NL1022997C2 - Radiatorwandbevestigingsinrichting. - Google Patents

Radiatorwandbevestigingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1022997C2
NL1022997C2 NL1022997A NL1022997A NL1022997C2 NL 1022997 C2 NL1022997 C2 NL 1022997C2 NL 1022997 A NL1022997 A NL 1022997A NL 1022997 A NL1022997 A NL 1022997A NL 1022997 C2 NL1022997 C2 NL 1022997C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
radiator
tilting moment
wall
combination
compensation means
Prior art date
Application number
NL1022997A
Other languages
English (en)
Inventor
Rene Bertinus Joannes Kemna
Robertus Cornelis Ad Holsteijn
Original Assignee
Holsteijn & Kemna Special Prod
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holsteijn & Kemna Special Prod filed Critical Holsteijn & Kemna Special Prod
Priority to NL1022997A priority Critical patent/NL1022997C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1022997C2 publication Critical patent/NL1022997C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D19/00Details
    • F24D19/02Arrangement of mountings or supports for radiators
    • F24D19/024Functioning details of supporting means for radiators
    • F24D19/0293Radiators rotating without being demounted
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D19/00Details
    • F24D19/02Arrangement of mountings or supports for radiators
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D19/00Details
    • F24D19/02Arrangement of mountings or supports for radiators
    • F24D19/0203Types of supporting means
    • F24D19/0216Supporting means having a rail

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Cooling, Air Intake And Gas Exhaust, And Fuel Tank Arrangements In Propulsion Units (AREA)

Description

Korte aanduiding: Radiatorwandbevestigingsinrichting
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een radiatorwandbevestigingsinrichting, in het bijzonder op een combinatie van een radiator en een wandbevestigingsinrichting voor het ondersteunen van de radiator, waarbij de 5 wandbevestigingsinrichting ten minste een aan de wand te bevestigen wandsteun omvat, en waarbij de radiator in gemonteerde toestand rond een in hoofdzaak horizontale scharnieras tussen twee posities ten opzichte van de wand scharnierbaar is.
Vaak worden radiatoren van een verwarmings- of koelinrichting 10 aan een wand gemonteerd. Het is lastig om achter een dergelijke radiator vuil of stof te verwijderen of de wand achter de radiator te schilderen.
I In GB 2 096 451 is een wandbevestigingsinrichting geopenbaard I waarmee het mogelijk is de radiator van de wand weg te zwenken, I 15 zodat eenvoudig achter de radiator schoongemaakt of geschilderd kan I worden. Daartoe dient een verbindingshaak achter de radiator eerst I losgemaakt te worden, waarna de radiator slechts nog op ten minste I twee scharnierpunten verbonden is aan de muur en dus om deze I scharnierpunten kan zwenken. De maximale zwenking van de radiator I 20 wordt bepaald door een ketting tussen de wand en de radiator.
I Een nadeel van de bekende wandbevestigingsinrichting is het I grote kantelmoment van de radiator. Een radiator in gemonteerde I . toestand is gevuld met water, wat zorgt voor een relatief grote massa. Nadat een verbinding tussen radiator en wand losgemaakt is, 25 vereist het door het grote kantelmoment van de radiator veel kracht I en moeite om de radiator geleidelijk te laten zwenken. Indien de I radiator bij het zwenken niet wordt tegengehouden, bestaat de kans I dat de ketting breekt of loskomt van de wand met het gevolg dat de I radiator volledig van de wand loskomt en beschadigd zal raken.
I 30 Verder zullen de watertoevoer- en afvoerleidingen die zijn verbonden I met de radiator, en een normale zwenking toelaten, bij een overmatige zwenking beschadigd kunnen raken, waarbij de kans op I ongewenste lekkage groot is.
Om de radiator vanuit een gezwenkte stand in een verticale stand terug te brengen is opnieuw veel kracht en moeite nodig II vanwege het grote kantelmoment dat de radiator ten opzichte van de II scharnieras daarvan heeft. Wanneer de radiator weer in zijn 5 verticale stand staat/ dient vervolgens de verbinding tussen wand en radiator weer vastgemaakt te worden, terwijl de radiator op de H juiste plaats wordt gehouden, wat ook moeite zal kosten.
H De onderhavige uitvinding heeft tot doel een wandbevestigingsinrichting en radiator te verschaffen, waarbij de 10 radiator zonder overmatige moeite kan worden gekanteld.
H De onderhavige uitvinding heeft verder tot doel een H wandbevestigingsinrichting te verschaffen, waarbij het mogelijk is om langs ten minste drie zijden van de radiator de wand daarachter H eenvoudig te kunnen bereiken, wanneer de radiator van de wand weg is 15 gekanteld.
Een of meer van deze en andere doelen worden bereikt door een combinatie volgens de onderhavige uitvinding van — een radiator; - een wandbevestigingsinrichting voor het ondersteunen van de 20 radiator; waarbij de wandbevestigingsinrichting ten minste een aan de wand te bevestigen wandsteun omvat en waarbij de radiator in I gemonteerde toestand rond een in hoofdzaak horizontale scharnieras tussen twee posities ten opzichte van de wand scharnierbaar is, en 25 waarbij op de wandsteun en de radiator aangrijpende kantelmomentcompensatiemiddelen voor het althans gedeeltelijk I compenseren van een kantelmoment van de radiator in een door de I eerste en tweede positie van de radiator bepaald kantelgebied worden I verschaft.
I 30 Een belangrijk voordeel van de combinatie volgens de I onderhavige uitvinding is dat er weinig kracht nodig is tijdens het zwenken van de radiator. Gebruikelijke radiatoren die aan een wand I bevestigd zijn, bevinden zich in een eerste, in hoofdzaak verticale I positie. Het kantelmoment van de gevulde radiator dat ontstaat I 35 wanneer de radiator uit de verticale positie wordt gekanteld, wordt I volgens de uitvinding althans gedeeltelijk gecompenseerd. Dit heeft tot gevolg dat er slechts een klein of geen kantelmoment resteert.
I Een gebruiker die de radiator uit een eerste, gewoonlijk verticale - 3 - positie zwenkt, behoeft eventueel slechts een klein kantelmoment te overwinnen. Dit geldt uiteraard ook indien de radiator vanuit een tweede, gekantelde positie teruggebracht dient te worden in de eerste verticale positie.
5 In de combinatie volgens de onderhavige uitvinding kunnen vele verschillende soorten radiatoren gebruikt worden. Bij voorkeur strekt de radiator zich in hoofdzaak in een vlak uit. Dit kan een holle, rechthoekige plaat zijn, zoals die vaak worden toegepast. Een dergelijke radiator heeft eindige afmetingen in drie dimensies 10 (hoogte, breedte, en dikte), maar de vorm is in hoofdzaak een rechthoekig vlak, opgespannen door de hoogte en de breedte. Ook een radiator die is opgebouwd uit met elkaar verbonden, parallel geplaatste, holle lamellen is aan te merken als een radiator die zich in een vlak uitstrekt, indien de dikte, die bepaald wordt door 15 de breedte van de lamellen, buiten beschouwing wordt gelaten. Ook andere vormen, bijvoorbeeld licht gebogen of golvende vormen, zijn veelal aan te merken als in hoofdzaak zich in een vlak uitstrekkende vormen. Een verticale positie van de radiator is in deze optiek een positie waarin voornoemd vlak in hoofdzaak verticaal is gericht, dat 20 wil zeggen parallel aan de wand.
Wanneer de radiator wordt gekanteld, scharniert het vlak van de radiator rond het scharnierpunt of de scharnieras. De scharnieras loopt horizontaal door het vlak van de radiator, parallel aan de wand. Deze scharnieras kan fysiek aanwezig zijn, maar kan ook 25 fictief zijn. Indien de scharnieras fictief is, wordt deze bepaald door ten minste twee kantelpunten die gelegen zijn in het vlak.
IEen wandsteun van de wandbevestigingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding kan op vele manieren zijn uitgevoerd. De wandsteun is bij voorkeur geschikt om aan een wand bevestigd te 30 worden en is tevens geschikt om een radiator zodanig te ondersteunen, dat een scharnieras voor de radiator ontstaat. Een bekende vorm is bijvoorbeeld een L-vormige beugel. Een dergelijke beugel heeft een lichaam dat geschikt is om aan een wand te bevestigen met op zich bekende middelen, zoals bijvoorbeeld een 35 schroefverbinding, en een arm die daar in hoofdzaak loodrecht op staat. De arm heeft aan zijn vrije einde veelal een concaaf gedeelte waarin een zijde van een radiator of een rand daarvan opgenomen kan worden en waar de radiator om kan scharnieren.
Η - 4 -
Zoals gezegd, wanneer de werklijn van de zwaartekracht door het zwaartepunt van de radiator niet door de scharnieras loopt, werkt er een draai- of kantelmoment op de radiator. Door het grote gewicht van een met water gevulde radiator is dit kantelmoment ook groot, en 5 wel groter naarmate de afstand tussen de voornoemde werklijn en de scharnieras groter is. Om de radiator zonder veel kracht te kunnen kantelen dient dit kantelmoment verkleind te worden. Daartoe dienen II de kantelmomentcompensatiemiddelen. Kantelmomentcompensatiemiddelen kunnen in het algemeen elk middel zijn dat een kracht kan uitoefenen 10 op een object, zoals bijvoorbeeld een veerkrachtig element, een H elastisch materiaal, maar ook het gewicht van elk willekeurig H voorwerp kan een dergelijke kracht opwekken. Het op daartoe H geschikte wijze toepassen van een of meer van voornoemde middelen kan daarom gebruikt worden als kantelmomentcompensatiemiddel.
15 Met voordeel omvat de wandbevestigingsinrichting verder ten minste een radiatorsteun, waarbij de kantelmomentcompensatiemiddelen H werkzaam zijn tussen de ten minste ene radiatorsteun en de ten minste ene wandsteun. De radiatorsteun is aan de radiator te bevestigen en zorgt voor een eenvoudige montage en een goede 20 verbinding tussen radiator en wandsteun.
De deskundige in de techniek zal begrijpen dat de radiatorsteun op vele manieren aan de radiator bevestigd kan worden. Zo kan I bijvoorbeeld de radiator worden ingeklemd in een klem, maar kan ook I een schroefverbinding toegepast worden, of kan de radiatorsteun aan I 25 de radiator gelast worden. Verder zijn ook flexibele verbindingen H mogelijk, zoals een haak die in een oog, een holte of achter een I rand van de radiator grijpt.
Bij voorkeur is de ten minste ene radiatorsteun scharnierbaar I verbonden met de ten minste ene wandsteun voor het scharnieren van I 30 de radiator. De radiator wordt in dat geval bevestigd aan de ten minste ene radiatorsteun. De radiatorsteun is scharnierbaar I verbonden met de ten minste ene wandsteun, zodat de radiator I scharnierbaar is verbonden met de wandsteun, en dus kan scharnieren I ten opzichte van de wand. De kantelmomentcompensatiemiddelen zijn I 35 werkzaam op de ten minste ene radiatorsteun en dus ook op de I radiator. Een dergelijke opbouw zorgt voor een eenvoudige montage I van de wandbevestigingsinrichting en de radiator. Daarnaast zorgt deze constructie ervoor dat er geen ongewenste krachten, zoals - 5 - bijvoorbeeld torsiekrachten, op de radiator kunnen komen te werken, wanneer deze gekanteld wordt. Alle krachten zijn dan namelijk werkzaam op of in de wandbevestigingsinrichting, wat de kans op beschadiging van de radiator sterk vermindert.
5 Verder is het voordelig dat de ten minste ene radiatorsteun een arm omvat, waarop de kantelmomentcompensatiemiddelen aangrijpen. Met een dergelijke arm is het mogelijk de kracht van de kantelmoment-compensatiemiddelen een arm te bieden ten opzichte van de scharnieras, zodat een krachtmoment wordt uitgeoefend op de ten 10 minste ene radiatorsteun ten opzichte van de scharnieras, terwijl de kantelmomentcompensatiemiddelen zo min mogelijk de toegang tot de wand achter de radiator belemmeren wanneer de radiator gekanteld is. Met behulp van de arm aan de radiatorsteun kunnen de kantelmoment-compensatiemiddelen op een andere plaats aangrijpen dan aan een aan 15 de scharnieras grenzende zijde van de radiator. Deze aan de scharnieras grenzende zijde is een zijde waar o.a. een opening ontstaat wanneer de radiator gekanteld wordt. Deze opening biedt toegang tot de wand en ruimte achter de radiator. Met een arm aan de radiatorsteun behoeven de kantelmomentcompensatiemiddelen zich niet 20 in deze opening te bevinden en wordt de toegang tot de achterliggende ruimte niet belemmerd.
Om de genoemde opening vrij te houden is het ook mogelijk om de kantelmomentcompensatiemiddelen nabij de wand te plaatsen, waardoor zij zich niet in voornoemde opening bevinden. Nabij de wand betekent 25 hier dus dat de kantelmomentcompensatiemiddelen zich in hoofdzaak dichter bij de wand dan bij de radiator bevinden.
Bij voorkeur bevindt de scharnieras zich onder het massazwaartepunt van de radiator, in het bijzonder nabij de onderzijde van de radiator. Dit zorgt ervoor dat de radiator wil 30 kantelen, omdat het kantelmoment naar beneden gericht is. Met voordeel bevindt het massazwaartepunt zich in hoofdzaak verticaal boven de scharnieras, wanneer de radiator zich in een eerste, gewoonlijk verticale positie bevindt, aangezien er dan geen kantelmoment bestaat en de radiator zich dan in een situatie van 35 krachtenevenwicht bevindt, wat betekent dat de radiator, zonder dat I daarop andere krachten werken, niet in beweging zal komen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding strekken de kantelmomentcompensatiemiddelen zich uit tussen twee aangrijpings- 1009007 Η - 6 punten, waarbij bij een verandering van de afstand tussen de aangrijpingspunten een door de kantelmomentcompensatiemiddelen opgewekte kracht verandert. Dergelijke kantelmomentcompensatiemiddelen zijn in hoofdzaak buiten de 5 scharnieras werkzaam.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm de strekken kantelmomentcompensatiemiddelen zich uit tussen twee aangrijpings-H punten, waarbij bij een verandering van de onderlinge hoekstand van H de aangrijpingspunten een door de kantelmomentcompensatiemiddelen H 10 opgewekte kracht verandert. Dergelijke H kantelmomentcompensatiemiddelen zijn in hoofdzaak ter plaatse van de scharnieras werkzaam.
Zoals hierboven vermeld kunnen kantelmomentcompensatiemiddelen veren omvatten. Veren zijn er in vele verschillende soorten. In 15 geval van bijvoorbeeld gebruikte gas-, trek- of drukveren wordt een kracht opgewekt wanneer de afstand tussen de aangrijpingspunten verandert. Ook kan met voordeel gebruik worden gemaakt van schroef-, blad- of spiraalveren, bijvoorbeeld tussen een fysieke scharnieras die vast met de radiator is verbonden, en een wandsteun, waarbij een 20 torsiekracht wordt opgewekt wanneer de onderlinge hoekstand van de aangrijpingspunten verandert.
In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de I uitvinding wordt een contragewicht toegepast als kantelmoment- compensatiemiddel. Het contragewicht kan bijvoorbeeld onder de I 25 scharnieras bevestigd zijn, terwijl het massazwaartepunt van de I radiator boven de scharnieras ligt. Wanneer de radiator kantelt, I draait het contragewicht mee en ontstaat er een tegenwerkend krachtmoment op het contragewicht. Ook kan het contragewicht met een I draadverbinding via een katrol de zwaartekracht omzetten in een 30 tegenwerkend krachtmoment dat op de radiator werkt.
I Verder omvat de wandbevestigingsinrichting bij voorkeur blokkeringsmiddelen voor het blokkeren van de radiator in de eerste of tweede of beide posities. Met dergelijke blokkeringsmiddelen I wordt de radiator vastgezet in een van beide posities en kan dan I 35 geen ongewenste of onverwachte zwenking ondergaan, bijvoorbeeld wanneer er per ongeluk tegen de radiator wordt gestoten. Geschikte I voorbeelden van dergelijke blokkeringsmiddelen zijn klemmen, staven en kettingen.
.-7- I Hierna wordt de onderhavige uitvinding aan de hand van een niet-beperkende voorkeursuitvoeringsvorm verder toegelicht en aan de hand van een tekening beschreven. Hierbij toont: fig. 1 een perspectivische afbeelding van een 5 wandbevestigingsinrichting voor kantelbare wandbevestiging van een radiator in een eerste positie; en fig. 2 een perspectivische afbeelding van een wandbevestigingsinrichting voor kantelbare 10 wandbevestiging van een radiator in een tweede positie.
In de figuren verwijzen gelijke verwijzingscijfers naar gelijke onderdelen.
Fig. 1 toont een wandbevestigingsinrichting 1 voor een 15 radiator. In de figuur wordt overigens om reden van overzichtelijkheid geen radiator getoond. De wandbevestigingsinrichting 1 omvat een wandsteun 3# die voorzien is van twee draagarmen 5. De wandsteun 3 is met op zich bekende bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, bevestigd aan een wand, welke ook om reden van overzichtelijkheid 20 niet is getoond.
Aan de draagarmen 5 van de wandsteun 3 zijn radiatorsteunen 7 scharnierbaar om een (denkbeeldige) scharnieras 11 bevestigd. Elke radiatorsteun 7 omvat een arm 9, die in de getoonde uitvoeringsvorm loodrecht op de radiatorsteun 7 staat. Aan de radiatorsteun 7 kan 25 bijvoorbeeld met behulp van klemmen of schroeven een radiator bevestigd worden. De wandbevestigingsinrichting 1 bevindt zich in een toestand waarbij de radiator zich in een eerste, verticale positie bevindt. Door de plaatsing van de radiatorsteun 7 nabij de scharnieras 11 zal het massazwaartepunt van de radiator boven de 30 scharnieras 11 liggen en zal de scharnieras 11 nabij de onderzijde van de radiator liggen.
De arm 9 van de radiatorsteun 7 is nabij een vrij uiteinde daarvan met een eerste aangrijpingspunt van kantelmomentcompensatiemiddelen 13 verbonden, welke in de getoonde 35 uitvoeringsvorm gevormd zijn door gasveren. De kantelmomentcompensatiemiddelen 13 zijn met een tweede aangrijpingspunt verbonden met de wandsteun 3 nabij een vrij uiteinde van een opstaand gedeelte daarvan. De deskundige in de 1 Π 0 9 Q Q 7 Η - 8 - ^R techniek zal begrijpen dat in plaats van de gasveren ook andere kantelmoment-compensatiemiddelen 13 gebruikt kunnen worden die ^R tevens op andere plaatsen kunnen aangrijpen, zoals bijvoorbeeld ^R mechanische druk- of trekveren.
^R 5 Aan de wandsteun 3 zijn blokkeringsmiddelen 15 in de vorm van ^R een aanslag aangebracht. De armen 9 komen met het scharnieren van de ^R radiator omhoog en tegen de aanslag die verdere beweging van de armen 9 blokkeert. Door de blokkering van de amen 9 kan de radiator ^R niet verder kantelen.
IR 10 Fig. 2 toont de wandbevestigingsinrichting 1 van fig. 1, maar in de situatie waarin een daaraan bevestigde radiator, die om reden H van overzichtelijkheid niet getoond is, zich in een tweede, H gekantelde positie zou bevinden, zoals op te maken valt uit de H positie van de radiatorsteunen 7. De positie van de wandsteun 3 is H 15 gelijk als aan de positie daarvan in fig. 1. Ten opzichte van de wandsteun 3 zijn de radiatorsteunen 7 samen met de amen 9 om scharnieras 11 gedraaid. De kantelmomentcompensatiemiddelen 13 zijn door de draaiing van de amen 9 ingedrukt. Het indrukken van de gasveren levert een tegendruk op, zodat een tegengesteld gericht 20 draaimoment op de amen 9 is ontstaan. De som van het initiële kantelmoment en het tegengesteld gerichte draaimoment resulteert in een kleiner kantelmoment.
I Aan de hand van figs. 1 en 2 zal de werking van de I wandbevestigingsinrichting 1 worden toegelicht. In de normale H 25 gebruikstoestand zal een radiator zich in een eerste, in hoofdzaak I verticale positie bevinden, dat wil zeggen parallel aan de wand. De wandbevestigingsinrichting 1 is dan in de toestand zoals die getoond I wordt in fig. 1.
Aangezien er geen kantelmoment is, is de radiator in zijn 30 eerste, verticale positie in rust. Indien het draaimoment dat I geleverd wordt door de kantelmomentcompensatiemiddelen 13 groter is I dan een eventueel kantelmoment van de radiator, is er een blokkering nodig om de radiator niet naar de wand te doen kantelen. Dit kan I bijvoorbeeld een aanslag onder de amen 9 zijn, zodat in de I 35 verticale stand van de radiatorsteunen 7 de armen rusten op de I aanslag. Een andere mogelijkheid is dat de kantelmomentcompensatie- I middelen hun uiterste lengte bereikt hebben, waardoor de amen 9 niet verder kunnen draaien.
- 9 -
Zodra een gebruiker de radiator gaat kantelen, wordt het krachtenevenwicht verstoord. De radiator komt in beweging en zal door het kantelmoment, dat dan toeneemt, naar beneden blijven bewegen. Tegelijkertijd draait de arm 9 met de radiator en 5 radiatorsteun 7 mee en verkleint daarmee de afstand tussen de aangrijpingspunten van de kantelmomentcompensatiemiddelen 13, in dit geval gasveren. De kantelmomentcompensatiemiddelen 13 gaan door het indrukken een tegendruk geven, wat zich vertaalt in een draaimoment op de radiatorsteun 7, welk draaimoment tegengesteld gericht is aan 10 het initiële kantelmoment van de radiator. Door het kleine resulterende kantelmoment zal de radiator met radiatorsteun 7 en arm 9 langzaam en controleerbaar naar beneden kantelen.
Fig. 2 toont de situatie waarin een radiator de tweede uiterste positie heeft bereikt. De radiator is van de wand af gekanteld onder 15 invloed van een resulterend kantelmoment, zoals hierboven beschreven is. In fig. 2 is duidelijk te zien, hoe de armen 9 van de radiatorsteunen 7 de kantelmomentcompensatiemiddelen 13 ingedrukt hebben. Daarnaast is duidelijk te zien hoe blokkeringsmiddelen 15 de armen 9 blokkeren verder omhoog te gaan, waardoor de radiatorsteunen 20 7, waaraan in de praktijk een radiator bevestigd is, niet verder naar beneden kunnen gaan. Door de openingen die zo zijn ontstaan wordt toegang verschaft tot de ruimte achter de radiator en het deel van de wand dat zich achter de radiator bevindt, zodat de wand en de radiator schoongemaakt kunnen worden. Na schoonmaken of schilderen 25 kan de radiator teruggekanteld worden door de radiator terug te duwen naar de eerste, verticale positie.
Hoewel de uitvinding aan de hand van slechts een uitvoeringsvorm is toegelicht, zal de deskundige in de techniek begrijpen, dat de uitvinding op vele andere geschikte wijzen 30 uitgevoerd kan worden. Er zij nog opgemerkt dat de radiator mede een ventilatie-inrichting kan omvatten, zoals van de soort die is geopenbaard in EP-A-0 783 655.
1022987

Claims (13)

  1. 2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de I 15 wandbevestigingsinrichting (1) verder ten minste een aan de I radiator te bevestigen radiatorsteun (7) omvat, waarbij de kantelmomentcompensatiemiddelen (13) tussen de ten minste ene wandsteun (3) en de ten minste ene radiatorsteun (7) werkzaam I zijn.
  2. 3. Combinatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ten minste ene radiatorsteun (7) scharnierbaar is verbonden met de ten minste ene wandsteun (3) voor het scharnieren van de radiator.
  3. 4. Combinatie volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, 25 dat de ten minste ene radiatorsteun (7) een arm (9) omvat, waarop de kantelmomentcompensatiemiddelen (13) aangrijpen.
  4. 5. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kantelmomentcompensatiemiddelen (13) nabij de wand zijn geplaatst.
  5. 6. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnieras (11) zich onder het massazwaartepunt van de radiator bevindt.
  6. 7. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnieras (11) nabij de onderzijde van de 35 radiator is gelegen. - 11 -
  7. 8. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat de kantelmomentcompensatiemiddelen (13) zich I uitstrekken tussen twee aangrijpingspunten, waarbij in gebruik I bij een verandering van de afstand tussen de aangrijpingspunten I 5 een door de kantelmomentcompensatiemiddelen (13) opgewekte kracht I kan veranderen.
  8. 9. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat de kantelmomentcompensatiemiddelen zich I uitstrekken tussen twee aangrijpingspunten, waarbij in gebruik I 10 bij een verandering van de onderlinge hoekstand van de I aangrijpingspunten een door de kantelmomentcompensatiemiddelen I opgewekte kracht kan veranderen.
  9. 10. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat de kantelmomentcompensatiemiddelen (13) een veer I 15 omvatten, in het bijzonder gekozen uit de groep die een gasveer, I een schroefveer, een spiraalveer, een bladveer, een drukveer, een I trekveer of een torsieveer omvat.
  10. 11. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kantelmomentcompensatiemiddelen (13) een 20 contragewicht omvatten.
  11. 12. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat de combinatie blokkeringsmiddelen (15) voor het I blokkeren van de radiator in de eerste of tweede of beide I posities omvat. I 25 13. Combinatie volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de I blokkeringmiddelen (15) een klem, een ketting of een stang I omvatten.
  12. 14. Combinatie volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de radiator zich in hoofdzaak in een vlak H 30 uitstrekt, waarbij genoemd vlak van de radiator zich in een I eerste positie in hoofdzaak verticaal uitstrekt, en genoemd vlak I van de radiator zich in een tweede positie onder een hoek met de I verticaal uitstrekt.
  13. 15. Wandbevestigingsinrichting (1), kennelijk bestemd voor 35 gebruik in een combinatie volgens een van de voorgaande conclusies. 1099007
NL1022997A 2003-03-21 2003-03-21 Radiatorwandbevestigingsinrichting. NL1022997C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022997A NL1022997C2 (nl) 2003-03-21 2003-03-21 Radiatorwandbevestigingsinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022997A NL1022997C2 (nl) 2003-03-21 2003-03-21 Radiatorwandbevestigingsinrichting.
NL1022997 2003-03-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022997C2 true NL1022997C2 (nl) 2004-09-22

Family

ID=33448426

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022997A NL1022997C2 (nl) 2003-03-21 2003-03-21 Radiatorwandbevestigingsinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1022997C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2098792A1 (en) * 2008-03-08 2009-09-09 Malcolm Keeling Mounting assembly
ITVI20130113A1 (it) * 2013-04-18 2013-07-18 Federico Casarotto Scatola o cassetta rigida per un dispositivo per il riscaldamento e/o condizionamento.

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2098792A1 (en) * 2008-03-08 2009-09-09 Malcolm Keeling Mounting assembly
ITVI20130113A1 (it) * 2013-04-18 2013-07-18 Federico Casarotto Scatola o cassetta rigida per un dispositivo per il riscaldamento e/o condizionamento.
WO2014170818A1 (en) * 2013-04-18 2014-10-23 Casarotto Federico Rigid box for an air heating and/or conditioning device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1980784B1 (en) Stand of a display device
KR100710314B1 (ko) 모니터 스탠드
KR100534119B1 (ko) 모니터장치
TW200308167A (en) Tilting and shielding apparatus of monitor
US20070023599A1 (en) Adjustable display mount apparatus and system
JP3204973B2 (ja) 車輌運転室の上部と下部の端位置用の端止め装置
RU2058882C1 (ru) Головка бритвенного прибора
US20050011045A1 (en) Height-adjustable hinge for a liquid crystal display
JP2000131766A (ja) 可搬式スクリ―ン
US20180199737A1 (en) Articulating vanity mirror assembly
NL1022997C2 (nl) Radiatorwandbevestigingsinrichting.
US20080253071A1 (en) Support arm for a flatscreen
US7421822B1 (en) Stabilizing support for an animal trap
JP4489210B2 (ja) ディスプレイ支持装置
RU2008104631A (ru) Тостер
US4562608A (en) Chimney cleaning brush
NL1035891C (nl) Inrichting geschikt voor het ondersteunen van een component.
KR20200087430A (ko) 높낮이 조절이 가능한 옷걸이용 행거
NL1010013C2 (nl) Dempingsmechanisme voor een spiegel van een motorvoertuig.
NL2010671C2 (nl) Inrichting voor het daaraan bevestigen van een platte beeldscherminrichting.
JP3497097B2 (ja) ブーム装置
NL1043306B1 (nl) Opbergmeubel voor een televisietoestel.
NL1036141C (nl) Inrichting voor het stabiliseren van voorwerpen op een oneffen ondergrond.
EP1760386A1 (en) A support device for regulating a position of a flat screen
NL1034413C1 (nl) Inrichting, beugel en werkwijze voor het bevestigen van een zonnescherm.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150401