NL9500571A - Toiletzitting en toilet voorzien hiervan. - Google Patents

Description

Toiletzitting en toilet voorzien hiervan.

De uitvinding heeft betrekking op een toiletzitting, omvattende een zittinggedeelte, een dekselgedeelte, een van een scharnierpunt voorzien montagegedeelte, waarbij aan het scharnierpunt tenminste één der andere gedeelten scharnier-baar zijn bevestigd, alsmede een bewegingssysteem.

De Nederlandse octrooiaanvrage nr. 9002115 beschrijft een toiletzitting waarbij na gebruik van het toilet, met behulp van gewichten achter de scharnierlijn als bewegingssysteem, de toiletzitting in vertikale positie wordt gebracht .

Het nadeel van deze constructie is, dat er een ongewenste vergroting van de zitting benodigd is voor het aanbrengen van de gewichten als tegenwichtsectie. Tevens is het nadelig dat de toiletzitting een versnelde beweging verkrijgt, die aan het eind van zijn slag door middel van aanslagnokken dient te worden afgeremd om constructieve schade te voorkomen. Bovendien voorziet deze bekende constructie niet in een oplossing voor een toiletzitting met deksel, om het toilet na gebruik te kunnen afsluiten, hetgeen uit hygiënisch oogpunt wenselijk is.

Een andere toiletzitting, van het in de aanhef beschreven type, is beschreven in de internationale octrooiaanvrage nr. WO 93/06765. Hierin is een toiletzitting beschreven die kan opveren en die is voorzien van een scharnierend gedeelte met een ingebouwde vergrendeling. Door middel van de vergrendeling kan de zitting boven de toiletpot in een bijna neerwaartse tussenpositie worden geplaatst. Na een zekere periode wordt de zitting door middel van een veerspanning uit de tussenpositie ontgrendeld en komt de zitting omhoog in de vertikale positie. Deze vinding bevat een aantal belangrijke nadelen.

Ten eerste wordt het zittinggedeelte in een vertikale positie gebracht door middel van torsieveren. De veerkarakte-ristiek van een torsieveer laat zien, dat gedurende de hoek- verdraaiing van de veer, de torsiekracht groter wordt.

Nadeel van deze veerkarakteristiek is, dat het zittingge-deelte met een toenemende snelheid omhoog gaat, waardoor maatregelen ter voorkoming van een ongewenste hoge stoot-belasting noodzakelijk zijn. Ten tweede is het grote aantal onderdelen en de gecompliceerde montage van de onderdelen als minder bedrijfszeker en kostenverhogend aan te merken en zijn deze onderdelen bij slijtage of breuk moeilijk vervangbaar. Ten derde is het verwijderen van de toiletzitting van de toiletpot weliswaar betrekkelijk gemakkelijk, maar is het demonteren van de afzonderlijke onderdelen ten behoeve van reiniging niet eenvoudig.

Tenslotte wordt het als een bezwaar van deze constructie ervaren dat het gebruik van de genoemde tussenpositie een extra handeling vergt.

De uitvinding beoogt een constructie te verschaffen welke alle genoemde bezwaren van de bekende constructies ondervangt. De uitvinding beoogt daartoe een gelijkmatige opvering van de toiletzitting van de horizontale positie naar de vertikale positie. Daartoe voorziet de uitvinding erin, dat de zitting wordt omhooggebracht door tenminste één, en bij voorkeur twee gasdrukveren, die ieder aan één uiteinde aangrijpen op het montagegedeelte van de toiletpot en aan het andere uiteinde op de toiletzitting.

Het zittinggedeelte kan bij gebruik in de vertikale stand niet worden bevuild. De nieuwe toiletzitting is algemeen toepasbaar op toiletpotten en kan tevens geschikt worden gemaakt voor toepassing op toiletpotten met afwijkende vormen.

Door het gebruik van twee gasdrukveren wordt de tolerantie van de uitschuifkracht gehalveerd en verbetert de bedrijfszekerheid. Gasveren hebben een lange levensduur en zijn in de handel algemeen verkrijgbaar. Gasveren van onder andere de merken Stabilus, Holland Gasspring en Winco zijn toepasbaar.

De gewenste veerkarakteristiek van de gasdrukveer zorgt er- voor, dat gedurende de slag van de zuigerstang van de gas-veer de veerkracht nagenoeg niet toeneemt en de uitschuif-snelheid in hoofdzaak constant is. Aan het einde van in- of uitgaande slag is voor een begin- of einddemping gekozen, waardoor de stootbelastingen op het dekselgedeelte, het zittinggedeelte, het montagegedeelte, de toiletpot en de achterliggende spoeleenheid/achterwand tot een minimum worden beperkt. De lage snelheid zorgt ervoor dat een tussenstand en/of een vertragingsmechanisme overbodig zijn. De gebruiker ondervindt geen hinder bij gebruik van de toilet-zitting en hoeft geen extra handeling te verrichten om de zitting in vertikale positie te brengen.

De gasveren zijn op zowel het montagegedeelte als op het zittinggedeelte in komvormige uitsparingen ingeklemd, waardoor de onderdelen eenvoudig zijn te monteren.

Na gebruik van het toilet zullen de gasveren het zittinggedeelte in de vertikale positie brengen. Om de toiletpot af te sluiten zullen, na een korte geleiding door de gebruiker, de gasveren het deksel -en zittinggedeelte begeleiden in een neerwaartse gang richting de horizontale positie, waarbij de snelheid in hoofdzaak constant is en er een einddemping plaatsvindt. Hierdoor zal de stootbelasting op de toiletpot en bijbehorend hinderlijk geluid tot een minimum beperkt zijn. De som der gewichten van het deksel- en zittinggedeelte oefent een kracht uit die groter is dan de tegengestelde kracht van de gasveren, waardoor het deksel- en zittinggedeelte in de horizontale positie blijft.

Het dekselgedeelte, het zittinggedeelte, het montagegedeelte en de gasveren kunnen handmatig en eenvoudig van het de toiletpot worden verwijderd. Het is nu mogelijk om de onderdelen van de toiletzitting en de toiletpot te reinigen.

De uitvinding heeft ook betrekking op een toilet voorzien van de toiletzitting volgens de uitvinding.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de bij gevoegde tekeningen. De figuren laten een mogelijke uitvoeringsvorm van de hiervoor beschreven uitvinding zien.

fig. 1: Perspectivisch aanzicht van de toiletzitting, volgens de uitvinding.

fig. 2: Doorsnede van een deel van deze toiletzitting op een toiletpot, volgens II-II in fig. 1.

fig. 3: Detail aangrijppunt gasveer op montagegedeelte, op vergrote schaal.

fig. 4: Zijaanzicht van deze toiletzitting in gebruiks-toestand.

fig. 5: Zijaanzicht van de toiletzitting in de vertika-le positie, volgens de uitvinding.

fig. 6: Zijaanzicht van de toiletzitting in de horizontale positie, volgens de uitvinding.

In fig. 1 is het zittinggedeelte aangegeven met verwij-zingscijfer 20, het dekselgedeelte met 21; elk van de monta-gegedeelten met 22* resp. 22b en de gasveren met 10* resp.

10b. In ieder van de montagegedeelten zijn drie sleuven la (resp. lb) opgenomen. Een montagebout 2* (resp. 2b) wordt, afhankelijk van de positie van de gaten in de toiletpot, in één van deze drie sleuven geplaatst, zodat het montagegedeelte, op een op zichzelf bekende wijze, op de toiletpot 23 (zie fig. 2) kan worden gemonteerd.

Het zittingsgedeelte 20 is voorzien van nokken 4* en 4b, het dekselgedeelte 21 van nokken 5* en 5b, en de montagedeelten 22 van nokken 6* en 6b. Een scharnierpen 7* (resp. 7b) verbindt de nokken 4, 5 en 6, waardoor het zittinggedeelte en het dekselgedeelte kunnen scharnieren om de scharnierpen.

Een borgring 3* (resp. 3b) borgt de scharnierpen.

Op fig. 2 en 3 is te zien dat elke gasveer 10 bestaat uit een cilinder 11 en een zuigerstang 12.

Het bolvormige uiteinde van de cilinder is ingelaten in de holvormige sparing 15 in het zittinggedeelte 20. Het bolvormige uiteinde en de holvormige sparing vormen een scharnierpunt .

De zuigerstang 12 heeft een kogelvormig uiteinde 13. Het kogelvormig uiteinde is ingeklemd in een komvormige uitsparing 14 op het montagegedeelte 22. Ook het kogelvormig uiteinde en de komvormige uitsparing vormen een scharnierpunt. Tijdens het uitschuiven van de zuigerstang 12 uit de cilinder 11 vindt er een hoekverdraaiïng van het zittingge-deelte plaats ten opzichte van de horizontale stand. Na het volledig uitschuiven van de zuigerstang is de hoekverdraai-ing van het zittinggedeelte ten opzichte van de horizontaal circa 90 graden.

De verlenging 16 aan de onderzijde van het dekselgedeelte 21 zorgt ervoor dat deksel- en zittinggedeelte in de vertikale positie blijven.

De gasveren zijn van een type waarbij de veerkarakteristiek zodanig is, dat de in- en uitschuifsnelheid tijdens de slag van de beide gasveren in hoofdzaak constant is en waarbij de slagbeweging van beide gasveren aan het begin en/of einde van de slag wordt gedempt.

Fig. 4 laat de positie van zitting- en dekselgedeelte zien in de gebruikstoestand. De kracht F symboliseert het gewicht van de gebruiker.

Fig. 5 laat de vertikale positie van de toiletzitting zien. De pijl laat de hoekverdraaiïng van het zittinggedeelte zien, nadat de gebruiker van het toilet is opgestaan.

Fig. 6 laat de horizontale positie van de toiletzit-tingting zien. De pijl laat de hoekverdraaiïng van deksel-en zittinggedeelte zien, na een korte geleiding van de gebruiker.

Claims (9)

1. Toiletzitting, omvattende een zittinggedeelte, een dekselgedeelte, een van een scharnierpunt voorzien montage-gedeelte, waarbij aan het scharnierpunt tenminste één der andere gedeelten scharnierbaar zijn bevestigd, alsmede een bewegingssysteem, met het kenmerk, dat het bewegingssysteem bestaat uit tenminste één gasveer.

2. Toiletzitting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het veersysteem bestaat uit bij voorkeur twee gasdrukve-ren.

3. Toiletzitting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de gasveer een veerkarakteristiek heeft waarbij de in-/uitschuifsnelheid tijdens de slag van de gasveer in hoofdzaak constant is.

4. Toiletzitting, volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de slagbeweging van de gasveer aan het begin en/of het einde van de slag gedempt wordt.

5. Toiletzitting, volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de gasveer(en) onder druk scharnierbaar is (zijn) ingeklemd tussen komvormige uitsparingen aan het montagedeelte en het zittinggedeelte.

6. Toiletzitting, volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de gasveren het onbelaste zittinggedeelte uit de horizontale naar de vertikale positie drukken.

7. Toiletzitting, volgens één der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat een neerwaartse beweging van deksel- en zittinggedeelte naar de horizontale positie wordt gecontroleerd door de gasveren, op een wijze waarbij de snelheid in hoofdzaak constant is.

8. Toiletzitting, volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het dekselgedeelte, het zittinggedeelte, de gasveren en het montagegedeelte handmatig, zonder hulpmiddelen en op eenvoudige wijze kunnen worden gemonteerd en gedemonteerd.

9. Toilet voorzien van een toiletzitting volgens één der voorafgaande conclusies.