BE1008690A5

BE1008690A5 - Batterijpakket en werkwijze voor het vormen daarvan.

Info

Publication number: BE1008690A5
Application number: BE9400846A
Authority: BE
Inventors: Bria J Hassemer; Scott D Beutler; Mark S Bresin
Original assignee: Motorola Inc
Priority date: 1993-09-20
Filing date: 1994-09-20
Publication date: 1996-07-02
Also published as: DE4497133C2; KR0148202B1; CA2148127A1; FR2710456A1; NO951560D0; AU7551794A; SE9501861L; HU9501472D0; NL9420010A; GB2288057B; IT1272812B; FI952469A0; DK55695A; GB9509719D0; LU88616A1; ES2115512B1; HUT76813A; CN1053997C; FI952469A; CN1114844A

Abstract

Een batterijpakket met een batterij cellen omvat een buitenhuis (402) dat een batterij cellen (404) kan opnemen; een verbindingsoppervlak (410) dat zich langs het buitenhuis (402) uitstrekt; een binnenhuis (408) dat de batterij cellen (404) kan inkapselen en een oppervlak heeft voor verbinding met het verbindingsoppervlak van het buitenhuis (402); en een verbinding die is verschaft bij het verbindingsoppervlak om het binnenhuis (408) met het buitenhuis (402) te verbinden. Daarnaast omvat een werkwijze voor het vormen van een batterijpakket de stappen van het plaatsen van een batterij cellen in een verbindingsoppervlak van een buitenhuis van het batterijpakket; het inkapselen van de batterij cellen in een binnenhuis, waarbij het binnenhuis een oppervlak heeft dat met het verbindingsoppervlak van het buitenhuis correspondeert; en het verbinden van het corresponderen de oppervlak van het binnenhuis met het verbindingsoppervlak van het buitenhuis. Het batterijpakket en de werkwijze voor het vormen van het batterijpakket verlagen het gewicht en vereenvoudigen het vervaardigen.

Description

BATTERIJPAKKET EN WERKWIJZE VOOR HET VORMEN DAARVAN
Deze uitvinding heeft betrekking op batterijcelpakketten en meer in het bijzonder op het bouwen van batterijpakketten.

Batterijpakketten voor draagbare inrichtingen zoals tweewegsradio's omvatten typisch een aantal cellen waarvan de contacten allen binnenin een huis aan elkaar zijn gesoldeerd. De afzonderlijke cellen zijn met elkaar verbonden door middel van plaatmetalen uitsteeksels, die door puntsolderen aan de celklemmen zijn bevestigd. Gewoonlijk worden de onderling verbonden cellen dan door puntlassen met een flexibele schakeling verbonden en vervolgens in een batterijhuis aangebracht.

Deze vervaardigingswerkwijze ga at met. inefficiënte samenstelprocedures, het gebruik van onnodige onderdelen en het verrichten van onnodig werk gepaard, wat tot buitensporige vervaardigingskosten en minder betrouwbare produkten leidt.

Door de consument geladen batterijen voor consumentenelectronica, zoals camera's, radio's, CDspelers, enz., hebben typisch onder veerbelasting staande contacten aan het ene einde en metalen contacten die aan het tegenoverliggende einde van de primaire cellen gekoppeld zijn. Voor door de consumenten geladen batterijpakketten zijn niet de gewoonlijk in batterijpakketten aanwezige extra schakelingen nodig. Batterijpakketten voor draagbare radio's zullen gewoonlijk weerstanden, thermistors, diodes en andere onderdelen omvatten waardoor de batterijpakketten oplaadbaar en/of intrinsiek veilig zijn. Aldus kunnen vakken voor door de

consumenten geladen batterijen alleen geperst metaal op het huis omvatten en elektrisch verlies tussen batterijcellen en schakelingen is bij deze toepassingen van weinig belang.

Andere batterijpakketten, die door de consument worden geladen of door de fabrikant zijn geladen en verzegeld, omvatten typisch een aantal cellen die samen in krimpfolie of in een kunststof huis zijn verpakt. Ook hier worden veel van deze cellen typisch elektronisch gekoppeld door sta. len uitsteeksels aan tegengestelde klemmen (positief en negatief) op afzonderlijke cellen te solderen. Vervolgens worden de gesoldeerde cellen samen in een krimpfolie verpakt en in een huis aangebracht. Ook hier is de samenstelprocedure inefficiënt, wat tot buitensporige arbeids-en vervaardigingskosten leidt.

Het streven het gewicht van elektronische consumentenprodukten te verlagen heeft momenteel even veel invloed op het samenstellen van batterijpakketten als de wens het samenstellen of vervaardigen van batterijpakketten te vergemakkelijken. Daarom is het van essentieel belang eigenschappen in minder componenten en onderdelen te kunnen integreren om het aantal samenstelstappen te verminderen. Derhalve is er behoefte aan een batterijpakket dat het gemak van door de consument geladen batterijpakketten biedt, een lager gewicht heeft en efficiënter en tegen lagere kosten kan worden samengesteld en vervaardigd.

Korte beschrijving van de tekeningen
Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een batterijpakket.

Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht van een in WO 94/07273 beschreven en weergegeven batterijpakket.

Figuur 3 is een perspectivisch aanzicht van een in WO 94/07273 beschreven en weergegeven batterijpakket.

Figuur 4 is een perspectivisch aanzicht van een batterijpakket volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 5 is een doorsnede aanzicht van de wand 310 langs de lijnen (5-5) in figuur 4.

Figuur 6 is een aanzicht van de uiteengenomen delen van een eerste uitvoeringsvorm van een bevestigingsmechanisme volgens de cnderhavige uitvinding.

Figuur 7 is een aanzicht van de uiteengenomen delen van een tweede uitvoeringsvorm van een bevestigingsmechanisme volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 8 is een aanzicht van de uiteengenomen delen van een derde uitvoeringsvorm van een bevestigingsmechanisme volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 9 is een perspectivisch aanzicht van een batterijpakket volgens een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 10 is een aanzicht van de uiteengenomen delen van een oriëntatiemeehanisme volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 11 is een aanzicht in dwarsdoorsnede van het batterijpakket langs de lijnen (11-11) van figuur 9.

Figuur 12 is een andere uitvoeringsvorm van het aanzicht in dwarsdoorsnede van figuur 11.

Gedetailleerde beschriivinq van de voorkeursuitvoerinqsvorm
Een batterijpakket omvat een eerste huisorgaan met een ingebouwde vergrendeling, een verzamelframe dat losneembaar aan het eerste huisorgaan is

gemonteerd, een veelheid van cellen dat in het verzamelframe en het eerste huisorgaan kan worden aangebracht, schakelingen op het verzamelframe om de veelheid van cellen te koppelen en om lader-en energiecontacten te verschaffen, en een tweede huisorgaan dat in hoofdzaak laminair is en dat hechtend aan dat eerste huisorgaan is aangebracht.

In figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een batterijpakket 10 getoond, zoals besproken is in de Amerikaanse octrooiaanvrage Nr. 07/848465, getiteld "Weldless Battery Pack", ingediend op 9 maart 1992 door Mark S. Bresin, overgedragen aan de onderhavige rechtsverkrijgende Motorola, Inc. en bij deze door verwijzing hierin opgenomen. Het batterijpakket 10 omvat een huis dat een bovendeel 2 en een bodemdeel 4 heeft. De huisdelen zijn bij voorkeur zo uitgevoerd, dat zij aan elkaar gesnapt kunnen worden. Een andere mogelijkheid is, dat de huisdelen ultrasoon aan elkaar gelast worden. Het bovenhuisdeel 2 omvat tevens een vergrendelorgaan 3 dat in aangrijping brengbaar is met een uitgespaard gebied 5 in het bodemdeel 4 om het batterijpakket 10 losneembaar aan een (niet getoonde) radio te kunnen koppelen.

In de huisdelen 2 en 4 bevindt zieh een verzamelframe 11 (om de cellen 12 vast te houden) dat losneembaar in ten minste een van de huisdelen is gemonteerd.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een in WO 94/07273 beschreven en weergegeven batterijpakket 100. Het batterijpakket 100 omvat bij voorkeur een eerste huisorgaan 104 met een vergrendelorgaan 103 dat in het eerste huisorgaan 104 is ingebouwd of opgenomen. Vervolgens wordt een verzamelframe 111 in het eerste huisorgaan 104 gemonteerd. Het verzamelframe wordt bij voorkeur in het eerste huisorgaan gesnapt via de groef 150 in het verzamelframe en de corresponderende richel 152 in het huisorgaan 104. Het verzamelframe 111 zou ook als een deel van het eerste huisorgaan 104

uitgevoerd kunnen worden. Een andere mogelijkheid is het verzamelframe 11 ultrasoon aan het eerste huisorgaan 104 te lassen.

De batterijcellen 112 met respectievelijk positieve en negatieve klemmen 114 en 113 worden vervolgens georiënteerd en in het verzamelframe 111 aangebracht. Schakelingen die bij voorkeur weerstanden (niet getoond), polyschakelaars 30 en thermistors 40 omvatten, zijn op het verzamelframe 111 gemonteerd om laad-en energiecontacten en de geschikte schakelingen voor het veilig laden van oplaadbare batterijpakketten te verschaffen, zoals in de stand van de techniek bekend is. Een andere mogelijkheid is, dat de schakelingsmiddelen een flexibele schakeling met sommige van de componenten zoals de weerstanden, polyschakelaars en thermistors omvatten, die de cellen verder met elkaar verbindt. Ten slotte is een tweede huisorgaan 102 bij voorkeur hechtend aan het eerste huisorgaan bevestigd.

Ten einde het gewicht zo veel mogelijk te beperken is het tweede huisorgaan 102 bij voorkeur een laminair onderdeel van kunststof zoals polycarbonat met op het binnenoppervlak een hechtmiddel om aan het eerste huisorgaan 104 vastgehecht te kunnen worden. Een andere mogelijkheid is dat het tweede huisorgaan 102 ultrasoon aan het eerste huisorgaan 104 wordt gelast. Bovendien zou het tweede huisorgaan 102 als een label voor de batterij 100 dienst kunnen doen.

Figuur 3 toont een ander in WO 94/07273 beschreven en weergegeven batterijpakket 200. Het pakket 200 omvat een eerste huis 202 dat bij voorkeur snaporganen 204 omvat die uit een stuk met het eerste huis zijn gevormd. Een veelheid van cellen 206, dat bij voorkeur tot een celpakket is voorverpakt, wordt in de snaporganen 204 geplaatst en daarin vastgehouden. Het celpakket omvat bij voorkeur tevens een flexibele schakeling 212 die voor een verdere verbinding tussen de cellen zorgt, contacten en andere noodzakelijke componenten zoals

weerstanden en thermistors (niet getoond). Ten slotte wordt een tweede huisorgaan 220 bovenop het celpakket 206 geplaatst en aan het eerste huisorgaan 202 gesnapt.

Het tweede huisorgaan omvat bij voorkeur openingen 214 om door de snaporganen 204 te worden vastgehouden. Bovendien zijn er openingen 216 in het tweede huisorgaan gevormd om contactpunten te bieden, wanneer op de flexibele schakeling 212 getoonde contacten in de openingen 216 zijn aangebracht. Evenzo omvat het eerste huisorgaan 202 openingen 205 voor het insteken van de op de flexibele schakeling 212 getoonde contactpunten. Naar keuze kan het verband van het batterijpakket 200 nog worden verhoogd door een dubbelzijdig hechtmiddel 208 (zoals plakband) tussen het binnendeel van het eerste huis en de bodem van het celpakket 206 en een dubbelzijdig hechtmiddel 207 tussen het binnendeel van het tweede huis 220 en de bovenkant van het celpakket 210 te gebruiken.

Figuur 4 toont een bijzondere uitvoeringsvorm van een batterijpakket volgens de onderhavige uitvinding. Het batterijpakket omvat in hoofdzaak een benedendeel of buitenhuis 302, dat zodanig is uitgevoerd dat het een reeks cellen 304 kan bevatten. Het mag duidelijk zijn dat de batterij 304 alle flexibele stroken of schakelingen zal bevatten die in verband met de vorige uitvoeringsvorm zijn beschreven. Ten einde de batterij 304 in het buitenhuis 302 te kunnen vasthouden, zouden een of meer lagen hechtmateriaal 306 kunnen worden gebruikt. Het hechtmateriaal 306 zou lijm of een of ander dubbelzijdig plakband kunnen zijn. Een laag hechtmateriaal 306 zou gebruikt kunnen worden om de batterij 304 aan het buitenhuis 302 te bevestigen.

Ook zou nog een hechtlaag 306 bovenop de batterij kunnen worden gebruikt om een binnenhuis 308 te bevestigen ten einde de batterij 304 in het buitenhuis 302 vast te houden.

EMI7.1
< jj. ge- uuddj. jn=. net-uj. nnennuis juo zO uivoerd dat het over een wand 310 past die zieh rond de omtrek van het buitenhuis 302 uitstrekt. De wand 310, een aanslag 311 en een willekeurig hechtmateriaal 306 dat gebruikt kan zijn, voorkomen dat de batterij 304 in het buitenhuis 302 kan verschuiven. Het binnenhuis 308 is uit een thermisch gevormd kunststof materiaal of een ander geschikt materiaal gevormd. Bij voorkeur omvat het binnenhuis 308 een label dat uit een stuk met de thermisch gevormde kunststof is gevormd. De wand 310 omvat bij voorkeur een energierichter 312 (gedetailleerd getoond in de dwarsdoorsnede van figuur 5 langs lijn 5-5 van figuur 4).

De energierichter 312 wordt gebruikt bij een ultrasone verbindingstechniek. In het bijzonder kan een schouderdeel 314 van het binnenhuis 308 ultrasoon met de energierichter 312 worden verbonden. Dat kan langs de gehele wand 310 gebeuren of al naar gelang de behoefte op gekozen plaatsen. Elk algemeen in de stand van de techniek bekend ultrasoon verbindingsmechanisme kan gebruikt worden.

Verder omvat een bevestigingsmechanisme een veelheid van uitsteeksels 316 die langs de voet van de wand 310 zijn geplaatst om het binnenhuis 308 aan het buitenhuis 302 te bevestigen. Overeenkomstige opneemdelen 318 langs een voet 320 zijn in het binnenhuis 308 opgenomen. Uiteenlopende uitvoeringsvormen voor het vergrendeluitsteeksel 316/opneemdeel 318 worden gedetailleerd aan de hand van de figuren 6 t/m 8 beschreven. Ten slotte kan een hechtmateriaal rond de voet 320 zijn aangebracht om het binnenhuis 308 aan het buitenhuis 302 vast te maken. Men kan gebruik maken van een hechter- binding, ultrasone verbinding of vergrendeling of van een willekeurige combinatie daarvan.

In figuur 6 is een aanzicht van de uiteengenomen delen van een eerste uitvoeringsvorm van een bevestigingsmechanisme getoond. Het bevestigingsmecha-

nisme omvat een uitsteeksel 322 dat hoofdzakelijk in een verdieping 324 wordt gestoken. Het bevestigingsmechanisme van figuur 6 zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om het binnenhuis 308 ten opzichte van het buitenhuis 302 op zijn plaats te houden bij het ultrasoon verbinden.

Figuur 7 toont een aanzicht van de uiteengenomen delen van een tweede uitvoeringsvorm van een bevestigingsmechanisme. Het bevestigingsmechanisme omvat een uitsteeksel 326 dat een inkeping 328 van het binnenhuis 308 kan vasthouden. Het bevestigingsmechanisme van figuur 6 zou ook gebruikt kunnen worden om het binnenhuis 308 ten opzichte van het buitenhuis 302 op zijn plaats te houden bij ultrasoon verbinden.

Ten slotte toont figuur 8 een aanzicht van de uiteengenomen delen van een derde uitvoeringsvorm van een bevestigingsmechanisme. Het bevestigingsmechanisme omvat een vergrendelorgaan 330 dat positief in een gat 332 kan grijpen dat zieh in de voet 318 van het binnenhuis 308 bevindt. In het bijzonder omvat het vergrendelorgaan 330 - : wee delen die samengedrukt kunnen worden om in het gat 330 te worden gestoken. Het zal echter duidelijk zijn dat andere typen vergrendelmechanismen die algemeen in de stand van de techniek bekend zijn, gebruikt zouden kunnen worden om voor een positieve aangrijping met het bovenhuis te zorgen.

Figuur 9 toont een perspectivisch aanzicht van een batterijpakket volgens een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het batterijpakket. Het batterijpakket omvat in hoofdzaak een buitenhuis 402 dat zodanig is uitgevoerd dat het een batterij cellen 404 kan bevatten. Ten einde de batterij 404 in het buitenhuis 402 vast te houden zou een hechtend materiaal 406 op beide zijden van de batterij gebruik kunnen worden. Het hechtmiddel 406 zou bijvoorbeeld lijm of een of ander dubbelzijdig plakband kunnen zijn. Ten slotte is in een

binnenhuis 408 voorzien om de batterij 404 in het buitenhuis 402 vast te houden.

In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm van figuur 4 omvat de uitvoeringsvorm van figuur 9 geen wand 310 om te voorkomen dat de batterij in het buitenhuis verschuift en om een energierichter te verschaffen ten einde ultrasone verbinding met de schouder van het buitenhuis mogelijk te maken. In plaats daarvan is een energierichter 410 langs het oppervlak van het buitenhuis 402 aangebracht om voor ultrasone verbinding met de voet 412 van het binnenhuis 408 te zorgen. Er kan langs de gehele energierichter 410 of op gekozen delen voor ultrasone verbinding worden gezorgd.

Het buitenhuis 402 kan naar keuze een oriëntatienok 414 omvatten om tijdens ultrasone verbinding voor een juiste plaatsing van het binnenhuis 408 ten opzichte van het buitenhuis 402 te zorgen. Het orïëntatiemeehanisrne is in figuur 10 gedetailleerd afgebeeld. De voet 412 omvat een inkeping 415 die een uitsteeksel 414 kan opnemen. Ten slotte kunnen er ook selectief plaatsingsgeleidingen 416 zijn aangebracht als hulpmiddel bij het vervaardigen van de batterij. De orientatiemechanismen 416 zijn gedetailleerd getoond in de dwarsdoorsneden van de figuren 11 en 12 langs de lijnen 11-11 van figuur 9.

Figuur 11 waarin een dwarsdoorsnede langs de lijnen 11-11 van figuur 9 is getoond, laat de onderlinge opstelling van het binnenhuis 408 en het buitenhuis 402 zien en de ultrasone verbinding bij de energierichter 410. In het bijzonder verschaft de positioneringsgeleiding 416 een referentiepunt voor het binnenhuis 408. Aanvullend kan in een verhoging 418 zijn voorzien om te voorkomen dat de voet 412 van het binnenhuis 408 tijdens ultrasone verbinding kan bewegen en wel vanwege het feit dat, omdat de energierichter langs een hellend deel van het buitenhuis 402 is geplaatst, de

voet 412, die normaal horizontaal ligt, tijdens ultrasone verbinding in een hellende positie wordt geduwd. Derhalve verhindert de verhoging 418 dat de voet 412 van de positioneringsgeleiding 416 weg kan bewegen.

Hoewel de voet 412 op een bepaalde plaats langs het buitenhuis 402 is afgebeeld, mag het duidelijk zijn dat de energierichter 410 op een willekeurige plaatst langs de wand 402 geplaatst kan zijn.

In figuur 12 omvat een andere uitvoeringsvorm een gelijkmaakoppervlak 430 dat de energierichter 410 omvat. Het gelijkmaakoppervlak 430 voorkomt dat de voet 412 tijdens ultrasone verbinding in een hellende positie wordt gedreven.

Kort gezegd vermindert de onderhavige uitvinding de complexheid van het vervaardigen en het gewicht van de voltooide batterij. In het bijzonder kan een combinatie van ultrasoon verbinden en verbinden door hechten, het gewicht en de complexheid van de inrichting verminderen. Een wand kan de batterij bevatten. Een energierichter die bovenop de wand is geplaatst die dient om de cellen van een batterij te bevatten, kan een gebied voor ultrasone verbinding verschaffen. Een binnenhuis kan over de wand worden geplaatst om de batterij af te dichten. Een schouder van het binnenhuis kan bovenop de wand ultrasoon met de energierichter worden verbonden. Een andere mogelijkheid is dat de wand wordt vervangen door een energierichter die op het buitenhuis is geplaatst, waarbij een voet van het binnenhuis ultrasoon met de energierichter is verbonden.

Dienovereenkomstig vermindert de onderhavige uitvinding in vergelijking met de inrichtingen van de stand van de techniek de complexheid en kosten.

Claims

CONCLUSIES 1. Batterijpakket met ten minste een cel, met het kenmerk, dat dit omvat : een buitenhuis dat zodanig is dat het die ten minste ene cel kan opnemen, waarbij dat buitenhuis een binnenoppervlak heeft ; een verbindingsoppervlak dat zieh op dat binnenoppervlak van dat buitenhuis bevindt ; een binnenhuis dat zodanig is dat het die ten minste ene cel in dat buitenhuis inkapselt en dat een oppervlak heeft om met dat verbindingoppervlak van dat buitenhuis te worden verbonden ; en een verbinding verschaft bij dat verbindingsoppervlak om dat binnenhuis in dat buitenhuis met dat buiten- huis te verbinden.
2. Batterijpakket volgens conclusie 1, waarbij dat binnenhuis uit thermisch gevormde kunststof bestaat met een schouderdeel en een voetdeel, waarbij die verbinding bij dat voetdeel is verschaft.
3. Batterijpakket volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat verbindingsoppervlak een energierichter voor ultrasone verbinding met genoemd oppervlak van het binnenhuis omvat.
4. Batterijpakket volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat verbindingsoppervlak een wand omvat die zodanig is dat deze die batterij kan bevatten.
5. Batterijpakket met ten minste een cel, met het kenmerk, dat dit omvat : een buitenhuis met een binnenoppervlak en een wand die van dat binnenoppervlak uitsteekt en zodanig is dat deze die ten minste ene cel kan bevatten ; een verbindingsoppervlak dat zieh op dat buitenhuis bevindt ; en een binnenhuis dat zodanig is dat het die wand en die ten minste ene cel kan bedekken, waarbij dat binnen- <Desc/Clms Page number 12> huis met dat verbindingsoppervlak van dat buitenhuis is verbonden.
6. Batterijpakket volgens conclusie 5, waarbij dat verbindingsoppervlak een energierichter voor ultrasone verbinding met dat binnenhuis omvat.
7. Batterijpakket met ten minste een cel, met het kenmerk, dat dit omvat : een buitenhuis dat zodanig is dat het die ten minste ene cel op kan nemen ; een energierichter die langs een binnenoppervlak van dat buitenhuis is geplaatst ; en een binnenhuis dat is aangepast om die ten minste ene cel in dat buitenhuis op te nemen ; waarbij dat binnenhuis een voetdeel heeft dat over die energierichter is geplaatst, waarbij dat voetdeel ultrasoon met die energierichter is verbonden.
8. Werkwijze voor het vormen van een batterijpakket, met het kenmerk, dat deze omvat de stappen : dat men een verbindingsoppervlak langs een binnenoppervlak van een buitenhuis vormt ; dat men ten minste een cel in dat verbindingsoppervlak van dat buitenhuis van het batterijpakket plaatst ; men de ten minste ene cel in dat buitenhuis inkapselt in een binnenhuis, waarbij het binnenhuis een verbindingsoppervlak omvat dat correspondeert met het verbindingsoppervlak van het buitenhuis ; en dat men het corresponderende verbindingsoppervlak van het binnenhuis met het verbindingsoppervlak van het buitenhuis verbindt.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij die stap van het verbinden van het corresponderende ver- bindingsoppervlak van het binnenhuis met het verbindingsoppervlak van het buitenhuis omvat het verschaffen van een ultrasone verbinding aan een voet van het <Desc/Clms Page number 13> binnenhuis met een energierichter die op het buitenhuis is geplaatst.
10. Batterijpakket met ten minste een cel, met het kenmerk, dat dit omvat : een buitenhuis met een wand die uitsteekt van een binnenoppervlak daarvan en is aangepast om die ten minste ene cel op te nemen ; een energierichter die is geplaatst langs een binnenoppervlak van dat buitenhuis nabij die wand ; en een binnenhuis dat in hoofdzaak overeenkomstig de vorm van die wand uit een thermisch gevormde kunststof is gevormd en zodanig is dat dit die ten minste ene cel in dat buitenhuis kan inkapselen ; waarbij dat binnenhuis een voetdeel heeft dat over die energierichter is geplaatst, waarbij dat voetdeel ultrasoon met die energierichter is verbonden.