NL1025325C2 - Bevestiging voor een basketbalring. - Google Patents

Description

• * - 1 -

Korte aanduiding: Bevestiging voor een basketbalring.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een aan een basketbalbordinrichting bevestigbare basketbalringconstructie volgens conclusie 1.

Uit de stand van de techniek zijn verschillende 5 bevestigingsmechanismen voor een basketbalring aan een basketbalbord bekend. Veel bekende mechanismen hebben betrekking op een ring die scharnierbaar is om een as evenwijdig aan het basketbalbord. Ook zijn er mechanismen bekend waarbij de ring om een as loodrecht op het bord kan scharnieren, zoals bijvoorbeeld in US 2003/0148834 is 10 beschreven. Het terugkeren naar de horizontale gebruikstand van de ring geschiedt bij de bekende mechanismen onder andere via contragewichten of door veerconstructies. Meestal wordt de basketbalring door een veer in een horizontale gebruikstand gehouden en resulteert een geringe kracht in het omklappen van de ring rond 15 de scharnieras. Bij een grotere kracht neemt ook de kracht die de veer uitoefent toe. Bij sommige bekende scharnierbare constructies is sprake van een vergrendelmechanisme dat is ingericht om de basketbalring in zijn horizontale gebruikstand te vergrendelen. Bij een vooraf bepaalde kracht op de ring ontgrendelt het mechanisme en 20 kan de ring omklappen. Terugstelmiddelen bewerkstellingen de terugkeer van de ring naar de gebruikspositie, waarbij ook de vergrendeling weer in werking treedt.

In US 4,441,709 is een om één as scharnierbare basketbalringconstructie omschreven volgens de aanhef van conclusie 1. Het 25 basketbalringonderdeel omvat een ring waaraan een in doorsnede U-vormig element is bevestigd. Het basketbalringonderdeel is scharnierbaar aan de steunconstructie bevestigd door middel van pennen die door het basketbalringonderdeel en de benen van steunconstructie steken. De in dit document omschreven 30 terugkeermiddelen omvatten een stang die aan het ene einde scharnierbaar is verbonden met het U-vormige deel van basketbalringonderdeel en aan het andere einde is verbonden met een 1025325

-2 - I

eerste steunlichaam. In de steunconstructie is een tweede I

steunlichaam opgenomen. Tussen het eerste en het tweede steunlichaam I

zijn veermiddelen werkzaam die het basketbalringonderdeel via de I

stang weer naar de gebruikstand dwingen. De vergrendelingsmiddelen I

5 omvatten kogels die in een uitsparing in de stang vallen en die I

daarin gedrukt worden door middel van veerkracht. Wanneer een naar I

beneden gerichte kracht wordt uitgeoefend op de basketbalring wil I

het U-vormige basketbalringonderdeel ten opzichte van de I

steunconstructie omhoog bewegen, waarbij de stang die aan het I

10 basketbalringonderdeel is verbonden eveneens omhoog wil bewegen. In I

eerste instantie verhinderen de vergrendelingsorganen, de kogels het I

bewegen van de stang. Wanneer de kracht die op de basketbalring I

wordt uitgeoefend groter is dan de kracht die indirect door de veer I

op de kogels wordt uitgeoefend, worden de kogels uit de uitsparingen I

15 geduwd door de omhoog bewegende stang. Wanneer de stang omhoog I

beweegt worden de veermiddelen die zich tussen het eerste en het I

tweede steunlichaam bevinden samengedrukt. Na het wegvallen van de I

kracht leidt het terugkeren van de samengedrukte veer naar zijn I

oorspronkelijke toestand tot het naar beneden bewegen van de stang I

20 en daarmee het naar boven bewegen van de basketbalring tot de I

oorspronkelijke positie isbereikt. Op dat moment vallen ook de I

kogels weer in de uitsparingen van de stang waardoor de ring weer in I

zijn oorspronkelijke gebruikstand is vergrendeld. I

De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterde I

25 basketbalringconstructie te verschaffen. I

Het doel wordt bereikt met de basketbalringconstructie I

volgens conclusie 1. Door deze uitvoering kan aan alle zich aan de I

speelzijde bevindende kanten van de basketbalring een kracht op de I

ring worden uitgeoefend, waarbij - wanneer deze kracht een vooraf I

30 ingestelde drempelkracht overschrijdt - de ring kan scharnieren, I

zodat deze kracht niet rechtstreeks op het bord of ander deel van de I

basketbalbordinrichting werkt. I

Diverse voordelige uitvoeringsvormen van I

basketbalringconstructie volgens de uitvinding zijn beschreven in de I

35 volgconclusies. I

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de I

hand van de tekening. Daarbij toont: I

1025325 I

- 3 - fig. 1 een vooraanzicht van de basketbalringconstructie, waarbij de ring zich in de horizontale gebruikstand bevindt; fig. 2 een zijaanzicht van de basketbalringconstructie waarbij de ring zich in de horizontale stand bevindt; 5 fig. 3 een vooraanzicht van de basketbalringconstructie waarbij de ring zich in een schuine positie bevindt; fig. 4 een zijaanzicht van de basketbalringconstructie, waarbij de ring zich in een schuine stand bevindt; fig. 5 een bovenaanzicht van de steunconstructie; 10 fig. 6 een vertikale doorsnede van de steunconstructie; fig. 7 een horizontale doorsnede van de steunconstructie; fig. 8 een vertikale doorsnede van de steunconstructie.

In fig. 1 is een basketbalringonderdeel 1 en een aan een 15 basketbalbordinrichting vastzetbare steunconstructie 2 zichtbaar.

Het basketbalringonderdeel 1 omvat een basketbalring 3, een buiten aan de ring 3 bevestigd en naar buiten in de richting van het bord uitstekend element 4 met hier een U-vormige doorsnede, en een scharnieronderdeel 5.

20 De steunconstructie 2 omvat een achterplaat 30 met een gatenpatroon voor bevestigingsbouten 9a-d en een vertikale bus 31, waarin nader te beschrijven terugkeermiddelen 10 voor de ring 3 zijn opgenomen. Aan de bovenzijde van de bus 31, tegenover het eerste scharnieronderdeel 5, bevindt zich een tweede scharnieronderdeel 11, 25 dat hier tevens dient als een tweede steunlichaam 11 zoals verderop nader zal worden toegelicht.

Op diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen is de bus 31 voorzien van huizen 20 voor nader toe te lichten aandrukmechanismen.

30 In de bus 31 is een eerste steunlichaam 13 verschuifbaar opgesteld. Tussen dat steunlichaam 13 en het tweede steunlichaam 11 zijn veermiddelen, hier twee concentrische drukveren 12, opgesteld.

Het eerste steunlichaam 13 is cilindrisch van vorm en vormt een zitting voor de veren 12. In het steunlichaam 13 zijn hier 35 diametraal tegenover elkaar uitsparingen 14 aangebracht, eventueel vormt een rondlopende groef de uitsparingen 14. In deze uitsparingen 14 vallen grendelkogels 21 die deel uitmaken van 1025325

- 4 - I

vergrendelingsmiddelen. De kogels 21 zitten elk in een verschuifbare I

zitting 21a en worden elk aangedrukt door een bijbehorende veer 22 I

die zich in een huis 20 voor het aandrukmechanisme bevindt. Tevens I

behoort bij elke veer 22 een instelmechanisme 23, hier een stelhout I

5 die zit in een schroefdraadgat in het huis 20, waarmee de kracht die I

de veer 22 op de betreffende kogel 21 uitoefent kan worden I

ingesteld. Hierdoor wordt dus ook de drempelkracht waarmee de ring 3 I

in zijn gebruikstand wordt gehouden ingesteld. I

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de constructie zoals I

10 getoond in fig. 1, waarbij de ring 3 zich in de horizontale stand I

bevindt. Aan het U-vormige element 4 is het plaatvormige I

scharnieronderdeel 5 bevestigd met in een ü-vormige opstelling een I

patroon van uitsparingen 6b. Overeenkomstig zijn in de naar het I

scharnieronderdeel 5 gekeerde zijde van het plaatvormige I

15 scharnieronderdeel 11 uitsparingen 6c aangebracht. Tussen de I

onderdelen 5 en 11 is in elk paar tegenover elkaar gelegen I

uitsparingen 6b,6c een scharnierkogel 6a geplaatst. I

In dit voorbeeld zijn twee kogels 6a naast elkaar nabij de I

van de achterplaat 30 afgekeerde zijde van de scharnieronderdelen 5, I

20 11 opgesteld en liggen de overige kogels 6a dichterbij de I

achterplaat 30, zodat een in hoofdzaak ü-vormige opstelling van de I

kogels 6a is verkregen. Hierdoor kan de ring 3 naar alle speelzijden I

kantelen ten opzichte van de steunconstructie 2, waarbij dan een of I

meer kogels 6a het momentane scharnierpunt of een scharnieraslijn I

25 vormen. In dit voorbeeld liggen meerdere, in dit geval drie kogels I

in elk been van de U-vorm op één lijn en loodrecht op het bord. I

Tussen die kogels en de voorste kogels liggen twee kogels op een I

soort cirkelboog. I

Het zal duidelijk zijn dat de beoogde werking ook met een I

30 ander aantal kogels 6a kan worden verkregen. Ook zal duidelijk zijn I

dat in plaats van kogels 6a en bijbehorende uitsparingen 6b,6c I

andere uitvoeringen kunnen worden gekozen. Zo zou bijvoorbeeld I

kunnen worden voorzien in geschikte, bijvoorbeeld bolvormige, I

uitsteeksels op een van beide scharnieronderdelen en bijbehorende I

35 uitsparingen op tegenovergelegen plaatsen van het andere I

scharnieronderdeel. In plaats van of in combinatie met I

1025325 I

- 5 - scharnierkogels of bolvormige onderdelen, zouden bijvoorbeeld ook staaf of tonvormige scharnieronderdelen kunnen worden toegepast.

In figuur 2 is ook de achterplaat 30 zichtbaar. Van de steunconstructie 2 is de bus 31 voor de terugkeermiddelen 10 5 zichtbaar met daarin het eerste steunlichaam 13 met de uitsparingen 14, de veren 12 en het tweede steunlichaam 11. Tevens is een stang 15 zichtbaar (weggelaten in figuur 1) die aan een uiteinde een bolvormig element 15a omvat die in de komvormige uitsparing 7 valt, waardoor de stang scharnierbaar is ten opzichte van het lichaam 5.

10 Aan het andere einde van de stang 15 is een eveneens bolvormig element 15b aanwezig dat scharnierbaar in een komvormige uitsparing 16 in het eerste steunlichaam 13 valt, waardoor de stang 15 ook aan de onderzijde scharnierbaar is.

In fig. 3 is het basketbalringonderdeel 1 gekanteld ten 15 opzichte van de steunconstructie 2. Van het vergrendelmechanisme is zichtbaar dat de grendelkogels 21 niet meer in de uitsparingen 14 in het eerste steunlichaam 13 vallen, doordat het steunlichaam 13 in de cilindervormige bus 10 omhoog is verschoven. Dit komt doordat het steunlichaam 13 middels de stang 15 aan het basketbalringonderdeel 1 20 is bevestigd. Dat is hier geschiedt middels het halfbolvormige element 15a dat aan de stang 15 is bevestigd en de komvormige uitsparing 7 in het hulplichaam 5. Doordat de stang 15 aan het lichaam 5 is bevestigd wordt de kantelbeweging van het basketbalringonderdeel 1 door de stang 15 omgezet in een verticale 25 beweging van het steunlichaam 13. Hierbij is het onderste einde van de stang enigszins scharnierbaar aangebracht aan eerste steunlichaam middels de komvormige uitsparing 16 en het bolvormige element 15b. Doordat het eerste steunlichaam 13 omhoog beweegt ten opzichte van het stationaiore tweede steunlichaam 11 worden de veren 12 30 samengedrukt. Bij het opheffen van de kracht die de kanteling van de ring 3 ten opzichte van de steunconstructie 2 veroorzaakte zullen deze veren 12 ervoor zorgen dat de basketbalring 3 weer naar zijn oorspronkelijke stand terugkeert.

Fig. 4 toont het mechanisme vanaf de zijkant waarbij de 35 stang 15 is weggelaten.

In de figuren 5-8 is de steunconstructie 2 nog eens in detail weergegeven. Te zien is dat de uitsparingen 6c op een ü-vormige lijn 1 0 2 53 "i o

I - 6 - I

I 60 liggen, waarbij de benen van de U-vorm in hoofdzaak loodrecht op I

I de achterplaat 30 lopen en de U aan de zijde van de achterplaat 30 I

I open is. De opening 11a, waar de stang 15 doorheen steekt, ligt hier I

I tussen de benen van de U-vorm op de symmetrie-as van de ü-vorra. I

I 1025325

Claims (12)

1. Aan een basketbalbordinrichting bevestigbare basketbalringconstructie omvattende een basketbalringonderdeel (1) met een basketbalring (3), een steunconstructie (2) die aan een 5 zijde daarvan (30) vastzetbaar is aan de basketbalbordinrichting, en scharniermiddelen (5,6a-c,ll) voor het verschaffen van een scharnier tussen het basketbalringonderdeel en de steunconstructie, waarbij verder is voorzien in vergrendelingsmiddelen (14,21,22) om het basketbalringonderdeel (3) in een gebruikstand ten opzichte van 10 de steunconstructie te houden tot een vooraf bepaalde drempelkracht op de basketbalring wordt overschreden, en terugkeermiddelen (11,12,13,15) om het basketbalringonderdeel, na het opheffen van een kracht die kanteling van het basketbalringonderdeel ten opzichte van de steunconstructie veroorzaakt, weer naar de gebruikstand te laten 15 terugkeren, met het kenmerk, dat de scharniermiddelen meerdere scharnierformaties (6a-c) verschaffen die zich in een in hoofdzaak U-vormige opstelling tussen de steunconstructie (2,11) en het basketbalringonderdeel (1,5) bevinden. 20

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scharnierformaties meerdere kogelscharnierpunten (6a-c) in een in hoofdzaak U-vormige opstelling vormen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het basketbalringonderdeel als de steunconstructie zijn voorzien van tegenover elkaar gelegen uitsparingen (6b,6c), waarin kogels (6a) of dergelijke zijn opgenomen die de kogelscharnierpunten vormen.

4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien voor het beperken van de kantelhoek van het basketbalringonderdeel ten opzichte van de steunconstructie.

5. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de terugkeermiddelen een stang (15) 1025325

6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat de vergrendelingsmiddelen een of I 10 meer eerste vergrendelingsorganen en een of meer daarmee I samenwerkende tweede vergrendelingsorganen omvatten, waarbij de I eerste vergrendelingsorganen (21) zijn verbonden met de I steunconstructie en de tweede vergrendelingsorganen (14) zijn I verbonden met het basketbalringonderdeel. I

15 I

7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande I conclusies, met het kenmerk, dat elk eerste vergrendelingsorgaan een I beweegbaar ten ozpichte van de steunconstructie opgesteld I blokkeerorgaan, bijvoorbeeld een kogel (21), is en het bijbehorende I 20 tweede vergrendelingsorgaan een uitsparing (14) is, waar het I blokkeerorgaan door een aandrukmechanisme, bij voorkeur onder I veerkracht, in wordt gehouden, en waarbij bij overschrijding van de I drempelkracht op de ring, de ingrijping van het blokkeerorgaan en de I uitsparing wordt opgeheven. I

25 I

8. Inrichting volgens conclusie 5 en 7, met het kenmerk, dat I de een of meer uitsparingen (14) gevormd in het eerste steunlichaam I (13) via de stang (15) is verbonden met het basketbalringonderdeel I (1) . I

30 I

8. I omvatten die aan het ene einde, bij voorkeur scharnierbaar, is I verbonden met het basketbalringonderdeel (1) en aan het andere einde I is verbonden met een eerste steunlichaam (13), alsmede veemiddelen I (12) die werkzaam zijn tussen het eerste steunlichaam (13) en de I 5 steunconstructie (2,11) om via de stang (15) het I basketbalringonderdeel naar de gebruikstand te dwingen. I

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat I bij elk blokkeerorgaan (21) een afzonderlijk aandrukmechanisme (20) I behoort, waardoor het blokkeerorgaan (21) in een uitsparing (14) I wordt gedrukt. I

35 I 1025325 I - 9 -

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de aandrukmechanismen die de blokkeerorganen (21) in de uitsparingen (14) drukken elk een veer (22) omvatten.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat elk aandrukmechanisme is ingericht voor het afzonderlijk instellen (23) van de kracht waarmee het blokkeerorgaan (21) in de uitsparing (14) wordt gedrukt.

12. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het basketbalringonderdeel een lichaam (5) met een komvormige uitsparing (5a) omvat waarin een complementair bolvormig element (15a) dat zich aan een uiteinde van de stang (15) bevindt zodanig is geplaatst, dat de stang scharnierbaar is ten opzichte van het 15 basketbalringonderdeel. 1025325