BE1004309A3 - Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine. - Google Patents

Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1004309A3
BE1004309A3 BE8900778A BE8900778A BE1004309A3 BE 1004309 A3 BE1004309 A3 BE 1004309A3 BE 8900778 A BE8900778 A BE 8900778A BE 8900778 A BE8900778 A BE 8900778A BE 1004309 A3 BE1004309 A3 BE 1004309A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
leaf springs
support
support device
clamping
weaving machine
Prior art date
Application number
BE8900778A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8900778A priority Critical patent/BE1004309A3/nl
Priority to EP90870095A priority patent/EP0409811A1/en
Priority to US07/552,895 priority patent/US5025838A/en
Priority to JP18926590A priority patent/JPH0390656A/ja
Application granted granted Critical
Publication of BE1004309A3 publication Critical patent/BE1004309A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/12Controlling warp tension by means other than let-off mechanisms
    • D03D49/14Compensating for tension differences during shedding

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine, bestaande uit minstens twee steunen die de sleep aan zijn respektievelijke uiteinden ondersteunen, daardoor gekenmerkt dat elke steun (11) hoofdzakelijk bestaat uit minstens twee naaste elkaar opgestelde bladveren (12, 13) die nabij één van hun uiteinden (14, 15) vast aan elkaar, alsmede aan de weefmachine zijn bevestigd, en die aan hun tegenoverliggende uiteinden (16, 17) eveneens met elkaar zijn verbonden teneinde de sleep (3) te steunen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine". Deze uitvinding heeft betrekking op een steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine. 



  Het is bekend dat steuninrichtingen voor de sleep bij een weefmachine hoofdzakelijk bestaan uit twee hefbomen die aan   een   van hun uiteinden de sleep ondersteunen en aan hun andere uiteinde belast zijn door middel van een veer en/of een demper. 
 EMI1.1 
 



  Deze bekende konstruktie vertoont het glgdgÜ7 
 EMI1.2 
 relatief duur is, daar elke hefboom een as, een lagering en aanhechtingen voor de veer en de demper vergt. Bovendien dient een bijzondere stofdichte lagering te worden aangewend, zodat de goede werking niet kan worden belemmerd door de indringing van weefstof. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  De afstelling van een tussen twee hefbomen gemonteerde sleep is bovendien vrij moeilijk. 



  Deze bekende steuninrichtingen kunnen ook moeilijk worden gekombineerd met inrichtingen die een periodieke beweging aan de sleep opleggen, beter bekend onder de naam "easing motion". 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een steuninrichting voor de sleep die de voornoemde nadelen niet vertoont, en het voordeel van een eenvoudige konstruktie en montage bezitten. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine, bestaande uit minstens twee steunen die de sleep aan zijn respektievelijke uiteinden ondersteunen, daardoor gekenmerkt dat elke steun hoofdzakelijk bestaat uit minstens twee naast elkaar opgestelde bladveren die nabij   een   van hun uiteinden vast aan elkaar, alsmede aan de weefmachine zijn bevestigd en die aan hun tegenoverliggende uiteinden eveneens met elkaar zijn verbonden teneinde de sleep te steunen. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn eveneens regelmiddelen voorzien om de effektieve lengte van de bladveren te wijzigen. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 De steuninrichting kan onder verschillende hoeken opgesteld staan. Zij kan vast op het frame van de weefmachine zijn gemonteerd, of volgens een variante op een inrichting die een periodieke heen-en weergaande beweging uitvoert. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een weefmachine weergeeft die is voorzien van een steuninrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 op grotere schaal een zieht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 met F2 is aangeduid ; figuur 3 een zieht weergeeft volgens pijl F3 in fi-   guur 2 ;    figuren 4 en 5 respektievelijk doorsneden weergeven volgens lijnen IV-IV en V-V in figuur   3 ;   figuur 6 een doorsnede weergeeft volgens lijn.

   VI-VI in figuur   2 ;   figuur 7 in perspektief het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met F7 is aangeduid ; figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
VIII-VIII in figuur 3. figuur 9 een bijzondere uitvoeringsvorm weergeeft van de steuninrichting volgens de uitvinding. 



  Ten einde de uitvinding te situeren, is in figuur 1 schematisch een weefmachine weergegeven, waarin de kettingboom 1, de ketting 2, de sleep 3 waarover zoals bekend de ketting 2 wordt omgebogen, de gaap 4, de weefkaders 5, de lade 6 met het riet 7, de zandboom 8, het gevormde doek 9 en de doekboom 10 zijn aangeduid. 



  Het bijzondere van de huidige uitvinding bestaat erin dat de steuninrichting die de sleep 3 ondersteunt, bestaat uit minstens twee steunen 11 die de sleep 3 aan zijn respektievelijke uiteinden ondersteunen, met als kenmerk dat elke steun 11, zoals weergegeven in de figuren 2 tot   8,   hoofdzakelijk bestaat uit minstens twee naast elkaar opgestelde bladveren 12 en 13 die nabij   een   van hun uiteinden 14 en 15 vast aan elkaar, alsmede aan de weefmachine zijn bevestigd en die aan hun tegenoverliggende uiteinden 16 en 17 eveneens met elkaar zijn verbonden teneinde de sleep 3 aldaar te steunen, waarbij de bladveren 12 en 13 zodanig zijn geplaatst dat zij kunnen verbuigen volgens de richting van de beweging van de ketting 2.

   

 <Desc/Clms Page number 5> 

 In de figuren 1 tot 3 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de steunen 11 vast gemonteerd zijn op het frame 18 van de weefmachine. 



  De bladveren 12 en 13 zijn bij voorkeur parallel naast elkaar opgesteld en zijn met de. andere onderdelen verbonden uitsluitend door inklemming, een en ander zodanig dat de bij voorkeur rechthoekige bladveren niet dienen doorboord te worden. 



  Hiertoe zitten de bladveren 12 en 13 nabij hun, uiteinden 14 en 15 ingeklemd tussen, enerzijds, een steun 19 die, bijvoorbeeld door middel van bouten 20, op het frame 18 is gemonteerd, en anderzijds, spanstukken 21 en 22 die door middel van schroefmiddelen, zoals bouten 23 die in de steun 19 aangrijpen, kunnen worden aangespannen. Zoals weergegeven in figuur 4 zijn de steun 19 en de spanstukken 21 en 22 breder dan de bladveren 12 en 13, zodanig dat de bouten 23 langsheen de bladveren 12 en 13 passeren. 



  Aan hun tegenoverliggende uiteinden 16 en 17 zijn de bladveren 12 en 13 met elkaar verbonden door middel van een hier tussen gemonteerd element 24, dat op zijn plaats wordt gehouden door middel van langs de van elkaar weg gerichte zijden van de bladveren 12 en 13 aangebrachte spanstukken 25 en 26, die zijn aangespannen door middel 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 van schroefmiddelen zoals bouten 27, waarbij, zoals weergegeven in figuur 5 ook deze bouten 27 vrij langsheen de bladveren 12 en 13 passeren. 



  De elementen 24 van de respektievelijke steunen 11 bezitten elk een zitting 28 waarin de sleep 3 met zijn aseinden 29 kan worden gemonteerd, een en ander zoals weergegeven in de figuren 2 en 6. De aseinden 29 worden bij voorkeur door middel van minstens   een   spanelement en bij voorkeur twee spanelementen 30 en door middel van bouten 31 in hun zittingen 28 vastgeklemd. De sleep 3 is, zoals bekend, een holle buis die aan elk uiteinde door middel van lagers 32 verdraaibaar is over het betreffende aseinde 29. 



  Bij voorkeur bezit elke steun 11 regelmiddelen 33 om de effektieve lengte van de bladveren 12 en 13 te wijzigen, teneinde de steunen 11 stijver of minder stijf te maken. 



  Zoals weergegeven in figuur 2 worden deze regelmiddelen 33 bij voorkeur gevormd door een tussen de bladveren 12 en 13 geplaatste steun 34 en in de lengterichting van de bladveren 12 en 13 verstelbare spanmiddelen 35, waarmee de bladveren 12 en 13 op willekeurige hoogte kunnen worden vastgeklemd. De centrale steun 34 vertoont een breedte die kleiner is dan de onderlinge afstand tussen de twee 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 bladveren 12 en 13 en vormt bij voorkeur, zoals weergegeven in de figuur 7   een   deel met de voornoemde steun 19.

   De spanmiddelen 35 zijn bij voorkeur samengesteld uit tussenstukken 36 en 37 die verschuifbaar zijn tussen de bladveren 12 en 13 en de steun 34, spanstukken 38 en 39 die langs de van elkaar weggerichte zijden van de bladveren 12 en 13 kunnen worden aangebracht en schroefmiddelen zoals bouten 40 om de tussenstukken 36 en 37, de spanstukken 38 en 39 en de bladveren 12 en 13 op de gewenste hoogte rond de steun 34 aan te spannen. 
 EMI7.1 
 t De tussenstukken 36 en 37, alsmede de spanstukken 38 en 39 zijn bij voorkeur uitgevoerd in de vorm van latten waarvan de lengte groter is dan de breedte van de bladveren 12 en 13.

   De tussenstukken 36 en 37 en de spanstukken 38 en 39 bezitten boringen 41 die toelaten om langs weerszijden van de steun 34 en van de bladveren 12 en 13 de voornoemde   bouten   40 aan te brengen, waarbij deze vrij doorheen de tussenstukken 36 en 37 en het spanstuk 39 passeren, doch in het spanstuk 38 kunnen worden ingeschroefd. 



  Om de instelling van de spanmiddelen 35 te vergemakkelijken, kunnen deze voorzien zijn van stelschroeven 42, die, zoals weergegeven in de figuren 2 en 8 doorheen de tussenstukken 36 en 37 kunnen geschroefd zijn en overigens vrij op de steun 19 rusten. Na het 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 losmaken van de spanmiddelen 35 kan de hoogte hiervan worden gewijzigd door de stelschroeven 42 meer of minder uit te draaien. Door de instelling van de regelmiddelen 33 kan op een eenvoudige   wijze de effektieve lengte   van de bladveren 12 en 13 worden gewijzigd waardoor de verende werking van de bladveren 12 en 13 wordt ingesteld. Dit laat toe dat de grootte van de verende werking van de steunen 11 die de sleep 3 ondersteunen op een eenvoudige manier kan worden ingesteld dit afhankelijk van de gewenste spanning in de ketting 2. 



  Het is duidelijk dat deze elastische steuninrichting ook met middelen voor het dempen van de beweging kan zijn uitgerust. Volgens de uitvinding bestaan deze middelen bij voorkeur uit een element 43 dat tussen de bladveren 12 en 13 is bevestigd, bijvoorbeeld uit een hiertussen gelijmd blok uit kunststof. 



  Zoals respektievelijk in de figuren 1 en 9 is weergegeven, zijn de steunen 11 bij voorkeur, ofwel hoofdzakelijk verticaal gemonteerd, ofwel hoofdzakelijk horizontaal. 



  Zoals weergegeven in figuur 9 kunnen de steunen 11 ook bevestigd zijn op de weefmachine door middel van een steunmechanisme 44 dat overeenstemmend aan de kaderbeweging een periodieke heen-en weergaande beweging 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 aan de sleep 3 oplegt, dit om de spanning in de ketting 2 vrijwel konstant te houden ondanks het openen en sluiten van de gaap 4. Dergelijke steunmechanismen 44, beter bekend onder de   naam "easing motion", zijn   op zichzelf voldoende bekend en worden hoofdzakelijk gevormd door een aantal armen 45 en 46 die door middel. van een excentriek 47 of dergelijke worden bewogen. Deze excentriek 47 is gekoppeld met de door de hoofdaandrijfmotor 48 aangedreven hoofdas 49, een en ander zodanig dat het aan de dubbele snelheid wordt aangedreven dan de aandrijfas 50 waarmee het kaderaandrijfmechanisme 51 is gekoppeld.

   Door middel van schroefmiddelen, zoals bouten 52, en een spanstuk 53 kunnen hierbij, op een analoge manier als weergegeven in figuur 2, de steunen 11 op een. eenvoudige wijze bevestigd worden op de armen 45 van het steunmechanisme 44. Hiertoe kunnen in de steun 19 eveneens boringen 54 voorzien zijn die toelaten de voornoemde bouten 52 aan te brengen. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine kan in meerdere vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

  1. Konklusies 1. Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine, bestaande uit minstens twee steunen die de sleep aan zijn respektievelijke uiteinden ondersteunen, daardoor gekenmerkt dat elke steun (11) hoofdzakelijk bestaat uit minstens twee naast elkaar opgestelde bladveren (12, 13) die nabij een van hun uiteinden (14, 15) vast aan elkaar, alsmede aan de weefmachine zijn bevestigd, en die aan hun tegenoverliggende uiteinden (16, 17) eveneens met elkaar zijn verbonden teneinde de sleep (3) te steunen..
  2. 2. Steuninrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de bladveren (12, 13) parallel aan elkaar zijn opgesteld.
  3. 3. Steuninrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de steunen (11) vast zijn gemonteerd op het frame (18) van de weefmachine.
  4. 4. Steuninrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de steunen (11) zijn gemonteerd op een steunmechanisme (44) dat tijdens het weven in overeenstemming met de kaderaandrijving een periodieke beweging uitvoert. <Desc/Clms Page number 11>
  5. 5. Steuninrichting volgens een der konklusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de bladveren (12, 13) uitsluitend door inklemming zijn bevestigd.
  6. 6. Steuninrichting volgens een der konklusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de bladveren (12, 13) aan de weefmachine zijn bevestigd door middel van spanmiddelen die gevormd zijn uit minstens een steun (19) waartegen de bladveren (12, 13) zijn geplaatst ; spanstukken (21, 22) die tegen de van elkaar weggerichte zijden van de bladveren (12, 13) zijn geplaatst ; en schroefmiddelen (23), die naast de bladveren passeren, waarmee de spanstukken (21, 22), met inklemming van de bladveren (12, 13), naar de steun (19) toe kunnen worden aangetrokken.
  7. 7. Steuninrichting volgens een der konklusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de bladveren (12, 13) nabij hun uiteinden (16, 17) die nabij de sleep (3) zijn gesitueerd met elkaar zijn verbonden door middel van minstens een element (24) dat tussen de bladveren (12, 13) is geplaatst ; spanstukken (25, 26) ; en schroefmiddelen (27) die de spanstukken (25, 26) met inklemming van de bladveren (12, 13) tegen het voornoemde element (24) kunnen aanspannen. <Desc/Clms Page number 12>
  8. 8. Steuninrichting volgens een der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat zij regelmiddelen (33) bezit om de effektieve lengte van de bladveren (12, 13) te wijzigen.
  9. 9. Steuninrichting volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de regelmiddelen (33) hoofdzakelijk zijn samengesteld uit een tussen de bladveren geplaatste vaste steun (34) en volgens de lengte van de bladveren (12, 13) verstelbare spanmiddelen (35) die toelaten de bladveren op een gewenste hoogte aan de voornoemde steun (34) vast te klemmen.
  10. 10. Steuninrichting volgens konklusie 9, daardoor gekenmerkt dat de tussen de bladveren (12, 13) geplaatste steun (34) minder breed is dan de onderlinge afstand tussen deze bladveren (12, 13) en dat de spanmiddelen (35) hoofdzakelijk zijn samengesteld uit tussenstukken (36, 37) die verplaatsbaar zijn tussen de voornoemde steun (34) en de bladveren (12, 13), spanstukken (38, 39) die tegen de van elkaar weg gerichte zijden van de bladveren (12, 13) kunnen worden aangebracht en schroefmiddelen (40) waarmee de tussenstukken (36, 37) en de spanstukken (38, 39) op een gewenste plaats, en met inklemming van de bladveren (12, 13), rond de tussen de bladveren (12, 13) geplaatste steun (34) kunnen worden vastgeklemd. <Desc/Clms Page number 13>
  11. 11. Steuninrichting volgens een der konklusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat zij middelen bezit die in een demping voorzien, gevormd door een element (43) dat tussen de beide bladveren (12, 13) van elke steun (11) is bevestigd.
  12. 12. Steuninrichting volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde element (43) bestaat uit een blok kunststof die tussen de bladveren (12, 13) is gelijmd.
  13. 13. Steuninrichting volgens een der konklu sies, 1 to t 12, daardoor gekenmerkt dat de steunen (11) hoofdzakelijk vertikaal staan opgesteld.
  14. 14. Steuninrichting volgens een der konklusies 1 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de steunen (11) hoofdzakelijk horizontaal staan opgesteld.
BE8900778A 1989-07-17 1989-07-17 Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine. BE1004309A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8900778A BE1004309A3 (nl) 1989-07-17 1989-07-17 Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine.
EP90870095A EP0409811A1 (en) 1989-07-17 1990-06-21 Supporting mechanism for the back rest in a weaving machine
US07/552,895 US5025838A (en) 1989-07-17 1990-07-16 Supporting mechanism for the back rest in a weaving machine
JP18926590A JPH0390656A (ja) 1989-07-17 1990-07-17 織機のバック・レスト用支持機構

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8900778A BE1004309A3 (nl) 1989-07-17 1989-07-17 Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1004309A3 true BE1004309A3 (nl) 1992-10-27

Family

ID=3884251

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8900778A BE1004309A3 (nl) 1989-07-17 1989-07-17 Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US5025838A (nl)
EP (1) EP0409811A1 (nl)
BE (1) BE1004309A3 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1004624A3 (nl) * 1990-11-22 1992-12-22 Picanol Nv Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine.
BE1005707A3 (nl) * 1992-02-27 1993-12-21 Picanol Nv Inrichting voor het bevestigen van een onderdeel aan een freem bij een weefmachine.
EP1899515B1 (en) 2005-06-10 2016-01-20 Picanol Terry loom
DE102005028127A1 (de) * 2005-06-10 2006-12-14 Picanol N.V. Frottierwebmaschine
DE102006061376A1 (de) * 2006-12-23 2008-06-26 Lindauer Dornier Gmbh Streichbaum für eine Webmaschine
BE1019474A3 (nl) 2010-09-06 2012-07-03 Picanol Nv Sleep voor weefmachine.
DE102013219942A1 (de) * 2013-10-01 2015-04-02 Lindauer Dornier Gesellschaft Mit Beschränkter Haftung Verfahren und Vorrichtung zum Aufbringen von Kräften und Bewegungen auf Kettfäden einer Webmaschine
CN106854792B (zh) * 2016-12-23 2019-02-26 东华大学 基于立体织机织物组织对经纱张力进行补偿的装置及方法

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2119285A5 (nl) * 1970-12-24 1972-08-04 Fatex

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2240646A (en) * 1939-04-07 1941-05-06 Fred J Hagen Whip roll counterbalance
US2989298A (en) * 1955-10-03 1961-06-20 Ljungstrom Erik Gunnar Elastic suspension device
CS190998B1 (en) * 1977-09-07 1979-06-29 Otto Rotrekl Back rail mechanism for weaving looms
JPS5711248A (en) * 1980-06-20 1982-01-20 Toyoda Automatic Loom Works Apparatus for adjusting warp yarn tension in loom
CH655144A5 (de) * 1982-04-29 1986-03-27 Sulzer Ag Vorrichtung zur verstellung der spannung eines spannbaumes einer webmaschine.

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2119285A5 (nl) * 1970-12-24 1972-08-04 Fatex

Also Published As

Publication number Publication date
US5025838A (en) 1991-06-25
EP0409811A1 (en) 1991-01-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1004309A3 (nl) Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine.
DE2731046C3 (de) Vorrichtung zum Ausgleich der Kettspannung an einer Webmaschine
US3123558A (en) Tensioned sibbon screen
BE1004624A3 (nl) Steuninrichting voor de sleep bij een weefmachine.
DE3124847C2 (de) Einrichtung zum Spannen der Kettfadenscharen einer Webmaschine, insbesondere der Polkette einer Frottierwebmaschine
EP0627512A1 (fr) Dispositif amortisseur pour machine à tisser
DE102006048887B4 (de) Schwingungstilger mit veränderbarer Tilgereigenfrequenz
DE3108888C2 (de) Für den Fahrzeugtransport bestimmter Behälter, insbesondere aus Kunststoff, zur Aufnahme von Fahrzeugbatterien, Fahrzeugaggregaten oder sonstiger Güter
BE1004954A3 (nl) Inrichting voor het aandrijven van een randdradenmechanisme bij weefmachines.
DE20102998U1 (de) Scharniergelenk
US2563081A (en) Sieve carrier adjustably suspended from machine frame and actuated by a free-swing drive
DE650638C (de) Doppelschwingsieb mit durch AEnderung der Mittellage der Sieblenker verstellbarem Wurfwinkel
DE102004008984A1 (de) Siegelvorrichtung in einer Verpackungsmaschine
BE1005709A3 (nl) Inrichting voor het tegen elkaar bevestigen van twee weefmachinegedeelten en weefmachine die van deze inrichting gebruik maakt.
DE202013008780U1 (de) Spannwellensiebvorrichtung
EP1736579A2 (de) Webschaft
CH681783A5 (nl)
SE456227B (sv) Siktmaskin med en siktvevsyta som er paverkbar medelst anslagsorgan
DE735341C (de) Vorrichtung zur Erzeugung unharmonischer Schwingungen
CH650809A5 (en) Tensioning appliance of the negative type for frames of weaving looms
DE93628C (nl)
AT62654B (de) Vorrichtung zur Ausbalancierung von an Traghebeln hängenden Stickrahmen mittels federnder Widerstände.
DE835110C (de) Resonanz-Schwingsieb
DE822680C (de) Fadenbremse, insbesondere fuer Zettelgatter
BE1010263A3 (nl) Inrichting voor het spannen van een vlak kettingdraden.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19930731