NL9401474A - Modemsysteem voor telewerkers. - Google Patents

Modemsysteem voor telewerkers. Download PDF

Info

Publication number
NL9401474A
NL9401474A NL9401474A NL9401474A NL9401474A NL 9401474 A NL9401474 A NL 9401474A NL 9401474 A NL9401474 A NL 9401474A NL 9401474 A NL9401474 A NL 9401474A NL 9401474 A NL9401474 A NL 9401474A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
port
telephone
modem
subscriber
hook
Prior art date
Application number
NL9401474A
Other languages
English (en)
Inventor
Bjoern Sighurdh Mens
Original Assignee
Nederland Ptt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nederland Ptt filed Critical Nederland Ptt
Priority to NL9401474A priority Critical patent/NL9401474A/nl
Priority to EP95202292A priority patent/EP0706279B1/en
Priority to DE69531183T priority patent/DE69531183T2/de
Priority to AT95202292T priority patent/ATE244484T1/de
Publication of NL9401474A publication Critical patent/NL9401474A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/42Systems providing special services or facilities to subscribers
    • H04M3/54Arrangements for diverting calls for one subscriber to another predetermined subscriber
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M11/00Telephonic communication systems specially adapted for combination with other electrical systems
    • H04M11/06Simultaneous speech and data transmission, e.g. telegraphic transmission over the same conductors

Description

Modemsysteem voor telewerkers
A. ACHTERGROND VAM DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een modem respectievelijk een modemsysteem voor de overdracht van data en spraak via het telefoonnet, omvattende een datapoort, een netwerkpoort en een spraak-poort.
Sedert enige tijd zijn er modems in de handel waarbij het mogelijk is om gelijktijdig via dezelfde telefoonverbinding data en spraak uit te wisselen. Het is daardoor mogelijk om tijdens een telefoongesprek data, zoals tekst, tabellen, grafieken, uit te wisselen, of andersom, tijdens het uitwisselen van data, deze mondeling toe te lichten.
Een bezwaar is dat de spraakcommunicatie beperkt is tot de telefoon-eindtoestellen die op de wederzijdse modems kunnen worden aangesloten. Een verder bezwaar is dat beide partijen, zolang hun netwerkaansluiting door het modem gebruikt wordt, onbereikbaar zijn voor oproepen vanuit het telefoonnet, maar ook zelf geen oproepen naar anderen kunnen doen. Met name bij telewerken, waarbij men thuis werkt voor een organisatie met het LAN (of ander computersysteem) waarvan men via modems en telefoonnet verbonden is, is deze situatie onhandig, immers al de tijd dat men met het LAN verbonden is, kan verder geen gebruik worden gemaakt van het telefoonnet en is men dus geïsoleerd. Tot nu toe is het enige om dit te ondervangen dat de thuiswerker een tweede telefoonlijn aanvraagt. Weliswaar is dit een acceptabele oplossing voor notoire telewerkers, voor meer incidentele telewerkers is dit minder acceptabel.
B. SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding berust op het inzicht dat, waar thans op de genoemde soort modems aan beide zijden een telefoontoestel kan worden aangesloten teneinde over eenzelfde verbinding behalve data ook spraak te kunnen uitwisselen, een aantal voordelen kunnen worden bereikt als de spraakpoort van het modem in plaats van met een telefoon-eindtoestel, met het telefoonnet kan worden verbonden. De uitvinding voorziet daartoe in middelen die dit met mogelijk maken. Deze zullen hierna aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden nader worden besproken.
C. UITVOERINGSVOORBEELDEN
Figuur 1 toont schematisch een toepassing van de uitvinding. Figuur 2 toont schematisch een telewerksituatie waarin het modemsysteem volgens de uitvinding wordt toegepast. Figuur 3 toont het schema van een interfaceorgaan.
Figuur 1 toont een telefoonnet met poorten 1, 2, 3 en 4. Bij abonnee A, een telewerker, is de netwerkpoort (n) van een modem op net-werkpoort 1 van het telefoonnet aangesloten. Op het modem is via een spraakpoort (s) een telefoontoestel aangesloten en via een datapoort (d) een PC. Bij abonnee B is op poort 2 van het telefoonnet eveneens de netwerkpoort van een modem aangesloten, welk modem via een datapoort is verbonden met een computersysteem. De spraakpoort van dit modem is echter niet verbonden met een telefoontoestel, zoals gebruikelijk is en ook nuttig bij "person-to-person communication" waarvoor dit soort modems zijn ontwikkeld, maar, via een interfaceorgaan (INT) met een andere netwerkpoort 3 van het telefoonnet. Hiermee wordt bereikt dat abonnee A toegang heeft tot het telefoonnet, namelijk via poort 3.
Het interfaceorgaan —dat hetzij deel is van het modem, hetzij tussen de spraakpoort van het modem en het telefoonnet is opgenomen— zorgt ervoor dat een OFF-HOOK signaal van het telefoontoestel van abonnee A zich op netwerkpoort 3 van het telefoonnet ook manifesteert als OFF-HOOK signaal, terwijl een RING signaal op poort 3 aan het toestel van abonnee A wordt aangeboden als RING signaal. Als bij A en B thans in de handel zijnde data/spraak-modems worden gebruikt moet, aan de zijde van abonnee B, het interfaceorgaan een RING signaal —door het modem van abonnee B afgegeven als abonnee A de hoorn van de haak neemt (en daarmee een OFF-HOOK signaal genereert)— omzetten in een OFF-HOOK signaal. Evenzo moet het interfaceorgaan een RING signaal —afkomstig van het telefoonnet— omzetten in een OFF-HOOK signaal dat, nadat het aan de spraakpoort van het modem van abonnee B is aangeboden, bewerkstelligt dat het modem van abonnee A een RING signaal aan zijn telefoontoestel afgeeft.
Niet alleen kan abonnee A thans naar andere abonnees bellen —via de spraak- en netwerkpoort van zijn modem, de verbinding tussen A en B, de netwerk- en spraakpoort van het modem aan de zijde van abonnee B, het interfaceorgaan en de netwerkpoort 3— abonnee A kan thans ook telefoonoproepen ontvangen, namelijk op de volgende wijze. Daarbij wordt gebruik gemaakt van doorschakelmogelijkheden zoals die heden ten dage bij moderne telefoonnetwerken mogelijk zijn en die wel worden aangeduid als "*-diensten" daar ze kunnen worden geactiveerd door numerieke commando's die worden voorafgegaan door een (en gedeactiveerd door numerieke commando's die worden voorafgegaan door een "#". Abonnee A kan zich nu voor andere abonnees bereikbaar maken door het eigen nummer (poort 1) door te schakelen naar het telefoonnummer van poort 3. Abonnee A activeert die doorschakeling door op zijn toestel "*21 <telefoonnummer poort 3>" in te toetsen. Een abonnee C die abonnee A oproept wordt aldus doorgeschakeld naar poort 3, waar een RING signaal ontstaat dat via het interfaceorgaan en de modems wordt doorgegeven aan het telefoontoestel van A. Voorwaarde voor het kunnen doorschakelen naar poort 3 is natuurlijk wel dat het telefoonnummer van poort 3 aan A bekend is. In het onderstaande praktijkvoorbeeld zal dit een probleem blijken te zijn, waarvoor echter ook een oplossing wordt gegeven.
Figuur 2 toont evenals figuur 1 een abonnee A met een telefoontoestel, een modem en een FC, die via een poort 1 met het telefoonnet is verbonden. Het telefoonnet is hier aangeduid met FSTN, het publieke telefoonnet. Op het PSTN is de PABX aangesloten van de organisatie waarvoor abonnee A, als telewerker, werkt. Abonnee A heeft binnen het kantoor van de organisatie ook een eigen poort 7 op de PABX, waarop een abonneetoestel D is aangesloten. Deze speelt een rol bij de oplossing van het hierboven aangeduide probleem.
Binnen de organisatie bevindt zich een LAN waarop computersystemen e.d. zijn aangesloten. Het LAN is vanuit de PABX te bereiken door middel van een cluster van modems. Deze modems zijn geschikt voor het overdragen van data via datapoorten d, en spraak via spraakpoorten s. De spraakpoorten zijn via interfaceorganen verbonden met netwerkpoorten 6 van de PABX.
Het doorschakelen van oproepen aan abonnee A naar de netwerkpoorten 6 ondervindt een probleem, namelijk dat deze de telefoonnummers van deze netwerkpoorten bij abonnee A niet bekend zijn:
Om telefoonoproepen te kunnen ontvangen, handelt telewerker A aldus: - Abonnee A activeert een logische doorschakeling van zijn netwerkpoort 1 naar de netwerkpoort 7 van zijn "kantoortoestel" D door op zijn toestel ”*21 -«telefoonnummer poort 7>” in te toetsen; elk voor hem bestemde oproep wordt dan —via het PSTN en de PABX— naar toestel D gerouteerd.
- Het toestel D (poort 7) moet worden ingesteld op "follow-me" d.m.v. het intoetsen van "*23” Dit kan het beste tevoren door de telewerker zelf gedaan worden; een andere mogelijkheid is dat dit op afstand kan plaatsvinden, via een identificatieprocedure. Het resulaat van deze actie is dat, mits vanaf een andere netwerkpoort geactiveerd, alle oproepen worden doorgerouteerd naar die andere netwerkpoort.
- Nadat aldus poort 7 voorbereid is op "follow-me” kan automatische doorschakeling naar toestel A worden geactiveerd door op toestel A ”*24 <telefoonnummer poort 7> in te toetsen. Dit activeren loopt via de "onbekende” netwerkpoort 6, waardoor oproepen naar toestel D door de PABX worden gerouteerd naar die "onbekende” poort 6, en vandaar, via het interfaceorgaan, het daarop aangesloten modem en het modem van abonnee A, met het telefoontoestel van abonnee A.
Aldus kan via een omweg, door slimme benutting van de doorschakelmogelijkheden van het PSTN en de PABX, worden bereikt dat abonnee A zowel kan oproepen als opgeroepen kan worden zonder dat de dataverbinding tussen de modems behoeft te worden onderbroken.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een interfaceorgaan zoals getoond in figuur 1 of 2. Er wordt opgemerkt dat in de praktijk een telewerker die gebruik maakt van het LAN van zijn kantoor, doorgaans kontakt met dat LAN maakt via een 'call back unit'. Daarbij wordt het telefoonnummer van de modemcluster aangekozen, waarna, na een identificatieprocedure, de telewerker door die call back unit wordt teruggebeld om vervolgens via een modem uit de modemcluster met het LAN te worden verbonden. Behalve een betere beveiliging van het LAN, wordt ook bereikt dat de telefoonkosten van de telewerker —die immers vanuit het kantoor wordt teruggebeld— voor rekening van het kantoor komen. Een dergelijke call back unit is ook zichtbaar in de figuren 2 en 3. Verder wordt 3 een modem getoond dat geschikt is voor simultane data- en spraakoverdracht, en een PABX. Tussen de spraakpoort s van het modem en de PABX bevindt zich het interfaceorgaan waarvan de werking nader wordt uiteengezet.
Het interfaceorgaan dient ervoor om signalen die bedoeld zijn om een telefoontoestel te bedienen —de spraakpoort van het modem is door de fabrikant bedoeld om een telefoontoestel op aan te sluiten— te converteren in signalen die geschikt en bedoeld zijn om de FABX te "besturen". De eerstgenoemde signalen omvatten het belsignaal, voor het bij een oproep activeren van de telefoonbel en het verbreektoonsignaal dat aan het toestel wordt afgegeven nadat een verbinding is verbroken. De signalen die een telefoontoestel naar een FABX (of PSTN) kan zenden omvatten een "OFF-HOOK"- reap. "ON-HOOK"-signaal, ten teken dat een verbinding gemaakt resp. beëindigd moet worden, en DTMF- (of puls-) kiessignalen, waarmee een verbinding kan worden gekozen of —in moderne centrales— instellingen kunnen worden gemaakt zoals "doorschakelen", "follow me", etc. De belangrijkste functie van het interfaceorgaan is het naar het modem afgeven van een "OFF-HOOK"-signaal na het van de kant van het modem ontvangen van een belsignaal en het naar de PABX afgeven van een "OFF-HOOK"-signaal voor het bij de PABX aanvragen van een verbinding, en het vervolgens doorschakelen van beide zijden van het interfaceorgaan. Omgekeerd zorgt het interfaceorgaan tevens voor het naar de PABX afgeven van een "OFF-HOOK"-signaal na het van de kant van de PABX ontvangen van een belsignaal en het naar het modem afgeven van een "OFF-HOOK"-signaal voor het bij het modem initiëren van een verbinding naar het modem aan de andere kant, en het vervolgens doorschakelen van beide zijden van het interfaceorgaan. Voor het uitvoeren van genoemde functies dient een aantal detectors en relais'. De werking van het interfaceorgaan is als volgt: 1. Door het modem van abonnee A wordt een verbinding opgezet naar het modem op locatie B, waardoor data kunnen worden uitgewisseld. Bij het opzetten van de verbinding wordt in de situatie van figuur 2 gebruik gemaakt van de "call back unit"; deze belt de abonnee A terug na eerst door abonnee A te zijn aangekozen. De verbindingskosten —via het PSTN— zijn op die manier voor rekening van de organisatie die de PABX beheert; bovendien is de toegangsbeveiliging tot het LAN beter.
Tegelijk met het uitwisselen van data via de datapoorten van de modems, kan via de spraakpoorten spraak worden uitgewisseld. Aan de kant van abonnee A is op de spraakpoort een telefoontoestel aangesloten; bij locatie B het interfaceorgaan.
2. Als abonnee A de hoorn van zijn telefoontoestel afneemt, wordt dat "OFF-HOOK"-signaal door de modems omgezet in een belsignaal op de spraakpoort van het modem op locatie B. In het interfaceorgaan zal de beldetector ("RING") op dat belsignaal reageren, hetgeen wordt gesignaleerd naar de microcontroller. Deze vraagt vervolgens verbinding aan met de PABX (of met het PSTN in figuur 1) door het afgeven van een "OFF-HOOK"-signaal door het openen van het "on/OFF-HOOK"-relaiskontakt aan de kant van de PABX. De PABX zal daarop reageren door het afgeven van kiestoon. De microcontroller bekrachtigt vervolgens het ”connect/DÏSCONNECT"-relais waardoor de kontakten van dat relais sluiten en het abonneetoestel A —via zijn modem, het PSTN, het modem op locatie B en het nu doorgeschakelde interfaceorgaan— met de abonneepoort 6 van de PABX is verbonden. Een van de PABX afkomstige kiestoon wordt doorgegeven aan abonneetoestel A, waarna met dit toestel verder een verbinding kan worden gekozen. Als, zoals figuur 1 voorstelt, het spraakpoort van het interfaceorgaan op het PSTN is aangesloten (poort 3), zal, na doorschakeling van het interfaceorgaan, door abonnee A kiestoon vanuit het PSTN (namelijk via poort 3) worden ontvangen. Daar in de situatie van figuur 2 abonnee A, de telewerker, is doorgeschakeld naar de PABX, kan deze nu verbindingen kiezen als ware abonnee A rechtstreeks op de PABX aangesloten. Ook de telefoonkosten —bij "externe" gesprekken met het PSTN-abonnees— worden verrekend via de PABX, m.a.w. de organisatie waarvoor de telewerker werkt betaalt de gesprekskosten. Abonnee A kiest nu bijvoorbeeld een verbinding met een PSTN-abonnee C.
De spraakverbinding kan door abonnee A worden verbroken door een "ON-HOOK”-signaal; dit wordt door de modems omgezet in een "DISCONNECT toon" die door de "DISCONNECT toon"-detector in het interfaceorgaan aan de zijde van het modem gedetecteerd wordt. De microcontroller stuurt daarop het "connect/DISCONNECT"-relais aan zodat zijn kontakten verbreken, en tevens beide "on/OFF-HOOK"-relais', waardoor de relaiskontakten sluiten. De PABX signaleert een "ON-HOOK"-signaal en verbreekt de verbinding met poort 6.
Evenzo wordt het verbreken van de verbinding van de zijde van abonnee C afgehandeld: een "ON-HOOK"-signaal van abonnee C wordt door de PSTN en de PABX doorgegeven in de vorm van een "DISCONNECT toon" op poort 6. De "DISCONNECT toon"-detector van het interfaceorgaan detecteert deze "DISCONNECT toon", geeft dit door aan de microcontroller en deze stuurt het "connect/DISCONNECT relais aan zodat de kontakten ervan verbreken, alsmede de "on/OFF-HOOK"-relais' aan de zijde van de PABX en van het modem zodat het kontakten ervan sluiten. Het "ON-HOOK"-signaal wordt door de modems aan het toestel van abonnee A doorgegeven in de vorm van een "DISCONNECT toon", waarna abonnee A de hoorn van zijn toestel neerlegt.
3. Als een abonnee C van het PSTN (of van de PABX) abonnee A wil bellen terwijl de poort van abonnee A in gebruik is door zijn modem kan dit, zoals in het voorgaande werd uiteengezet door middel van het gebruik van de doorschakelfaciliteiten van de PABX (of, in de situatie van figuur 1, van het PSTN). Kort gezegd, belt C naar D, echter de PABX routeert dat gesprek door naar netwerkpoort 6. Er doet zich in het geval van het gebruik van een cluster van modems het probleem voor dat poort 6 in feite uit een cluster van (aan gebruikers onbekende) poorten bestaat. Om die reden wordt toestel D, d.w.z. poort 7, geprepareerd op "follow me”-doorschakeling ("*23"), die door abonnee A moet worden geactiveerd ("*24<abonneenummer D"). Dat activeren kan desgewenst automatisch aan het begin van een telewerksessie, onder besturing van de PC-software van abonnee A, worden uitgevoerd. Bij gebruik van een enkelvoudig modem bij B kan, indien het aansluitnummer van dat modem op de PABX (of PSTN) bekend is, doorschakeling worden geëffectueerd door de directe doorschakelfaciliteit, via "*21 <aansluitnummer van B>".
De werking van het interfaceorgaan bij een oproep vanuit de PABX (resp. het PSTN) is mutatis mutandis gelijk aan de werking bij een oproep vanaf de zijde van abonnee A.
Een oproep van de PABX manifesteert zich door een belsignaal vanuit poort 6 waarmee het interfaceorgaan met de PABX is verbonden. Daarbij maakt het niet uit of die oproep naar abonnee A het gevolg is van een voorgaande activering van "follow me"-doorschakeling of van directe doorschakeling. Na het detecteren van het belsignaal initieert de microcontroller een oproep naar het modem van abonnee A, via het modem op locatie B. Daartoe wordt, door het bekrachtigen van het "on/OFF-HOOK"-relais aan die zijde een "OFF-HOOK"-signaal gegenereerd dat door de modems bij B en A (het onbelangrijk in welk modem dat feitelijk plaatsvindt) wordt omgezet in een belsignaal naar het telefoontoestel van A. Zolang naar locatie A een belsignaal wordt uitgezonden, zenden de modems naar locatie B een vrij toon uit die stopt zodra abonnee A de hoorn opneemt. De vrij toon bij B wordt gedetecteerd in het interfaceorgaan door een vrijtoondetector. Zodra de vrij toon stopt bekrachtigt de microcontroller het "on/OFF-HOOK"-relais aan de zijde van de FABX ("OFF-HOOK"). Tevens wordt voor doorverbinding van beide zijden van het inter£aceorgaan gezorgd door het doen sluiten van de "connect/DISCONNECT"-kontakten. Na deze handelingen is het toestel van A "transparant" met de PABX verbonden. Het beëindigen van de verbinding tussen abonnee C en abonnee A geschiedt weer op dezelfde wijze als in het voorgaande werd aangegeven.
4. Om te voorkomen dat de instellingen ("connect" en "OFF-HOOK" naar beide zijden) voor de overdracht van een spraakverbinding blijven staan terwijl de verbinding tussen de netwerkpoorten (n) van de modems, bijvoorbeeld door één van beide modems, onderbroken wordt, moet die verbinding steeds worden bewaakt. Dat geschiedt door een signaaldetector die de microcontroller activeert om het interfaceorgaan te "resetten" zodra geen signaal meer wordt gedetecteerd. Als de verbinding vanuit de PABX of het PSTN wordt verbroken wordt dit opgemerkt door detectie van "DISCONNECT"-toon aan de netwerkpoort (n) van het modem B. Zodra één dan deze detectors het wegvallen van de verbinding detecteert, wordt het interfaceorgaan gereset (beide zijden "ON-HOOK" en "DISCONNECTed").
5. Als gebruik wordt gemaakt van een "call back unit" zoals in figuur 3, is het op eenvoudige wijze mogelijk om een op "follow me" geprepareerd toestel (D) automatisch te activeren vanuit het interfaceorgaan. Normaliter zijn in een "call back unit" de telefoonnummers opgeslagen die toegangsrechten hebben tot het achterliggende LAN. Als abonnee A de "call back unit" opbelt, moet abonnee A zijn telefoonnumer intoetsen (zo mogelijk kan gebruik worden gemaakt van "calling number identification") en/of een ID nummer, waarna abonnee A, als deze toegangsrechten heeft, door de "call back unit" wordt teruggebeld. Het is eenvoudig om aan de lijst van gerechtigde telefoonnummers en/of ID nummers een veld toe te voegen met PABX-nummers waaronder de verschillende medewerkers normaliter te bereiken zijn. Bij het starten van een telewerksessie maakt abonnee A aldus via de "call back unit" en de modemcluster verbinding met het LAN, waarna de microcontroller aan de hand van het vanuit de "call back unit" te ontvangen PABX-telefoonnummer (D) van abonnee A naar de PABX een boodschap kan sturen in de vorm van "*24 <PABX telefoonnummer abonnee D (-abonnee A)>", waardoor de PABX geactiveerd wordt om elke telefoonoproep naar het telefoonnummer (D) van telewerker A door te schakelen naar die PABX-poort 6 waardoor het interfaceorgaan met de PABX verbonden is. Het sturen van de boodschap "*24 <PABX telefoonnummer abonnee D>" wordt uitgevoerd door een DTMF-generator in het interfaceorgaan, onder besturing van de microcontroller, nadat verbinding met de PABX is gemaakt.
Hieronder wordt de functie van het interfaceorgaan weergegeven in de vorm van een aantal statements waarmee de microcontroller zou kunnen worden geprogrammeerd; (M) verwijst naar de kant van het modem, (P) naar de kant van de PABX:
LABEL CALL-FROM-MODEM
ON RING(M) THEN OFF-HOOK(P): OFF-HOOK(M): CONNECT(M,P) ON DISCONNECT(M) THEN ON-HOOK(P): DISCONNECT(M.P): ON-HOOK(M)
LABEL CALL-FROM-PABX
ON RING(P) THEN OFF-HOOK(M): OFF-HOOK(P): CONNECT(M,P) ON DISCONNECTS) THEN ON-HOOK(M): DISCONNECT(M.P): ON-HOOK(P)
In feite omvat het interfaceorgaan twee, antiparallel werkende, conversieorganen waarbij de werking van elk kan worden gespecificeerd door de instructies (x en y geven in- resp. uitgang van het conversieorgaan aan): ON RING(x) THEN OFF-HOOK(y): OFF-HOOK(x): CONNECTS,y) ON DISCONNECTS) THEN ON-HOOK(x): DISCONNECTS,y): ON-HOOK(y)
De signalen die door elk conversieorgaan moeten worden geconverteerd zijn: RING(x)*‘><..off-HOOK(x) - {connects,y)} - OFF-HOOKiy)”* DISCONNECT(x)**><..on-HOOK(x) - {DISCONNECTS,y)} - ON-HOOK(y)">
In het bovenstaande zijn de te converteren signalen in kapitalen aangeduid, de responsiesignalen daarop in kleine letters en de connect/DISCONNECT-actie tussen accolades.
Tenslotte wordt nog opgemerkt dat in het voorgaande werd uitgegaan van het gebruik van modems waarvan de spraakpoort niet geschikt zijn voor aansluiting op het telefoonnet, om welke reden werd voorzien in het gebruik van een interfaceorgaan. Uiteraard is op zich aantrekkelijker om, tenminste aan de kant van de locatie B, zowel in figuur 1 als in figuur 2, gebruik te staken van modems waarvan de spraakpoorten wil direct op het telefoonnet aansluitbaar zijn. De signalering die thans tussen de spraakpoorten van de modems wordt uitgewisseld kan worden voorgesteld door: - Van locatie A naar locatie B: —>OFF-HOOK(Locatie A)...(Modems)...RING(Locatie B)—> —>ON-HOOK(Locatie A)____(Modems)... DISCONNECT(Locatie B) —>
Conversie door het interfaceorgaan op locatie B: — >RING(Locatie B)........(Interfaceorgaan).... — >OFF-HOOK(Locatie B) —> — >DISCONNECT(Locatie B)..(Interfaceorgaan).....— >ON-HOOK(Locatie B) —>.
- Evenzo van locatie B naar locatie A: — >RING(Locatie B)........(Interfaceorgaan)....OFF-HOOK(Locatie B)- -> —>DISCONNECT(Locatie B)..(Interfaceorgaan).....ON-HOOK(Locatie B)- -> OFF-HOOK(Locatie B)—>—.Modems)...—>RING(Locatie A) ON-HOOK(Locatie B)—>... . (Modems)... —>DISCONNECT(Locatie A)
Een modemsysteem waarvan de spraakpoort van het modem op locatie A aansluitbaar is op een telefoontoestel en het modem op locatie B (rechtstreeks) op het PSTN of een PABX, kan worden voorgesteld door: - Van locatie A naar locatie B: —>OFF-HOOK(Locatie A)...(Modems)...OFF-HOOK(Locatie B)—> —>ON-HOOK(Locatie A)....(Modems)....ON-HOOK(Locatie B)—> en van locatie B naar locatie A: —>RING(Locatie B)....Modems)...—>RING(Locatie A) —>DISCONNECT(Locatie B)____(Modems)...—DISCONNECT(Locatie A)
Uit het bovenstaande blijkt de eenvoud van daarvoor geschikt modems, namelijk modems die —op beide locaties— de aan de spraakpoorten aangeboden signalering (OFF-HOOK, ON-HOOK, RING of DISCONNECT) ongewijzigd, transparant, naar de andere locatie doorgeven. Overigens is de eenvoud van de bovenstaande voorstelling enigszins bedriegelijk, daar de genoemde signalen, evenals de uit te wisselen spraak, gedigitaliseerd en gecodeerd moet worden alvorens, tezamen met de —digitale— data, via het telefoonnet te kunnen worden overgedragen.

Claims (7)

1. Modem voor de overdracht van data- en spraaksignalen via een telefoonnet, welk modem een datapoort, een netwerkpoort en een spraak-poort omvat, met het kenmerk dat de spraakpoort geschikt is voor aansluiting op de abonneepoort van een telefoonnet.
2. Modemsysteem dat een modem omvat voor de overdracht van data- en spraaksignalen via een telefoonnet, welk modem een datapoort, een netwerkpoort en een spraakpoort omvat, welke spraakpoort ongeschikt is voor aansluiting op de abonneepoort van een telefoonnet, gekenmerkt door een interfaceorgaan voor het aanpassen van genoemde spraakpoort aan de abonneepoort van het telefoonnet.
3. Modemsysteem dat een modem omvat voor de overdracht van data- en spraaksignalen via een telefoonnet, welk modem een datapoort, een netwerkpoort en een spraakpoort omvat, welke spraakpoort geschikt is voor het aansluiten van een telefoontoestel, gekenmerkt door een interfaceorgaan voor het aanpassen van genoemde, voor het aansluiten van een telefoontoestel geschikte spraakpoort, aan de abonneepoort van het telefoonnet.
4. Modemsysteem volgens conclusie 3, waarbij het interfaceorgaan twee, antiparallel werkende, conversieorganen omvat, beide voor het ontzetten van eerste besturingssignalen bedoeld voor signalering van een telefoonsysteem naar een telefoontoestel (RING, DISCONNECT), in tweede besturingssignalen bedoeld voor signalering van een telefoontoestel naar een telefoonsysteem (OFF-HOOK, ON-HOOK), alsmede een doorverbin-dingsorgaan voor het doorverbinden van genoemde spraakpoort van het modem en genoemde abonneepoort van het telefoonnet, waarbij de conver-sieorganen en het doorverbindingsorgaan worden bestuurd door een bes-turingsorgaan, aan de hand van van beide zijden van het interfaceorgaan ontvangen eerste besturingssignalen (RING, DISCONNECT).
5. Interfaceorgaan voor het aanpassen van een voor het aansluiten van een telefoontoestel geschikte spraakpoort van een modem, geschikt voor simultane overdracht van data- en spraaksignalen, aan de abonneepoort van het telefoonnet.
6. Interfaceorgaan volgens conclusie 5, gekenmerkt door twee, an-tiparallel werkende, conversieorganen, beide voor het omzetten van eerste besturingssignalen bedoeld voor signalering van een telefoonsysteem naar een telefoontoestel (RING, DISCONNECT), in tweede besturingssignalen bedoeld voor signalering van een telefoontoestel naar een telefoonsysteem (OFF-HOOK, ON-HOOK), alsmede een doorverbin-dingsorgaan voor het doorverbinden van genoemde spraakpoort van het modem en genoemde abonneepoort van het telefoonnet, waarbij de conver-sieorganen en het doorverbindingsorgaan worden bestuurd door een bes-turingsorgaan, aan de hand van van beide zijden van het interfaceor-gaan ontvangen eerste besturingssignalen (RING, DISCONNECT).
7. Conversieorgaan voor het omzetten van eerste besturingssignalen, bedoeld voor signalering van een telefoonsysteem naar een telefoontoestel (RING, DISCONNECT), in tweede besturingssignalen bedoeld voor signalering van een telefoontoestel naar een telefoonsysteem (OFF-HOOK, ON-HOOK).
NL9401474A 1994-09-09 1994-09-09 Modemsysteem voor telewerkers. NL9401474A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401474A NL9401474A (nl) 1994-09-09 1994-09-09 Modemsysteem voor telewerkers.
EP95202292A EP0706279B1 (en) 1994-09-09 1995-08-24 Modem system for teleworkers
DE69531183T DE69531183T2 (de) 1994-09-09 1995-08-24 Modemsystem für Teleheimarbeiter
AT95202292T ATE244484T1 (de) 1994-09-09 1995-08-24 Modemsystem für teleheimarbeiter

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401474 1994-09-09
NL9401474A NL9401474A (nl) 1994-09-09 1994-09-09 Modemsysteem voor telewerkers.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401474A true NL9401474A (nl) 1996-04-01

Family

ID=19864638

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401474A NL9401474A (nl) 1994-09-09 1994-09-09 Modemsysteem voor telewerkers.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0706279B1 (nl)
AT (1) ATE244484T1 (nl)
DE (1) DE69531183T2 (nl)
NL (1) NL9401474A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5905776A (en) * 1996-04-04 1999-05-18 Siemens Information And Communication Networks, Inc. System and method of co-ordinating communications for telecommuters
KR20000015877A (ko) * 1996-06-04 2000-03-15 클라스 노린, 쿨트 헬스트룀 지정매체를통한액세스네트워크
TW358288B (en) * 1996-10-28 1999-05-11 Ericsson Telefon Ab L M Method and apparatus for verifying records in a table the invention relates to a method and apparatus for verifying records in a table
US6687354B1 (en) 1997-03-31 2004-02-03 Telefonaktiebolaget Lm Ericsson Method and arrangement for connection of a computer to a computer network via a telephone exchange
DE19808369A1 (de) * 1998-02-27 1999-09-09 Siemens Ag Verfahren und Anordnung zum Bereitstellen von Leistungsmerkmalen für mobile Teilnehmer über ein Kommunikationsnetz
DE19844944C1 (de) * 1998-09-30 2000-02-10 Siemens Ag Integrierte Schaltungsanordnung mit einer Konfigurations-Baugruppe

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3336838A1 (de) * 1983-10-11 1985-04-25 Telefonbau Und Normalzeit Gmbh, 6000 Frankfurt Verfahren zum aufbau einer parallel zu einer bereits bestehenden fernsprechverbindung verlaufenden datenverbindung in fernmelde-, insbesondere fernsprechvermittlungsanlagen
US4878240A (en) * 1988-01-25 1989-10-31 Bell Communications Research, Inc. Multi-service telephone switching system
EP0498593A2 (en) * 1991-02-08 1992-08-12 AT&T Corp. Call forwarding system
US5289582A (en) * 1986-12-27 1994-02-22 Canon Kabushiki Kaisha Communication control unit

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3336838A1 (de) * 1983-10-11 1985-04-25 Telefonbau Und Normalzeit Gmbh, 6000 Frankfurt Verfahren zum aufbau einer parallel zu einer bereits bestehenden fernsprechverbindung verlaufenden datenverbindung in fernmelde-, insbesondere fernsprechvermittlungsanlagen
US5289582A (en) * 1986-12-27 1994-02-22 Canon Kabushiki Kaisha Communication control unit
US4878240A (en) * 1988-01-25 1989-10-31 Bell Communications Research, Inc. Multi-service telephone switching system
EP0498593A2 (en) * 1991-02-08 1992-08-12 AT&T Corp. Call forwarding system

Also Published As

Publication number Publication date
EP0706279B1 (en) 2003-07-02
ATE244484T1 (de) 2003-07-15
DE69531183T2 (de) 2004-04-15
EP0706279A1 (en) 1996-04-10
DE69531183D1 (de) 2003-08-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0690652B1 (en) Method and apparatus for performing intelligent network services with an ISDN network terminator
AU708959B2 (en) Method to provide voice call notification and control messaging over a data path
AU755501B2 (en) Method and apparatus for interfacing a cellular fixed wireless terminal to the extension side of a PBX/PABX
US5937035A (en) Interswitch telephone status monitoring
JPH03175777A (ja) 接続装置
GB2287610A (en) Telecommunication systems
NL9401474A (nl) Modemsysteem voor telewerkers.
US4421951A (en) Method and arrangement for signaling the transmission mode of a communication system
USRE38596E1 (en) Methods for performing intelligent network services with an ISDN network terminator located at a subscriber&#39;s premise
JP3428867B2 (ja) ターミナルアダプタ
CA2412729C (en) Methods for performing intelligent network services with an isdn network terminator located at a subscriber&#39;s premise
EP1943825B1 (en) System and method for managing the replacement of an existing subscriber call connection by a call waiting party
JP3816700B2 (ja) 着信転送システムとその交換装置及びボイスメール装置
JP2811509B2 (ja) 遠隔保守方式
WO1996021306A1 (en) An improved telephone extension unit and system for use therewith
JPH059983B2 (nl)
JPS61289754A (ja) 電話転送装置
JPH04150651A (ja) 無ダイヤル接続サービス/一般ダイヤル接続サービス併用方式および電話交換機
JPH0936983A (ja) コールバック対応端末機
JPH0451755A (ja) Isdn回線制御方式
JPH09186775A (ja) 広域ボタン電話システムおよびisdn電話機
JPH0965006A (ja) Isdn端末装置
JPS6319957A (ja) フアクシミリ通信方式
JPH03132245A (ja) 構内交換機
JPH10304413A (ja) 公専接続装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed