BE1001914A3 - Werkwijze voor de vervaardiging van meerlaags-, meerdere dragers-bevattende bitumenplaten. - Google Patents

Werkwijze voor de vervaardiging van meerlaags-, meerdere dragers-bevattende bitumenplaten. Download PDF

Info

Publication number
BE1001914A3
BE1001914A3 BE8800547A BE8800547A BE1001914A3 BE 1001914 A3 BE1001914 A3 BE 1001914A3 BE 8800547 A BE8800547 A BE 8800547A BE 8800547 A BE8800547 A BE 8800547A BE 1001914 A3 BE1001914 A3 BE 1001914A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bitumen
rollers
water
layer
insulating layer
Prior art date
Application number
BE8800547A
Other languages
English (en)
Inventor
Jozsef Falaky
Janos Matus
Zoltan Poder
Ervin Vertesi
Gyula Molnar
Janos Molnar
Jozsef Horvath
Bela Racz
Original Assignee
Kemikal Epitoanyagipari Vall
Gyor Megyei Allami Epitoipari
Alkoto Ifjusag Egyesueles
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kemikal Epitoanyagipari Vall, Gyor Megyei Allami Epitoipari, Alkoto Ifjusag Egyesueles filed Critical Kemikal Epitoanyagipari Vall
Application granted granted Critical
Publication of BE1001914A3 publication Critical patent/BE1001914A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06NWALL, FLOOR, OR LIKE COVERING MATERIALS, e.g. LINOLEUM, OILCLOTH, ARTIFICIAL LEATHER, ROOFING FELT, CONSISTING OF A FIBROUS WEB COATED WITH A LAYER OF MACROMOLECULAR MATERIAL; FLEXIBLE SHEET MATERIAL NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06N5/00Roofing materials comprising a fibrous web coated with bitumen or another polymer, e.g. pitch
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D5/00Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form
    • E04D5/02Roof covering by making use of flexible material, e.g. supplied in roll form of materials impregnated with sealing substances, e.g. roofing felt

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Synthetic Leather, Interior Materials Or Flexible Sheet Materials (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor de vervaardiging van gebitumineerde meerlaags-platen. Het wezen van de uitvinding bestaat daarin, dat tenminste twee versterkende dragers met verschillende eigenschappen in de vorm van continue banen over elkaar worden gelegd en met het bitumen aan elkaar worden vastgemaakt, op dit samenstel een bekleding uit heet bitumen wordt opgebracht en de verkregen versterkte isoleerplaat wordt gekoeld, aansluitend aan één zijde ervan een strooimateriaal wordt opgestrooid en op de andere zijde bij voorkeur van een luchtkanalen voorziene waterdoorlatende viltlaag wordt opgeplakt en het gerede produkt wordt opgewikkeld.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor de vervaardiging van meerlaags-, meerdere dragers-bevattende bitumenplaten 
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van meerlaags-, meerdere dragers-bevattende bitumenplaten. 



   In de   bouwindustrie   worden bij het bedekken van platte daken ter vereenvoudiging van het werken ter plaatse zware platen uit bitumen geprefabriceerd respectievelijk in de dubbele-laag-werkwijze op platte daken gelegd. Dergelijke werkwijzen zijn bijvoorbeeld beschreven in het US octrooischrift 4151025 en in DAS nr. 1658778. 



   Voor het maken van dakbedekkingen zijn behalve bitumen ook andere materialen gebruikelijk, bijvoorbeeld de eenlaags-kunstfolie of de rubberfolie. Deze worden overigens niet alleen voor dakbedekkingen, maar in het algemeen voor het isoleren van gebouwen, als beschermingen tegen grondwater of als waterdichte laag in waterbekkens en wateraccumulatoren gebruikt. 



   Met deze technologiën van de kunststof-en de rubberindustrie kunnen echter in het algemeen slechts uit een laag bestaande banen, platen of foliën worden vervaardigd, welke zo breed zijn als de walsen van de gebruikte kalander. De toepassing van de produkten in de praktijk behelst   tweeer-   lei moeilijkheden : enerzijds is de geschikte afvoer van vocht moeilijk oplosbaar, anderzijds hebben eenlaags-foliën het nadeel, dat in het geval van beschadigde plaatsen de gehele dakisolering moet worden verwisseld. De reparatie van vlakke daken. is ook anderszins problematisch, terwijl de kostenfactor en houdbaarheid van dergelijke reparaties niet bevredigend zijn, en hun controle moeilijk is. 



   De onderhavige uitvinding beoogt vooral het wegnemen van deze gebreken en weliswaar door middel van een dakisoleringsconstructie, die een "zachte" bedekking (in tegenstelling tot dakpannen) vormt, doch gelijktijdig wezenlijk minder vatbaar is voor beschadiging en geprefabriceerd kan worden, waardoor ter plaatse slechts een minimum aan gekwalificeerde 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 arbeid vereist is. 



   De werkwijze volgens de uitvinding streeft een verbetering na van de eigenschappen van gebitumineerde isoleerplaten, en wel daardoor, dat de gebitumineerde isoleerconstructie weliswaar een zachte bekleding oplevert, welke echter ook lastdragende functies kan vervullen en bovendien over een waterdamp-doorlatende laag beschikt. 



   Onderwerp van de uitvinding is derhalve een werkwijze voor de vervaardiging van van een strooimateriaal voorziene meerlaags-bitumenplaten. Kenmerkend voor de uitvinding is, dat op rollen gewikkelde dragerlagen uit vlies respectievelijk polyester-netweefsel tussen leiwalsen tegen elkaar worden gebracht en in een op   120-140oC   verhitte bitumen-houdende kuip worden gevoerd en daar aan elkaar worden vastgemaakt, op deze samengestelde drager door middel van opbrengwalsen een isoleerlaag wordt opgebracht en de dikte van de bitumenbekleding wordt geregeld, vervolgens de beklede drager in een waterbehandelingsruimte op een voor het opeenplakken geschikte, een weinig boven het verwekingspunt van het bitumen liggende temperatuur wordt ingesteld, zijn bovenste laag met een strooimateriaal wordt behandeld en op zijn onderste,

   gebitumineerde zijde een van luchtkanalen voorziene, waterdamp-doorlatende viltlaag uit kunststof of een ander geschikt materiaal wordt opgeplakt en het bitumen door de op koelwalsen plaatsvindende   afkoeling tot ander 0 C   in vaste toestand wordt gebracht. Op deze wijze kan een lastdragende plaat worden vervaardigd, die een zich aan de ondergrond aanpassende bedekking, een zachte bedekking oplevert, doch gelijktijdig belastbaar is en tegen water isoleert. De waterdamp-doorlatendheid is door een poreuze laag gewaarborgd. 



   Eén van de dragerlagen, bijvoorbeeld de onderste, is een vlies uit ongeordend liggende kunststof-of glasvezels, de andere een polyesternet dat voorzien kan zijn van een oppervlaktebehandeling. Het polyesternet is geweven, of zijn draden zijn op andere wijze met elkaar verknoopt. 



   Ten behoeve van het bestrooien van de met bitumen doordrenkte en beklede laag kunnen als strooimateriaal zand 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 met een korrelgrootte van 0, 2-0, 6 mm, maar ook talk, gemalen gesteente of leimeel worden gebruikt. 



   De poreuze laag, die op de met bitumen aan elkaar bevestigde en van een isoleerbekleding voorziene drager wordt geplakt, bestaat uit een vilt, doelmatiger wijze een kunststofvilt, dat tegen verrotting bestand is. 



   Het bitumineren vindt plaats bij een temperatuur van   145-155OC,   het opeenplakken in de nog zachte toestand van de met water behandelde bitumenbekleding, terwijl op deze wijze de poreuze laag zonder hulpstoffen in de bitumenbekleding kan worden ingebed. 



   De waterisolerende eigenschappen van de volgens de uitvinding vervaardigde gebitumineerde plaat zijn door de met bitumen behandelde dubbele drager gewaarborgd, welke elastisch maar vast is. onder bitumen worden hier alle bitumensoorten begrepen, bijvoorbeeld ook gemodificeerd bitumen, welk : toevoegsels van kunststof of kunstrubber bevat. 



   Als poreuze viltlaag kan elke materiaallaag met losse structuur worden gebruikt, welke doorlatend is voor waterdamp, niet verrot en tegen   gistingsbacterien   bestand is. 



  De dikte van deze laag bedraagt in samengedrukte toestand bij voorkeur tenminste 2 mm, waarbij de luchtkanalen een dwarsdoorsnede hebben van tenminste 1x2 mm, op geschikte wijze 5x10 mm. Materialen van deze soort zijn bijvoorbeeld vilten die een naaldbewerking hebben ondergaan. 



   Deze poreuze laag maakt in de ruimte onder de iso-   leerlaag-wanneer   deze op het dak ligt-een vereffening van de dampdruk mogelijk en vormt tegelijkertijd tussen de isoleerlaag en het dakvlak een geschikte afstandslaag, hetgeen ertoe leidt, dat de isoleerlaag spanningsvrij wordt. 



   De vervaardiging van de plaat volgens de uitvinding wordt hierna aan de hand van de bijgesloten tekening nader toegelicht. 



   De voor de werkwijze geschikte inrichting bestaat uit de voorraad- en afwikkeleenheden 1,2, 19 voor de rollen van de dragerstoffen, uit walsen 3,4, 16, 20 welke de conti- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 nue geleiding van de banen waarborgen, de voor het drenken van de dragermaterialen en voor de vorming van de isoleerbekleding dienende inrichtingen 5,6, 7,8, 9, de de koeling vormende apparaten en inrichtingen 11,12, 13,24, 25,26, 27, 28, de voor het vereffenen dienende walsen 21,22, 23, de opslag 29, en voorts uit een opwikkelconstructie   en   eventueel verdere eenheden. Voor het opbrengen van het strooimateriaal op de ene zijde van de gebitumineerde drager dienen de apparaten 14,15, terwijl voor het opplakken van de poreuze viltlaag op de andere zijde van de gebitumineerde drager de inrichtingen 17, 18, 19 dienen. 



   De inrichtingen welke de versterkende dragerlagen op elkaar leggen en deze dubbele laag transporteren zijn in zijdelingse richting verstelbare, vrijlopende en in de hoogte ten opzichte van elkaar verplaatst opgestelde voorraaden afwikkeleenheden 1,2 alsmede walsen 3, 4 welke de reeds op elkaar liggende lagen geleiden. 



   Voor het strooien van het strooimateriaal dienen een vat 14 en een zieh aan de bodem daarvan bevindende, draaibare strooiwals 15. 



   In de waterbehandelingsruimte 11, welke aansluit op de doordrenking van de lagen respectievelijk het opbrengen van de isoleerlaag, bevinden zieh bevochtigende leiwalsen 12,13 die uit hout, op geschikte wijze uit gladgemaakt hout   bestaan  
Het continue trekken van de baan vindt plaats door de op elkaar afgestemde aandrijving van de impregneer-en opbrengwalsen 6,8, 9, de opplakwalsen 17,18 en de walsen 24,25, 26,27 en 28 van de koelsectie. 



   De werkwijze wordt thans aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht. 



   De eerste bedrijfstrap bestaat daarin, om de lagen van de versterkende dragerstructuur, dat wil zeggen het glasvezelvlies en het polyesternet op elkaar te leggen. Dit geschiedt door middel van de rol 1 voor het polyesternet, de rol 2 voor het glasvezelvlies en de leiwals 3. De rollen 1 en 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 2 zijn vrij draaibaar op een afwikkeldoorn gemonteerd, welke in een op een bok gelegde rolkern is bevestigd. De rollen zijn in zijdelingse richting verstelbaar, opdat het kantenverloop geregeld respectievelijk gehandhaafd kan worden. 



  De rollen 1 en 2 zijn in de hoogte ten opzichte van elkaar verplaatst opgesteld, opdat het van de bovenste rol afgewikkelde materiaal op de van de onderste rol afgewikkelde baan kan worden aangevoerd. De precieze bedekking wordt bereikt, doordat men aan de kanten een weinig in de dwarsrichting trekt. 



   Als polyesternet wordt doelmatigerwijze een materiaal gebruikt, waarvan de maaswijdte 4x4 mm of 6x6 mm bedraagt, waarvan het oppervlaktegewicht niet beneden 40    g/m2   ligt en dat in de lengterichting een treksterkte van tenminste 120, in de dwarsrichting tenminste 100 bezit. De rek bij scheuren dient 15 % te bedragen. 



   De uit de op elkaar gelegde dragers bestaande baan komt met behulp van leiwals 4 in de bitumenkuip 6 terecht. 



  Deze wordt uiteen niet-weergegeven, zieh boven de kuip 6 bevindende houder via de verhitte bitumenleiding 5 continu met bitumen bekleed. De temperatuur van het bitumen in de kuip 6 bedraagt   120-140oC.   Het opbrengen van het.. bitumen vindt plaats door middel van een bekledingswals 7, welke zieh in de kuip 6 bevindt, en het verhitte walsenpaar 8 en   9 ;   de spleet tussen de beide laatstgenoemde walsen is verstelbaar, hetgeen voor de instelling van de dikte van de bekleding dient. Dit walsenpaar is een aangedreven. walsenpaar en daarmee een van de elementen die de baan continue verder bewegen. 



   Als bitumen wordt op geschikte wijze een bitumen met de volgende minimale kwaliteitsparameters gebruikt : verwekingspunt tenminste   85 C,   breekpunt volgens Fraas maximaal   0 C,   penetratie maximaal   30,   vulstofgehalte ten hoogste 25 %. 



   De van een bitumenbekleding van een geschikte dikte voorziene dragerbaan arriveert in de waterbehandelingsruimte 11, waarin zieh de bevochtigende leiwalsen 12, 13 bevinden 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 die op geschikte wijze uit gladgemaakt hout zijn vervaardigd. 



  Voor de behandeling met water is het voordelig om het bovenste   bekledingsvlak   met het verhitte strijkmes 10 te effenen. 



  Het op het hete bitumenoppervlak terechtkomende water verdampt, waarbij het bovenste gedeelte van de laag afkoelt en geschikt is voor het opplakken. 



   Het met water behandelde en geëffende halfgerede produkt passeert in een strooi- en opplakeenheid, waarin het naar boven gekeerde bitumenoppervlak met strooimateriaal wordt bestrooid en op het naar onder gekeerde bitumenoppervlak de viltlaag wordt opgeplakt. 



   Het strooimateriaal is bij voorkeur gewassen, geklassificeerd zand met een korrelgrootte van circa 0, 2-0, 6 mm. 



  Dit wordt uit het vat 14 van het strooimateriaal door middel van de strooi- en doseerwals 15 op de beklede drager gestrooid. 



   De opplakinrichting bestaat uit het afwikkelapparaat 19 en de aangedreven opplakwalsen 17 en 18. Ook deze beide walsen nemen deel aan het continue transport van de baan. 



  Voor het in-. respectievelijk uitvoeren van de banen dienen 
 EMI6.1 
 de leiwalsen 16 en 20. In het afwikkelapparaat 19 is de bal van het opplakmateriaal vrij draaibaar, doch is doorn van het afwikkelapparaat voor het op elkaar afstemmen van de dragerbaan en de baan van het opplakmateriaal verstelbaar. 



   Het opplakmateriaal is een van luchtkanalen voorziene poreuze laag, bijvoorbeeld geregen vilt of in het bijzonder uit kunstvezels genaaide vilt. Het materiaal is met voordeel polyester   (PE),   polyacrylonitril (PAN) of een andere kunststof, uit vezels waarvan door kaarden, een naaldbewerking en thermofixeren het vilt wordt vervaardigd. Deze niet-geweefde textielmaterialen, vliezen hebben bij. voorbeeld de volgende parameters : gemiddelde treksterkte (W/5cm) in de lengterichting 800 in de dwarsrichting 500 rek bij scheuring (%) in de lengterichting 80-100 in de dwarsrichting 50-70. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



   Het opplakken wordt uitgevoerd wanneer de onderzijde van de gebitumineerde drager nog zacht is, terwijl op deze wijze de vezels van het vilt in de bitumenbekleding worden ingebet en het totale oppervlak wordt vastgemaakt. Deze fixering wordt door middel van de wals 18 verkregen. 



   De opgeplakte, gebitumineerde baan komt uit de opplakinrichting terecht., in een gebruikelijke vereffeningssectie die voorzien is van de walsen 21,22, 23. Na de vereffeningssectie volgt een koelsectie, die uit de koelwalsen 24,25, 26,27, 28 bestaat. Op dit koelregister wordt de plaat tot onder   40 C   afgekoeld, waardoorhet bitumen vast wordt. Van hieruit komt het produkt in een eveneens gebruikelijke tussenopslag 29 terecht en vervolgens in de richting 30 ten behoeve van het opwikkelen. Wanneer een rol vol is en de rolkern gewisseld moet worden, wordt het intussen verder continu aankomende produkt in de tussenopslag 29 gevoerd. 



  Tot de niet-weergegeven opwikkelmachine behoren een electrische maatteller, een dwarssnijmachine en een schuifvlak. 



  De beide laatste worden door de electrische maatteller automatisch uitgeschakeld, waarbij het schuifvlak ook geschikt is om de volle rol bij het afnemen naar onder te laten glijden. 



   De rollen van het gerede materiaal blijven overigens ten   gevolge van   hun versterkende drager ook vanzelf staan, wanneer men ze loodrecht opstelt. 



   Van de voor de verschillende bedrijfstrappen dienende secties van de inrichting zijn de strooi- en opplakeenheid alsmede de koelsectie rechtstreeks aangedreven. Op grond van mechanische redenen eventueel optredende kleine verschillen in omtreksnelheid   (t   10 %) van de opplakwalsen 17 en 18 en van de walsen   24 - 28   van het koelregister kunnen door de walsen 21,22, 23 van de vereffeningssectie worden opgenomen en vereffend. De wals 22 is vanwege zijn massa geschikt om   verschillen   te vereffenen, de walsen 21 en 23 zijn vrijlopend. De vereffening kan door een sensor 31 respectievelijk diens signaal nog worden verbeterd.

   De overige eenheden zijn op elkaar   afgestemd   aangedreven, bij- 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 voorbeeld met een voor dergelijke doeleinden bekende aandrijving   (Ward-Leonhard-Systeem).   



   De inrichting kan nog gecompleteerd worden door verschillende verdere hulpinrichtingen. Bijvoorbeeld kan de koelwerking van de walsen 24, 25,26, 27,28 van het koelregister door luchtstroming, bijvoorbeeld door doorgezogen lucht, worden verbeterd. Ook kunnen verdere koelwalsen worden ingezet. Verdere hulpinrichtingen kunnen bijvoorbeeld een diktemeter ter controle van de bekledingsdikte zijn, met het uitgangssignaal waarvan de spleet tussen de bekledingswalsen 8 en 9 kan worden gestuurd. Ook kan een temperatuurregeling in de inrichting worden ingebouwd.

Claims (4)

  1. C 0 N C L U SIE S 1. Werkwijze voor de vervaardiging van van een strooimateriaal voorziene, meerlaags-bitumenplaten, m e t h e t k e n m e r k, dat op rollen (1,2) gewikkelde dragerlagen uit vlies respectievelijk polyesternetweefsel door middel van leiwalsen (3,4) tegen elkaar worden gebracht en in een op 120-140oC verhitte bitumen-houdende kuip (6) worden gevoerd en daar aan elkaar worden vastgemaakt, op deze samengestelde drager door middel van opbrengwalsen (7, 8,9) een isoleerlaag wordt opgebracht en de dikte van de bitumenbekleding wordt geregeld, vervolgens de beklede drager in een waterbehandelingsruimte (11) op een voor het opeenplakken geschikte, een weinig boven het verwekingspunt van hetbitumen liggende temperatuur wordt ingesteld,
    zijn naar boven gekeerde oppervlak met een strooimateriaal wordt behandeld en op zijn naar onder gekeerde zijde een van luchtkanalen voorziene, waterdamp-doorlatende viltlaag wordt opgeplakt en door een op koelwalsen (24,25, 26, 27,28) plaatsvindende afkoeling beneden 40"C het bitumen in vaste toestand wordt gebracht.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat de beide dragerlagen bij 115-145OC aan elkaar worden bevestigd en de isoleerlaag bij 105-135 c wordt opgebracht.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie , met het k e n m e r k, dat de isoleerlaag door deze in contact te brengen met water tot een boven het verwekingspunt liggende temperatuur, op geschikte wijze tot circa 100oC, wordt gekoeld.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het k e n m e r k, dat de waterdampdoorlatende laag bestaat uit een aan een naaldbewerking onderworpen kunststofvilt dat luchtkanalen van 1x2 mmg, op geschikte wijze van 5x10 mm in dwarsdoorsnede heeft.
BE8800547A 1987-05-20 1988-05-18 Werkwijze voor de vervaardiging van meerlaags-, meerdere dragers-bevattende bitumenplaten. BE1001914A3 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
HU225087A HU200128B (en) 1987-05-20 1987-05-20 Method for producing laminated bitumenized plate

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1001914A3 true BE1001914A3 (nl) 1990-04-10

Family

ID=10958505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8800547A BE1001914A3 (nl) 1987-05-20 1988-05-18 Werkwijze voor de vervaardiging van meerlaags-, meerdere dragers-bevattende bitumenplaten.

Country Status (6)

Country Link
BE (1) BE1001914A3 (nl)
DD (1) DD270095A5 (nl)
DE (1) DE3817311A1 (nl)
HU (1) HU200128B (nl)
LU (1) LU87218A1 (nl)
NL (1) NL8801257A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8902747U1 (de) * 1989-03-07 1989-04-27 Clausing, Rüdiger, Dipl.-Ing., 69151 Neckargemünd Bituminöser Haftvermittler zum Verlegen von Fliesen oder zum Auftragen von Putz
DE4202171A1 (de) * 1992-01-27 1993-07-29 Hirz Karl Heinz Anordnung zum herstellen von dachpappe und deren erzeugnis
US5195290A (en) * 1992-06-03 1993-03-23 American Heartland Roofing Products, Inc. Laminar roofing product
WO1996036778A1 (de) * 1995-05-15 1996-11-21 Paul Bauder Gmbh & Co. Diffusionsoffene schalungs- und unterspannbahn
ATE269213T1 (de) * 1998-01-30 2004-07-15 Cww Gerko Akustik Gmbh Schalldämpfende sandwichplatte
DE10342720A1 (de) * 2003-09-16 2005-04-28 Henkel Kgaa Sperrbahn mit geringer Oberflächenklebrigkeit
CN110280438A (zh) * 2019-07-03 2019-09-27 广东天骄建材有限公司 一种沥青卷材生产过程中的预浸装置
CN111041853A (zh) * 2019-12-26 2020-04-21 科顺防水科技股份有限公司 一种浸涂沥青的工艺及系统

Citations (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB138892A (en) * 1917-12-28 1920-10-21 Flintkote Co Improvements in the manufacture of prepared roofing elements
FR1492111A (fr) * 1966-05-02 1967-08-18 Procédé de fabrication de produits de revêtement et de recouvrement ainsi que lesproduits obtenus
DE2161053A1 (de) * 1971-12-09 1973-06-14 Boerner Georg Chem Werk Verfahren zur herstellung von dachbahnen
GB1335312A (en) * 1972-02-28 1973-10-24 Low Bonar Textiles Ltd Roofing felts
US3813280A (en) * 1971-09-09 1974-05-28 Johns Manville Bituminous roofing products and process
US4055453A (en) * 1972-02-19 1977-10-25 Tajima Roofing Co., Ltd. Process for producing laminated bituminous roofing membrane
US4144370A (en) * 1975-12-29 1979-03-13 Johnson & Johnson Textile fabric and method of manufacturing the same
GB2032988A (en) * 1978-10-20 1980-05-14 Icopal Baustoffe Gmbh Roof-covering sheet
US4368228A (en) * 1980-04-23 1983-01-11 Derbigum America Corporation Bitumen, atactic polypropylene & propylene/ethylene copolymer compositions and waterproofing membranes using the same
DE8228354U1 (de) * 1983-01-20 Paul Bauder GmbH & Co, 7000 Stuttgart Butuminöse Abdichtungsbahn für Hoch- und Tiefbau
FR2517253A1 (fr) * 1981-11-27 1983-06-03 Siplast Sa Materiau d'etancheite pour usage en milieu mecaniquement tres agressif
EP0185169A2 (en) * 1984-12-20 1986-06-25 Bay Mills Limited Reinforcing composite for roofing membranes and process for making such composites
DE8623017U1 (de) * 1986-08-28 1986-10-09 Hoechst Ag, 6230 Frankfurt Bitumenbahn mit Abdeckschicht
DE3536614A1 (de) * 1985-10-15 1987-04-16 Esb Schweissbetrieb Burbach & Verfahren und vorrichtung zur herstellung von schweissbahnen

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1658778C3 (de) * 1966-03-07 1980-04-10 Geissler U. Pehr Gmbh, Fuernitz (Oesterreich) Bituminöse Feuchtigkeitsisolierung, insbesondere für befahrbare Flächen
US4151025A (en) * 1977-06-06 1979-04-24 Triram Corporation Method for waterproofing bridge decks and the like
FR2562472B1 (fr) * 1984-04-06 1986-06-06 Chomarat & Cie Materiau a base d'une nappe textile comportant un non-tisse en polyester qui sert de support a des fibres de verre implantees par aiguilletage, utilisable comme armature de renforcement de revetement d'etancheite bitumineux
CA1264014A (en) * 1985-06-13 1989-12-27 Ian G. Cooper Reinforcing composite for roofing membranes and process for making such composites

Patent Citations (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8228354U1 (de) * 1983-01-20 Paul Bauder GmbH & Co, 7000 Stuttgart Butuminöse Abdichtungsbahn für Hoch- und Tiefbau
GB138892A (en) * 1917-12-28 1920-10-21 Flintkote Co Improvements in the manufacture of prepared roofing elements
FR1492111A (fr) * 1966-05-02 1967-08-18 Procédé de fabrication de produits de revêtement et de recouvrement ainsi que lesproduits obtenus
US3813280A (en) * 1971-09-09 1974-05-28 Johns Manville Bituminous roofing products and process
DE2161053A1 (de) * 1971-12-09 1973-06-14 Boerner Georg Chem Werk Verfahren zur herstellung von dachbahnen
US4055453A (en) * 1972-02-19 1977-10-25 Tajima Roofing Co., Ltd. Process for producing laminated bituminous roofing membrane
GB1335312A (en) * 1972-02-28 1973-10-24 Low Bonar Textiles Ltd Roofing felts
US4144370A (en) * 1975-12-29 1979-03-13 Johnson & Johnson Textile fabric and method of manufacturing the same
GB2032988A (en) * 1978-10-20 1980-05-14 Icopal Baustoffe Gmbh Roof-covering sheet
US4368228A (en) * 1980-04-23 1983-01-11 Derbigum America Corporation Bitumen, atactic polypropylene & propylene/ethylene copolymer compositions and waterproofing membranes using the same
FR2517253A1 (fr) * 1981-11-27 1983-06-03 Siplast Sa Materiau d'etancheite pour usage en milieu mecaniquement tres agressif
EP0185169A2 (en) * 1984-12-20 1986-06-25 Bay Mills Limited Reinforcing composite for roofing membranes and process for making such composites
DE3536614A1 (de) * 1985-10-15 1987-04-16 Esb Schweissbetrieb Burbach & Verfahren und vorrichtung zur herstellung von schweissbahnen
DE8623017U1 (de) * 1986-08-28 1986-10-09 Hoechst Ag, 6230 Frankfurt Bitumenbahn mit Abdeckschicht

Also Published As

Publication number Publication date
HU200128B (en) 1990-04-28
NL8801257A (nl) 1988-12-16
DE3817311A1 (de) 1988-12-08
DD270095A5 (de) 1989-07-19
LU87218A1 (de) 1988-12-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5052162A (en) Roofing shingle
BE1001914A3 (nl) Werkwijze voor de vervaardiging van meerlaags-, meerdere dragers-bevattende bitumenplaten.
FI59638B (fi) Anvaendning av plastfolie som baerande skikt i ett bitumenoeverdragsmaterial foer tak
US11767674B2 (en) Synthetic fabric having slip resistant properties and method of making same
US7776391B2 (en) Variable thickness shingles
US2927623A (en) Composite sheet fabricating apparatus and methods
US11466448B2 (en) Method and apparatus for making a water drainage-promoting wrap
DK141244B (da) Fremgangsmåde til fremstilling af elastiske produkter til anvendelse i forening med bøjelige eller stive gulv- eller murbelægninger.
US4081579A (en) Pile composite fabric with foamed adhesive
CN102529174A (zh) 全自动高速蜂窝板生产设备
US3627621A (en) Cross thread reinforced nonwoven material
US3402095A (en) Rollable multi-ply roofing material
US2993523A (en) Process and apparatus for continuous production of flat laminates
AU705139B2 (en) Method and system for manufacturing a dryformed fibrous web
EP1141499B1 (de) Diffusionsoffene unterspannbahn
US3008861A (en) Surfacing unit and method and apparatus ratus for processing same
US3060995A (en) Apparatus for continuously manufacturing plastic laminated textile films
RU2002914C1 (ru) Способ изготовлени трехслойного битумного кровельного материала
US4396454A (en) Apparatus for simultaneously joining and laminating lengths of material
US11859322B1 (en) Systems and methods for making multi-layer meltblown mats
KR100308162B1 (ko) 초배지 제조장치
CN107310007A (zh) 一种木纤维强化地板及其生产工艺
CN210216014U (zh) 一种用于复合加工吸水纸的生产线
US1365711A (en) Fibrous sheet and process for making same
SU937576A1 (ru) Способ изготовлени рулонного кровельного материала

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: GYOR-MEGYEI ALLAMI EPITOPARI VALLALAT

Effective date: 19900531

Owner name: ALKOTO IFJUSAG EGYESULES

Effective date: 19900531

Owner name: KEMIKAL EPITOANYAGIPARI VALLALAT

Effective date: 19900531