') is het ene uiteinde (10') aan een takelkoord (10) bevestigd. Het takelkoord (10) strekt zieh vanaf dat uiteinde   (10')   naar boven toe uit, is over de onderste takelrol   (1')   van het eerste 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 takelelement   (1)   geleid, loopt vervolgens naar beneden toe, waar het onder de omkeerrol (91) geleid is, loopt terug naar boven toe, waar het over de onderste takelrol (2') van het tweede takelelement (2) geleid is, en loopt terug naar beneden toe waar het andere uiteinde verbonden is met   een   of meerdere harnaskoorden (niet voorgesteld op de figuren) voor het heffen van minstens   een   kettingdraad. 



   Doordat het takelkoord (10) van het eerste takelelement   (1)   komt vooraleer het over de omkeerrol   (9')   geleid is en daarna naar het tweede takelelement (2) loopt neemt het omkeerrolelement (9) een positie aan, waarbij de omkeerrol (91) zieh in een vlak bevindt, dat schuin staat ten opzichte van de vlakken waarin de takelrollen (11), (21) zieh bevinden. Dit kan het duidelijkst gezien worden op de figuur 1B. Zoals op figuur 1 aangeduid, strekt de as van de omkeerrol (91) zieh uit in een richting die een hoek (8) maakt met de richting waarin de roosterstaaf (12') zieh uitstrekt. 



   Een takelinrichting van een mechanische Jacquardmachine, waarbij elk takelelement   (1),   (2) samenwerkt met   een   haak (23), (24), onderscheidt zieh van de hierboven omschreven takelinrichting, (zie figuren 7 en 8), enkel doordat elk takelelement (1), (2) slechts   een   takelrol heeft, (waarover het takelkoord (10) geleid is), en doordat elk takelelement (1), (2) door middel van een koord (28), (29) aan   een   haak (23), (24) is opgehangen. Elke haak (23), (24) kan door gebruik van gekende selectiemiddelen naar keuze, hetzij in zijn laagste positie blijven, hetzij door een mes (71), (8') tot een op-en neergaande beweging gebracht worden, hetzij in een hoogste positie blijven.

   Een haak (23), (24) blijft in zijn hoogste of laagste positie doordat hij op een met deze positie overeenstemmende hoogte vastgehaakt wordt op een roosterstaaf (30) van een arreteerrooster. 



   De wijze waarop zes, in het bijzonder vier of 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 vijf, verschillende posities voor de kettingdraden kunnen bekomen worden is analoog aan hetgeen omschreven werd voor takelelementen die met twee complementaire haken samenwerken. 



   Daarbij komt de situatie waarin geen enkele comlementaire haak   (3, 4), (5, 6) geselecteerd   is (situatie A hierboven) overeen met de situatie waarin de enkele haak (23), (24) van elk takelelement (1), (2) zieh in zijn laagste positie bevindt. 



   De situatie waarin van een takelelement   (1), (2),     een   complementaire haak   (3, 4), (5, 6) geselecteerd is   (situatie B) stemt overeen met de situatie waarin van een takelelement (1), (2) de enkele haak (23), (24) in zijn hoogste positie gebracht is. 



   De situatie waarin van beide takelelementen   (1),   (2)   een   complementaire haak (3, 4), (5, 6) geselecteerd is, komt overeen met de situatie waarin van beide takelelementen (1), (2), de enkele haak (23), (24) in zijn hoogste positie gebracht is. 



   Zo kunnen op analoge wijze de verschillende situaties A, a ; A, b ; B, a ; B, b ; C, a ; C, b ; zieh voordoen, waarbij echter voor eenzelfde   heffingshoogte (ht)   van de messen (7', 8') de heffingshoogte van een takelelement (1),   (2)     * ha/2   is bij de opstelling met twee complementaire haken   (3, 4),   (5-6) per takelelement (1), (2)   ho ils   bij de opstelling met een enkele haak (23), (24) per takelelement (1), (2)
De zes verschillende posities voor de kettingdraden zijn bijgevolg als enkel het eerste rooster 
 EMI19.1 
 (12) door een mes (7', 8') kan meegenomen worden :

   * 2 x h (2 x ho) (2 x h) (4 x hl) (2 x ) 2 x 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 
 EMI20.1 
 hl 4 x hl * -h, die posities 2 2 x h, 4 x hl zodat een vierstanden-Jacquardmachne bekomen is    ;* Als h,-2   x h, zijn die posities   :-4 x h, ; 0 ;   2   xi, ;  
4 x hlzodat een vijfstanden-Jacquardmachine bekomen is. 



   De zes verschillende posities voor de kettingdraden als beide roosters (11), (12) door eenzelfde mes kunnen meegenomen worden, zijn : (2 x   h)-hj ;   (2 x   hj-   (2 x   h2)-h, ; (4 x h,)-   (2 x h2) - h3; o; 2 x h1; 4 x hl*   # Als h2 = h3 =   (2 x h,)/3 zijn de posities   : - 2 x ha ; 0 ;  
2 x   h, ;   4 x   hl   zodat een vierstanden-Jacquardmachine bekomen is. 



    # Als h2 = h3 = (4 x h1; - 2 x h1; 2 x h1; 4 x h1   : zodat een   vijfstanden-Jacquardmachine   bekomen is. 



   Een takelinrichting van een mechanische Jacquardmachine, waarbij elk takelelement (1), (2), samenwerkt met twee complementaire haken   (3, 4), (5, 6),   zoals voorgesteld op figuur 9, is identiek aan een takelinrichting voor een elektronische Jacquardmachine, zoals op figuur 1 voorgesteld, behalve dat de haken   (3, 4),     (5, 6) anders   zijn uitgevoerd, en door mechanische middelen (31) selecteerbaar zijn. 



   De   essentiële   onderdelen van een elektronische Jacquardmachine die naar keuze omvormbaar is tot een driestanden-, een vierstanden-, of een vijfstandenJacquardmachine zijn voorgesteld op de figuren 2 t/m 6, die respectievelijk de verschillende mogelijke opstellingen weergeven. 



   Deze Jacquardmachine (zie figuur 2) omvat twee messenroosters (7), (8), die respectievelijk voorzien zijn van een reeks zieh horizontaal uitstrekkende messen (7'),   (8'). De   messenroosters (7), (8) zijn verbonden met middelen (niet voorgesteld) om ze, onderling in tegenfase, tot een op-en neergaande beweging aan te drijven. Voor de duidelijkheid van de tekeningen zijn op de figuren 2 t/m 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 6 slechts drie messen (7'), (8') voorgesteld. 



   Aan een (7') van beide messenroosters (7'), (8') zijn vier stangen (15) scharnierbaar bevestigd met hun ene uiteinde. Deze stangen (15) zijn twee aan twee aan de zieh loodrecht op de messen (7'), (8') uitstrekkende roosterelementen die de messen (7'), (8') dragen, bevestigd, en strekken zieh naar beneden toe uit, waar hun andere uiteinde scharnierbaar bevestigd is aan het uiteinde van een hefboom (16). Dit scharnierpunt is aangeduid met referentie cijfer (19). Elk van die vier hefbomen (16) is met het andere uiteinde in een scharnierpunt (16') scharnierbaar bevestigd aan een vast onderdeel (17) van de Jacquardmachine of van de weefmachine, waarmee de Jacquardmachine samenwerkt.

   Elke hefboom (16) is voorzien van vier boringen, respectievelijk op een afstand L/3,   L/2- ;   2L/3 en L verwijderd van het scharnierpunt (16') waar het uiteinde van de hefboom (16) scharnierbaar bevestigd is aan het vast onderdeel (17), en waarbij L de afstand is tussen beide scharnierpunten (16'), (19) van de betreffende hefboom (16). 



   Onder de messenroosters (7), (8) zijn, boven elkaar een eerste (12) en een tweede rooster (11) voorzien, die respectievelijk voorzien zijn van zieh horizontaal uitstrekkende roosterstaven (12'), (11') die evenwijdig lopen met de messen (7'), (8'). 



   Als het tweede rooster (11), dat zieh vertikaal onder het eerste rooster (12) bevindt, zijn vier verbindingselementen (13) bevestigd. Elk verbindingselement (13) omvat hoofdzakelijk twee hoekvormende benen (13"), (13"'), en is verdraaibaar bevestigd op een as (13'), die het verbindingselement (13) dwarst in de omgeving van zijn hoek, terwijl die as horizontaal bevestigd is aan het rooster (11). De vier verbindingselementen (13) zijn twee aan twee bevestigd aan de zieh loodrecht op de roosterstaven (11') uitstrekkende 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 randen van het rooster (11), in de omgeving van elke hoek van het rooster (11). 



  Elk verbindingselement (13) staat (op figuur 2) in een zodanige stand dat het ene been (13"') zieh vertikaal naar boven toe uitstrekt, terwijl het andere been (12") zieh horizontaal uitstrekt voorbij een zieh evenwijdig met de roosterstaven (11') uitstrekkende rand. Het ene been (13"') is aan het eerste rooster (12) bevestigd, terwijl het andere been (13") bevestigd is aan een vast onderdeel (14) van de Jacquardmachine of van de weefmachine waarmee deze Jacquardmachine samenwerkt. 



   Verder omvat de Jacquardmachine ook, per stel van twee messen (7'), (8') die kunnen aangedreven worden om in tegenfase op en neer te bewegen, een reeks 
 EMI22.1 
 takelinrichtingen, bestaande uit twee takelelementen (l)-, (2), twee complementaire haken (3, per takelelement (1), (2), een koord (22), een takelkoord (10) en een omkeerrolelement (9), die zoals hoger beschreven (zie figuur 1) opgesteld zijn om met die messen (7'),   (8'),   en met de roosters (12), (11) samen te werken. Voor de duidelijkheid werden op de figuren 2 t/m 6 slechts een beperkt aantal takelinrichtingen voorgesteld. 



   In de opstelling van figuur 2 is de Jacquardmachine een driestanden-Jacquardmachine, omdat beide roosters vast opgesteld zijn. 



   In de opstelling van figuur 3 zijn vier stangen (18) met hun ene uiteinde scharnierbaar aan het eerste rooster (12) bevestigd. Deze stangen (18) zijn twee aan twee aan de zieh loodrecht op de richting van de roosterstaven (12') uitstrekkende randen van het rooster (12) bevestigd en strekken zieh naar boven toe uit. Het andere uiteinde van elke stang (18) is scharnierbaar bevestigd aan de zieh erboven bevindende hefboom (16), door middel van een pen, in de boring op een afstand L/2 verwijderd van het scharnierpunt (16') van die hefboom 

 <Desc/Clms Page number 23> 

 (16). 



  Het tweede rooster (11) is met het verbindingselement (13) aan het genoemde vast onderdeel (14) bevestigd. 



  De Jacquardmachine bevindt zieh dus in de opstelling waarbij enkel het eerste rooster (12) in fase met een (7') van de messen (7'), (8') meebeweegt, terwijl    - ha/2.   



  Zoals hoger verduidelijkt werd is hierdoor een verstandenJacquardmachine bekomen met volgende heffingshoogtes voor de kettingdraden   :-hl ; 0 ; hl ;   2 x h,. 



   In de opstelling van figuur 4 zijn de stangen (18) op een afstand L/3 van het scharnierpunt (16') verwijderd, scharnierbaar aan de respectievelijke hefbomen (16) bevestigd, terwijl het tweede rooster (11) met het verbindingselement (13) bevestigd is aan het eerste rooster (11). 



  De Jacquardmachine bevindt zieh dus in de opstelling waarbij beide roosters (11), (12) in fase met   een   (7') van de messen (7'), (8') meebewegen, terwijl   h-hj-h,/3.   



  Zoals hoger verduidelijkt werd is hierdoor op een andere 
 EMI23.1 
 manier een vierstanden-Jacquardmachine bekomen met de volgende heffingshoogtes voor de poolkettingdraden : 0 2 x h, 
In de opstelling van figuur 5 zijn de stangen (18) op een afstand L van het scharnierpunt (16') verwijderd, scharnierbaar aan de respectievelijke hefbomen (16) bevestigd, terwijl het tweede rooster (11) met het verbindingselement (13) bevestigd is aan het vast onderdeel (14) van de Jacquardmachine of de weefmachine. 



  De Jacquardmachine bevindt zieh dus in de opstelling waarbij enkel het eerste rooster in fase met een (7') van de messen meebeweegt, terwijl h2 =   h10   Zoals hoger verduidelijkt werd is hierdoor een vijfstandenJacquardmachine bekomen met de volgende heffingshoogtes voor de poolkettingdraden   :-2 x hl ;-h 0 ; h, ;   2 x hl. 



   In de opstelling van figuur 6 zijn de stangen 

 <Desc/Clms Page number 24> 

 (18) op een afstand (2 x L) /3 van het scharnierpunt (16') verwijderd, scharnierbaar aan de respectievelijke hefbomen (16) bevestigd, terwijl het tweede rooster (11) met het verbindingselement (13) bevestigd is aan het eerste rooster (12). De Jacquardmachine bevindt zieh dus in de opstelling waarbij beide roosters (11), (12) in fase met   een   van de messen   (7'),     (8')   meebewegen, terwijl   h2 - hJ - (2 x hJ) 13.   



  Zoals hoger verduidelijkt werd is hierdoor op een andere manier een   vijfstanden-Jacquardmachine   bekomen met de volgende heffingshoogtes voor de poolkettingdraden   : - 2   x   hl     ;-hl ; 0 ; h, ; 2 xh,.   



   Men kan de Jacquardmachine voorzien van een bijkomend derde rooster   (20),   waarop omkeerrollen (9) zijn opgesteld, terwijl men dat derde rooster (20) voorziet om tot een op-en neergaande beweging in tegenfase met het eerste rooster (12) met omkeerrollen (9), gebracht te worden. 



   Deze beweging van het derde rooster (20)-in tegenfase met het eerste rooster (12)-wordt verwezenlijkt door (zie figuur 10) het derde rooster (20) via een omkeermechanisme (21) te verbinden met het eerste rooster (12). Dit omkeermechanisme (21) omvat een hefboom (32) die in het midden een vast scharnierpunt (33) heeft. Het ene uiteinde van de hefboom (32) is met het eerste rooster (12) verbonden, terwijl het andere uiteinde van de hefboom (32) met de derde rooster (20) verbonden is. Een opwaartse en neerwaartse beweging van het eerste rooster (12) geven aanleiding tot een neerwaartse, respectievelijk opwaartse beweging van het derde rooster (20).

   Op figuren 10 en 11 zijn de posities van de roosters (12), (20) op het ogenblik dat het eerste rooster (12) in zijn laagste positie staat, in volle lijn getekend, terwijl de posities van de roosters (12), (20), op het ogenblik dat het eerste rooster (12) in zijn hoogste positie staat, in streeplijn getekend zijn. 



  Het tweede rooster (11) is vast opgesteld. 

 <Desc/Clms Page number 25> 

 



   De beweging van het derde rooster (20)-in tegenfase met het eerste rooster   (12) - kan   ook verwezenlijkt worden door beide roosters (12), (20) met een verschillend messenrooster (7), (8) te verbinden, zoals voorgesteld op figuur 11. 



   Door een reeks takelinrichtingen te voorzien om samen te werken met omkeerrollen (9) op het eerste rooster (12) en een andere reeks takelinrichtingen te voorzien om samen te werken met omkeerrollen (9) op het derde rooster (20), kunnen weefsels volgens bindingen met in tegenfase bewegende poolkettingdraden (tegenfase-bindingen) geweven worden. 



   Op figuur 12 is een dwarsdoorsnede in kettingrichting voorgesteld van een dubbelstuk-weefsel geweven volgens een tegenfase-binding. 



   Het voorgestelde dubbelstuk-weefsel, bestaat uit een bovenweefsel (BW) en een onderweefsel (OW), respectievelijk gevormd uit inslagdraden (100), en per kettingstelsel twee bindkettingdraden (101), (102) en een spankettingdraad (103). Bij elk schot (1, 2, 3,....) worden boven elkaar twee inslagdraden (100) ingebracht. 



  Per kettingstelsel zijn ook tien poolkettingdraden (A-E, A'-E') voorzien, dewelke hetzij ingebonden worden in   een   van de weefsels (BW), (OW), hetzij pool vormen door afwisselend in het bovenweefsel (BW) en het onderweefsel (OW), volgens een 1/2-V-binding, door een inslagdraad (100) afgebonden te worden. Nadien worden de poolkettingdraden (A-E,   A'-E')   tussen beide weefsels (BW), (OW) doorgesneden om uiteindelijk twee poolweefsels te bekomen. 



  Er zijn poolkettingdraden van vijf verschillende kleuren voorzien, waarbij telkens twee poolkettingdraden dezelfde 
 EMI25.1 
 kleur hebben. Van elk paar poolkettingdraden (A, (B, van dezelfde kleur wordt er een in het bovenweefsel (BW) ingebonden (de eerste poolkettingdraad (A-E) genoemd) en een in het onderweefsel 

 <Desc/Clms Page number 26> 

   (OW)   ingebonden (de tweede poolkettingdraad (A'-E') genoemd), als er geen pool wordt gevormd. 



  Bij het pool vormen bewegen de poolkettingdraden van eenzelfde paar in tegenfase. 



  De poolkettingdraden kunnen bij deze binding drie verschillende posities innemen t. o. v. de inslagdraden (100) van een schot (1, 2,   3,....) :   Onder, Midden (tussen de inslagdraden), en Boven. 



  Als de eerste poolkettingdraad (A-E) van een paar Boven is, is de tweede in de positie onder. Dit is het geval voor alle paren poolketttingdraden bij het eerste schot   (1)   op fig. 12. 



  Als de eerste poolkettingdraad (A-E) van een paar Onder is, is de tweede in de positie Boven. Dit is het geval voor het paar poolkettingdraden   (A, A')   bij het tweede schot (2.) op fig. 12. 



  Als de eerste poolkettingdraad (A-E) van een paar in de positie Midden is, is de tweede ook in de positie Midden. 
 EMI26.1 
 



  Dit is het geval voor de paren poolkettingdraden (B. C, bij het tweede schot (2) op figuur 12. 



   De Jacquardmachine volgens deze uitvinding is gemakkelijk aan te passen om dergelijke tegenfase-bindingen te weven. De op figuren 10 en 11 schematisch voorgestelde Jacquardmachine is opgesteld om als vijfstandenJacquardmachine te werken (tweede rooster (11) vast opgesteld, en   h/t * l.   



   De takelinrichtingen kunnen de poolkettingdraden op een van de volgende hoogtes heffen : Onder (0), MiddenOnder (MO), Midden (M), Midden-boven (MB), en boven (B). 



  Bij eenzelfde selectie van de haken (3, 4), (5, 6) komt een poolkettingdraad (A-E) die geheven wordt door een met het eerste rooster (12) samenwerkende takelinrichting, in een positie die ten opzichte van de positie Midden, het spiegelbeeld is van de positie van een poolkettingdraad 

 <Desc/Clms Page number 27> 

 (A'-E') die geheven wordt door een met het derde rooster (20) samenwerkende takelinrichting. Door de met het eerste (12) en met het derde rooster (20) samenwerkende takelinrichtingen worden respectievelijk de volgende posities van de poolkettingdraden bekomen : 0, B of MO, MB of M, M of MB, MO of B, 0.

Claims (1)

  1. EMI28.1
    C O N C L U S I E S CONCLUSIES 1. Jacquardmachine met takelinrichting, omvattende een eerste (1) en een tweede takelelement (2), respectievelijk opgehangen aan minstens een haak (3, 4), (5, 6), die selecteerbaar is om door een van twee in tegenfase op-en neergaande messen (7'), (8') meegenomen te worden ; een omkeerrol (9');
    en een takelkoord (10) dat met het ene uiteinde (10') aan een onderdeel (11) van de inrichting is bevestigd, dat achtereenvolgens geleid is over een rol (1') van het eerste takelelement (1), de omkeerrol (9') en een rol (2') van het tweede takelelement (2), en dat met het andere uiteinde verbonden is met een of meerdere harnaskoorden voor de heffing van minstens een kettingdraad op een weefmachine, met het kenmerk dat de omkeerrol (9') bevestigd is op een eerste rooster (12), dat het genoemde onderdeel (11) een tweede rooster is, en dat elk rooster (12), (11) naar keuze, hetzij vast opgesteld kan worden, hetzij kan voorzien worden om in fase met een van de messen (7'), (8') tot een op-en neergaande beweging gebracht te worden.
    2. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de verhouding tussen de heffingshoogte (h,) van een van de messen ((7'), (8') en de heffingshoogte (h2), (h3) van elk met dat mes (7'), (8') verbonden rooster (12), (11) instelbaar is.
    3. Jaquardmachine, met takelinrichting, volgens conclusie 3, met het kenmerk dat ontkoppelbare verbindingsmiddelen (15, 16, 18 ; 13) voorzien zijn om elk rooster (12), (11) te verbinden met een element (7), (8) dat in fase met een van de messen (7'), (8') tot een op-en neergaande beweging wordt gebracht ; en dat deze verbindingsmiddelen een reductiemechanisme (15, 16, 16', 18) omvatten, waarmee de genoemde verhouding <Desc/Clms Page number 29> instelbaar is.
    4. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens conclusie 3 met het kenmerk dat het genoemde element (7), (8) verbonden is met minstens één hefboom (16) met een vast scharnierpunt (16') ; en dat elke hefboom (16) voorzien is om op minstens twee verschillende afstanden van het scharnierpunt (16') verwijderd, verbonden te worden met een rooster (11), (12).
    5. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens conclusie 4 met het kenmerk dat het genoemde element (7), (8) een messenrooster is ; en dat aan het messenrooster (7), (8) vier stangen (15) bevestigd zijn die respectievelijk scharnierbaar bevestigd zijn aan het uiteinde van een hefboom (16), waarvan het andere uiteinde scharnierbaar verbonden is aan een vast onderdeel (17) van de Jacquardmachine of een weefmachine.
    6. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens conclusie 4 of 5 met het kenmerk dat elke hefboom (16) voorzien is om op vier verschillende afstanden van het EMI29.1 scharnierpunt (16') verwijderd, verbonden te worden met een rooster (11), (12) en dat de verhouding tussen enerzijds deze respectievelijke afstanden en anderzijds de afstand tussen het scharnierpunt (16') en de plaats van bevestiging (19) van het element (7), (8) aan de hefboom (16) respectievelijk 1/3,1/2, 2/3 en 1 bedraagt.
    7. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens een van de conclusies 4 t/m 6 met het kenmerk dat het eerste rooster (12) voorzien is om naar keuze, hetzij met de genoemde hefboom (16), hetzij met een vast onderdeel (14) van de inrichting verbonden te worden, terwijl het tweede rooster (11) voorzien is om naar keuze, hetzij met het eerste rooster (12), hetzij met een vast onderdeel (14) van de Jacquardmachine of weefmachine verbonden te worden. <Desc/Clms Page number 30> 8.
    Jacquardmachine met takelinrichting, volgens conclusie 7 met het kenmerk dat aan het tweede rooster (11) minstens een verbindingselement (13) met twee hoekvormende benen (13", 13"') bevestigd is ; dat dit verbindingselement (13) verdraaibaar is om een as (13') die het verbindingselement (13) in de nabijheid van zijn hoek dwarst ; en dat het verbindingselement (13) naar keuze, hetzij met het ene been (13"') aan het eerste rooster (12) en met het andere been (13") aan EMI30.1 het vast onderdeel (14), hetzij met een been (13") aan het eerste rooster (12), hetzij met een been (13"') aan het vast onderdeel (14), kan bevestigd worden.
    9. Jacquardmachine, met takelinrichting, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de omkeerrol (9') scharnierbaar is opgesteld.
    10. Jacquardmachine, met takelinrichting, volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de omkeerrol (9') enkel scharnierbaar is om een zieh nagenoeg horizontaal uitstrekkende aslijn (35).
    11. Jacquardmachine, met takelinrichting, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het werkingsvlak van de omkeerrol (9') zieh diagonaal uitstrekt ten opzichte van de werkingsvlakken van de takelelementrollen (1'), (2'), waarover het takelkoord (10) geleid is.
    12. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de takelinrichting twee stellen eerste (1) en tweede takelelementen (2) omvat ; dat de omkeerrol (9') die met het ene stel takelelementen (1, 2) samenwerkt op het eerste rooster (12) is bevestigd, terwijl de omkeerrol (9') die met het andere stel takelelementen (1, 2) samenwerkt bevestigd is op een derde rooster (20) ; en dat het eerste (12) en het derde rooster (20), in fase met het ene mes (7'), (8'), respectievelijk in fase met <Desc/Clms Page number 31> het andere mes (8 (), (7'), tot een op-en neergaande beweging kunnen gebracht worden.
    13. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het eerste rooster (12) verbonden is met een element (7), (8) dat in fase met EMI31.1 een van de messen (7'), (8') tot een op-en neergaande beweging wordt gebracht ; en dat het derde rooster (20) ofwel via een omkeermechanisme (21) met hetzelfde element (7), (8) verbonden is, ofwel met een element (8), (7), dat in fase met andere mes (8'), (7') tot een op-en neergaande beweging wordt gebracht, verbonden EMI31.2 is. 14.
    Jacquardmachine met takelinrichting, volgens een van de voorgaande conclusies met hat kenmerk dat elk takelelement (1), (2) samenwerkt met twee, door een verschillend mes (7), (8) meeneembare haken (3, 4), (5, 6) die met elkaar verbonden zijn door een koord (22) ; dat elk takelelement (1), (2) een bovenste (l"), (2") en een onderste takelrol (1'), (2') omvat ; en dat het koord (22) onder de bovenste takelrol (l"), (2") geleid is, terwijl het takelkoord (10) over de onderste takelrol (1'), (2') geleid is.
    15. Jacquardmachine met takelinrichting, volgens een van de conclusies 1 t/m 13 met het kenmerk dat elk takelelement (1), (2) opgehangen is aan een haak (23), (24) die selecteerbaar is om op een van twee verschillende hoogtes vastgehouden te worden.
BE9401142A 1994-12-20 1994-12-20 Jacquardmachine met takelinrichting. BE1008975A5 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9401142A BE1008975A5 (nl) 1994-12-20 1994-12-20 Jacquardmachine met takelinrichting.
FR9514520A FR2728278B1 (fr) 1994-12-20 1995-12-05 Metier jacquard avec dispositif de palan
IT95TO001014A IT1281079B1 (it) 1994-12-20 1995-12-15 Telaio jacquard con dispositivo di paranco
TR95/01587A TR199501587A1 (tr) 1994-12-20 1995-12-18 Kaldirma tertibatli jakar tezgahi.
US08/575,064 US5678612A (en) 1994-12-20 1995-12-19 Jacquard machine with plural lifter devices
DE19547765.0A DE19547765B4 (de) 1994-12-20 1995-12-20 Jacquardmaschine mit Flaschenzugvorrichtung

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9401142A BE1008975A5 (nl) 1994-12-20 1994-12-20 Jacquardmachine met takelinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1008975A5 true BE1008975A5 (nl) 1996-10-01

Family

ID=3888541

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9401142A BE1008975A5 (nl) 1994-12-20 1994-12-20 Jacquardmachine met takelinrichting.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5678612A (nl)
BE (1) BE1008975A5 (nl)
DE (1) DE19547765B4 (nl)
FR (1) FR2728278B1 (nl)
IT (1) IT1281079B1 (nl)
TR (1) TR199501587A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0940489A1 (en) * 1998-02-06 1999-09-08 Kornblit Amnon Tackle device for Jacquard machines
US6185475B1 (en) * 1998-07-14 2001-02-06 Sumagh Textile Company Limited Method for manufacturing jacquard with colored image
BE1015529A3 (nl) * 2003-05-20 2005-05-03 Wiele Michel Van De Nv Inrichting voor het bevestigen en geleiden van een of meerdere takelkoorden in een jacquardmachine.
BE1016559A4 (nl) * 2005-03-21 2007-01-09 Wiele Michel Van De Nv Jacquardinrichting.
CN100350087C (zh) * 2006-05-11 2007-11-21 李加林 一种具有不同特质的彩色提花织物的制作方法
FR2910495B1 (fr) * 2006-12-26 2009-01-30 Staubli Lyon Soc Par Actions S Mecanique d'armure et metier a tisser de type jacquard equipe d'une telle macanique.
CN101580993B (zh) * 2009-06-25 2011-07-20 杭州经纬自动化有限公司 能形成三个经纱位置的电子提花选纱装置
EP3112509A1 (en) * 2015-07-02 2017-01-04 NV Michel van de Wiele Connecting member for connecting elements of a shed forming mechanism for a weaving machine with each other
EP3165643B1 (en) * 2015-11-04 2018-04-18 NV Michel van de Wiele Jacquard machine, face-to-face weaving machine comprising at least one jacquard machine, and method of setting up a jacquard machine
CN105386189B (zh) * 2015-11-27 2018-03-13 江苏莱纳多智能装备有限公司 一种三位置提花机及其实现方法
CN205775064U (zh) * 2016-05-31 2016-12-07 崔如奎 高速提花机的滑轮组件

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE529019A (nl) *
FR75506E (fr) * 1958-05-05 1961-07-07 Lehembre & Cie A Mécanique universelle à plusieurs positions pour métiers à tisser
EP0280132A1 (de) * 1987-02-13 1988-08-31 N.V. Michel Van de Wiele Offenfach-Jacquardmaschine mit einer Rollenzugeinrichtung, die mit Hilfe auf- und abbewegbarer Bretter blockweise gesteuert wird
EP0399930A1 (fr) * 1989-05-24 1990-11-28 Staubli-Verdol S.A. Perfectionnements aux mécaniques d'armure à trois positions
FR2648159A1 (fr) * 1989-06-12 1990-12-14 Textima Veb K Commande de platines de la machine jacquard a foule ouverte d'un metier a tisser la peluche, en particulier d'un metier a tisser pour double tapis
EP0459582A1 (de) * 1990-05-31 1991-12-04 N.V. Michel Van de Wiele Flaschenzug-Aufhängung für eine Jacquardmaschine und Jacquardmaschine, die mit einer derartigen Flaschenzug-Aufhängung versehen ist.
EP0570947A1 (de) * 1992-05-19 1993-11-24 N.V. Michel Van de Wiele Flaschenzug-Vorrichtung für eine Jacquardmaschine
EP0627511A1 (de) * 1993-04-23 1994-12-07 N.V. Michel Van de Wiele Jacquardmaschine

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2939714C2 (de) * 1979-09-29 1981-06-04 Maschinenfabrik Carl Zangs Ag, 4150 Krefeld Doppelrollenelement für Jacquardmaschinen
FR2715666B1 (fr) * 1994-01-28 1996-05-03 Staubli Verdol Mécanique d'armure propre à engendrer quatre positions des fils de chaîne d'un métier à tisser.

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE529019A (nl) *
FR75506E (fr) * 1958-05-05 1961-07-07 Lehembre & Cie A Mécanique universelle à plusieurs positions pour métiers à tisser
EP0280132A1 (de) * 1987-02-13 1988-08-31 N.V. Michel Van de Wiele Offenfach-Jacquardmaschine mit einer Rollenzugeinrichtung, die mit Hilfe auf- und abbewegbarer Bretter blockweise gesteuert wird
EP0399930A1 (fr) * 1989-05-24 1990-11-28 Staubli-Verdol S.A. Perfectionnements aux mécaniques d'armure à trois positions
FR2648159A1 (fr) * 1989-06-12 1990-12-14 Textima Veb K Commande de platines de la machine jacquard a foule ouverte d'un metier a tisser la peluche, en particulier d'un metier a tisser pour double tapis
EP0459582A1 (de) * 1990-05-31 1991-12-04 N.V. Michel Van de Wiele Flaschenzug-Aufhängung für eine Jacquardmaschine und Jacquardmaschine, die mit einer derartigen Flaschenzug-Aufhängung versehen ist.
EP0570947A1 (de) * 1992-05-19 1993-11-24 N.V. Michel Van de Wiele Flaschenzug-Vorrichtung für eine Jacquardmaschine
EP0627511A1 (de) * 1993-04-23 1994-12-07 N.V. Michel Van de Wiele Jacquardmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
IT1281079B1 (it) 1998-02-11
FR2728278B1 (fr) 1998-05-07
DE19547765A1 (de) 1996-06-27
TR199501587A1 (tr) 1996-10-21
ITTO951014A0 (it) 1995-12-15
FR2728278A1 (fr) 1996-06-21
US5678612A (en) 1997-10-21
DE19547765B4 (de) 2014-11-27
ITTO951014A1 (it) 1997-06-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1008975A5 (nl) Jacquardmachine met takelinrichting.
CN1084809C (zh) 开口机构可动竖钩的选择方法和装置以及提花型织机
BE1016008A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor het weven van dubbelzijdig bruikbare weefsels.
BE1004347A3 (nl) Takelophanging voor een jacquardmachine en jacquardmachine voorzien van een dergelijke takelophanging.
BE1008209A4 (nl) Jacquardmachine.
BE1000304A5 (nl) Opengaap-jacquardmachine waarvan de takelinrichting door middel van op en neer beweegbare planken in blok gestuurd wordt.
JP3544684B2 (ja) ジャカード織機のためのリフター機構
BE1009047A4 (nl) Driestanden open-gaap jacquardmachine.
US3938560A (en) Apparatus for the mechanical operation of thread or yarn guides
BE1011943A3 (nl) Werkwijze en weefmachine voor het weven van een poolweefsel.
BE1008974A5 (nl) Takelinrichting voor een jacquardmachine.
BE1007905A3 (nl) Inrichting voor de inslagselektie op een weefmachine.
US5103873A (en) Mechanism for controlling griffe frame movement
US4379474A (en) Heddle frame actuating mechanism located between a dobby and the heddle frames of a weaving machine
US5193589A (en) Double lift open shed jacquard machine for pile fabric
JPH03185148A (ja) 織布側縁部のからみ織り装置
BE1015098A5 (nl) Gaapvormingsinrichting voor een weefmachine.
EP0884410B1 (en) Four-Position open-shed jacquard machine.
BE1004692A4 (nl) Takelinrichting voor bewegingsversterking bij de heffing van de kettingdraden, in een opengaap jacquardmachine.
BE1010133A3 (nl) Gaapvormingsinrichting voor een textielmachine.
BE1009383A3 (nl) Vierstanden-jacquardmachine.
JPS6088151A (ja) 複数の製織域を有する織機
BE1008131A4 (nl) Takelinrichting.
BE1000443A4 (nl) Inrichting voor het vormen van een zelfkant, respektievelijk zelfkanten, aan weefsels.
BE1010329A5 (nl) Inrichting voor het weven van lussenpoolweefsels.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20131231